woensdag 27 januari 2016

De ZZP-discussie is ontspoord



Zo langzamerhand wint de overtuiging terrein dat in Nederland geen serieus debat meer mogelijk is. Als zelf in een discussie over ZZP’ers alle nuances verloren gaan, bevangt de wanhoop je.

Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 is het aantal ZZP’ers danig toegenomen. Veel mensen in beroepen die zich hiervoor leenden en die door die crisis hun vaste aanstelling verloren verkozen het ZZP’erschap boven het uitzichtloze bestaan van de werkloze. Daar is niets op tegen.

Daarnaast waren er natuurlijk altijd al mensen die het ondernemerschap verkozen boven de loondienst. In de journalistiek bijvoorbeeld verdienden velen een zeer behoorlijk belegde boterham als freelancers. Ook niets om misprijzend over te doen.

Het punt waar het nu om gaat is dat werkgevers misbruik hebben gemaakt van de crisis om zeker in de journalistiek hun verdienmodel aan te passen. Bijkans juichend zongen ze de lof van kleine kernredacties met daar omheen een schil van gespecialiseerde freelancers. Ook niets op tegen, alleen zat hier een addertje onder het gras.

Tegelijk met het inkrimpen van de redacties en daardoor de toename van het aantal ZZP’ende journalisten verlaagden de redacties de tarieven voor freelancers. En onderwijl prezen de werkgevers de geweldige inzet van de ZZP’ers.

Wie dit verschijnsel aanklaagt vanwege de gevaren voor de ZZP’ers zelf, maar ook de druk op sociale voorzieningen, zou op begrip mogen rekenen. Toch ontspoort de discussie, niet in de laatste plaats door ongenuanceerde kritiek op het verschijnsel van de ZZP’er in crisistijd. Artikelen in de krant scheren de hele groep over een kam als armoedzaaiers, die geen of weinig belasting betalen, ja zelfs als lieden die niet bijdragen aan de aow.

Dat ZZP’ers die het prima kunnen bolwerken en die de afgelopen jaren een goede positie hebben verworven zich in hun eer aangetast voelen, is heel begrijpelijk. Wat ik evenwel niet begrijp dat juist zij nu zo hoog van de toren blazen. Want zij voelen ook de druk van verlaagde tarieven en moeite die het kost werkgevers tot fatsoenlijke voorwaarden over te halen.

Dat dit grotendeels komt doordat de markt overspoelt is door freelancers, om dit oude begrip maar weer eens uit de kast te halen, die ook nog bereid zijn tegen heel lage tarieven te werken, wordt uit het oog verloren. Dat er ook nog een groep is, die in betere tijden met zeer riante regelingen afscheid mocht nemen van een vaste baan en nu uit liefhebberij andere ZZP’ers beconcurreert met lage tarieven is eigenlijk nog erger.

Het is tijd de discussie terug te brengen naar het begin. De welgestelde ZZP’er die op eigen kracht een goede positie heeft verworven, houdt even zijn mond of ondersteunt de bijna kansloze nieuwkomers. Die nieuwkomers houden zich aan de tarieven, die hun collega’s bevochten hebben en weigeren voor een habbekrats zich uit de naad te werken. Gezamenlijk trekken de ZZP’ers dan op tegen de opdrachtgevers om misstanden aan te pakken. Dat dit kan leiden tot het inzicht dat er misschien ook wel te veel ZZP’ers zijn in bepaalde beroepsgroepen, is dan alleen maar meegenomen. Omscholing is ook een mogelijkheid, hoe mooi het beroep van bijvoorbeeld journalist mag lijken.

En laten we dan ook niet vergeten dat de discussie niet alleen gaat over goed opgeleide mensen, die het uiteindelijk toch wel redden. Bouwvakkers, chauffeurs en al die andere minder gelukkige beroepsgroepen hebben het oneindig veel moeilijker. De geslaagde ZZP’ers zijn hier op de vingers van een hand te tellen. Dit zijn geen ondernemers, maar door de markt gedwongen zelfstandigen, die moeten concurreren tegen onderbetaalde collegae uit nieuwe EU-lidstaten. Daar zou de discussie ook over moeten gaan. Helaas kunnen die niet allemaal leuke artikelen schrijven.


zondag 24 januari 2016

Mag het ietsje correcter?



