dinsdag 30 september 2014

De dreigende tweedeling


Minister Lodewijk Asscher ziet het licht. Er dreigt een baanloze toekomst. Alleen ziet hij die nog aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Het is dit keer anders.

Zo’n dertig jaar geleden heb ik met een collega een artikel geschreven over de risico’s van de automatisering voor de arbeidsmarkt. De geïnterviewden toonden zich toen nog optimistisch. Automatisering zou nieuwe banen opleveren en door de vergrijzing zouden alle handen nodig zijn. Kortom de automatisering was een zegen., mits die alleen was gericht op de exporterende sectoren.

Die voorspelling is slechts deels uitgekomen. Veel banen verdwenen aan de onderkant, maar elders kwamen er nieuwe banen bij. En de automatisering ging door alle banen heen en niet alleen in de exporterende sectoren. Enig optimisme lijkt niet misplaatst. Tot je nader kijkt naar veel van die nieuwe banen. Veel in het babbelcircuit. Handige jongens die de onwetende werkgevers van alles op de mouw spelden en vooral hun onmisbaarheid voorop stelden.

Productieve nieuwe banen waren er amper. De nieuwe automatisering biedt die mogelijkheid helemaal niet meer. De destructieve vernieuwing van de technologische ontwikkeling biedt amper meer mogelijkheden voor ietsje minder creatieve werknemers en dat zijn helaas de meesten.

De Nederlandse arbeidsmarkt is in meerderheid die van mbo’ers met beperkte inzetbaarheid. Dat ligt hem niet aan de kloof tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Helaas hebben veel mensen simpel de kwaliteiten niet die vereist zijn in de nieuwe situatie. En dan gaat het allang niet meer om blauwe boorden. De automatisering slaat even hard toe in de witte boordensector.

Er dreigt een samenleving die de schrijver Kort Vonnegut in zijn ‘Player Piano’ met vooruitziende blik schreef. Een afgescheiden deel van de wereld waar het geld wordt verdiend door een goed opgeleide en bevoorrechte kaste en een minder bedeelde groep die de tijd doodt met geknutsel. Deze groep leeft van de kruimels van de tafel van de bevoorrechte kaste.

Dat gaat natuurlijk niet goed en de onderliggende groep komt in opstand. Helaas ontaardt dit in de vernieling van hoogwaardige technologie. Dat is de reflex van mensen die overbodig worden gemaakt door machines, maar ook door het ontbreken van fatsoenlijke middelen van bestaan.

De bevoorrechte kaste lijkt altijd meer te denken aan behoud van de eigen inkomsten dan aan een redelijke verdeling van de welvaart over de hele bevolking. Een ontwikkeling die je nu al ziet. Zelfs de discussie over een basisinkomen is magertjes. Want zo’n basisinkomen gaat altijd uit van een minimaal bedrag, dat mensen zelf met werk kunnen aanvullen.

Het uitgangspunt is nog altijd dat je met werk je geld moet verdienen. Als dit onmogelijk wordt krijg je de kans om met een basisvoorziening toch in je eigen minimale onderhoud te voorzien, maar het mag niet een vervanging van loon naar werken zijn. Stel je voor.

Dat leidt onherroepelijk tot een tweedeling in de maatschappij. Dit is alleen te voorkomen door een recht op een eerlijk inkomen als het onmogelijk is dit met werken te verdienen. Dus niks geen basis van bijvoorbeeld 1000 euro, waar amper van rond te komen valt en waarmee de meeste geneugten van de maatschappij aan je neus voorbijgaan.

Een eerlijk verdeling van de verdiensten van een geautomatiseerde maatschappij. Geloof de praatjesmakers niet, die heilig geloven in nieuwe werkgelegenheid. Dit is een nieuwe fase, die Vonnegut zo mooi heeft voorzien. En Asscher heeft er terecht voor gewaarschuwd.


Die valt op te vangen door mensen de kans te geven hun leven voor het eigen gevoel aangenaam en zinvol in te richten als er geen betaald werk meer is. Niet net voldoende om te leven, maar een volwaardig inkomen om voluit deel te nemen aan de maatschappij. En zeker geen afscheiding van het werkende en niet-werkende deel van de bevolking. Daar zou ook het onderwijs zich op moeten inrichten. En hier lijkt het nu zeker niet op. Maar het kan heel mooi worden.

maandag 29 september 2014

Monstertrucks en ander vertier



Grappig dat er nu voor veel mensen een heel nieuwe wereld open gaat. De wereld van de monstertrucks en ander luidruchtig vertier voor het volk. Een mooier voorbeeld van de kloof tussen volk en overheid is amper denkbaar.

Na de gebeurtenissen in Haaksbergen is de grote vraag in veel kranten hoe het zo ver heeft kunnen komen. Wat voor ruimte moet zo’n voertuig hebben? Wat zijn de eisen aan de chauffeur? Het zijn vragen van mensen die zich als beleidsbepaler nooit hebben bemoeid met dit soort festijnen.

Trekkertrek, autocross en monstertrucks zijn alle loten van dezelfde stam. Vooral populair op het platteland waar stomende dieselwalmen en motorgeronk nog tot de geneugten van het leven worden gerekend. Vooral omdat mensen er niet de hele dag in hoeven te verkeren, zoals de geplaagde stedelingen.

Ach, brood en spelen voor het volk. Dus als er weer een vergunning voor een herrie-evenement wordt aangevraagd, is er op het gemeentehuis amper iemand die hier verder bij nadenkt. Al zo vaak gedaan en nooit problemen, dus nu ook maar.

Trekkertrek is minder riskant, omdat er al een lange baan is waarover getrokken moet worden en mits er geen kabel breekt snelheid niet aan de orde is. Monstertruck is komen overwaaien uit de Verenigde Staten, waar het alleen in grote stadions plaats vindt en flink afgeschermd.

