vrijdag 29 augustus 2014

Het falend onderwijs



Het Nederlandse onderwijs zit scheef in elkaar en draagt bij aan de kloof tussen hoog en laag opgeleiden. Ooit gloorde er hoop op een betere voorbereiding op een goed leven.

Het was zo mooi bedacht in de jaren tachtig. Alle leerlingen langer bij elkaar. Liefst tot hun zestiende in een middenschool en pas hierna kiezen voor een opleidingstraject. Het waren de jaren van hoop en geloof in zelfontplooiing. In die beginjaren zouden leerlingen, mits goed begeleid, elkaar optrekken.

De weerstand was hevig. Enerzijds van de hoger begaafden die liever niet zagen dat hun kroost afgeremd werd door de geestelijk minder bedeelden. Anderzijds was er een hechte samenwerking van leraren en bedrijfsleven tegen algemeen opleiden: Snel klaarstomen voor de arbeidsmarkt met passende vaardigheden.

De tegenstand had een vernietigende invloed op de ontwikkeling van het onderwijs. In plaats van het afschieten van de middenschool en het goede overeind te houden – zo slecht was dat ouderwetse onderwijs nu ook weer niet – kwam er een slap aftreksel waarin leerlingen ogenschijnlijk langer bij elkaar bleven, maar in de praktijk nog sneller gescheiden werden. In plaats van een gezamenlijk optrekken kwamen er onderwijskolossen waarin een kwalijke scheiding van begaafde en minder begaafde leerlingen hun plaats kreeg.

Afkortingen als VMBO moesten dit een beetje verhullen, maar in de praktijk lag je toekomst vast als je veroordeeld werd tot deze beginvorm van voortgezet onderwijs. Wie een beetje kon leren en uit een goed milieu kwam was verzekerd van een snelle doorstroming naar de oude opleidingen als havo en vwo, wie echt niet mee kon kwam in de grote vergaarbak van het VMBO.

En in plaats van leerlingen die elkaar in die belangrijke eerste onderwijsjaren vasthielden, kwam er een scheiding op vroege leeftijd. Voor de ene groep een glanzende toekomst met een mooie algemene opleiding, voor de andere een met de moede der wanhoop steeds weer veranderend minimaal onderwijs en treurige vooruitzichten.

De leraren waren van goede wil. Hier lag het niet aan. Maar helaas is het verkeren in scholen waar louter moeizaam lerende kinderen verkeren niet bevorderlijk voor het geloof in de mogelijkheden van die leerlingen. En zo kwam er een vicieuze cirkel waarin leerlingen niet konden en leraren niet geloofden.

Vooral allochtone kinderen en kinderen uit gedepriveerde milieus werden hier de dupe van. Niet kijken wat leerlingen echt kunnen, maar genoegen nemen met wat ze oppervlakkig gezien niet kunnen. Dat is een giftige cocktail. Een steeds diepere afgrond.

Tel daarbij op de matige lerarenopleidingen – steeds lagere eisen aan de studenten - en het plaatje is compleet. Wie het ongeluk had beoordeeld te worden op zijn afkomst en daardoor in het VMBO bleef steken was meteen veroordeeld tot een leven in de marge. Wie nog even mocht doorleren naar het MBO, en dat is de meerderheid, zal hier net bovenuit komen. En het vooruitzicht is een middelmatig leven met een hooguit modaal inkomen zonder werkelijk iets te betekenen voor de maatschappij, noch voor zichzelf.


Maar ook de hoger begaafden kregen niet wat ze verdienden. De aanhoudende druk richting nuttige studies stuurde hen ook in een benepen richting, waarin de uitdaging ontbrak alles uit je zelf te halen. En nu zitten we met de gebakken peren met een falende democratie, gebrek aan innovatieve werknemers en een grote onderklasse, gevoelig voor radicalisering. Er zijn mensen die zich diep moeten schamen. Helaas zit dat er niet echt in. Daarvoor hebben ze het te goed.

donderdag 28 augustus 2014

Een nieuw statussymbool

De auto heeft afgedaan als statussymbool, zo mochten we onlangs lezen. De hoop dat er geen statussymbool voor in de plaats zou komen, werd te niet gedaan. Voeding is het nu.

Niets tegen op voeding hoor, maar als statussymbool? Getver. Het zat er natuurlijk aan te komen. Jarenlang worden we op televisie al bestookt met kookprogramma’s. Op de een of andere manier heb ik dat altijd iets van schokkende geestelijke armoede gevonden. Gastronomen zullen dit vanzelfsprekend te vuur en te zwaard bestrijden.

Zij zien er een cultuurgoed in. Het zal wel, denk ik dan. Zeker, ik hou van lekker eten, hoewel er ook tijden geweest zijn dat ik verlangend uitzag naar een tijd waarin al wat het lichaam nodig heeft verpakt zit in een pil. Maar goed, eten heeft ook een sociale functie, dus die pil is vooralsnog niet zo’n goed idee.

Terug naar de voeding als statussymbool. Die auto kon ik begrijpen. Sommige modellen zijn van een ongekende schoonheid. Alles waar de auto voor staat komt daarin tot uiting. Dat de voorkeur van de meeste mensen uitgaat naar betaalbare nogal saaie vervoermiddelen is begrijpelijk, maar doet toch wat twijfelen aan de kwalificatie symbool van status.

Maar goed, aan de auto kan je mensen toch een beetje herkennen. Dat jongeren door de lasten van zo’n vehikel, zeker in de stad, een beetje afzien van het gemotoriseerd verkeer vind ik heel terecht. Zelf had ik erin voorgaande jaren ook meer mee dan nu. Sowieso heb ik niet veel op met uiterlijk vertoon ter verhoging van de status.

Bij voeding lijkt dit me ook een beetje moeilijk. Tenslotte kijkt de hele goegemeente niet dagelijks naar je tafel. In zuidelijke landen plegen mensen zich in grote gezelschappen ter tafel te begeven om onder andere uren aaneen de kwaliteit van het gebodene te bediscussiëren. Afgezien van het taalprobleem voel ik me hier toch altijd een beetje ontheemd bij.