Het is zo’n beetje de grootste belediging die je tegenwoordig iemand kunt toevoegen. Noem hem politiek correct of erger nog correctmensch en hij of zij is uitgepraat. Een wegkijker, een linkse, oneerlijke, ja zelfs gevaarlijke leugenaar. Arnon Grunberg neemt het voor de beledigde op in de Volkskrant van zaterdag 23 januari. Is politieke correctheid niet meer dan prudentie, hoffelijkheid, empathie, diplomatie zo vraagt hij zich af.

Dat politiek correctheid zo in het verdomhoekje is terecht gekomen is een tijdsverschijnsel. Het is ook een beetje een generatiedingetje. Jongeren schermen graag met eerlijkheid als opperste menselijke deugd. Ze lachen om het wegdraaien voor de waarheid van ouderen. Dat levenswijsheid wel eens kan betekenen dat je iets met de mantel der liefde bedekt, wil er bij de voor dit soort spitsvondigheden ongevoeligen niet in.

Van een adolescent kun je een dergelijke houding nog wel accepteren. Voor volwassenen vind ik het moeilijker. Om een beetje redelijk door het leven te komen is enige intelligentie vereist. En is het niet beter een redelijk denkend mens te zijn, die soms liever even wegkijkt dan de ander bot op zijn plaats te zetten door hem de ‘waarheid’ toe te blaffen.

Want eerlijkheid in de zin van hen die politieke correctheid als belediging zien is veelal niet anders dan botheid. Een mooie lakmoesproef is de houding ten opzichte van vluchtelingen na  ‘Keulen’. Keulen staat in dit geval voor een massale aanranding van vrouwen door groepen Noordafrikaanse en Arabische migranten en vluchtelingen op Oudejaarsavond in de Duitse stad.

Sindsdien geldt het als waarheid om vluchtelingen te zien als geile Arabieren die het op ‘onze’ vrouwen hebben voorzien.  Dus is het politiek correct hier kanttekeningen bij te plaatsen. Zoals bijvoorbeeld dat we eigenlijk nog steeds niet echt weten wat er die avond is gebeurd. Tegenover duizend aangiftes voor beroving, waarvan een flink aantal met aanranding, staan dertien verdachten.

Het zouden Noordafrikanen zijn, waarvan enkelen mogelijk de vluchtelingenstatus hebben. Nu dacht ik toch echt dat onze aanvankelijk positieve houding ten aanzien van vluchtelingen Syriërs betrof die op de vlucht voor oorlog zijn. Dit zal wel weer een vreselijk politiek correcte bedenking zijn. Wegkijken dus.

De framing van de grote blonde leider dat vluchtelingen toch vooral jonge testeronbommen zijn was lange tijd een beeld dat alleen boze witte mannen reëel voorkwam. In herhaling schuilt onze kracht luidt het in de reclame, een idee waar Wilders gaarne gebruik van maakt. En inmiddels is het spreken van testeronbommen helemaal niet meer tokkie-achtig. Wie dat wel vindt is politiek correct dus. Maar wegkijker?

Om terug te keren naar Arnon Grunberg, het is een teken van beschaving zo nu en dan te veinzen.  Ook van volwassenheid. Het zou onnozel zijn te verwachten dat onder die duizenden vluchtelingen geen foute elementen kunnen zitten. Het is domme botheid dit alle vluchtelingen aan te wrijven. En het is politieke correctheid om toch maar voor het gemak te stellen dat vluchtelingen in het algemeen geen kwaad in de zin hebben. Zonder de ogen te sluiten voor de mogelijkheid dat het in de praktijk ietsje anders kan uitpakken.

Laat ik er maar eerlijk vooruit komen, ik ben eigenlijk wel politiek correct. In ieder geval in publieke situaties, maar als het even kan ook op het persoonlijke vlak. Een praktijkvoorbeeld: Annabel Nanninga, zou ik een naar mens, een dikke onaangename trol kunnen vinden. Zou ik haar in het echt ontmoeten, dan zou ik alleen zeggen het niet met haar eens te zijn. Niet omdat ik niet anders durf, maar omdat het onfatsoenlijk zou zijn mijn ‘waarheid’ voor algemeen geldend in het normale menselijk verkeer te houden. En omdat ik met schelden niets zou opschieten.

Zo zie je maar, met eerlijkheid heeft het niets te maken. Wie meent de waarheid in pacht te hebben, zou er beter het zwijgen toedoen en hen die de twijfel in ere houden de ruimte te geven. Laat in dit land de twijfel toch maar voorrang hebben boven ‘waarheid’.  Het is zoveel volwassener een beetje politiek correct te zijn in plaats van bot eerlijk en het maakt het leven hier zoveel aangenamer. Ook voor vluchtelingen.



woensdag 20 januari 2016

Een denkbare boerenopstand



Soms zijn dingen zo simpel te voorspellen, dat je nu toch vermoedt dat wie verbaasd reageert op de overschrijding van de mestnorm door de melkveehouders, ofwel naïef ofwel hypocriet is. Dat er fosfaatrechten komen lijkt niet meer een dreiging maar veeleer een zekerheid. Of de boeren moeten een soort van Bundy-revolutie veroorzaken en zelfs dan verliezen ze.

Voorheen landbouwstaatssecretaris Sharon Dijksma hield het tot haar baanwissel vol, dat het wel goed zou komen met de melkveehouders. Dat was natuurlijk niet erg geloofwaardig voor wie om zich heen keek de afgelopen jaren. In Friesland en ook elders in het land werden fluks nieuwe melkveestallen gebouwd. Misschien geen megastallen, maar wel veelal verdubbeling van de oude.

Dus komen er fosfaatrechten. Eenvoudig rekenwerk voor de nieuwe staatssecretaris van landbouw Martijn van Dam. Zoveel meer koeien, zoveel meer stront. Wie dat niet volgens de Brusselse normen op eigen land - waarop de eigenaar fosfaatrechten krijgt - kwijt kan moet de beurs trekken voor meer rechten. Vooruitziende boeren zagen dit al aankomen en kochten zich de afgelopen jaren arm aan steeds duurdere grond. Niet slim allemaal economisch gezien, maar wel consequent.

Maar goed, in het kleine Nederland is de grond wel zo’n beetje op. Zo’n tweederde is al in handen van boeren, dus daar valt hooguit wat te halen van stoppers. Stoppende boeren die na het verdwijnen van het melkquotum ineens weer pensioenperspectief krijgen met het bezit van ongetwijfeld steeds duurdere fosfaatrechten.

Zou het denkbaar zijn dat boeren in opstand komen tegen de komst van fosfaatrechten? Althans tegen de plicht tot grondgebonden bedrijfsvoering zonder voldoende grond voorhanden. In de Verenigde Staten weten sommige boeren daar wel raad mee, zo bleek al weer enkele weken terug in Oregon.

Een gewapende bende bezette er een gebouw in een natuurgebied en gijzelde daarmee het hele gebied. Alleen maar omdat plaatselijke boeren grond van de federale overheid in brand hadden gestoken en hiervoor de cel in moesten. Nu lijkt er genoeg grond in de VS, maar kennelijk steekt het sommigen dat de federale overheid ook nog eens flink wat hectares bezit, waar boeren niet aan mogen komen.

Er is meer reden tot zo’n rebellie in het kleine Nederland dan in de VS. Vagelijk zal de boerenstand zich nog herinneren hoe boeren in Hollandseveld in de jaren zestig in opstand kwamen tegen een opgelegde heffing voor het Landbouwschap. Daaruit voort kwam zelfs een nieuwe politieke partij: De Boerenpartij met de om verschillende redenen onvergetelijke partijleider Hendrik Koekoek. Uiteindelijk heeft het de boeren niet veel geholpen.

Zoals de rebellen in Oregon land bezetten, zal het hier niet kunnen. Boeren hebben immers geen gemakkelijke toegang tot wapens, zoals hun collegae in de VS. Maar sabotage van natuurgebieden zonder wapens kan wel natuurlijk en een geweldloze bezetting ook. Zouden boeren het willen? Dat is natuurlijk een andere zaak.

De meerderheid niet, dat geldt evenmin voor de Amerikaanse boeren. Maar een stel gekke heethoofden, dat het water tot aan de lippen staat, zou best eens de blik kunnen werpen op in hun ogen almaar uitdijende natuurgebieden. Het is geen geheim dat de meeste boeren bepaald geen vrienden zijn van natuurbeherende instanties, dus het zou kunnen.

Tja, het is natuurlijk zo maar een gedachtegang. Je kunt je immers voorstellen dat boeren die zo blij waren af te zijn van de melkquotering, nu door het lint gaan als er weer een vergelijkbaar iets komt dat hen het geld uit de zak zal kloppen. En de melkprijs heeft ook nog eens een dieptepunt bereikt.

Onverstandig als boeren de afgelopen jaren, ondanks waarschuwingen, hebben gepreludeerd op de afschaffing van het melkquotum, zou je nu toch een beetje al is het zinloze tegenstand verwachten bij de komst van fosfaatrechten. Maar hun standsorganisatie LTO zal alles inzetten om zulks te voorkomen en proberen het leed wat te verzachten. Zelfs een wat strijdbaarder boerenbond NMV zal wel uitkijken zich met rebellerende leden en illegale acties in te laten.

Nee, een echte opstand als toen in Hollandscheveld zal er vast niet komen. En Koekoek is ook allang dood. Toch is het eigenlijk wel een beetje raar, dat de ongetwijfeld grote woede vooral onder jonge boeren niet zal leiden tot een beetje rebellie. Al dat gepraat over publieksvriendelijkheid en denken om het imago, daar word je toch ook wel een beetje wee van. Van mensen die zichzelf keer op keer zo in de wielen rijden, verwacht je toch stiekem een keer iets heel onverstandigs. Maar de boer hij ploegde voort, hoor je de politiek denken. Zou het echt?



vrijdag 15 januari 2016

De vooruitgang



Er gloort weer licht voor armzalige gemeentes, die met lede ogen moeten aanzien dat publiekstrekkers in het centrum de een na de ander failliet gaan. Althans dat mogen we opmaken uit een juichend verhaal van de Volkskrant over webshops, die nu echte winkels willen. Ja, ja de vooruitgang…

Na jaren van waarschuwingen van banenvernietigende webshops zou dit de omgekeerde wereld worden. Zo zeggen bazen van bijvoorbeeld Coolblue en Neckerman (al eens failliet geweest) dat er honderden, zo niet duizenden nieuwe banen worden gecreëerd. En de zieltogende stadscentra worden gered als winkelparadijs.

Want het is natuurlijk een strop voor al die plaatsen, die decennia geleden met veel bombarie een V&D of Hema binnenhaalden. En wat zou Leeuwarden moeten met het grote gat dat een failliet V&D slaat in de Nieuwstad, om nog maar te zwijgen van al die kleinere gaten van de schoenenwinkels en andere failliete ketens.

Toch past hier een kleine kanttekening. Jaren geleden bedacht de directie van voorheen mijn werkgever dat het niet meer veilig was, dat jan en alleman zo maar het gebouw in kon lopen. Dus kwam er een ingenieus systeem van elektronische sleutels. Die hoefde je maar voor de deur te houden en Sesam Open U roepen. Bij wijze van spreken dan.

Zo nu en dan weigerde het ding nog wel eens dienst en stond je wel degelijk te roepen. Allengs werden de eerst wat onhandige pakjes kleiner tot een creditcard-achtig pasje ergens in je zak de deur immer opende. De vorm was evenwel nog wel eens aan verandering onderhevig en vaag herinner ik mij iets in de vorm van een sleutel.

Spottend merkte ik toen op, dat nog het nog even zou duren voor we die sleutel in een slot zouden moeten steken en moeten omdraaien om de deur te openen. De automatiseerders misten net dat gevoel voor humor om hier de grap van in te zien. De redacteuren overigens ook toen onverhoopt bleek dat de sleutels ook de aankomst- en vertrektijden van het personeel opsloegen, waarop een ietwat kinderlijke sabotage van het systeem begon.

Redacteuren met vakantie gaven hun sleutel aan thuisblijvers en omgekeerd. Hiervan bleek de directie weer niet gecharmeerd en het protest stierf een stille dood, na de garantie dat de gegevens niet misbruikt zouden worden. En zo verdween de klandizie van de sleutelmaker en ontstond er die van de sleutelprogrammeurs. Toen nog wel.

Bij auto’s zagen we een vergelijkbare ontwikkeling, van contactsleutel tot kaart en drukknop en later de keyless entry. Hier bleek toch wel een klein probleem als je onverhoopt zo’n pasje kwijtraakt. Dat kost al snel een €400, want in zo’n pasje zit een antenne etc. Tot mijn vreugde heb ik nu weer een auto met gewoon een contactsleutel. Het was even wennen, maar het doet me goed. Mocht ik hem verliezen, dan ben ik een stuk goedkoper uit.