Hoe gaat zo iets? Een organisatie vraagt het aan en een ambtenaar zet zijn handtekening, amper wetend wat het inhoudt. Het is iets voor de liefhebbers. De rest weet niet eens dat het bestaat behalve in een enkele tv-reclame. De stedelingen, zeker het hoger opgeleide deel ervan zou zich – als men er al van wist – er verre van houden.

Net zo goed als mensen uit de stad die klagen over festivals geen idee hebben van wat het betekent in een dorp te wonen met een activiteitencommissie die werk maakt van zijn opdracht. Veel feesttenten waaruit de decibellen de omgeving teisteren tot diep in de nacht.

Niemand durft er iets van te zeggen, want dan ligt je eruit in zo’n gemeenschap. Dus logeert een aantal dorpelingen tijdens de herrie noodgedwongen elders. Zo goed geregeld als in de stad is het op het platteland niet. Bij de stichting Geluidhinder hebben ze er ooit eens de noodklok over geluid.

Maar ach, het interesseert de beleidsbepalende stedeling niet. Hoe riskant zulks is, is zondag maar weer eens gebleken. En het zal nog vaker gebeuren waar nieuwe riskant vermaak zich niet mag verheugen in de belangstelling van de hoger opgeleiden. Laat het volk zijn pleziertjes is de gedachte zo’n beetje, als wij er maar geen last van hebben. Helaas komt dat moment altijd een keer. En dan komt een enorm batterij van juridische mankracht van stal om het aan banden te leggen.


Helaas is het ook nog een keer zo, dat Nederland zich onmiddellijk wentelt in de schuldvraag om maar niet de indruk te wekken ongeïnteresseerd te zijn. Dus daar gaat het de komende dagen over. Burgemeesters en ambtenaren proberen hun handen in onschuld te wassen en stuntelen voor de buis. Ach, begeef je als overheid iets meer onder de mensen en weet wat er leeft. Dan heb je dit probleem veel minder.

vrijdag 26 september 2014

Voorspelbaar gezeur


Ha, daar gebeurde al wat je eergisteren al kon voorspellen: De klacht dat onze straaljagers verouderd zijn. Daarom kunnen we niet mee doen met de grote broer van de andere kant van de oceaan om de jihadisten in Syrië van jetje te geven.

Ja, dit zegt de VVD. De PvdA heeft niet zoveel met gesmijt met bommen op Syrië zo lang de VN daar geen mandaat voor geeft. Nee, de VVD heeft het beter begrepen. Dit is een ideale kans om nog eens te pleiten voor de JSF en liefst meer dan er nu in de pijplijn zitten.

Het is natuurlijk wel een onzinverhaal. Alsof de jihadisten in Syrië gevaarlijker afweergeschut zouden hebben dan hun consorten in Irak. Of doelt de VVD wellicht op het regeringsleger van Assad? Maar Assad is toch maar dolblij met die aanvallen op de jiha’s in zijn land. Dat verzwakt de oppositie toch alleen maar.

Nee, het gaat niet om een kloppend verhaal, het gaat om de suggestie van een kloppend verhaal. Roerige tijden zijn goede tijden voor de wapenindustrie. Die had de afgelopen jaren de wind niet mee in Europa. Tenslotte is het natuurlijk onzin een duur leger op de been te houden, als er geen echte dreiging meer is.

Is die er nu wel dan? Je zou zo zeggen dat de strijders uit het kalifaat van IS geen plannen hebben voor een aanval op Nederland. Die verwende knaapjes uit westerse landen die meevechten krijgen natuurlijk natte dromen van een mooie aanslag in het thuisland, maar ach, dan raken ze pappie en mammie, die toch al niet zo blij zijn met dat gedoe, ook.

Maar ja met dit verhaal krijg je de burgers van dit land natuurlijk niet warm voor de aanschaf van dure wapensystemen – die tanks moeten ook weer terug – dus laat je allerlei deskundigen in praatprogramma’s en journaals opdraven die orakelen over het gevaar van aanslagen, die natuurlijk gepland worden in het kalifaat.

En reken maar niet dat dit kalifaat geen aspiraties zou hebben richting onze landen. Nee, net als die ideale vijand de Sovjet Unie vroeger, gaat het de jiha’s om verspreiding van hun kwaadaardige ideologie. Over de hele wereld.

Dus moeten alle wapens uit het vet om ze aan te pakken. Dat een oorlog nooit wordt gewonnen met bombardementen vertellen ze er niet bij. Natuurlijk, zou je er een paar honderd goed getrainde commando’s op afsturen was het snel gebeurd met die bebaarde jochies, al hoe zwaar hun wapens ook zijn. Maar dat doen we toch liever niet.


De ervaring leert dat zulks alleen maar meer ellende veroorzaakt. Het is beter angstgevoelens op te wekken voor een ongrijpbare vijand en op basis daarvan te pleiten voor veel geld voor defensie. Je zou bijna aan een complot denken. Maar zoals met alle bedachte complotten is het te doorzichtig. Een beetje doordenken en je ziet waar het om gaat. Waarmee niet gezegd is, dat een goed leger geen goed kan doen. Maar dit is een ander verhaal.

woensdag 24 september 2014

Lekker meedoen



Ja, Nederland gaat mee doen met de grote jongens. Zes F-16’s en twee reservetoestellen en met elkaar honderden militairen naar Irak. Lekker de Islamitische Staat aanpakken. Meedoen met Obama die voor zijn doen ferme taal sprak over de IS. Had ie ook eens moeten doen over Israël, dacht je stiekem even.

