vrijdag 29 mei 2015

Stop het geleuter over de FIFA


Dag na dag worden we overstelpt met nieuws over de arrestatie van leden van de FIFA. Als voorheen Kremlin-watchers mogen voetbalenthousiaste journalsitebn hun licht laten schijnen over wat we allang wisten: de voetballerij is nogal gevoelig voor corruptie. Er gaat stomweg te veel geld om. Maar is het interessant genoeg om uren zendtijd te vullen en pagina’s vol te schrijven in de pers?

Als er iets is wat het probleem van de afnemende belangstelling voor betaalde media duidelijk maakt is het wel de verslaggeving van de FIFA-affaire. Goed, de FBI arresteert leden van de FIFA in Zürich. Kennelijk hebben de Amerikanen goed werk gedaan en waar Europa sportliefhebbers alleen maar klaagden, heeft de FBI bewijzen verzameld.

Goed voor een berichtje in de krant en een item in het journaal. Het is nieuws tenslotte. Waar mensen gemakkelijk toegang hebben tot heel veel geld is de verleiding vaak te groot om daar voor eigen gebruik iets van af te romen. Dat weten we van de banken en pensioenfondsen en zelfs van penningmeesters van dorpsverenigingen.

Dat van die banken had ernstige gevolgen voor de hele economie en trof burgers in hun portemonnee. Terecht dat media hier veel aandacht aan besteedden. Al heeft het even geduurd aleer die media wat kritischer werden en niet alleen meegingen in de gemakkelijke framing van bankiers als graaiers en zuidelijke landen als uitvreters.

Maar de corruptie en graaierij in de voetbalwereld is geen gevaar voor de economie. Het zal je toch worst zijn, dat sponsors miljarden in die sport steken en nu zien dat al dit geld wel eens in de verkeerde zakken verdwijnt. Dom, kun je hooguit denken. En dat er weinig lijkt te veranderen door de arrestaties, ach, daar moeten de sponsors zich maar druk over maken. Wij hoeven er in ieder geval geen boterham minder om te eten.

Waarom moeten we dan dag na dag overladen worden met nieuws over de FIFA. En dan ook nog eens weinig origineel. Eerlijk gezegd heb ik na de eerste berichten niets nieuws meer gehoord. Herhaling van oud nieuws, elkaar napraten, het gaat maar door. Als vrijdag Sep Blatter gewoon blijft zitten, kunnen we nog een paar dagen de verontwaardiging over waarnemen.

Onderwijl is er weer heel veel gebeurd in de wereld, ja zelfs in Nederland dat door het gedoe rond de FIFA een beetje ondersneeuwde. Laten we daar zo snel mogelijk weer echt onderzoek naar doen. Er is tenslotte voldoende dat iedere burger wel zou moeten interesseren. Wat er nu gebeurt is verkeerd begrepen interesse bij de kijkers en lezers.

Echt, dames en heren van de media, het interesseert me geen klap wat er in de corrupte club van voetbalbonzen gebeurt. Het sop is de kool niet waard. En bovendien wist ik het al, ook over Europees voetbal waar we maar weinig over horen. En dat zegt ook weer wat over de vooringenomenheid van de sportjournalisten.



dinsdag 26 mei 2015

Een gewaagd tv-programma



Jarenlang werd iedereen met kritiek op de invoering van de euro en vooral de wijze waarop weggezet als populist. Een econoom als Arjo Klamer werd amper meer serieus genomen na zijn kritiek op die invoering. Ook nu zijn gelijk is gebleken is zijn positie nog steeds die van de nar.

Tot nu toe was het vooral de PVV die vanuit de politiek de euro in een kwaad daglicht stelde. Weliswaar op veelal volstrekt verwerpelijke gronden – geen geld naar de Grieken en we willen de gulden terug - waarmee kritiek op het muntunieproject in een fout kamp werd getrokken. Maar tijden veranderen, want maandag was daar ineens het televisieprogramma Radar met een soort europolitiek voor dummies.

Niet eerder heeft de publieke omroep een dergelijk kritisch programma durven vertonen. Maar helder is het wel. De rare veronderstellingen waarmee de euro is ingevoerd, inclusief deelnemende landen waarvan het zo klaar als een klontje was, dat ze niet aan de voorwaarden konden voldoen. Dit op aandringen van Frankrijk, dat hiermee niet de kans liep tot slechtste leerling van de klas te vervallen.