Toch lijken alle nieuwe auto’s elektronica in de sleutel te stoppen. Dus die ontwikkeling houden we niet tegen. Dus wie nu te hard juicht dat de winkels weer terug komen en daarmee de werkgelegenheid is gered, moet toch goed opletten. Zoveel werknemers als de oude winkels zullen er echt niet komen, en evenmin evenveel winkels. De belangrijkste reden voor die nieuwe gewone winkels zijn de torenhoge kosten van de bezorging.

Dus die winkels halen werkgelegenheid van koeriers onderuit en bezorgen de klanten weer extra werk en kosten Net zoals indertijd eerst die sleutelmakers klandizie verloren door elektronische sleutels. En leek dit nog de werkgelegenheid van IT-personeel te stimuleren, toen het bedrijf in zwaar weer kwam bleek dat ook overbodig en vlogen de IT-ers er even hard uit.

Hoe we het wenden of keren en wat voor mooie verhalen de ondernemers ons ook op de mouw spelden, we gaan snel richting van een bijna baanloze toekomst. Alleen politici begrijpen dit nog niet. CdK John Jorritsma van Friesland orgelde nog iets van zware inzet op werkgelegenheid in zijn nieuwjaarsrede.


Ach, nog even en hij zal pleiten voor afromen van de winsten van de geautomatiseerde bedrijven om al die werkloze monden te voeden en eigenaren van die monden een enigszins zinvolle dagbesteding te geven.  En natuurlijk voldoende geld om al die mooie online producten te kunnen kopen. Want daar hoor je onze ondernemers nog niet over. Ze moeten nog maar eens aan Ford denken, die besefte dat zijn autootjes alleen een succes zouden worden als de mensen voldoende verdienden om er een te kopen

woensdag 13 januari 2016

De verkeerd begrepen vrijheid



Een aanval op onze vrijheid, onze vrije samenleving. Het ligt onze leiders voor in de mond bij elke aanslag door terroristen die uit naam van de islam hun euveldaden plegen. Het zal wel, denk je dan. Hoeveel vrijheid hebben we nog en zijn die leiders niet al te happig juist die vrijheden aan banden te leggen.

Eerlijk gezegd is het juist  een onjuist begrip van die vrijheid, die de manier van leven bedreigt. Om dichtbij huis te blijven, was dat al zo met de nieuwe vrijheid van de jaren zeventig. Zelfs in een stad als Leeuwarden konden jongeren genieten van zelf bevochten vrijheid op het gebied van uitgaan, seksueel avontuur, proeven van verboden vruchten als alcohol en een enkele joint.

Het ging niet goed. Met de wetenschap van nu, zouden we zeggen, hadden we dat wel kunnen zien aankomen. Natuurlijk een demonstratie van opstandige jongeren tegen de regenteske bestuurders bij het Mercuriusfontein was ondanks het bevestigende ingrijpen van de klabakken iets bevrijdends. Het was een daad van verzet.

Alleen er zat een schaduwkantje aan dit verzet. Dat ontdekten we toen boeren en vrachtwagenchauffeurs uit protest tegen regeringsbeleid wegen blokkeerden. Dát was de bedoeling niet, rechts moest niet aan de haal gaan met onze vrijheden!  Dat behoudende krachten dezelfde methoden ging gebruiken om hun doel te bereiken, hadden de idealistische oproerkraaiers natuurlijk niet verwacht.

De pas verworven seksuele vrijheden waren natuurlijk wel alleen voor een groep bevoorrechten bedoeld. Toen sommige jongens uit mindere buurten en van buiten de stad in onze disco’s zich dezelfde vrijheden meenden te kunnen permitteren ging het mis. Die begrepen niet dat meisjes het wel leuk moesten vinden om bepoteld te worden.

We dompelden ons onder in nieuwe muziekvormen. Daar werd naar lieve lust geëxperimenteerd. Commercie was uit den boze. Dat juist die commercie al snel grip kreeg op de nieuwe muziek en via ogenschijnlijk pirateske schepen de gevestigde orde leek uit te dagen, was niet de bedoeling. We snapten het pas, toen het te laat was.

De joints draaiden de liefhebbers uit hash die avontuurlijk gesmokkeld werd door hippies in hun busjes op avontuur in Noord-Afrika. En al snel kwam de eigen gekweekte wiet in beeld. Het was een mooie tijd, zullen de toenmalige rokers nog denken. Dat het al snel verkeerde in criminaliteit lag natuurlijk een beetje voor de hand, maar toen konden de jongeren dat niet bevroeden.