Het zal de calvinistische achtergrond wel zijn. Maar dat mensen dagelijks naar kookprogramma’s kijken kan ik me moeilijk voorstellen. Ja, dat zelfs een heel tv-kanaal in het overstelpende tv-aanbod is gewijd aan koken, ik weet het niet.

Je kan je zo een avond voorstellen waar mensen eerst gezellig naar een kookwedstrijd – ja, competitie hoort erbij – kijken en daarna hopelijk nog wat opsteken van het nieuws. Het lijkt me wel een beetje pijnlijk. Al die ellende die voorbij komt en die veelal te maken heeft met een tekort aan voedsel past zo slecht bij een kookwedstrijd.

Wat mij beangstigt is misschien wel de idee dat mensen niet langer tevreden zijn met een gewone gezonde maaltijd. Een maaltijd die tevens dient om een beetje eenheid in de huishouding te brengen waar door het niet te stuiten ploeteren om maar meer te kunnen kopen steeds meer de klad in komt. En waar pa of ma ook nog eens gedwongen zijn om veel nuttiger te besteden tijd in de keuken door te brengen.

Met een auto is dat veel gemakkelijker. Je kunt je een dure auto veroorloven of niet. Anders koop je een tweedehandsje als je toch in een luxe bolide wilt rijden. Maar het blijft een alledaags gebruiksvoorwerp dat met een beetje geluk in de garage verborgen staat. De verschillen in prijs voor mooi, mooier, mooist zijn ook dusdanig dat je er verder niet te veel woorden aan hoeft vuil te maken. Maar voeding?



woensdag 27 augustus 2014

De ontluistering zonder verbittering



‘Als het leven bedreigd wordt, toont het zich ontdaan van alles en treft het ons door de buitengewone eenvoud van zijn werking.’ Een krachtiger zin vind je niet vaak in romans.

De zin is te vinden op de eerste pagina van  de Russische in Frankrijk wonende Andreï Makine’s ‘Menselijke liefde’. Een boek zoals er slechts zelden een verschijnt. Het is niet die ene zin. Bijna elke zin treft je als een donderslag en laat je soms even ademloos achter. Soms poëtisch, soms al te prozaïsch maar altijd raak.

Voor mij was een Makine een onbekende schrijver. Tja, je kunt niet alle boekbesprekingen volgen. Dit boek verscheen in 2007 en werd toen sporadisch de hemel in geprezen. En dan komt onherroepelijk het moment dat je zo’n roman aantreft in de ramsj voor twee euro. Treurig, voor dit boek zeker.

Makine beschrijft indringend het relatief korte leven van de Angolees Elias Almeida. Het is de tijd waarin Angola zich bevrijdde van het koloniale juk van de Portugezen. Waarin Unita en MPLA prompt een burgeroorlog om de macht begonnen, een wrede oorlog waarvan we er nu zoveel kennen. Maar ook de  periode hierna van de bloedige oorlogen in Liberia en Sierra Leone en het einde van de Koude Oorlog.

Daar kun je verontwaardigde pamfletten over schrijven. Makine is in de huid van een beroepsrevolutionair gekropen en slaagt er op magistrale wijze in een beeld te schetsen van de drijfveren van de revolutionair en tevens van een eindeloze stoet van profiteurs van alle oorlogen. Urgent ook nu.

Het vangt aan op het moment dat de jonge Elias getuige is van hoe zijn moeder in een treurige hut wordt verkracht door Unita-milities en kapot wordt geschopt. Keer op keer komt het beeld terug in de roman van de vrouw wier sleutelbeen is kapot geschopt en als waardeloos lijk door insecten belaagd achter blijft.

Elias begint een lange strijd tegen die wreedheid. Ontroerend is zijn ervaring in het kamp van de revolutionairen waar vrouwen niet anders zijn dan neukmateriaal en geregeld komt het beeld van het gebroken sleutelbeen terug. Hij ondergaat een degelijke marxistische training door Russische infiltranten en raakt verzeild in trainingskampen op Cuba, wordt uitgezonden naar Moskou.

Daar maakt hij kennis met het onversneden racisme, wordt herhaaldelijk in elkaar geslagen. Maar hij ontmoet er ook Anna met haar geheim. Waar hij meereist naar het verre Siberië en daar mensen treft die kleurenblind zijn, die hem accepteren zoals zijzelf zijn: Door de maatschappij uitgekotste mensen, die niets te verliezen hebben dan hun liefde voor elkaar.

Makine verliest zijn idealen niet ondanks de ellende, de olie- en diamanthandelaren die de strijd in Afrika aanjagen, de wreedheid van stammenoorlogen, de ondergang van de Sovjet-Unie. Slechts het beeld van zijn moeders gebroken sleutelbeen en de ogen van Anna houden hem overeind. Hij blijft de beroepsrevolutionair, die uiteindelijk als oud vuil strandt in Mogadishu.

Dit alles beschreven door een Rus die een bijeenkomst bezoekt over een ‘duurzaam Afrika’, waar de ‘vetgenekte negers’ oeverloos zwammen en die daar in stilte herinneringen ophaalt aan zijn ontmoetingen met Elias. Tussen hulpverleners en blanke vrouwen met hun trofeeën in de vorm van jonge zwarte minnaars.


Het is een inktzwarte en voor alle beschrevenen ontluisterende roman en toch juist door de persoon van Elias hoopgevend is. Literatuur is juist door dit soort romans zoveel meer dan de non-fictie, die poogt de werkelijkheid te beschrijven. Hoe treurig dat dit boek in de ramsj ligt. Het verdient zoveel meer.

maandag 25 augustus 2014

De vermoeidheid van de journalist


Boeren vroegen zich tijdens mijn tien jaar in de landbouwjournalistiek vaak af waarom ik ze de vernieling van het landschap zo kwalijk nam. Zij zagen dat zo anders, als keurig onderhoud en natuurlijk als hun productieland.