Ook helder werd wat de gevolgen zijn geweest, die uiteindelijk leidden tot de eurocrisis na de bancaire crisis van 2008. Banken uit de noordelijke landen leenden naar lieve lust aan de zuidelijke landen, met de stiekeme gedachte dat de Europese Commissie hen wel zou helpen, als het misging. Toen het misging bleek hun gelijk, want hun private schuld werd om erger te voorkomen handig omgezet in een publieke schuld waarvoor de belastingbetaler moest opdraaien.

Dat Griekenland de kluit met hulp van bank Goldman Sachs heeft belazerd om in de euro te komen was bekend bij de invoering van de euro. Maar de gedachte was dat al die zuidelijke brekebenen vanzelf net zo zouden gaan bankieren en produceren als de noordelijke landen. Bovendien als die landen goedkoop konden lenen, zouden ze al die bulkproducten uit de noordelijke landen kunnen kopen. Een exportland als Nederland profiteerde hier op grote schaal van.

En tegen zo’n exportland konden die zuidelijke landen niet op. Hier werden de lonen al sinds de val van de Muur laag gehouden. Daarmee was het voor een hoog ontwikkeld land als Nederland mogelijk in plaats van high tech-producten te maken en de werknemers goed te betalen, zich toe te leggen op bulkproducten tegen lage prijzen dankzij de loonmatiging.

Haarfijn leggen economen in Radar uit, dat het verstandiger zou zijn om de lonen hier waar het kan – vooral bij grote ondernemingen - te verhogen. Dan zou het bestedingsvermogen van de Nederlanders toenemen en de nationale consumptie waar vooral het MKB van profiteert – de grote banenmotor van Nederland – zou groeien. Die nationale consumptie is nog altijd goed voor 70 procent van de economie. Maar ja, krijg zo iets maar eens door de politiek waar de exportgerichte ondernemingen met het VNO een stevige vinger in de pap hebben.

Bovendien als onze producten door hogere lonen ietsje duurder worden, krijgen de zuidelijke landen de kans om naar het noorden te exporteren in plaats van alleen maar andersom. Want werken willen ze daar wel. Hun problemen zijn veroorzaakt door noordelijke banken, corrupte ondernemers en even corrupte politici. Niks luie Grieken, of luie Spanjaarden, zoals onze politici zo graag mogen roepen. Over framing gesproken. Tot nu toe hebben we met de miljarden voor Griekenland vooral onze eigen banken gered ten koste van massieve ellende voor de Griekse bevolking.

De conclusie van Radar is nog niet erg positief voor de euro. We zitten op het niveau van voor de invoering van de munt. Slechts even groeide de economie hier, waarbij de vraag gerechtvaardigd is of dat aan de euro te danken was. Om met Ewald Engelen in de Leeuwarder Courant ruim anderhalf jaar terug te spreken: ,,We zijn door de aanpak van de eurocrisis alleen maar armer geworden. Het is een grote klerezooi.’’ Zouden er nog politici naar Radar kijken? In het verleden had het programma soms behoorlijk invloed, waarvan de leegstaande slachterij Brada in Leeuwarden nog immer getuigt. Maar tot zover verdient het programma voor dit project een welgemeend applaus.



zaterdag 23 mei 2015

Over vriendschap



Het is me wat met de vriendschap onder mannen in deze tijd. In de Groene Amsterdam wordt nog eens uit de doeken gedaan wat de mannenvriendschap is, die zo populair is na het verschijnen van Bert Wagendorps Ventoux. Alleen is Wagendorp wat slimmer dan wat nu in de reclame wordt uitgebuit. Ook met meer relativering hoe zwak die vriendschap is.

Zo vertelde hij in een praatshow, dat hij in zijn jonge dagen met vriendjes een wigwam had waar ze gezellig als jongens onder elkaar zaten, tot het meisje verscheen dat zich voorstelde met de naam Hiawatha. Weg de eensgezindheid, het onder elkaar zijn. Eerlijk gezegd heb ik er zelf nooit zoveel mee gehad. Met die hele vriendschap niet.

Natuurlijk had je in de buurt een groepje jongens waar je mee omging. Dat noemde je dan je vriendjes. Dat bleef zo tot een jaar of zestien. Je ging met elkaar op korte vakanties, had dezelfde brommer, zo ongeveer. Tot de eerste verkeringen kwamen en de vriendschap rap uit elkaar viel. Er waren te veel Hiawatha’s. Ergens herinner je je wel de teleurstelling, vooral omdat je geen vast vriendinnetje had. Dat kwam pas later.

Daarna kwam de vriendschap op een ander niveau. Die anders wat nu onder mannenvriendschap wordt verstaan wel een soort praatvriendschap was. Praten over boeken die je had gelezen, over muziek en dan vooral ‘andere’ muziek dan waar de massa het mee moest doen. We waren anders, dachten we.

Ook die vriendschap was niet beklijvend. Dit keer waren het niet de Hiawatha’s die roet in het eten gooiden, maar studies in andere steden. De nieuwe vrienden verdwenen uit het oog, behalve als ze gehecht bleken aan hun geboorteplaats en geregeld terugkeerden. Waar nieuwe vriendschappen werden gesloten, die nog het meest stand hielden en nu nog niet uit het oog zijn verloren. Maar ze lijken niet op die van de nu zo populaire ‘mannenvriendschappen’.

Dan het werk waar opnieuw verwantschappen worden gezien. Het was nog de tijd dat je ongegeneerd straalbezopen tot diep in de nacht diepzinnige gesprekken voerde. De Hiawatha’s speelden geen rol meer in die vriendschappen. Ze waren er op de achtergrond als echtgenote of zo.

Hier kwam de breuk door ambities en loopbanen. Of misschien de verzakelijking van de jaren na 1990. Wat restte waren de oude vrienden van de studie, die je slechts sporadisch zag. Nog altijd met gesprekken over literatuur en muziek. Maar allang niet meer op basis van gelijk op trekken. Je gaat je eigen weg.

Nu vraag je wel eens af of je eigenlijk nog vrienden hebt. Ja, op de achtergrond enkelen die je kunt bellen als je ergens mee zit. Maar verder zie je ze niet en dat vind je eigenlijk helemaal niet zo erg. Nee, je gaat niet fietsen met groepjes mannen of met motoren op reis. Je vindt de gesprekken van de meeste mannen onder elkaar eigenlijk niet zo interessant. Die van vrouwen overigens evenmin, om maar weer eens cliché te slechten. Je vrienden zijn boeken geworden, muziek. Een leuke gesprekspartner ben je daardoor ook niet meer voor mannenvriendschappen.

Toch kriebelt het wel eens, dat gevoel eigenlijk geen vrienden te hebben. En een lichte jaloezie bekruipt je wel eens, waar je hoort van echte kameraadschap. Kennelijk is die niet voor je weggelegd. Voor een heleboel mensen niet, als ik zo eens om me heen kijk. Laten we er dus maar over ophouden. Het is weer zo’n dingetje van een vorige generatie. Een generatie die nu de thema's in de media bepaalt. Het is niet anders. Je vriend is waar je mee leeft. Daar moet je dan maar heel zuinig op zijn.


woensdag 13 mei 2015

New kid on the block



Hoe graag zou je Jesse Klaver geloven. De nieuwe fractieleider van GroenLinks (4 zetels in TK) belooft Nederland te veranderen. Te lang zucht het land onder nauwelijks van elkaar verschillende partijen als VVD, CDA, D66 en PvdA. Hear, hear, zou je op zijn Engels willen roepen. There is a new kid on the block. Echt?

De commentaren liegen er niet om. De Volkskrant noemde Klaver ooit de nachtmerrie van Pechtold. Want de kiezer wil iets anders dan meer van hetzelfde en Klaver past heel erg in dit plaatje. Hoe aansprekend is zijn tirade tegen de economisering van de samenleving, de neiging om elk menselijk probleem tot een rekensom te maken.

Je zou hem onmiddellijk op het schild hijsen. Zijn hele rede bij het aantreden als de nieuwe leider van  de Groenen was een schreeuw om verandering. Weg van de neoliberale kastijding waar de Nederlanders overigens wel zelf voor kiezen. Weg met rendementsdenken - dat rare containerbegrip.

Je zou zo graag zonder terughoudendheid de jonge Klaver willen steunen. Weg met het cynisme, het kan allemaal anders. Ja, eh, maar durft hij nu ook zijn spijt te betuigen over het Kunduz-akkoord, de instemming met de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd waardoor nu jongeren langer werkloos zijn en sommige ouderen een lelijke strop lijden. Kortom de hele rits ‘hervormingen’ die de positie van de mensen in Nederland in sociaal opzicht behoorlijk heeft verslechterd.

Want Klaver heeft de afgelopen jaren slim geopereerd in de schaduw van de nogal liberale Femke Halsema en daarna Jolanda Sap en Bram van Ojik. Het getuigt in ieder geval van een soepele geest en politieke slimheid. En dan nu zo’n rede waarin alles anders blijkt.

Nogmaals het zou goed zijn Klaver op zijn woord te geloven. Dat hij vindt dat het echt anders moet in het Nederland van VDD, CDA, D66 en PvdA. Maar daar hoort bij, dat je afstand neemt van eerdere steun aan het beleid van deze partijen. Zeker waar het de afbraak van de verzorgingsstaat betreft.

Natuurlijk Klaver doet het goed op tv en dat zal Alexander Pechtold niet leuk vinden. En zeker als de jonge ambitieuze leider een beetje in de voetsporen van Femke Halsema treedt zal hij stemmen afsnoepen van D66. Of hij gaat echt een nieuwe weg en dan moet de Partij voor de Dieren op zijn tellen passen.

Die laatste partij trekt nu nog stemmen van mensen die zich aangesproken zullen voelen door de woorden van Klaver. Electoraal gezien is het natuurlijk slimmer om de snoepwinkel van D66 aan te doen dan de wat karige negotie van de PvdD, maar hiermee is ook het probleem voor Klaver aan gegeven.

Als hij echt meent wat hij zegt en afstand neemt van eerdere Groenlinks-standpunten, dan maakt hij goede kans een alternatief voor de PvdD te worden. En met zijn charisma zal hij meer stemmen kunnen trekken van GroenLinks nu en de PvdD samen, die dan mooi kunnen fuseren. Maar hiermee zal hij Nederland niet kunnen veranderen.


Dat zal alleen lukken als hij met zo’n aansprekend verhaal komt, dat hij de latente onvrede van de Nederlanders, ook nu het economisch wat beter gaat, in een andere stemmode weet te krijgen. En ook de PVV-stemmer meekrijgt. Dat vereist een keuze die riskant is. Maar dan zou hij de geschiedenis in gaan als de man die het land echt veranderde en wel ten goede.

maandag 11 mei 2015

Jef Geeraerts is dood



Jef Geeraerts is dood. Dat brengt toch weer herinneringen omhoog. Ik maakte kennis met zijn boeken in mijn middelbare schooltijd. Met rode oortjes las ik zijn Gangreen 1 Black Venus. Een exotische en even erotische roman. Alleen al de omslag met een mooie strakke naakte Afrikaanse vrouw trok de aandacht.

Hij verhaalde erin van zijn tijd als koloniaal in de Kongo en maakte zijn afkeer van het toen nog heel katholieke Belgische establishment maar al te duidelijk. Een boek om van te houden en een van die boeken, die mede zorg droegen voor een levenslange verslingerdheid aan de literatuur. Vaag staat me bij dat ik het boek op de leeslijst voor het examen had geplaatst. De leraar Nederlands was een ruimdenkende man, die louter de vraag stelde of de man op de foto op de omslag in staat mocht worden geacht al die viriele verhalen ook echt beleefd te hebben.

Na Gangreen 1volgden nog 2,  3 en 4 plus de magnifieke verhalenbundel Indian Summer. Helaas waren de drie opvolgers van Gangreen niet zo goed als nummer 1. Nog wel zeer de moeite waard om te lezen, maar toch. Na zijn Kongo-reeks en die korte verhalen dreef hij langzaam af naar het thriller-genre. Voor het genre ongetwijfeld schitterende boeken, maar aan mij niet zo besteed.

In de jaren negentig keerde hij weer een beetje terug naar de sfeer van de Kongo-romans. Het was in die tijd dat ik hem heb geïnterviewd. Hij had toen zijn stad Antwerpen al verlaten voor Gent. Een afspraak in de stationsrestauratie was snel gemaakt. Ja, met de Leeuwarder Courant wilde hij wel, want hij had een goede vriend detectiveschrijver in Friesland wonen, Joop Boomsma.

De stationsrestauratie zinde de toen al oudere man niet en we gingen op zoek naar een aantrekkelijker etablissement. Het werd een stevige rit door de stad in een in die tijd populaire muscle-car, een Honda Prelude. Geeraerts haalde uit de wagen wat erin zat, zelfs in het drukke Gentse verkeer.