Het waren dan in het begin ook experimenterende vaak hoger opgeleiden die zich verlustigden aan de hash. Ze konden er redelijk mee omgaan, al was er natuurlijk wel eens een enkeling die te ver ging. Dat gebeurde evenwel op grote schaal toen minder stabiele geesten zich op de drugs storten. Nu zijn het vooral groepen kansloze jongeren en allochtonen die in de problemen komen. Terwijl de georganiseerde criminaliteit de teelt en handel van die zo aangename middelen geheel in handen kreeg.

Waarom zijn we dan nu zo verbaasd dat jongeren uit landen waaraan deze ontwikkelingen voorbij zijn gegaan uit de bocht vliegen? Ze zijn feitelijk niet anders dan de lager opgeleide jongens en jongens van de buiten de stad, die niet begrepen dat de seksuele vrijheid iets van twee kanten was en bevochten op een bekrompen oudere generatie. Je moest het verdienen om er goed mee om te gaan. Het ging mis toen het voor iedereen beschikbaar leek.

De daaruit voorkomende frustratie mondde uit in agressie. Dat werd al snel zichtbaar in het uitgaansleven waar in nieuwe alternatieve kroegjes de hand werd gelicht met de sluitingstijden. In alle rust kon je daar wat langer doorgaan. Maar wel voor een uitgekozen publiek. Het ging mis toen ook anderen zich opdrongen. Anderen die niet met de vrijheid konden omgaan en al snel verschenen er portiers aan de deuren om hen buiten te houden.

Het vrije uitgaansleven verdween even ras als het was opgekomen. Nieuwe regels en strenge toelating moesten de uitwassen voorkomen, hetgeen pas na jaren goed lukte. Een nieuwe dimensie kreeg dit toen Nederland te maken kreeg met de nieuwe generatie jongeren, de kinderen van de gastarbeiders  uit Marokko en Turkije en Surinaamse nieuwkomers.  Zoveel anders dan de minder opgeleiden en buitenlui gedroegen ze zich niet, maar ze waren wel duidelijker zichtbaar. Noem het discriminatie, maar ze werden al snel geweigerd aan de deur.


En nu komen er ineens duizenden nieuwe inwoners, die deze geschiedenis niet hebben meegemaakt. En weer denken mensen dat dit vanzelf goed gaat. Met wat we uit het verleden weten, zou er onmiddellijk moeten worden gewerkt aan integratie. Integratie in de zin van kennis van en begrip van de omgangsvormen in het nieuwe land, kennis van de taal. Niet onmiddellijk grote woorden als normen en waarden. Eerst maar eens omgangsvormen.  Politici die nu het hardst kraaien, zijn veelal dezelfde die deze aanpak vertragen om de nieuwkomers niet het idee te geven dat ze hier kunnen blijven. Het is en blijft herhaling en dat maakt het allemaal nog treuriger.

woensdag 6 januari 2016

Schadenfreude om Keulen





Met verwondering kijken wij naar Duitsland. Hoe kan het dat pas dagen na een massale aanranding voor het Keulse hoofdstation de gebeurtenissen de media beheersen? Hier zou het amper enkele uren erna, zonder enige terughoudendheid breeduit zijn gemeten. De vraag is natuurlijk, of we daar zo trots op moeten zijn.

Er valt veel voor te zeggen om even gas terug te nemen bij explosieve gebeurtenissen als aanranding door een grote groep mannen van, zoals dat zo mooi heet ‘Noord-Afrikaanse en Arabische afkomst’. Je weet dan meteen dat je op het terrein van extreem-rechtse stemmingmakerij komt.

Helaas blijft Duitsland ondanks die terughoudendheid niet verschoond van de volkswoede op de sociale media. En extreem-rechts trekt er fors van leer, dit keer gesteund door de feministische gemeenschap. Duitsland-correspondent Wierd Duk constateert het bijna verlekkerd met de opmerking dat Duitsland nog in het pre-Fortuyntijdperk leeft.

Nu publiceert Duk ook op het rechtse forum The Post Online en kun je enige vooringenomenheid verwachten. Maar de Schadenfreude van de Nederlandse media is opvallend. Zo van, die Duitsers dachten dat ze moreel beter waren, nu krijgen ze een koekje van eigen deeg. De Marokkanen en Turken van Duitsland zijn geen haar beter dan die in Nederland en dat politiek-correcte zwijgen leidt nergens toe.

