De wereld staat in brand
en wij kijken voetbal. Ooit was dat het verwijt van een oudere journalist tegen
een sportcollega. Er is niets nieuws onder de zon.
Een hekel aan sport, nou
nee, maar ook weer niet overmatig geïnteresseerd. We kijken ernaar, niet altijd
maar als er mooi wordt gespeeld en de wedstrijd is spannend willen we er nog
wel eens eentje uitzitten.
Naarmate het toernooi
vordert krijg je toch weer meer oog voor wat in de rest van de wereld gebeurt.
Ook al komt Nederland ver. Ach, de uitslagen volgen is doorgaans al voldoende,
straks nog even de finale zien en dat was het dan weer.
Ondertussen dreigt het
Midden-Oosten weer in brand te geraken. In Irak en Syrië vallen dagelijks tientallen,
zo niet honderden doden. In Nederland laait de discussie over racisme weer op,
dankzij verstandige woorden van een VN-commissie.
Waarmee maar gezegd mag
zijn, dat er voldoende nieuws is om voorpagina’s te vullen. Helaas geldt dit alleen
voor de twee voetbalvrije dagen. We zijn nog niet een dag verder of ja hoor,
daar gaan we weer. Oranje gekleurde voorpagina’s.
Halve zolen die in het
oranje voor de buis zitten krijgen alle aandacht en nog serieus ook. In plaats
van gerichte psychische hulp. Vinden alle lezers dit leuk, vraag een mens zich
in gemoede af.
Het is de misplaatste
idee dat kranten alles moeten doen om lezers aan zich te binden en als je
hiervoor op de knieën moet, dan moet dit maar. Nu het crisis is in krantenland
lijkt het hek helemaal van de dam.
Nu ik dit schrijf weet ik
dus nog niet of Nederland door gaat. Eerlijk gezegd zou ik het jammer vinden
als dit niet het geval zou zijn. Maar het gevolg zal wel weer zijn, dat de
voorpagina’s wederom oranje kleuteren.
Er zit een voordeel aan.
Een beetje terrorist pleegt zijn euveldaden alleen wanneer hij alle aandacht
krijgt. En hier weet je nu dat het voetbal even belangrijker is. Het niveau van
dreiging kan dus even naar kleurloos. Vanavond laat kijk ik wel even naar de
uitslag. En kijk of ik morgen veilig over straat kan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten