zaterdag 25 februari 2017

Ze doen het echt



Het voordeel van Donald Trump in de Verenigde Staten is de waarschuwing die van hem en zijn omringende cirkel uitgaat. We weten nu dat we de rechtspopulisten letterlijk moeten nemen. En niet wat lacherig moeten afdoen met de suggestie dat ze het niet kunnen waarmaken en ook niet eens willen.

Het eeuwige gekanker op Nederlandse nieuwsmedia dat ze zo links zouden zijn, blijkt gevaarlijk. Zo leert ons Trump. Nu gaat het alleen nog maar om het weren van kritische media bij zijn waardeloze persconferenties. Maar zijn uitspraken over de media voorspellen weinig goeds.

Het spel van de Nederlandse media is daarom gevaarlijk. Dat ze links zouden zijn is natuurlijk klinkklare onzin. Ze hebben Wilders mogelijk gemaakt en zijn nu hard op weg om de onwaarschijnlijke opvolgers op rechts ook zetelwaardig te maken.

In de media mogen de vijanden van die media hun giftige boodschap spuien. Veelal zonder weerwoord. Je mag voor de NOS als Baudet, Roos c.s. fleurig roepen dat het allemaal fake news is. Dat de werkelijkheid anders is. Zoals de gek die Russische staatsmedia betrouwbaarder vindt dan de NOS en andere Nederlandse media.

Dat in Amerika de mensen niet zoveel moeite hebben met flauwekul, mag eigenlijk niet verbazen. De overgrote meerderheid van de Amerikanen is nogal gelovig. En ter republikeinse kant nogal bijbelvast. Tja, denk je dan, als je in zulke sprookjes gelooft, is de onzin van Trump heel redelijk.

In Nederland is de secularisering evenwel zover doorgedrongen, dat je verwacht dat mensen baarlijke nonsens niet meer voor lief nemen. Gek genoeg doen de aanhangers van Baudet, Roos en Wilders dat nu juist wel. Ze geloven deze lieden, ondanks het zichtbare feit, dat ze een klap van de molen hebben gehad.

Dat maakt de rechtspopulisten gevaarlijk. Reken maar dat ze bij een meerderheid na de verkiezingen onmiddellijk een persbreidel zouden instellen. Te beginnen bij de staatsomroep. Nu hoor ik al weer velen roepen, dat het in Nederland zo'n vaart niet loopt.

Wij hebben een meerpartijen stelsel, waarin de rechtspopulisten nooit een meerderheid zullen vormen. Het zal zo zijn, maar mocht de PVV als grootste partij uit de verkiezingen komen, dan hebben we wel een probleem. Want hij mag dan een poging wagen een kabinet Wilders te vormen. Hoe onwaarschijnlijk ook, met een beetje opportunisme van sommige partijen zou het kunnen lukken.

Om er maar weer eens een Godwin in te gooien: Hitler had ook geen meerderheid in het parlement nodig om de macht te grijpen. En nu niet roepen dat je Wilders c.s. hiermee niet mag vergelijken. Ze doen zelf hun uiterste best om op hem te lijken. Dus staat het ons vrij die vergelijking te maken. Helaas zullen lieden die overwegen PVV te stemmen, dit stuk niet uitlezen als ze er al kennis van nemen. De iets weldenkender meerderheid in Nederland is gewaarschuwd.

Je kunt net als Ewald Engelen kritisch zijn tegenover de Nederlandse pers, maar dan moet je een ding niet vergeten: Er zijn mij niet veel media bekend waar de verslaggevers ook maar een strobreed inde weg worden gelegd, als ze nieuws willen brengen dat wat van de normale nieuwsgaring afwijkt. Van censuur heb ik in mijn loopbaan nooit wat gemerkt.

Dat de media in Nederland desondanks nogal gelijkgeschakeld lijken, vooral op economisch gebied, heeft meer te maken met het gebrek aan belezenheid op deze terreinen van de meeste verslaggevers. Sowieso met gebrek aan belezenheid in zijn algemeenheid. Daar is alleen wat aan te doen, als journalisten met rust worden gelaten door hun bazen en tijd wordt gegund voor goede artikelen, al zullen die soms afwijken van wat algemeen gangbaar is. Dat heb je met belezen journalisten.



donderdag 23 februari 2017

Laffe Geert

https://defrysk.wordpress.com/2017/02/23/slachtoffer-geert/

Klein gedacht



Mensen die veel reizen kunnen nooit hun mond eens houden, las ik eens ergens. Nu ben ik niet zo'n reiziger, maar ik herken het wel. Het is echt niet om indruk te maken dat ik soms mijn mond niet kan houden over mijn nogal mager arsenaal aan reizen.