Maar goed je kunt niet overal bij zijn. Al heeft hij vast meer invloed op Israël dan op bedenkelijke landen als Saoedi-Arabië en Qatar. Dan had Nederland natuurlijk niet meegedaan. Nu wel en dat wordt echt schieten en bommen gooien, net als eerder in Afghanistan.

Moet je dan niet blij zijn dat dat zootje ongeregelde verwende en mislukte verwesterde moordzuchtige jihadisten wordt aangepakt? Een stiekem gevoel van genoegen over die bombardementen kan je ergens niet verhullen. Maar ook weer een gevoel dat dubbel is. Waarom niet ook andere kwaadaardige regimes aangepakt? Toch iets met olie?

En heeft Amerika hier niet zelf een duivelskind uitgebroed met de inval in Irak toen de kans er was om de klus in Afghanistan af te ronden? Moeten wij nu Obama helpen de rommel op te ruimen die zijn voorganger heeft gecreëerd? Tja, het zijn van die vragen waarop je geen echt antwoord hebt, omdat het te complex is en je ook niet weg wilt lopen voor de hulp aan mensen die de dupe zijn van alle geopolitieke spelletjes.

Vooruit dan maar en zouden er ook niet stiekem wat van die commando’s mee kunnen? Die schijnen heel goed te zijn en als we het mogen geloven hebben ze ook al eerder in rare landen hun kunnen bewezen al krijgen we hier nooit helemaal het fijne van te horen. En beste ministers van dit daadkrachtige kabinet, nu niet terugkrabbelen als de peilingen aangeven dat het electoraat het niet leuk vindt, als er straks een Nederlandse piloot wordt onthoofd.

Een rechte rug en nog meer straaljagers die kant uit. Die onzin van die twee F-16’s die het Nederlandse luchtruim vrij moeten houden vanaf de bases Leeuwarden en Volkel kan wel even stoppen. Dit is de kans voor alle piloten prachtige echte ervaring op te doen. Met een beetje geluk kunnen ze nog eens een vijandige straaljager uit de lucht knallen.

Maar eh. Die F-16’s zijn toch vreselijk verouderd? Daar moeten toch dure JSF’s voor in de plaats komen? Kun je onze jongens met zulke ouderwetse toestellen wel op stap sturen sturen? Of valt het wel een beetje mee met die bejaardheid van de F-16’s. Je hoort wel eens dat er landen die ze graag voor een prikkie van Nederland willen overnemen. En die Amerikanen vliegen toch ook nog met de nog oudere F-15’s naast hele moderne straaljagers.

Nou ja, Nederland doet weer mee en dat heeft ook zijn voordelen. Die piloten zijn echt goed en hebben hun kracht al bewezen in die woestijngebieden. En alleen maar oefenen en herrie maken in Nederland is toch een beetje saai. Die Waddenzee en Noordzee heb je toch ook wel een keer gezien.

Voor de omwonenden van de bases Leeuwarden en Volkel kan het wel een blessing in disguise zijn. Zoveel straaljagers op echte oefening moet toch een forse vermindering van de overlast betekenen. Je herinnert je van toen er lekker met bommen gesmeten werd in Afghanistan het hier rond Leeuwarden ook lekker stil was. En zijn onze piloten ook niet lekker aan het vliegen boven de Baltische staten? Hoeveel van die toestellen zijn er eigenlijk?

Ja, hoe meer je eraan en -over denkt, hoe meer positieve kanten eraan lijken te zitten. Volgens Obama zal het wel een jaartje of drie duren voor die IS vernietigd is. Met een beetje geluk duurt het wat langer en kunnen die prachtige nieuwe JSF’s meteen worden ingezet, zonder dat wij last van het lawaai hebben. Ja, het is allemaal even mooi en hopelijk weinig collateral damage.




dinsdag 23 september 2014

Herdenking






































Een sneu orkestje, anderhalve man en een paardenkop en militairen. Dat was zo'n beetje de herdenking van het begin van de Eerste Wereldoorlog in Brussel.

Keurig werden er de namen van slachtoffers aan geallieerde én Duitse kant opgedreund. Zulks zet je toch een beetje aan het denken. Zoveel doden in een waanzinnige oorlog en niks geleerd.

Zou het mogelijk zijn dat over honderd jaar een kleine herdenking van de oorlog tegen IS plaats heeft, waar de namen van slachtoffers aan Amerikaanse kant - snel klaar - , Arabische kant en van buitenlandse jihadisten worden voorgelezen?

Of zullen die laatsten toch vooral worden herinnerd als sekte-achtige groep met suïcidale neigingen en gekenmerkt door wreedheid. Weggebombardeerd en afgemaakt door gematigder milities. Een kleine voetnoot in de wereldgeschiedenis.

zondag 21 september 2014

Autoloos




Autoloze zondag? In Nederland decennia terug en in Brussel word je ieder jaar blij verrast in de week van de mobiliteit die wordt afgesloten met een autoloze zondag in de stad die doorgaans totaal verstopt wordt door autoverkeer.

En waar alleen de gedachte aan zo’n dag in Nederland onmiddellijk een naargeestige discussie te weeg brengt is het in België meteen een feest. Overal mensen op straat, fietsen in alle soorten en maten.

Grappig ook dat de elektrische fietsen zien er niet zo, eh, bejaardeachtig uit. Sowieso is het mensbeeld in deze zo Europese hoofdstad minder treurig. Waar wij toch wat gewend zijn aan een enkele mooie vrouw en veel nogal sneue mannen, zeker boven de 35, is daar hier geen sprake van.

Vrouwen zijn hier minder inwisselbaar. Niet dat altijd maar weer tonen van zelfverzekerdheid, liefst blond. Alle kleuren, mooi, soms lelijk maar altijd een soort vanzelfsprekendheid, die het leven aantrekkelijk maakt.