Waarom was ik soms zo kwaad? Nu zo’n vier jaar verder wandel ik nog steeds veel door het boerenlandschap. Boos word ik er niet zo veel meer. Ik kijk omhoog naar de wolken, naar het water in het kanaal waarlangs ik loop. De wind en passerende schepen maken er een boeiend schouwspel van.

Soms als het licht op een bepaalde manier op de eentonige weilanden valt, zie ik iets van schoonheid. Hoe als het donker wordt en de dunne mist omhoog komt de koeien hun ruggen boven de heiige vlakte uitsteken. Ik schreef er niet over.

Jaren geleden had ik een interview met de Spaanse schrijver Arturo Perez Reverte. Hij sprak geen Engels, alleen Frans en Spaans. Toen was mijn kennis van beide talen mager en toch hadden we een uitermate boeiend gesprek. ‘’Somos hombres de literatura’’, verklaarde hij. Wat me heel erg is bij gebleven was zijn opmerking dat een journalist op een gegeven moe wordt. Sneller dan anderen in hun werk.

We zien in ons werk veelal de negatieve kanten van het leven. De fouten, de ijdelheid, de lelijkheid, de valsheid van de mensen, van de wereld. Dat hoort bij het werk. Maar het vreet aan je. Het verklaart mijn voortdurende afkeer van de moderne landbouw toch niet helemaal.

Een bevriende boer verweet mij eens dat het vooral  babyboomers zijn, die zo klagen over het vernielen van het landschap. Ze zouden terug willen naar vroeger. Nu ben ik nauwelijks een babyboomer maar vooruit. Het is wel een beetje strijdig met al die ouderen die genieten van het platteland, maar ik begrijp het wel een beetje.

Ik ben in de stad opgegroeid maar in de vakanties was ik bij mijn grootouders op hun boerderij. Naar hedendaagse kijk en zelfs toen was het een nogal ouderwetse bedoening. Geen tractor toen iedereen er al een had bijvoorbeeld. Maar wat was dat land mooi. De diepe greppels, de kronkelende sloten, het afwisselende gras, de geur.

Dat is ons afgenomen door de moderne landbouw. Daar heb ik me tien jaar lang terecht boos over gemaakt. Nu is die heftige boosheid grotendeels verdwenen. Niet omdat het beter is geworden. Veeleer omdat ik het voor mijn werk niet meer hoef op te merken. Zoals ik zei, ik kijk naar het licht, de wolken de patronen van de golven in het kanaal.

Perez Reverte had ook gelijk. Journalisten worden moe van de slechte kant van het leven. Ze horen er over te schrijven – wee de collega’s die tevreden zijn met alleen maar leuke stukjes over lifestyle of zo - maar de prijs is hoog. Hij schreef over de oorlog in Bosnië, ik over de boeren in Nederland en om ook het mooie niet helemaal uit het oog te verliezen over literatuur. En beiden werden we moe.


Hij ging boeken schrijven. Ik vooralsnog alleen dit blog, maar de vermoeidheid is weg. En de boosheid gaat nu over andere zaken, zaken die het waard zijn. Blij hoef ik nu ook weer niet te worden.

zondag 24 augustus 2014

De wondere wereld van Kate Bush



Het is alsof de populaire muziek op een soort dood punt is gekomen. Tenminste als we de terugkomst vaan oude soms bijna vergeten artiesten in aanmerking nemen. Kate Bush is daar het voorbeeld van. De BBC maakte hier onlangs een schitterende reportage van, zoals alleen deze zender dit kan.

Anders dan de meeste muzikanten is zij nooit weggezakt in herhaling van zichzelf. Haar eerste album The Kick Inside was zo’n overdonderend debuut dat het bijkans onmogelijk leek dit te verbeteren. Hier was een zangeres die het aandurfde haar inspiratie uit een boek te halen.

Wuthering Heigths was in 1978 een openbaring. Die stem, de merkwaardige dans op de video het sprookjesachtige. Het was voor velen te veel. De hoge, meisjesachtige, lenige stem, je hield ervan of je nam afscheid. Ze was onderwerp van spot en diepe bewondering. In de rockscene leek ze misplaatst.

Ze haalde haar inspiratie uit literatuur – wie durft het aan stukken uit Ullyses voor te lezen – uit wetenschap, het schitterende Pi. Maar op het album The Sensual World toch ook weer uit haar eigen leven. Maar dan op een manier die het uittilde boven het banale.

De muziek is door haar stem en begeleiding ten diepste romantisch, maar ook wat je misschien high brow zou kunnen noemen. In mijn omgeving waren er weinigen die haar konden waarderen. Kate Bush paste niet in een rationele wereld en evenmin in die van de rauwe emotie. Hoewel haar teksten vaak wel degelijk donker en vreemd zijn.

Het is misschien dat intellectuele, soms gekunstelde dat velen deed afhaken. Maar waar dit bij anderen irritaties opriep, leek het bij haar, hoe zweverig ook, echt te zijn. En welke ster uit de popwereld durft het aan twaalf jaar uit beeld te verdwijnen? 

Terwijl ze zich bezig hield met de opvoeding van haar zoon bleven veel van haar songs ijzersterk overeind. Maar ze leek na een aantal alle heel eigen albums definitief verdwenen. Het bespaarde haar misschien de herhaling van een Tori Amos, die teleurstelling op teleurstelling stapelde na het veelbelovende begin. 


Maar ze kwam na twaalf jaar terug met Aerial en hoe. Ze beschaamde alle critici die haar hadden afgeschreven. Een wonderlijke maar indringende dubbel cd. Het duurde niet weer twaalf jaar voor er een opvolger kwam met Fifty Words for Snow. Weer zo’n album met een heel nieuwe Kate Bush. En toch na enkele noten van welk nummer ook, onmiddellijk is daar het stempel van haar onnavolgbare stijl.


