maandag 21 september 2015

Brussel, bemoei je niet met Catalonië



Nationale overheden kunnen zich beter niet bemoeien met taalgrenzen, zo leert de geschiedenis. Maar waar de taalgrens niet samenvalt met de natiegrens ligt het conflict altijd op de loer wanneer een regionale meerderheid zich benadeeld voelt door de nationale overheid. Dat zien we nu in Spanje.

Grenzen zijn ineens weer een begrip. Waar we de afgelopen jaren amper meer iets merkten van grenzen binnen de Schengen-zone zijn ze nu weer terug. Dat is natuurlijk niet zo erg in het deel van Europa waar de grenzen na eeuwen van oorlogen veelal samenvallen met natuurlijke en meestal ook taalgrenzen. Daar is een grens meer een administratief gegeven waaraan niemand twijfelt.

Zo valt de taalgrens van Friesland redelijk samen met provinciegrens om maar eens voorbeeld dichtbij huis te noemen. Dat voorkomt gedoe. Iets verder weg zie je dat bij de zuiderburen, waar de taalgrens dwars door het land loopt en niet zo zeer samenvalt met natuurlijke en culturele grenzen. Vooral daar waar die grens aan verandering onderhevig is, zoals rond Brussel, begint het gedonder.

Dat heeft natuurlijk alles te maken hoe overheden omgaan met de culturele eigenheden van een regio. De Nederlandse overheid heeft de Friese eigenheid ingekapseld door het Fries als tweede rijkstaal te erkennen. De nationale overheid legt de provincie op dit gebied geen strobreed in de weg. Waarmee eventueel opvlammend nationalisme kansloos is.

Behoudens enkelen die de provincie het liefst geheel zelfstandig zouden zien, vindt een afscheidingsbeweging hier amper weerklank. Daar zouden andere Europese landen een voorbeeld aan kunnen nemen. België is een geval apart, eigenlijk een beetje kunstmatig land tussen Nederland en Frankrijk. Was het in vorige eeuwen bij die landen ingedeeld, was een hoop gedoe voorkomen.

De grote Europese landen als Duitsland en Frankrijk hebben niet zoveel last van taalgrenzen binnen de landsgrenzen. Er zijn natuurlijk wel regio’s met een eigen taalgebruik, maar omdat die met rust worden gelaten is dat zelfs in een centralistisch geleid land als Frankrijk redelijk probleemloos.

Spanje daarentegen is taaltechnisch gezien zeker niet de eenheid, die de nationale met de natuurlijke grens van de Pyreneeën samenvallende eenheid suggereert. Conservatieve krachten willen dat wel graag geloven, het liefst in beton gegoten. Wanneer die aan de macht zijn, zoals nu, kun je er donder op zeggen dat er stemmen opgaan de staat op te breken.

Zoals de Barcelonese econoom Oriol Amat het enige jaren terug uitdrukte: In Catalonië zijn twee dingen heilig: De taal en het geld. Kom je niet aan die twee dingen, dan is een meerderheid wel te vinden voor een veilig bestaan binnen de Spaanse grenzen. Zodra je aan de taalvrijheid gaat morrelen wordt die meerderheid een minderheid. Dat is exact wat de huidige regering de afgelopen jaren heeft gedaan. En dan wordt de regio ook financieel nog eens kort gehouden.

Dan hoef je niet verbaasd te zijn als in zo’n regio stemmen opgaan maar afscheid te nemen van Spanje. Ongetwijfeld weet de centrale overheid dit wel, maar de conservatieve regering van de Volkspartij (PP) kent ook de verhoudingen in het land. In de rest van Spanje zijn de Catalanen niet zo populair, dus valt er iets voor te zeggen om uit electoraal oogpunt Catalonië een beetje af te knijpen.

Het is evenwel spelen met vuur in een relatief jonge democratie waar een groot deel van de bevolking de dictatuur van Franco nog aan den lijve heeft gevoeld.  Zeker de Catalanen werden hard aangepakt door het Franco-regiem en dat zijn ze er niet vergeten. Vooral onder latere linkse regeringen kregen ze meer zeggenschap en kon het Catalaans weer terugkomen als voertaal tot op de universiteiten toe. En dat laten ze zich nu niet meer afpakken.

Dus is de meerderheid nu voor afscheiding van Spanje. En dit keer lijkt het erop, dat ze het serieus menen. Daar schrikt de regering dan weer van en begint van de weeromstuit met een angstzaai campagne. Zolang er geen wapengekletter aan te pas komt, zou Europa zich hier niet mee moeten bemoeien. Helaas doet het dat wel.

Een zelfstandig Catalonië komt niet in aanmerking voor lidmaatschap van de EU, zo laat Brussel weten, en evenmin zal de nieuwe staat de euro mogen gebruiken. Een leuk steuntje in de rug van de Spaanse regering van Mariano Rajoy. Dat kan die regering wel gebruiken met een oprukkende nieuwe partij als Podemos, die de door Brussel opgedragen  bezuinigingspolitiek ter discussie stelt.