Wat is het toch dat België een stuk aangenamer maakt dan de bovenburen. Zoveel beter zijn ze niet. Hoewel het straatbeeld behoorlijk kleurrijk is, had je hier al eerder tamelijk racistische partijen dan in Nederland. Uitgezonderd Brussel natuurlijk.

Maar het allermooiste is zo’n onomstreden autoloze zondag, die iedere stad in Europa tot voorbeeld zou moeten zijn.Het zal met onze politieke kaste wel niets worden zo’n onomstreden autoloze zondag, die iedere stad in Europa tot voorbeeld zou moeten zijn. 

Het chagrijn zal weer ongekende vormen aannemen. Toch moeten we eigenlijk allemaal eens wat zuidelijker kijken.












vrijdag 19 september 2014

Cold feeth



Toch cold feeth daar in Schotland en oh wat een teleurstelling in al die andere Europese gebieden met onafhankelijkheidsaspiraties. Er vloeit een traantje hier en daar in Friesland, Catalonië en Baskenland.

Ze waren er in grote getale heen getrokken. Schotland het beloofde land, dat het waar maakt in vrede onafhankelijkheid te bevechten. Al die regio’s met een roemruchte geschiedenis van verloren veldslagen, verkeerde vrienden en gevoel van achtergesteldheid. Ze zagen het licht in het Verenigd Koninkrijk.

Waarnemers van de Frysk Nasjonale Partij (FNP) waren er ook. Die hebben ook een geschiedenis van solidariteit met onderdrukte volken. Ooit werd die solidariteit nog eens benadrukt in een brief aan de Amerikaanse indianen. Ze voelden zich verbonden, want waren de Friezen ook niet onderdrukt?

Een ding hebben ze gemeen, al die regio’s en dat is een eigen taal dan wel een sterk afwijkend dialect van de nationale taal. En ze hebben nog iets gemeen. Als het erop aan komt is een  meerderheid tegen onafhankelijkheid.

Catalanen met hun wereldstad Barcelona zijn doorgaans net even meer voor blijven binnen het Spaanse koninkrijk dan in een zelfstandig Catalonië. De econoom Oriol Amat heeft het ooit zo uitgelegd: Twee dingen zijn heilig en dat zijn de taal en het geld. Zo lang de centrale overheid daar afblijft, blijft er een meerderheid tegen afscheiding en een minderheid die zich daar mokkend bij neer legt.

Dat heeft de huidige rechtse regering niet zo goed begrepen en tast juist de verworvenheden op taalgebied en financiën aan. Prompt verschuift het wankele evenwicht naar een meerderheid voor onafhankelijkheid. Straten vol met boze Catalanen in steden die bestaan bij de gratie van hun internationale uitstraling.

Friezen zijn de afgelopen decennia gepamperd op taalgebied. Het Fries is officieel de tweede rijkstaal geworden, verplicht Friese les op de basisschool, Fries toegestaan in de rechtszaal en overal Friese plaatsnamen. Vandaar dat nastrevers van het onafhankelijkheidsideaal nooit echt voet aan de grond hebben gekregen. Bovendien is de economie hier nu ook weer niet zo achtergesteld. Dat ligt meer aan de perifere ligging en de agrarische overheersing.

Van dit laatste heeft ook Schotland wat last. Dit in tegenstelling tot de Spaanse opstandige regio’s, die juist de economische steunpilaren van het koninkrijk zijn. Bovendien hebben ze een geschiedenis van recente wrede onderdrukking onder Franco, waar Schotten en Friezen eeuwen terug moeten in de geschiedenis voor veldslagen. En toch lukt het niet de bevolking echt in opstand te krijgen.

Opmerkelijk is ook dat in alle regio’s onder de hoger opgeleiden zowel de extreme voorstanders als – in meerderheid - tegenstanders van afscheiding te vinden zijn. Spaanse intellectuelen, ook in Catalonië waarschuwen keer op keer tegen nieuwe grenzen en getuigen steeds weer van hun afkeer van fanatieke nationalisten. Catalaanse schrijvers nemen een middenpositie in. Ze schrijven in het Catalaans, maar leveren tegelijk een Spaanse editie aan, die in de etalage broederlijk naast elkaar liggen.

Friezen moeten hun schrijfsels in kruiwagens aan de man brengen en de grote uitgevers passen er wel voor dure Nederlandse uitgaven op de markt te brengen. Tja, kleine taalgebieden.

Alleen als een rijk uit elkaar valt, zoals de Sovjet-Unie hebben dit soort regio’s een kans. Maar daar wil niemand een voorbeeld aan nemen. Gewone burgers willen er ook rust en geen fanatici met wapens. In Europa kunnen ze voorlopig weer rustig slapen, want het gevaar is vooralsnog afgewend in Schotland en daarmee navolging elders.

Voor Europa ligt hier toch een taak. Niemand zit echt te wachten op nieuwe grenzen en conflictgebiedjes waar nepotisme, corruptie en vaak dubieus nationalisme op de loer liggen. Zorg voor culturele autonomie en economische gelijkheid en het continent blijft rustig. Daar zou een aparte eurocommissaris iets mee kunnen.







donderdag 18 september 2014

De treurige opgewektheid



Waarom zijn mensen toch zo verschrikkelijk opgewekt als ze iets proberen te vertellen, waarvan we allemaal wel weten, dat het in de praktijk doorgaans met die opgewektheid flink tegen valt.

Neem nu de vele vacatures die je zoal onder ogen krijgt. Je moet een vrolijke, gedreven, innovatieve enzovoort zijn. Een teamwerker natuurlijk want je komt te werken in een heel fijn team. Maar je moet ook heel goed alleen kunnen werken.