Het geluk was natuurlijk met mij in de gouden jaren van de journalistiek, waarin zelfs een journalist van een regionale krant de wereld kon rondreizen. Gek genoeg zijn het vooral de reizen binnen een land, die mij meer zijn bij gebleven dan verre reizen naar dat ene land.

Dat heeft natuurlijk alles te maken met het feit, dat zo'n reis veelal met een vliegtuig wordt gemaakt. En zoals we allemaal wel weten is daar niet veel aan, behalve de continue ergernis over te krappe zitruimtes voor mensen boven de 1.90 meter. In dit land waar zo'n beetje voor alles subsidie te krijgen is, zou er ook een potje moeten zijn voor het oplossen van de narigheden, die je als lang mens tegen komt. Maar dit terzijde.

Vooral wanneer ik een ietsje te veel pleeg te drinken kan ik moeilijk mijn mond houden over mijn reisjes binnen een land. Het heeft natuurlijk ook iets van het ontbreken van toerisme. In Ilja Leonard Pfeijffer's 'Brieven uit Genua' kwam ik een passage tegen van een reisje van Genua naar Rome dat me hieraan deed denken.

Hij beschrijft hierin het beleven van een land dat zoveel groter is dan Nederland, waar elke reis per trein of auto binnen een dag afgelegd kan worden, vice versa ook nog. Opgeblazen zakenlieden die wel eens per vliegtuig van de Randstad de regio bezoeken, worden terecht enigszins meewarig aangekeken. Maar in een groot land is dat anders.

De leukste herinnering heb ik aan een reisje van Barcelona naar Madrid. Eigenlijk was ik er op een soort van vakantie in zo'n aangenaam kustplaatsje onder Barcelona, nog niet ontdekt door de vele Spanje-liefhebbende Nederlanders. Uit pure verveling besloot ik maar eens een interview aan te vragen met de schrijfster Julia Navarro.

De uitgever in Nederland was opgetogen over dit verzoek en stelde alles in het werk dit snel te regelen. Efficiënt als dit soort dames is, was een afspraak in het centrum van Madrid binnen twee dagen geregeld. En nam ik mij voor de volgende dag per automobiel de reis te aanvaarden.

Dit voornemen resulteerde in een licht gevoel van paniek toen ik de route wilde uitstippelen. Dat heb je nu als Nederlander. Je denkt in Nederlandse afstanden. Een afspraak om een uur of drie bleek bijkans ondoenbaar per auto, daar de afstand toch ruim zeshonderd kilometer is.

Dan maar per snelle AVE-trein. Maar ja, ook een reis van ruim drie uur en prijzig. De luxe tijden van de journalistiek waren al voorbij, dus maar eens gekeken op de site van Vueling. Daar bleek zo'n reisje van amper een uur slechts €60 (retourtje) te kosten. Aldus besloten reed ik naar El Prat en maakte me al klaar voor de gebruikelijke wachttijd en douane passage.

Daar was evenwel een groot bord met de mededeling 'Shuttle Madrid'. Dit wees naar een gang om de douane heen rechtstreeks naar de goede gate, alwaar slechts een snelle veiligheidscontrole wachtte. Omringd door ogenschijnlijke zakenlieden, die net als ik met slechts een lichte tas routineus naar het vliegtuig liepen.

Je voelt je dan toch een beetje minder toerist of vreemdeling. Je gedraagt je als een doorgewinterde Spaanse reiziger voor wie zo'n vlucht de gewoonste zaak van de wereld is. Ook aan boord waar een ieder uit zijn tas papieren of laptop pakt – de zakenlieden – dan wel een boek en dat zijn er in Spanje altijd nogal veel, en zonder ophef de vlucht aan zich voorbij laat gaan.