Het werd een boeiend gesprek, al was hij enigszins teleurgesteld, dat ik zijn thrillers niet zo gevolgd had. Of hij de weerslag van het gesprek erg op prijs heeft gesteld, heb ik niet mogen vernemen. Toch bleef die wat breekbare man in stoere bontjas mij bij. Elke keer als ik zijn naam hoorde moest ik toch weer denken aan zijn Gangreen-boeken.

Een enkele keer haalde ik het nog wel eens uit de kast en las er weer enkele pagina’s uit. Dat jagende schrijven van hem bleek tijdloos en nog immer boeiend. En nu is hij dan dood. Tja, een mens wordt ouder. Eerst werden de mensen die je interviewde jonger dan jezelf was en nu sterven ze. Time flies….



vrijdag 8 mei 2015

Friezen en Catalanen kunnen leren van Schotten



Dus Engeland kiest voor rechts. Massaal want de Tories kunnen alleen vijf jaar verder. De vooruitzichten voor het land zijn nu een verder groeiende ongelijkheid ondanks een sterk aantrekkende economie. Wat maar weer eens bewijst, dat de bezuinigingspolitiek uiteindelijk de economie wel laat aantrekken, maar dan zonder herstel van de verzorgingsstaat en voor lang niet iedereen.

Met opzet hebben we het over Engeland, waar we het feitelijk over Groot Brittannië moeten hebben. Want het waren nationale verkiezingen en daar is iets raars mee aan de hand. Want het Verenigd Koninkrijk is zo verenigd niet meer. In Schotland ging nauwelijks een stem naar de Conservatieven, maar 58 van de te behalen 59 zetels gingen naar de Scottish National Party (SNP) van Nicola Sturgeon.

De SNP is anders dan andere nationale partijen in Europese regio’s, zoals Catalonië, Friesland en nog meer van deze regio’s binnen naties. De Catalaanse nationalisten zijn met uitzondering van enkele linkse splinterpartijen in meerderheid behoorlijk rechts. De Friese FNP probeert manhaftig buiten de tegenstelling links en rechts te blijven, maar neemt doorgaans nogal rechtse standpunten in.

De geschiedenis leert dat deze partijen uiteindelijk nooit een meerderheid krijgen. Want de echte drijfveer voor het regionale nationalistische gevoel is nu eenmaal de al dan niet vermeende achterstelling ten opzichte van de rest van het land. Een linkse nationalistische partij zou hoe tegenstrijdig dit ook klinkt veel logischer zijn.

Dat bewijst de SNP met een onversneden links geluid. Niks geen xenofobie, maar juist openstelling van de grenzen voor getalenteerde immigranten. En ja, voor Europa. Natuurlijk, de SNP was ook de partij die bij het vorig jaar gehouden referendum de onafhankelijkheid van Schotland bepleitte. Met een kleine meerderheid bleek dit voor de Schotten toch een stap te ver.

Maar bij deze nationale verkiezingen lieten de Schotten zien, dat ze wel degelijk weinig vertrouwen hebben in de Britse politiek. Overigens mag hierbij worden opgemerkt, dat menig Engelsman gaarne op de SNP had gestemd in plaats van op de sociaal-democraten van Labour, zeg maar de Britse PvdA. Het vertrouwen hierin is diep gedaald.

Het is een les voor de andere regionale onafhankelijkheid bepleiters. De Catalanen zouden wel eens veel groter kunnen worden, als ze in het doorgaans nogal linkse Catalonië een duidelijke linkse koers zou varen. En wat te denken van Friesland waar de PvdA lange tijd een van de grootste partijen was en nu de SP moet laten passeren in de Gedeputeerde Staten.

Regio’s hebben weinig te verwachten van rechtse politiek. Die verhelpt de achterstelling niet. Puur economisch gezien is het voor land beter de aandacht te richten op die delen van het land waar het economisch hart ligt, zoals in Nederland de Randstad. En rechtse partijen hebben doorgaans meer op met een sterke economie dan met culturele eigenaardigheden, zoals een eigen taal en cultuur.