Pogingen tot navolging waren er wel. Zelfs rappers haalden inspiratie uit haar songs. Ze heeft bewonderaars onder de groten in de wereld van de muziek. Nog altijd is daar de invloed van David Gilmour van Pink Floyd, haar ontdekker en inspiratie. Maar die stem en nog altijd het prachtige Wuthering Heigts blijven overeind. Voor veel nieuw talent is zij nog altijd een voorbeeld en vergeleken worden met Kate is eigenlijk nooit vervelend. Ze verdient een ode.

zaterdag 23 augustus 2014

Niet willen weten



Het is weer zo’n berichtje in de krant: Pappa vergrijpt zich aan dochter en bezwangert haar. Zeven jaar cel voor deze euveldaad. En dan een lawine van verontwaardiging in de reactiemogelijkheid over de lage straf plus de mededeling dat de krant er de volgende dag op terug komt.

Ik wil het niet weten. Dat wil zeggen, natuurlijk is het erg. Natuurlijk moet zo’n man worden gestraft, maar ik wil helemaal niet weten wat al die mensen daar van vinden. We weten dat dit soort dingen gebeuren. Het is een wrede wereld, maar moeten we dan ook alle details weten?

In een tijd waarin de onheilstijdingen al niet van de lucht zijn, zou het misschien verstandig zijn een beetje terughoudendheid te betrachten in de berichtgeving. Ja nogmaals het is erg, zeker voor de dochter die er haar leven lang mee moet zien te leven. Maar moeten wij het allemaal weten?

Zou het anders zijn als het mijn familie was? Ik denk het eerlijk gezegd niet. Blij dat het uitkomt en dat de man wordt gestraft. Maar dat is privé. De rest van de wereld heeft daar niets mee te maken. Hooguit ter geruststelling dat de rechtstaat afrekent met daders van dit soort verschrikkelijkheden.

Dat is evenwel geen nieuws. Ook niet dat het waarschijnlijk vaker voorkomt en soms ook nog ongestraft. Eerlijk gezegd lijkt het me beter de berichtgeving te beperken tot de droge feiten en het hierbij te laten. En zelfs dat is misschien niet eens nodig. Misschien zo nu en dan eens een achtergrondartikel over seksueel misbruik.

We zouden dan verschoond blijven van al die onderbuikgevoelens van de pedojagers. Geen goed woord voor wie zich schuldig maakt aan misbruik van kinderen. Maar zo langzamerhand vind ik die lieden die zo heftig reageren net zo beangstigend en misschien nog wel erger.

Als mensen in de patatzaak waar je vroeger kennis kon nemen hoe sommige lieden denken over dit soort misdrijven hun hart luchten, kun je je omdraaien. Zuchtend, maar ach. Net zoals wanneer het gesprek op buitenlanders komt. Ernstig maar ongevaarlijk zolang niemand het serieus neemt.

Helaas komt het nu allemaal te veel op straat en menen publieke functionarissen, zoals politici en anderen dat ze zich over dit soort dingen moeten uitlaten. Ik wantrouw dit. Het is veelal uit eigen belang. Electoraal gewin, populariteit, whatever. Maar ik ben er bang voor.

Wie een misdrijf begaat moet hiervoor worden gestraft. Als dat misdrijf voorkomt uit een psychische afwijking moet er een behandeling komen, zodat herhaling wordt voorkomen. Helemaal zeker ben je hier natuurlijk nooit van, maar alleen cel is niet voldoende. Dit is wel zeker. Hoe lang die celstraf ook is, ooit komt zo iemand weer vrij. Het doet er niet toe of dit na zeven jaar is of twintig jaar. We moeten hierbij voorkomen dat we mensen beschadigingen met dezelfde afwijking die zich niet overgeven aan daadwerkelijke misdrijven.

Ik wil niet weten wat bedenkelijke lieden hiervan vinden. Evenmin wat ze vinden dat er moet gebeuren met de – potentiële - daders van misdrijven. Daar hebben we rechters voor. En om te zorgen dat die niet in de fout gaan hebben we advocaten. Dit is een mooi systeem, misschien niet onfeilbaar maar oneindig veel beter dan de ongepolijste wil van het volk aangestuurd door foute lieden.


Gelukkig was er vandaag geen vervolg in de krant, maar dit kan nog komen. Ik ben er niet gerust op. Want ook media houden soms er merkwaardige opvattingen over hun taak op na. Om de nieuwe directrice van de NDC Mediagroep te corrigeren, de krant is niet van maar voor de lezers. En de redactie moet deskundig genoeg zijn om dit in goede banen te leiden.

donderdag 21 augustus 2014

Meeuwen en ander gespuis


Nederland is in wezen nog ten diepste een agrarisch land. En een kenmerk van zo’n land is de bestrijding van natuurverschijnselen. Onkruid, wilde dieren, grondgedierte het zijn allemaal de vijanden van de landbouwer.

Decennia kon agrarisch Nederland in de politiek steunen op de meest boervriendelijke partij het CDA. In de strijd tegen de natuur was deze partij een trouwe bondgenoot. Sinds Nederland – hoe tegenstrijdig ook – een apart landbouwministerie afschafte kunnen agrariërs evenwel niet meer blindelings op hun partij vertrouwen.

Want die partij leverde per definitie de landbouwminister en sinds het niet meer vanzelfsprekend is dat het CDA deelneemt aan de regering, moet de natuurbestrijding van andere partijen komen. Dat nu is heel vervelend voor de natuur want binnen het CDA was ook nog een relatief sterke stroming, die wel wat met rentenierschap had en dus ook wel een beetje oog had voor de waarde van de natuur.

Vroeger, heel vroeger hadden liberalen dit ook. Nu telt daar alleen maar het electoraal gewin en aangezien natuur niet zo heel erg hoog aangeschreven staat in een agrarisch land verdween de natuurbescherming uit het gedachtegoed van de VVD. Stadspartijen als PvdA, D66, SP, PVV en GroenLinks snappen weinig van natuur in een cultuurlandschap en zijn daarom niet zulke betrouwbare natuurbeschermers.

Zo kan het dat langzaam meer beschermde dieren die lastig zijn voor landbouw of per definitie lastig hun wettelijke bescherming moeten ontberen. Boeren zijn ondernemers en die mag je als liberaal geen strobreed in de weg leggen. Burgers moet je te vriend houden en die hebben ook nogal snel last van natuurlijke verschijnselen.