Tot nu toe laten de Catalanen zich niet intimideren en hebben nationalistische partijen er de aanstaande verkiezingen aangegrepen om de bevolking zich over afscheiding uit te laten spreken. Zelfs een dreigend afscheid van voetbalclub Barcelona van de Spaanse en de Europese competitie maakt de Catalanen niet bang. Vooralsnog lijken de nationalistische partijen een meerderheid te behalen in Catalonië. Met dank aan Rajoy en de EU.

dinsdag 15 september 2015

Een deprimerende dag



Zo’n derde dinsdag in september heeft veelal iets tragisch en tegelijk hilarisch. Enerzijds een poppenkast voor het infantiele deel van de bevolking, anderzijds een soort grabbelton voor media om eens flink uit te pakken met oud nieuws. En niet te vergeten een mooie gelegenheid voor politici om te laten zien dat ze er toch echt wel toe doen.

Het jaarlijks treurig stemmend tafereel van een gouden koets die een rondritje maakt door de hofstad met daarin een zwaaiend echtpaar, gevolgd door koetsen van iets minder allooi met familieleden van het echtpaar. Ja, verschil moet er zijn. De koetsen worden omringd door volwassen mannen in oude kostuums, alles ter lering ende vermaeck van de haag lieden die het geheel met kinderlijke blijdschap aanschouwen.

Alsof dat nog niet voldoende is om tot een diepe treurnis te vervallen, krijgen we ook nog eens een parade van dames politici die met potsierlijke hoedjes en andere uitdossingen een statement willen maken. Om dan enige tijd roerloos gemaakt aandachtig te luisteren naar de boodschap van de vorst, alsof ze niet weten, dat die boodschap louter public relations is voor het kabinetsbeleid, geschreven in opdracht van dat kabinet.

In het afgelopen bijna decennium was het natuurlijk een droevige boodschap van recessie en zo. De boodschap was vooral om de stemming er toch maar in te houden en de bevolking rijp te maken voor draconische maatregelen ten einde een weinig effectief beleid uit te voeren.

Dit jaar was het anders, want voor het eerst was er weer iets vrolijks te melden. Het gaat weer beter. Er is weer economische groei. Althans dat zegt het Centraal Planbureau en iedereen – nou ja bijna iedereen – gaat er een procentje of wat op vooruit. Natuurlijk zegt de vorst dat die economische groei toch vooral te danken is aan het doortasten beleid van dit kabinet.

Dat is natuurlijk het echt naargeestige van de poppenkast. Terwijl iedereen die een beetje economisch onderlegd is, weet dat politiek beleid niet zoveel invloed heeft op die groei in een vooral exporterend land. Erger nog, we hebben jaren langer in een dieper dan nodige crisis gezeten door dat beleid. Gewoon niets doen was beter geweest.

De veroorzakers van de crisis zijn vrijuit gegaan, de sociale zekerheid is fors aangetast, de verzorgingsstaat heeft een forse knauw gekregen, het was allemaal niet zo drastisch geweest met een iets minder vooringenomen liberaal beleid. Het zal jaren duren eer we hier weer enigszins van zullen zijn hersteld. Veel is evenwel onherstelbaar slechter geworden door het onnodige strenge bezuinigingsbeleid.

Nu het iets beter gaat, zo leert de economie, is het verstandig om overschotten te gebruiken om de klappen van de crisis een beetje te herstellen. Maar ja, over een anderhalf jaar zijn er weer verkiezingen en dan wil je het geschonden blazoen wel wat oppoetsen en smijt je even met miljarden, die beter voor iets anders gebruikt kunnen worden. Miljarden waar velen weinig tot niets van zullen merken.

Ja, we hebben wat meer geld te besteden. Maar dat komt vooral doordat we veel minder geld kwijt zijn aan de benzinepomp en dat ligt het hem zeker niet aan het kabinetsbeleid. Dat zal straks doorwerken in de kosten van energie aan huis, dus nog meer geld over. De economie zou moeten exploderen met zoveel extra te besteden. Maar nee, een groei van exact 2,4 procent. Het klinkt heel precies. Heel anders dan ongeveer 2 procent. Hoewel dat laatste waarschijnlijk correcter is.


Onderwijl klappen de onderdanen vrolijk als het vorstelijk echtpaar weer in de koets stijgt. Tot volgend jaar maar weer. Ach nee, dan is de koets in reparatie. Dan wordt het een glazen koets zo hebben de media ons uitgebreid voorgelicht, zodat we niet voor nare verrassingen komen. Het is een rijk land. En we kunnen weer een jaar proberen uit een peilloze depressie pogen te komen. Arme vluchtelingen, die denken dat dit het beloofde land is. Vredig dat wel, maar verder uitzichtloos. Maar daar komen ze nog wel achter.

donderdag 3 september 2015

Europa, gebruik die foto!