Je toekomstige werkgever is gek van het nieuwe werken. Je mag dus veel thuis werken en je hebt geen mentaliteit van 9 tot 5. Dat is geloof ik heel erg. Ooit was ik te gast op een marineschip dat heel hard kon varen.

In de haven lag een zusterschip met de droevige benaming 925. Dit nu was aanleiding tot veel pesterij, want ja, nine two five, u voelt het al aan. Dus geen 9 tot 5 mentaliteit en bereidheid ’s avonds en in de weekeinden te werken.

Ha, denk je dan. Mooi van huis uit werken. En zo nu en dan op het werk verschijnen voor overleg met heerlijke team. Ai, je moet wel bereid zijn te verhuizen naar de standplaats. Het zal toch niet zijn omdat je toch van 9 tot 5 op de werkplek wordt verwacht?

Natuurlijk heb je een academische opleiding of werkniveau. Geen probleem. Boven de veertig vraag je iemand niet meer om zijn opleiding, maar om zijn ervaring. Dat zit wel snor. En die kennis van allerlei systemen, ach dat leer ik wel.

Cv’tje erbij en dat moet een voltreffer zijn. Oeps, er wordt wel erg veel van je verwacht. De lijst met het verwachte profiel is heel lang. Wel erg opgewekt, daar niet van. De eisen ook. Daar staat vast een pracht van een beloning tegenover.

Eh, 2400 tot 2900 per maand. Bruto. Heb ik vast niet goed gelezen. Dan moeten de toekomstige collega’s wel heel erg leuk zijn. Een passende beloning meldt het veelbelovende bedrijf.


Ach, waar is het bedrijf dat gewoon zegt dat ervan je wordt verwacht, dat je je een slag in de rondte werkt. Tegen een beloning die aan de lage kant is, maar ja, wat had u verwacht. Te midden van collega’s – die echt niet allemaal leuk zijn - die allemaal klagen over de lage beloning en de baas verdient natuurlijk tig keer meer. Maar daar is ie baas voor. 

Ik zou hier onmiddellijk solliciteren. Het kan immers alleen maar meevallen.

woensdag 17 september 2014

Velponpartijen



Grappig hoe iedereen – voor- of tegenstander – lijkt te hopen dat dit kabinet nu eens een keer de rit uitzit. Zelfs als het vanaf nu achterover leunt. Behalve dan de pseudo-meeregeerders.

De angst voor weer een kabinetscrisis zit er dik in. Nederland kreeg ook wat een rare naam door zo’n lange reeks van opeenvolgende kabinetscrises. Maar om daarom nu dit kabinet tegen wil en dank in het zadel te willen houden is ook weer beetje overdreven.

Als het dan toch moet, zo zou je zeggen laat ze dan in vredesnaam achterover leunen. Er is genoeg schade aangericht aan de verzorgingsstaat en niet te vergeten aan de economie. Twee jaar rust en dan maar hopen dat Nederland nu eens met zijn verstand stemt.

Nee, zo zeggen de steunpilaren als D66 en Christenunie. Nu doorpakken. Belastinghervorming en nog veel meer staan op het lijstje van deze zo hervormingsgezinde partijen. Ze weten dat wil dit kabinet de rit uitzitten ze de steun van hun partijen nodig zullen hebben.

Dus denken ze hun zin te kunnen doordrukken. Terwijl het kabinet nu wel even rust in de tent wil en terecht, willen de toch wat koddige steunpilaren of velponpartijen – ze kleven aan de macht – tegen de wil van een meerderheid doorgaan met de afbraak van de beschaving. In de treurige hoop dat er nog wat kruimkes van ’s herentafel zullen vallen waarmee ze bij een volgende verkiezing goede sier kunnen maken.

GroenLinks en SP hebben het kennelijk wel een beetje gehad met die kruimkes, die in de praktijk niets voorstellen. Ze doen niet meer mee met de brede coalitie. Ergens is dit wel jammer want ze zouden nog een klein beetje helpen de daadkracht van de velponpartijen in te dammen of bij te sturen.

Te vrezen valt dat het kabinet toch in de verleiding zal komen de liberale agenda verder uit te voeren al was het alleen maar om de rit te kunnen uitzitten. Het enige dat de VVD en PvdA nu tegenhoudt zijn de nog steeds rampzalige peilingen. Nu zeggen die niet zoveel maar ja, als je zelf geen visie hebt moet je je toch ergens aan vasthouden.

Toch vraag je je in gemoede af of er in de tweede kamer niet een beetje meer verstand zit. Of er onder die hoedjes van de dames nog eens een briljante gedachte opkomt. Vooruit dames en heren, toon nu eens een beetje daadkracht in een andere richting. Maak van Nederland weer een beschaafd land.



dinsdag 16 september 2014

De dag van de bananenmonarchie


Leuk, de belangrijkste dag voor politiek Nederland en kinderlijke landgenoten die vasthouden aan gedateerde tradities. Het blijft verbazingwekkend die ademloze bewondering voor het koningshuis en even zogoed de aandacht voor hoedjes der volksvertegenwoordigers.

Vroeger in de tijd dat je min of meer met tegenzin nog thuis woonde, was de ergernis groot als de familie rond de buis zat voor de rondrit der gouden koets. Je holde het huis uit of pestte iedereen door boven knalhard muziek te draaien die zeker niet paste bij het hoogdravend gedoe daar in Den Haag.

Eerlijk is eerlijk, in die tijd ben ik een beetje blijven steken. Dat het niet past bij een volwassen democratisch welvarend land is nog de aardigste kritiek. Dat het ook nog eens in het teken staat van de grote plannen die de regering voor ons in petto heeft en waarvan wij allang alles weten, is zo mogelijk echt triest.