Zo bekeken moet je niet verbaasd zijn over het VVD-voornemen de meeuw zijn beschermde status te ontnemen. Dat het een van de mooiste vogels van Nederland is, mooier dan de veelgeprezen weidevogels en bovendien symbolisch verbonden aan een kustland doet er weinig toe.

Een beetje cultuur minnende partij zou hierom alleen al niet de status van de meeuw durven te komen. Helaas is ook cultuur iets wat amper meer in de beginselen der liberalen voorkomt. Er is amper electoraal gewin mee te behalen en ach, die kunstenaars zijn meestal nogal links georiënteerde uitkeringstrekkers. Daar heeft de gemiddelde kleinburger weinig mee op.

Die laatste ziet in de meeuw slechts een krijsend, op blinkende auto’s schijtend en helaas vliegend ongedierte dat hem de patatjes uit het bakje jat. Dat heeft de VVD uitstekend begrepen. Aan het gas met die vogels. Alleen weidevogels waarvan niemand last heeft en waarvan er toch al weinig meer zijn behoeven bescherming. De rest is letterlijk vogelvrij.

Het helpt natuurlijk ook niet mee dat de grootste electorale concurrent van de VVD, de PVV, de meeuw als symbool in het logo heeft. Dat maakt het nog gemakkelijker de oorlog aan het beest te verklaren. Helaas reageren andere partijen slechts wat lacherig op het VVD-voornemen en dat maakt het maar al te goed mogelijk dat ze de meeuw als wisselgeld gebruiken voor hun wensen.


Nee, voor echte vrienden kan de meeuw alleen nog terecht bij de PvdD.  Toch al een van de laatste principiële partijen in het politieke speelveld. En denk erom het gaat niet alleen om de meeuw. Elk dier dat economisch schade toebrengt aan de BV Agrarisch Nederland staat op het verlanglijstje van de vergassers.

woensdag 20 augustus 2014

Dure hekjes



Het kinderlijk genoegen dat veel mensen beleven in de aanbidding van een koningshuis begint steeds pijnlijker te worden met deze koning.
Als klein ventje toonde onze kroonprins al een overduidelijke afkeer van nieuwsgierige lieden, die overigens kritiekloos zijn handel en wandel volgden. Koddig schold hij op journalisten. Helemaal afgeleerd heeft hij die afkeer nooit.

Dat eeuwige gezeur over zijn spending problem hangt hem allang de keel uit. Dat hij in zijn adolescentenjaren de bijnaam Prins Pils verwierf deerde hem niet. Al feestend trok hij de wereld over en trof daar de gelijkgestemde wereldburger Maxima. Ook al een van het type feestbeest met weinig gevoel voor maat houden.

Maar net iets slimmer dan haar aanstaande echtgenoot. Zij wist haar wereldreizen in te kleden als promotie voor microkredieten voor de allerarmsten. Zijn moeder wist hem lange tijd in toom te houden en behoudens enkele uitglijders – een kostbaar optrekje in Mozambique – viel het allemaal nog mee.

Goede pr-lieden en een slaafse premier wisten zijn misstappen met de mantel der liefde te bedekken. Zo nu en dan een bewogen toespraakje en we waren weer overtuigd van de betrokkenheid van onze toekomstige koning.

Helaas, nu hij zelf de baas is zijn de remmen los. Waar het kan laat hij de staat opdraaien voor zijn kostbare ideetjes, zoals aanlegsteigertjes bij zijn naast die van bevriend staatshoofd Poetin gelegen Griekse villaatje, een stuk grond met hekje van een half miljoen erbij. Ach, het moet allemaal kunnen.

En als het dan helemaal niet anders kan weet hij wel eens zelf een leuk speeltje te bekostigen, zoals een speelbootje van acht ton. Ach, hij doet toch ook iets nuttigs met water. Leuke toespraken op watercongressen maken weer veel goed. De omgang met bedenkelijke sportbobo’s is een beetje een smetje op het koninklijk blazoen, maar goed bij sport, ach…

In een bananenmonarchie als Nederland kan veel. Waar iedereen dankzij het beleid uit de oude doos van de opeenvolgende kabinetten Rutte moet inleveren, deert dit de vorst niet. Het gaat hem niet aan, behalve dan bij het verplichte nummer op Prinsjesdag. Vervelend maar ja, je moet toch wat om de schijn op te houden.

Dankzij Maxima scoort de hooggeplaatste nog lekker in de populariteitspolls. Maar het begint een beetje te rommelen. De grote feestpartij in de wereld van de jetset begint een groeiend aantal mensen de keel uit te hangen. Ook mensen die het niet eens zo zeer om het geld gaat. Het is en kwestie van principes geworden.
Helaas wordt hij meer en meer een voorbeeld van Piketty’s ongelijkheidsamenleving. Voor een rijke particulier mag dat en zal het de mensen een hooguit ergerlijke worst zijn. Maar niet voor een op de loonlijst van de Staat der Nederlanden staande werknemer. Geen boodschap hebben aan je werkgever resulteert uiteindelijk in ontslag.


Dat het nog niet zover is, getuigt hooguit van de kinderlijke verheerlijking van het koningshuis door een groot deel van de bevolking. Maar het wordt zo langzamerhand een beetje te pijnlijk. Heel misschien kan Nederland toch nog een beetje volwassen land worden als ook de meest sullige onderdanen het zat zijn. Dan worden we een bananenrepubliek. Dat weer wel.

dinsdag 19 augustus 2014

Het geile Oosten



Het land van duizend en een nacht, dat was het Midden-Oosten in mijn vroege jeugd. Nee, niet Israël of Palestina natuurlijk maar Perzië en een stad als Bagdad deden de fantasie op hol slaan.

Harems, ja, daar droomde ik van als jongetje. Natuurlijk het was geen pretje daar als blanke slavin terecht te komen, maar het was vast niet alleen maar ellende, zo dacht ik. Heerlijk druiven eten omringd door roomblanke Rubensdames, die zich alles welgevallen lieten. In het fatsoenlijke min of meer. Een sluier was om iets prijs te geven en af te werpen. Het kan verkeren.