Nee, er met gestrekt been in, that’s the spirit. Niet eerst even de feiten afwachten, maar meteen alle registers open. Zeker in de Duitse situatie is dit niet zo verstandig. Zelfs met de in eerste instantie trage berichtgeving of misschien wel daardoor, ontspoort het debat door de koppeling aan het vluchtelingenvraagstuk dat er wel iets anders is dan in Nederland. Ondanks de verzekering van de politie dat er geen aanwijzing is voor deelname van vluchtelingen.

Het is zonder meer ernstig wat er is gebeurd daar in Keulen. Zeker tientallen vrouwen zijn er aangerand, lastig gevallen, beroofd en bedreigd door een grote groep allochtone mannen. Over aantallen zijn de officiële bronnen minder uitgesproken dan de sociale media. Maar afgezien hiervan, het mag niet, het is een misdrijf waar je niet geringschattend over mag doen. Het laat diepe sporen na bij de betroffen vrouwen.

Dat de mannen in het algemeen dronken waren, is geen excuus. In ieder geval is hiermee wel aangetoond dat het geen religieus tintje heeft, want de orthodoxe islam verbiedt alcoholgebruik. Wel is hierbij de kanttekening te maken, dat in veel gevallen van seksuele intimidatie of erger - ook bij niet-allochtonen - drank in het spel is. Dat heeft dus niets te maken met cultuur.

De gedachte dat vluchtelingen zich onder het gepeupel zouden hebben gemengd, lijkt niet erg logisch. Als je je leven hebt gewaagd om een oorlog te ontvluchten en gastvrij Duitsland te bereiken, stel je dat niet in de waagschaal door aan de drank te gaan en vrouwen lastig te vallen. Er zijn geen aanhoudingen verricht, dus kan niemand zeggen dat het vluchtelingen waren.

Dat weerhoudt Nederlandse extreem-rechtse politici niet te spreken van testosteronbommen en hiermee stiekem de koppeling met vluchtelingen te maken. Dreigend spreken zij over de grote kans dat ook Nederland hiermee te maken zal krijgen, als we grote stromen islamieten toelaten. Het verschijnsel van sissende Marokkaanse ettertjes tegen passerende vrouwen is allang bekend en zal ook in Duitsland geen onbekend verschijnsel zijn. Streng aanpakken zou je zeggen. Nee, geen islamieten meer toelaten, zegt Neerlands blonde haatzaaier.

Terug naar de media. De Duitse zijn nog altijd terughoudend met het vermelden van de etnische achtergrond van plegers van misdrijven. Daar valt best wat voor te zeggen. Niet dat we moeten zwijgen over problemen onder bepaalde groepen, maar dat hoeft niet elke keer benadrukt te worden. Het benoemen van een probleem is iets anders dan het aan de schandpaal nagelen van een hele bevolkingsgroep.

In Nederland is sinds jaar en dag gewoonte om de etnische achtergrond wel te noemen. En zonder terughoudendheid bepaalde bevolkingsgroepen als probleem aan te wijzen. Zijn we hier iets mee opgeschoten? Er wordt  argwanender gekeken naar mannen met een Noord-Afrikaans uiterlijk. Tja, als dat de vooruitgang is. Als er een probleem is onder een bepaalde groep mannen in hun houding ten opzichte van vrouwen moet je dat benoemen en aanpakken. Maar bestraf het dan ook en kijk er niet een hele bevolkingsgroep op aan. Het zou wel eens een misdrijf kunnen zijn, waar allochtonen niet de lijsten aanvoeren.

Misschien is het nog belangrijker om niet onmiddellijk het achterste van je tong te laten zien, maar even te zwijgen alvorens een oordeel te vellen. Het is goed zo snel mogelijk te melden dat veel vrouwen aangerand of anderszins lastig gevallen zijn op een stationsplein en als het van belang is, evenmin op het benoemen van de achtergrond van de daders. Maar onthoud je van een oordeel en zeker zelfs maar van een suggestie dat het vluchtelingen zouden zijn. Naar alle waarschijnlijkheid zijn het in Duitsland geboren etters.

Laat het wel een waarschuwing zijn, ook aan de Nederlandse regering om nieuwkomers zo snel mogelijk te laten integreren in de maatschappij. De huidige politieke onwil daartoe is gevaarlijk, ‘huiveringwekkend’ om met Asscher te spreken. We willen toch niet over een jaar of twintig aanrandingen of erger door slecht geïntegreerde kinderen van de huidige vluchtelingen?