Als nu iedereen dat gedoe voor kennisgeving aannam, was het nog tot daar aan toe. Dan was het inderdaad niet meer dan een stukje folklore, waar Friesland trots kan zijn op de paarden voor de koets en de rest van Nederland zich mag vergapen aan zulke boeiende dingen als touw in de rails van de tram om de koets niet vast te laten lopen.

Helaas nemen veel media de zaak dodelijk serieus. En doen politici of het allemaal groot nieuws is. ‘s Avonds kunnen we dan nog even bespreken of de intonatie van de koning wel net zo goed was als die van zijn moeder en doen we even net of hij het zelf heeft bedacht.

In talkshows mogen politici opdraven om nog eens te vertellen wat ze vinden van de kabinetsplannen, hetgeen we overigens ook al wisten. Vanmorgen mochten in de geschreven media hofeconomen nog even vertellen dat Rutte het toch maar heel goed heeft gedaan en in een klein hoekje mag ook nog een criticus zijn zegje doen. Waarop er ook nog even hypocriet gedaan wordt of economen maar wat aan kletsen.

Als het niet zo in en in treurig was zou je hard in lachen uitbarsten. Maar het is wel diep treurig dit akelige toneelspel. Want ondertussen worden wel oudbakken plannen opgediend die sommige mensen ernstig raken, wordt er geen rekenschap afgelegd voor wanbeleid waardoor we langer dan nodig in een ongekende crisis zitten.


Het is zo’n dag dat je heel voorzichtig aan Hansje Brinker wilt vragen toch maar even de vinger uit de dijk te halen. Om maar zeker te zijn dat we het geraaskal van Geert Wilders niet hoeven te horen en de op de borstklopperij van dit kabinet niet hoeven te zien. Om voorgoed verlost te zijn van de kinderlijkheid van deze bananenmonarchie.

maandag 15 september 2014

Machteloosheid bij dementie



Oud worden is niet leuk. Laat me dat nu maar eens voorop stellen. Maar je verplaatsen in de echt oudere blijkt moeilijker dan ik dacht.

Als je moeder gestaag in de vergetelheid wegzakt probeer je toch een onderkomen voor haar te vinden waar je niet meteen depressieve gedachten bij krijgt. Dus begin je met – niet alleen natuurlijk – te zoeken naar een menswaardige huisvestiging in de wetenschap dat het de laatste is.

Voor mijn werk ben ik ooit wel eens in een verderop gelegen instelling geweest voor demente bejaarden. Daar omringd door het groen schrok ik van al die wezenloos starende meestal dames in rolstoelen voor het raam. Het was nog in de tijd dat er amper voorlichting was over dementie.

Zo werd het een schrikbeeld. Later dankzij betere voorlichting en kennismaking met mensen die beroepshalve omgaan met dementerenden verdween dat schrikbeeld een beetje. Grapjes konden weer en op zich leek het me ook weer niet zo erg langzaam in vergetelheid te geraken. Zo nu en dan wakker wordend en een Pinteriaanse discussie aangaand.

Je weet niet wat erom gaat in die grijze massa bij mensen met wie geen goed gesprek meer mogelijk is. Natuurlijk hebben ze hun lucide momenten, maar dan nog is het eenrichting verkeer. Je krijgt hooguit een vaag idee van wat er zich afspeelt in dat grijze hoofd.

Dat maakt het zo moeilijk een geschikt onderkomen te vinden. Natuurlijk die moderne kleinschalige huisvesting zal ongetwijfeld beter zijn dan dat in een eindeloze rij staren voor het raam. Alleen, het probleem is dat wij dit vinden.

De adviseur waarschuwde ervoor dat het niet gaat om wat wij denken. Wij kunnen zoeken om een mooie omgeving waar je moeder nog een beetje plezier aan haar lotgenoten beleeft. Mensen met een beetje zelfde achtergrond. En een mooie ruime eigen kamer. Maar misschien vindt je moeder dat helemaal niet van belang.

Bezoeken aan instellingen die plaatsen vrij hebben is geen vrolijke onderneming. Zeker niet als je de huiskamers ingaat, waar de senioren hun laatste dagen gezamenlijk doorbrengen. Zoveel verschil met die deprimerend starende bejaarden van toen is er nu ook weer niet.

Vinden wij. De meelevende adviseur die je moeder heeft onderzocht ziet het anders. Wat je moeder het ergst mist is contact. Ze zoekt geen mensen om gezellig mee te praten. Dat stadium is ze allang voorbij, maar aandacht en het idee niet alleen te zijn is wel heel belangrijk. Wat wij denken en goed vinden is hierbij niet zo belangrijk.

Dat is moeilijk. Je wilt het goed doen. Als ze straks is verhuisd wil je haar niet met lood in de schoenen bezoeken. Dus overleg je met je broer en zus en zij zitten met ditzelfde probleem. We zoeken allemaal een pracht laatste periode in een lang leven. Maar we hebben geen idee wat dat prachtig in moet houden.


Morgen gaan we weer kijken in een splinternieuw tehuis in haar geboorteplaats nog wel. En dan moeten we de knoop doorhakken. Dat wordt nog moeilijk, net zoals de verhuizing die een beetje buiten haar om zal gaan. Ach, alle goede bedoelingen ten spijt zijn we toch een beetje machteloos.

zondag 14 september 2014

Noorderlicht


De fotomanifestatie Noorderlicht is dit jaar in Leeuwarden. Aan het straatbeeld te zien zou je het niet meteen zeggen. Geen grote sandwichborden of posters. Slechts hier en daar een pamflet voor een raam.