Je las wel eens een boek, waarin dit beeld weliswaar werd bijgesteld, maar het mysterieuze en aangename beeld verdween er niet door. Het Midden- en Verre Oosten moest toch een soort van paradijs zijn. Niet voor niets situeerden de schrijvers van bijbel hun beginparadijs toch zo’n beetje in die contreien.

Aan die gedachten werd ik herinnerd door de voorpagina van de Groene Amsterdammer van vorige week. Hierop was zo’n tafereel te zien dat ik in mijn jeugd min of meer als iets bestaands dacht. Ik droomde er even bij weg.

Later bij het volwassen worden - ach wat een naar proces - kreeg ik ook een boek over het oriëntalisme in het Westen in handen. Een wrede ervaring was het. Niets van de heerlijkheden waarvan ik droomde bleek bestand tegen de werkelijkheid. En dan ook nog dat verontwaardigde toontje over ons westerlingen. Ik voelde me warempel schuldig.

Kan ik het helpen als ik bij een kalifaat in eerste instantie aan geile harems denk? Tja, wij werden natuurlijk bedrogen in onze jonge jaren door die hitsige schrijvers en filmen met weelderige blanke slavinnen in stoombaden, heerlijk beschermd door mannen zonder ballen ofwel eunuchs. Oh, Angelique een, twee en weet ik hoeveel meer.

Als je er nu aan terugdenkt schaam je je bijkans. We weten nu wel beter, toch? Ja en nee, we weten dat er geen harems  - meer? – bestaan. Dat de Oosterse landen nu behoren tot de meest preutse die er op de wereld zijn. Dat is het beeld althans. Al liet Femke Halsema toch ook een ander Oosten zien, veel sensueler als alleen dat van landen met steniging van overspelige dames, waar vrouwen niet auto mogen rijden.

En dat preutse hebben om eerlijk te zijn Westerlingen daar gebracht. De wilden in Afrika en Amerika werden tenslotte ook als eerste voorzien van een bh. Maar goed, alle ellende ten spijt wil ik toch vast houden aan een wellustiger Oosten waar de islam een vruchtbaarder bodem vormde voor een beetje plezier dan het naargeestige christendom.


Geef mij maar heerlijke wulpse billen in plaats van boze bommen. Het maakt de wereld in ieder geval aangenamer en zeker leefbaarder dan die gruwelijke realiteit.



maandag 18 augustus 2014

De kloof tussen alfa's en beta's





Ionica Smeets zei het treffend tijdens Zomergasten zondagavond: Er is een kloof tussen alfa’s en beta’s. Deze lijkt bijna onoverbrugbaar.

In de jaren zeventig waren intellectuelen zij die een studie deden die liefst zo ver mogelijk van het abstractere denkwerk af stond. Immers diegenen die gestudeerd hadden in de natuurwetenschappen, wat wisten die nu van de mensen. Die hadden hier nooit over nagedacht.

Waren zij niet degenen die atoombonnen in elkaar hadden geknutseld? Die in hun ivoren toren de verschrikkelijkste zaken bedachten waar gewone mensen geen weet van hebben en dit alles zonder maatschappelijk besef. Diep was de minachting voor zulke lieden.

Andersom maakten de natuurwetenschappers en wiskundigen zich in het geheel niet sappel om dergelijke aantijgingen als ze al tot hen kwamen. Het waren volstrekt gescheiden werelden. In de ene hoefde je absoluut geen schaamte te hebben als de simpelste rekensom te ingewikkeld bleek en beta-wetenschap je geen biet interesseerde, in de andere evenmin voor de ongeïnteresseerdheid in maatschappij en cultuur.

Het was een simpele wereld. Vooral op hbo-niveau werd deze scheiding der geesten lang in ere gehouden. Op de hts hoefde je naast de vakliteratuur geen boek te lezen en op de sociale of pedagogische academie hoefde je niet te kunnen rekenen. Op de universiteit was de scheiding iets minder heftig. Al stonden de geesteswetenschappen maatschappelijk, althans voor wat zich het denkend deel der natie dacht, hoger in aanzien. Alleen onwaarschijnlijke liefdesrelaties wilden hier nog wel eens doorheen te breken.

Als alfa opgeleide kwam ik al snel in conflict met mijn vakgenoten, toen ik een ongezonde belangstelling voor abstracte zaken begon te vertonen. Met medebelangstellenden vroegen we om zoiets verwerpelijks als lessen in logica in een sociale wetenschap. De verontwaardiging was groot.

Is het nu beter? Niet echt. De alfa’s zitten nu in beleidsbanen. De beta’s bleven op de universiteit en kwamen ze hierbuiten dan ging het al snel mis. Een beetje ingenieur was na een jaar of vijf manager en nam de gewoonten van de alfa’s over. Erger nog de gemiddelde politicus is een alfa-type. Sorry Samson en natuurlijk Plasterk, maar kijk naar jullie collega’s en wie met pek omgaat…

Zulks is rampzalig als er gerekend moet worden en oordelen worden gevraagd die gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek. Dan rommelen de alfa’s maar wat aan en zijn verbaasd als de werkelijkheid anders is dan ze in hun vermeend intellectuele hoofden hadden bedacht. Dan verbaast het niet eens meer als er energiewoordvoerders zijn die niet geloven in klimaatopwarming.

Nogmaals is het erg? Ja, het is erg, heel erg zelfs. Het wordt echt tijd dat academische studies hier net als in bijvoorbeeld de VS beginnen met een oriëntatie in andere disciplines. Dus geesteswetenschappen voor technici en wiskunde voor de politicologen. Maar goed ook daar gaat het in de politiek mis. Voor veel optimisme is daarom geen plaats, maar goed dat was al het geloof der blinden, sprak beta-schrijver W.F. Hermans ooit.



vrijdag 15 augustus 2014

Misplaatst boerengemekker



Stel je nu eens voor dat Rusland uit wraak voor de opgelegde sancties plots zou besluiten geen Nederlandse schroefjes en boutjes meer te importeren. Sneu, maar ondernemersrisico zouden we zeggen. Maar owee kom niet aan de land- en tuinbouw.