Die foto dus. Een jochie met het gezicht in het water, onmiskenbaar dood en niet meer naamloos. Gesneefd op weg naar Canada, dat zo gastvrije land voor immigranten. Dat er mensen zijn die menen dat de foto politiek misbruikt wordt is een gotspe. Dat het een ‘gamechanger’ is moet nog blijken. Eerder hebben schokkende beelden van honderden verdronken vluchtelingen even een momentum gecreëerd waarin er werkelijk iets kon gebeuren. Het ging voorbij.

Angela Merkel heeft het begrepen. Zo’n foto kan alleen iets veranderen, als je het momentum aangrijpt. Nu dus. Voor het eerst kun je het hartgrondig eens zijn met de Duitse premier. Europa krijgt nog een kans om  te voorkomen dat het als het laffe continent in de geschiedenisboekjes terecht zal komen. Maar dan moet het wel nu gebeuren.

Politici krijgen eveneens nog een kans te tonen, dat ze een ruggengraat hebben. Wie het afgelopen decennium blind is geweest voor de werkelijkheid en liever luisterde naar de stem der bange onwetenden en angstzaaiers, kan nu laten zien dat hij of zij ergens voor staat. Leg de angstige burgers even het zwijgen op. Zoals Merkel bijvoorbeeld. Laat eerst het hart spreken en gebruik hierna het verstand.

Gemakkelijke oplossingen zijn er niet. Europa loopt uiteindelijk ook tegen grenzen aan. Maar vooralsnog zijn die grenzen nog lang niet bereikt. Sommige landen bewijzen dat grenzen behoorlijk opgerekt kunnen worden. IJsland, Zweden, Duitsland en Noorwegen bewijzen dat je gastvrij kunt zijn zonder dat je verzorgingsstaat ineen stort.

Politici die roepen dat je bij de bron moet beginnen, kiezen de gemakkelijkste weg. In de eerste plaats omdat ze dan de indruk wekken daadkrachtig te zijn. Het klinkt zo fier, stuur er soldaten heen om veilige gebieden te creëren. Zou zo’n Buma niet stiekem weten dat zijn voorstel kansloos is, maar dat hij zo wegkomt met niets doen?

Doe je menselijke plicht en biedt oorlogsvluchtelingen onderdak. Geef ze onderwijs om snel de taal te leren en biedt ze onmiddellijk de kans te werken. Het zijn veelal jonge ondernemende mensen die liever vluchten voor het oorlogsgeweld dan er deel van uit te maken. Dat willen we nog wel eens vergeten. Er zijn ook veel jonge mensen die juist onderdeel zijn van het probleem. Die als kanslozen aanzien halen uit moorden en verkrachten.

Laat als Europa maar zien, dat je de goedwillende de hand reikt. Nu kan het. De mensen zijn geraakt door een foto. Ze willen nu hun hart laten spreken. Laat dat momentum niet voorbij gaan. Wie denkt dat er straks niet een hele generatie ontstaat in landen als Syrië, die op zijn minst minachting zal hebben voor Europa, zo niet haat, vergist zich deerlijk.

Ook de koopman zal moeten inzien dat het voor de toekomst wel eens goed kan uitpakken, als je nu aan de goede kant staat. Niet alleen is er een goed begrepen eigen belang bij aanwas van jonge mensen in een vergrijzend continent, maar ooit zal de oorlog in het Midden-Oosten voorbij zijn en zullen velen terugkeren. Het is maar de vraag hoe ze over ons zullen denken. Dat bepalen we nu ook.

Het is ook een laatste kans voor Europa dat het zo vreselijk heeft laten afweten in de economische crisis en zijn eigen burgers heeft geknecht met vernietigende bezuinigingspolitiek. Als Brussel voor eens een sociale politiek wil bedrijven in plaats van muren bouwen, biedt dat hoop op andere terreinen. Laat de nieuwe lidstaten uit het voormalig Oostblok zwijgen en dwing ze vluchtelingen op te nemen, net zo goed als laffe landen in het westen.

Misschien zijn het tijdelijk meer dan wij perspectief kunnen bieden. Die zullen bij wat opener grenzen verder trekken. Maar maak de mensensmokkelaars brodeloos en open desnoods een luchtbrug voor vluchtelingen uit de oorlogsgebieden. Praatjes van opvangen in eigen regio zijn onzin gebleken, want juist die regio biedt voor de miljoenen die kozen voor die opvang te weinig kansen.

Gebruik die foto, neem het momentum te baat. Er zijn al te veel mensen verdronken, gestikt of anders verongelukt om Europa binnen te komen. Nu kan het. Straks hebben de angstzaaiers, bangebroeken en xenofoben weer het hoogste woord.