Laatst hoorde ik op televisie spreken van Noorderlicht in Groningen. Je zou het bijna geloven als je simpel door de Leeuwarder binnenstad loopt. Pas in het Fries Museum, de Blokhuispoort, het Natuurmuseum en het winkelcentrum Zaailand bemerk je ineens dat de manifestatie wel degelijk in Leeuwarden is met tal van dependances naast de hoofdexpositie in het Fries Museum.








Jaloers kijk je dan naar de Fundatie in Zwolle, die sinds de heropening de ene na de andere publiekstrekker in huis haalt. Zo krijg je mensen binnen en heeft het museum een echte meerwaarde voor de stad. Nu is het toch vooral het mooie gebouw en het veel gezelliger Zaailand.


Een ander voordeel van zo'n fotomanifestatie is de opvulling van de vele lege winkelruimtes. In het winkelcentrum Zaailand staat er nogal wat leeg bij. Nu zie je hoe je die tijdelijk kunt gebruiken. Mooi is dat en het geeft ook nog een bijzonder effect. 




vrijdag 12 september 2014

Een onbetrouwbare partner



Het zal je maar gezegd worden. Het was zo’n tussendoor opmerking in een talkshow: Nederland wordt niet gezien als een betrouwbare partner in militaire samenwerking vanwege wankelmoedige politici.

Ja, onze staatsman Frans Timmermans maakte er een grapje van. Nederland is niet gevraagd voor de ‘coalition of the willing’ tegen het IS-kalifaat omdat de vergaderkamer te klein was. Zo simpel was het dus, aldus onze minister van buitenlandse zaken. Niet helemaal, zo bleek uit de opmerking van terrorisme-expert Beatrice de Graaf.

De Verenigde Staten hebben het wel een beetje gehad met Nederland als militaire partner op avontuur in gevaarlijke landen. Nee, aan de soldaten ligt het niet. Nederlandse commando’s staan hoog aangeschreven. Helaas geldt dit niet voor hun opdrachtgevers.

Want terecht beslissen politici over inzet van militairen. Alleen ligt dit een beetje moeilijk bij onze volksvertegenwoordigers. Want uitzending van militairen vraagt om een langere termijnvisie, een visie waarop een land zich gedurende jaren vastlegt, ook als er verkiezingen in het vooruitzicht zijn.

Dat ligt al enige decennia moeilijk in dit land. Natuurlijk mag je van inzicht veranderen en als een militaire missie dreigt te mislukken of de verkeerde kant uit te gaan, getuigt het van moed om de stekker eruit te trekken. Maar niet als de publieke opinie zich tegen die inzet keert.

Dat is zo’n beetje de reden dat Nederland niet meer wordt gevraagd voor zware militaire missies. Al willen ministers het nog zo graag. In het buitenland weten ze zo langzamerhand wel wat het woord van dit land waard is.

Een ja voor iets met soldaten moet achter de helsdeuren met allemaal mitsen en maren worden weggesleept. We hebben er niet zoveel mee, met dat gedoe in uniformen en met wapens en zeker niet met kogels die daar doorgaans uit komen. En het vervelende van die missies is dat er wel degelijk munitie wordt gebruikt.

Het is allemaal goed en wel als missies probleemloos verlopen – en het kenmerk is juist dat dit zelden het geval is – maar zodra er stront aan de knikker komt, blijken we politici met bijzonder zwakke ruggengraten te hebben. Dat wil zeggen als het electoraat onze jongens liever weer veilig thuis heeft.

Dit hebben ze in het buitenland wel geleerd van de inzet van Nederlandse toepen in Afghanistan, Irak en Bosnië. Zodra de publieke opinie zich begint te keren tegen de missie krabben politici zich achter de oren. Zeker als er verkiezingen in aantocht zijn.

Zelfs de meest oorlogszuchtige politici hebbe de afgelopen decennia fors bezuinigd op defensie. Want ze weten dat de kiezer hier wel gevoelig voor is. Nu de wereld ineens minder leuk blijkt dan we na de Val van de Muur in 1989 hadden gedacht, zien ze overigens wel hun kans en roepen dat het afgelopen moet zijn met het korten op defensie. Toen er mensen waren die toentertijd vroegen om een geheel andere krijgsmacht, uitgerust voor nieuwe taken maar niet per definitie goedkoper, kregen ze niet thuis.

Tja denk je dan. De wereld is niet leuk, maar is er iemand die Nederland bedreigt? Misschien als je Rusland genoegd tergt, zou Europa in gevaar kunnen komen. Maar dan zou je voor een Europees leger moeten zijn en zelfs de meest fervente voorstanders van een sterke defensie moeten hier niets van hebben.


Daarom was Nederland dus niet uitgenodigd om mee te gaan in de strijd tegen het kalifaat IS. Niks te kleine vergaderkamertjes. We zijn niet betrouwbaar genoeg. En dat is een conclusie die je het schaamrood op de wangen brengt.

donderdag 11 september 2014

Talkshow bijwonen



Soms zijn er dingen die je gewoon eens moet doen om een idee te krijgen zonder direct te oordelen. Zo had ik vaak niet altijd even complimenteuze ideeën over het publiek van talkshows.

In een opwelling schreef ik me in voor het bijwonen van de nieuwe show van Jeroen Pauw. Het was gratis, dat scheelt weer. Gisteravond mochten we ons vervoegen bij de studio op het terrein van de Westergasfabriek in Amsterdam.

Nieuwsgierig, dat wel. In het restaurant leken de ergste vooroordelen te worden bewaarheid. Lawaaierige groepen die er een feestje van leken te maken, maar ook rustiger mensen. Bovenal overheerste het idee van een avondje uit. Ergens leken me leukere dingen denkbaar, maar vooruit. Je hebt je aangemeld en dan moet je het ondergaan.