Nog voor er sprake was van een boycot van voeding stond boerenlobbyclub LTO al bij het kabinet op de stoep om compensatie. Hé, was die club ook niet voor de sancties? Dan moet je de gevolgen toch ook dragen?

Bij land- en tuinbouw is dit anders in Nederland. Vraag niet wat het specifiek is, maar het is merkwaardig. Een weinig interessante sector voor de totale economie van Nederland, iets van 1,5 procent van het totaal inclusief doorvoer en lucratieve bollenhandel.

De glastuinbouw zit al jaren in de rode cijfers, de vleessector kampt met teruglopende omzet door een veranderend leefpatroon in Europa. De melkveehouderij is een gesubsidieerde bedrijfstak met boeren die zich ondernemer achten, maar met een minimaal rendement, slechts overeind gehouden door hun coöperatie. 

Kortom weinig om nu een voorkeurspositie te geven. Maar prompt komt staatssecretaris Sharon Dijksma met pogingen compensatie te zoeken. Tja, de LTO heeft zijn werk weer goed gedaan. Daar kon Wakker Dier niet tegen op.

Deze actiegroep deed nog even zijn best om de veeboeren uit te sluiten van eventuele compensatie wat meteen op krokodillentranen van de lobbyclub stuitte: Dat iemand misbruik zou maken van hun droevig lot om de eigen belangen naar voren te brengen. Schande!!

En dan is er nog niet eens een compensatie. Dat verhindert boeren en tuinders niet van de hoogste daken te schreeuwen dat ze zo zwaar getroffen worden. Tuinders voorop, maar ook de melkveehouders. De akkerbouwers zijn stil, ach die zijn doorgaans wat intelligenter en in dit geval minder zwaar getroffen met hun producten die niet zo zwaar op Rusland leunen.

Tuinders moeten het grotendeels op de vrije markt zoeken, al krijgen ze natuurlijk wel relatief goedkoop aardgas als verkapte subsidie. Melkveehouders krijgen gemiddeld zo’n 25.000 euro subsidie per jaar en dat betekent voor sommigen meer dan een ton. Moeten die nu gecompenseerd worden voor een tegenvaller?


De vleessector is gezien het aantal schandalen van de laatste jaren zo langzamerhand een club van maffiosi waar een financiële straf meer dan op zijn plaats is. Niets  rechtvaardigt derhalve een compensatie voor de LTO-leden, een compensatie die bij de schroefjes en boutjes meer op zijn plaats zou zijn, maar die hebben geen huilende fabrikanten op televisie en geen goed geoliede lobbyclub met prima toegang tot politici. 

donderdag 14 augustus 2014

Voorwaarts Christenbroeders!



Eigenlijk miste ik het een beetje de afgelopen tijd. Er was toch genoeg ellende in de wereld om het christelijk geluid te laten horen. Plots is het er weer.

Het is ook wat als je een gelovig mens bent. De opdracht is toch duidelijk de noden van de medemens te verlichten. Een paar duizend dode Palestijnen kregen amper aandacht, want ja, een beetje christen staat pal achter Israël. Moeilijk zo iets.

Vroeger was dit gemakkelijker. Dan had je het IJzeren Gordijn met de goddeloze Russen en daar werden christenen vervolgd. Dat was duidelijk dus scheepten ze er stiekem vrachten bijbels heen. Toen het gordijn viel wisten de schriftvolgers niet hoe snel ze hulptochten moesten organiseren naar die geknechte volken in het Oosten. Bijbels ook, maar nu verpakt in onze afgedragen spulletjes.

Maar al snel bleek de behoefte er niet zo groot, dus werd het een beetje stil. Je kunt niet iedereen te hulp schieten tenslotte. Ja, er waren natuurlijk witte raven die hulp organiseerden naar hulpbehoevende armen in Afrika maar tja sinds het een beetje gevoelig ligt dat met de winning van nieuwe zieltjes te combineren was daar voor de meerderheid de lol al snel af.

En potdikkeme laten de Russen en Chinezen de christenen ook nog met rust. Dus dan keer je je een beetje in je zelf. En hier viel ook nog wel wat te evangeliseren. Ik kan me zo voorstellen, dat het allemaal niet zo levensvullend was. Hoezo noden lenigen?

En dan komt er als een Godsgeschenk ISIS die de meest gruwelijke misdaden tegen christenen begaat. Nu waren die jihadisten al wat langer aan het moorden, maar ach, je kunt niet overal bij zijn. Maar vanaf het moment dat bekend werd dat christenen het doelwit werden, was de goegemeente in een klap wakker.

Vergeten was de inval in Gaza. Dit was het echte werk. Vervolgde christenen te hulp schieten. Dus zien we nu uit alle christelijke hoeken initiatieven die duivelse ISIS aan te pakken. Christelijke politici worden plots wakker uit het zomerreces, inzamelingsacties komen op gang en de regering wordt aangespoord toch echt iets te doen daar in dat verre land.

Nee, geen verkeerd woord over onze christelijke medemens. Ik vind dit mooi en ben bijna het zwijgen vergeten over de overdadige wraakoefening van Israël in Gaza. Voorwaarts Christenbroeders!!!




woensdag 13 augustus 2014

Kassameisjes



Kassameisjes, hij kan er niet genoeg van krijgen. Waar andere mannen met geen mogelijkheid tot boodschappen doen te bewegen zijn, doet hij niets liever.

Wanneer het begon weet hij allang niet meer, maar hij heeft altijd al graag boodschappen gedaan. Nog voor hij trouwde was het zijn favoriete bezigheid. Van vrienden hoorde hij wel eens dat ze meisjes oppikten in het museum. Hij fantaseerde liever over de supermarkt.

Al winkelend wierp hij stiekem een blik op de winkelwagentjes van aantrekkelijke dames. Aan de inhoud kon je prima zien of ze alleen woonde dan wel voor een gezin winkelde. Een luierpak was dodelijk voor zijn libido.