Stel je nu eens voor de FNP in Friesland een even onversneden linkse politiek zou omarmen als Nicola Sturgeon. Het zou de Friezen een pracht alternatief bieden voor de verdwaalde PvdA. En een al te duidelijk signaal naar Den Haag dat men echt meer zelfstandigheid en economische steun wil, maar dan niet vanuit het liberale denken, zoals dat nog immer overheerst in de hoofdstad.


Maar  het CDA is toch weer sterk geworden in Friesland? Tja, dat is vanouds her het geval in sterk agrarische gebieden. En nu het vertrouwen in de PvdA weg is, wil men wel eens terugvallen op oude gewoontes, hoewel de SP ook hier oprukt. De huidige FNP is geen leuk alternatief. Laat de partij leren van de Schotten en duidelijk kiezen voor de linker kant van het politieke spectrum. En dan niet halfslachtig och een beetje meevaren met het liberale beleid, maar met een authentiek links geluid. Europees gezind, niet xenofoob, geen stiekem foute gedachten. De partij zou over vier jaar wel eens heel groot kunnen worden.

dinsdag 5 mei 2015

Het beroepsgeluk



Als je me vraagt of ik veel begrijp van deeltjesfysica moet ik helaas nee antwoorden. En toch fascineert het. Zo’n verhaal in VK’s Sir Edmund over de nieuwe baas van Cern in Geneve, Fabiola Gianotti, daar smul ik van. Ook al omdat in dat veld van de natuurkunde een vrouw de baas van zo’n instituut kan worden.

Enkele decennia terug bracht ik beroepshalve een bezoek aan de vrijwel onbekende deeltjesversneller DESY onder Hamburg. Het bestaan hiervan was zelfs onbekend bij een bevriende reisgids in de havenstad. En is inmiddels opgenomen in het tourprogramma.

Gek genoeg kon ik de uitleg in het Duits redelijk volgen, veel beter dan enkele dagen een lezing van een politicoloog in Berlijn. Die eerste kennismaking met de deeltjesfysica smaakte naar meer en toen de gelegenheid zich voordeed bezocht ik achtereenvolgens de Fermilab-versneller in Batavia bij Chicago en de Super Colliding Superconductor (SCC) in aanbouw in Texas. Die werd later afgeblazen door het Congres.

Iedere keer viel het mij weer op, dat ik het allemaal als alfa toch behoorlijk kon volgen. Veel later kreeg ik de kans in Geneve rond te neuzen vlak voor de Large Hardon Collider van Cern in werking werd gesteld. Is het omdat ze zulke goede woordvoerders hebben, of dat het aan een leek beter uit te leggen is dan aan een in de klassieke natuurkunde geschoolde academicus – zoals Roger Penrose het ooit zei - dat ik het voldoende begreep om er een verhaal voor de Leeuwarder Courant over te maken? Een verhaal dat volgens de woordvoerder van Cern van A tot Z klopte.

Ooit heb ik publicist Klaas Jansma geïnterviewd en hoewel wij bepaald niet veel liefhebberijen delen, vonden we elkaar op een punt: De liefde voor zaken die we eigenlijk maar amper begrepen. Feitelijk zijn al die onderwerpen, die we met een heel klein beetje inlezen snel kunnen begrijpen maar saai. Het dagelijkse nieuws boeit veel minder dan zo’n verhaal over het Higgs-deeltje. De aankondiging van de ontdekking mocht ik volgen in een Nikhef-zaal in Amsterdam met een directe verbinding met Geneve.

En weer schreef deze alfa een verhaal over zo iets abstracts als dat onzichtbare deeltje, dat voorgelegd aan een deeltjesfysica weer redelijk klopte. De aanwezigheid te midden van fysici die in gejuich uitbarsten bij de clou van het verhaal herinner me nog altijd als de dag van gisteren. Als er in je beroepsleven momenten van geluk zijn, dan zou ik zulke gebeurtenissen daaronder willen plaatsen. Dat je op het randje van je intellectuele vermogens moet werken en succes boekt, dat schenkt een intens genoegen.

Dat ik na mijn bezoek aan de SCC in Texas een dag later in Wommels de uitslag van de stemming over de ruilverkaveling moest verslaan is een van die dingen in het leven van een journalist, die hoe gek het ook mag klinken, bijdragen aan het idee dat er niets mooiers is dan journalistiek. Zeker in de tijd dat regionale journalistiek nog niet opgevat werd als louter verslaan wat erin de nabije regio gebeurt. En dat stemt dan weer tot weemoed.