Onwillekeurig raak je toch onder de indruk van de routineuze vakkundigheid van de medewerkers en alle apparatuur. Dames die met een kennersblik de binnenkomers inschatten en ze een plaatsje rond het podium toewijzen. De afwijzing van ongemakkelijk lijkende krukken is gene probleem en zo kom je dan in een mooi nisje op een redelijke bank.

Een blik op de over een rails schuivende zes camera’s en de tafelsetting leert dat de kans op verschijning op de buis klein is. De nare krukken daarentegen waren een meer voor de hand liggend object, zo bleek al snel. Het publiek is al aan een glas wijn gezet en de sfeer is ontspannen.

Pauw neemt met Arie Slob alvast plaats aan de tafel en lijkt ogenschijnlijk al begonnen met een vraaggesprek. Grappig, zo glijdt een voorafje eigenlijk zonder dat je het echt opmerkt in de echte uitzending. Geen opwinding daardoor bij het publiek als duidelijk wordt dat de talkshow ‘on air’ is.

Het is een wat ongebruikelijk aflevering zonder muziek, zonder lichte onderwerpen. Pauw lijkt het zichzelf bewust dat hij risico loopt met alleen onderwerpen als jihadisten en ebola. Zeker zo in het begin heb je al snel de naam een te zwaar programma te maken. Een doodzonde dezer dagen met Umberto Tan hijgend in de nek op RTL4.

Het vakmanschap van Pauw voorkomt de ervaring van louter zware kost. Eigenlijk is het boeiender dan ik me had ingedacht. Je raakt meer meegesleept in de gesprekken en let al amper meer op het feit dat je er vlakbij zit. Het lijkt ook de andere aanwezigen zo te vergaan.

Er zijn geen bordjes nodig met ‘applaus’ of zo. De reacties zijn natuurlijk. Misschien ook een beetje getraind door het kijken naar de talkshows weten ze wanneer te klappen en van zich te laten horen. Goede gasten, dat maakt zo’n programma en dit keer zijn ze er met een bijzonder deskundige terrorisme-expert Beatrice de Graaf, Ferry Mingelen en principe-politicus Arie Slob. Leuk ook, dat er drie vrouwen deelnemen.

Het verloopt vlekkeloos zonder ook maar een moment saai te worden, ondanks het feit dat het onderwerpen zijn die al behoorlijk uitgekauwd lijken. Mooie inkijkjes in de politiek, ervaring van een ‘lijkendrager’ in het ebola-gebied en een jonge documentairemaakster die een Nederlandse jihad-strijder heeft gevolgd.


Het bewijst voor mij dat de amusementsfactor helemaal niet zo belangrijk is met een goede gastheer. Er gaan weer een aantal vooroordelen richting vergetelheid. Het is gewoon een aangename ervaring en de gasten zijn in doorsnee echt geen belangstellingsjunkies die zo graag op de buis willen. Aan te bevelen derhalve.

woensdag 10 september 2014

Drijvende stad en andere ideeën





Elke dag trekken wereldwijd 150.000 mensen naar de stad. Een beetje rekenwerk leert dat dit zal resulteren in een tekort aan grond voor woningen en voeding van 22 miljoen vierkante kilometers over dertig jaar.

Het lijkt een abstract getal maar 22 miljoen kilometer is zo’n beetje heel Noord-Amerika. En daar zoekt Floating City een oplossing voor. Want grond is er misschien te weinig op deze aardkloot, water is er ruim voorhanden. Als je nu eens steden op het water bouwt. Drijvende steden dus.

Bij de RDM Campus in Rotterdam wordt gewerkt aan een proefproject van wonen, voedsel verbouwen en sluiten van de nutriëntencirkel. Rutger de Graaf lector drijvend bouwen van de Hogeschool Rotterdam en directeur van Deltasync kan er enthousiast over vertellen.

Alles kan, we hebben de kennis voor bouwen op het water, weet hij. Zeker in de kustgebieden waar de meeste mensen heen trekken kan drijvend bouwen een oplossing bieden voor de huidige veelal onveilige en zeker niet duurzame situatie in de uitdijende miljoenensteden. Want we willen doorgaans wonen op plekken die niet het meest geschikt zijn. En we kunnen niet allemaal zulke dijken als om Nederland bouwen.

Langs het terrein van de roemruchte RDM-gebouwen en in de gebouwen zelf verrijst een complex van innovatieve bedrijfjes en scholen als de Hogeschool en het Albeda College. Wetenschappelijke voeding komt veelal uit Delft. Een miljoeneninvestering die wel nuttig lijkt.

De drijvende stad is een mooi voorbeeld van wat hier ontwikkeld wordt. Een wandeling door het gebouw van wat nu RDM Campus heet toont bedrijfjes als Ampelmann (bouw van stabiele contacten tussen schepen op volle zee en booreilanden en windmolens) en bedrijfjes op het gebied van elektrisch vervoer. En in de andere helft zetelen de hogeschool en het Albeda College. De uitwisseling van kennis en ervaring verloopt er steeds beter.


Het is een ontwikkeling die je op meer plaatsen ziet. Toepassing van elders ontwikkelde kennis in bruikbare duurzame producten voor de nabije toekomst. Leeuwarden kent met Wetsus en de daar ontwikkelde watertechnologie een vergelijkbaar instituut waar hogescholen, middelbaar beroeps onderwijs en innovatieve bedrijfjes nauw samenwerken.

Het lijkt een goed idee, dat uiteenhalen van de ontwikkeling en toepassing van wetenschappelijke kennis. Het zou de druk van de ketel van de universiteiten halen zich met te veel toegepaste wetenschap bezig te houden ten koste van meer fundamenteel onderzoek. Hoewel de grenzen hiervan een beetje vervagen. Maar dit moet nog doordringen tot de financierende overheid, die nog verstrikt zit in het denken in topsectoren.