Later veranderde dit. De aandacht verschoof naar de achterkant. Een paar mooie billen zetten hem aan het fantaseren. Vooral wanneer het buiten warmer werd genoot hij volop van schoonheden die bukten om iets van de onderste stelling te pakken.

Het was een ongevaarlijke hobby. Hij kon zo ongemerkt borsten in weinig verhullende shirts zien hangen. Jaren liep hij zo door supermarkten. Nooit deed hij het voor een hele week, nee liefst voor elke dag apart. 

Nooit was hij betrapt op zijn geile blikken. Naar mate de jaren vorderden begon hij zich toch een beetje te schamen voor zijn gegluur. En schrok als zijn blik gericht op een rue d’amour die van de bezitter kruiste. Hoe onschuldig het ook was.

De laatste jaren verlegde hij zijn aandacht op de meisjes achter de kassa. Vooral supermarkten waar de bedrijfsleider een bijzondere voorkeur voor vrouwelijk schoon aan de dag legde bij de personeelskeuze hadden zijn voorkeur, ongeacht het prijsniveau van de winkel. Ja, het viel hem aanvankelijk bij de opkomst van de prijsvechters op dat daar louter lelijke meisjes achter de kassa zaten.

Dat is nu veranderd. Hij is gelukkig want ook de Lidls en Aldis weten inmiddels het schoner vrouwvolk aan te trekken. En het toppunt van geluk moest nog volgen. Dat kwam toen hij zijn saaie werk kwijt raakte. Hij liet zich omscholen en is nu bedrijfsleider van een luxe Lidl.


Nu mag hij zelf de meisjes uitzoeken en dat doet hij met verve. Wel is hij een strenge chef en houdt de klanten scherp in de gaten, of er geen geile blikken op zijn keuzes vallen. Nu maar hopen dat het niemand opvalt, dat hij de antidiefstalspiegels boven de kassa zo heeft afgesteld dat ze steeds een blik in de bloesjes van de caissières mogelijk maken vanuit zijn geblindeerde toezichthok. De deur is altijd op slot.

dinsdag 12 augustus 2014

IS-gruwelen en KH18
























Het is nog niet te laat om de Culturele Hoofdstad 2018 nog eens helemaal om te gooien met in het achterhoofd de gebeurtenissen in Parijs en al die andere plaatsen van gruwel. Het thema 'mienskip' minder loos te maken en ook degenen die er buiten staan binnen te halen.


Beiroet, Bagdad, Egypte, Parijs, iedere keer staan we weer versteld en vullen we praatprogramma's, krantenkolommen met een zoektocht naar de oorzaak. Hoe wreed kan een mens worden? We wijzen naar de islam, het onderwijs, de kansloosheid van werkloze jongeren in ellendige ghetto's, beter onderwijs.


Want beschaafde mensen doen het niet? De beelden van Parijs en eerdere van kinderen met afgesneden hoofden, duizenden mensen op de vlucht en vermoord vanwege een afwijkend geloof. Verkrachtingen, onthoofding, levend begraven, alle wreedheden passeren de revue. Hoe kan het zover komen? Psychologen kunnen er ongetwijfeld boeken over schrijven. Experimenten genoeg.


Natuurlijk Amerikaanse soldaten zijn ook geen lieverdjes, zo bleek uit de Abu Graibh-beelden. En de Nederlandse soldaten in Indië hebben evenmin vlekkeloos gehandeld. En toch zo erg als IS het nu maakt lijkt ongekend. Hoe kan het zo ver komen?


Voorbeelden uit de geschiedenis leren dat het zelden alleen met godsdienst te maken heeft. Religie is wel een ideaal vehikel voor het kweken van haat en haat lijkt de drijfveer achter gruwelijkheden. Maar ook zonder godsdienst kan het, zo toonden Hitler en Stalin wel aan.


Waarmee maar gezegd is dat je een vehikel nodig hebt om haat te kweken, om een mens als niet-mens te zien. Uit Rwanda weten we dat radiozenders een giftige cocktail uitzonden waarin leden van de te vernietigen stam uitgemaakt werden voor kakkerlakken. En kakkerlakken mag je dood trappen.


En als je een religie of ideologie zo uitlegt dat on- of anders gelovigen onmensen zijn mag je daar ook dingen mee doen die je normaal gezien met mensen nooit zou doen. En naarmate dit leidt tot de eerste wreedheden zal dit zonder morele rem uit de hand kunnen lopen, zoals nu het geval is.


Dat erin de islam niet zo’n rem zou zitten wil er bij mij niet in. Misschien dat een morele rem veel te maken heeft met geletterdheid van een bevolking. Onwetendheid zeker in combinatie met religie is een gemakkelijke prooi voor haatzaaien. Maar het verklaart niet alles. De Duitsers van 1939 waren geen ongeletterden, God was met hen en ze waren wel erg goed gedisciplineerd.


Zulke bespiegelingen laten je toch achter met het nare gevoel dat de IS-gruwelen niet een verklaarbaar cultuurverschijnsel zijn. Evenmin zijn ze per definitie aan een religie verbonden. Als de haat maar groot genoeg is iedereen in staat tot akelige dingen. Maar om zo groot te worden heb je een vehikel nodig. Misschien moeten we dat eerder als zodanig herkennen. En dat vehikel onklaar maken en vervangen door een beschaafder vehikel.


Het zou misschien wel een goed idee zijn in Friesland de Culturele Hoofdstad 2018 in het teken van het bestrijden van terreur te plaatsen. Er hoeft niet eens zoveel te veranderen. Het begrip 'mienskip' alleen al, maar dan niet om trots op Us Fryslân te wijzen. Maar een internationaal programma dat in het teken staat van het betrekken van iedereen bij de gemeenschap.


Nodig ook degenen uit die nu buiten de gemeenschap staan. Want daarzonder zullen ze ons blijven haten wanneer we ons feestje vieren. Dat straks roomblanke feestje heeft dan wel een kans gemist.  En het zou nog eens veel groter kunnen worden, dan nu het geval lijkt.

Een oplossing tegen haat en terreur is het niet, maar  het idee dat er één oplossing zou zijn, dat station zijn we al gepasseerd.