Bij aankomst pak je simpel de enige metro, die rechtstreeks naar de wijk van de zeven ministeries gaat en na een kwartier ben je ter plaatse. Je begrijpt weer eens waarom Barcelonezen zich altijd wat achter gesteld voelen bij de Madrilenen. Waar de tocht van El Prat naar het centrum van Barcelona tot groot geluk van de taxichauffeurs toch ietwat ingewikkeld is, is die van Barajas naar Madrid een toonbeeld van efficiency. Terwijl de luchthavens qua aantallen passagiers elkaar niet veel ontlopen.

Je wandelt naar je afspraak en bent een uur te vroeg. Ach, dan ga je wat eten zoals iedereen er doet, met enkele glazen wijn natuurlijk. Je loopt langs een parkje waar jonge mensen genieten van de lentezon. Je geniet van de zorgeloze aanblik van vrouwen op zo'n Spaanse rokjesdag, waar het bijkans altijd rokjesdag is.

En meer op je gemak dan je in Nederland ooit voor een interview bent, stap je het kantoor van de uitgever binnen. Je babbelt wat in je dan ineens helemaal niet zo beroerde Spaans met de receptioniste in afwachting van de schrijfster. Het was allemaal zo gewoon op een aangename manier.

Terug was al evenmin een inspanning. Tenminste als je de auto bij El Prat hebt geparkeerd. Zie het verdriet van Barcelona. Dan begrijp je ineens weer waarom je definitief wilt verhuizen naar dit land waar geen zeurende boze witte mannen zijn. Althans ze overheersen het nieuws niet.



woensdag 22 februari 2017

Eigen verantwoordelijkheid Wilders



Het land is weer eens in rep en roer. Politici geschokt en verbijsterd. Een politieagent met een migratieachtergrond heeft informatie gelekt naar criminele organisaties. En de man zit ook nog bij een dienst die de beveiliging van Geert Wilders onder zich heeft. Misschien moeten we het daar maar eens over hebben.

Keer op keer worden we geconfronteerd met beelden van de PVV-leider omringd door kaalhoofdige beveiligers. Het is natuurlijk verschrikkelijk als je in Nederland om wat voor reden dan ook zo bedreigd wordt, dat je beveiliging nodig hebt. Dat vinden Wilders' collegae ook.

Toch wringt het een beetje. Er is wel eens uitgerekend dat de strikte beveiliging van de PVV'er hem zo een aantal zetels oplevert. Want iedereen vindt het verschrikkelijk dat iemand om zijn meningsuiting bedreigd wordt. Maar er zijn meer mensen in die situatie. Toch lijkt het politieke zelfmoord er iets over te zeggen.

Niet alle mensen zijn verzekerd van levenslange beveiliging. Veelal neemt de dreiging na enige tijd af en kan het wel wat minder. Neem de schrijver Salman Rushdie die een fatwah aan de broek kreeg vanwege een moslims onwelgevallig boek. Die had echt wat te vrezen van in principe elke orthodoxe moslim.

Jarenlang moest hij onderduiken tot de fatwah werd ingetrokken. Voorzover ik weet is er geen fatwah uitgesproken tegen Wilders. Wel schijnt hij op dodenlijsten te staan van Al Qaeda en aanverwante organisatie. Daar is hij niet alleen in. Overigens geloof ik er niets van dat een normale moslim ook maar zou overwegen Wilders iets aan te doen.

Maar goed er zijn gekken die op tilt slaan door het uitbrengen van een film als Fitnah. Maar de invloed hiervan is allang voorbij, zelfs in in islamitische landen. Dus gooit Wilders er maar weer eens gekke beweringen tegenaan, zoals een vergelijkingen van de Koran met 'Mein Kampf', of doet hij voorstellen de koran te verbieden en alle moskeeën te sluiten.

Zoals gezegd, er zijn meer mensen in Nederland die beveiliging nodig hebben. Neem misdaadverslaggever Peter R. de Vries. Hij weet dat hij met zijn werk risico's neemt. Zo is er een doodsbedreiging van Holleeder, aldus het Openbaar Ministerie. De Vries vindt dat zeker niet iets om weg te lachen. Toch wordt hij niet dagelijks omringd door een cordon beveiligers.

De Vries weet dat hij met zijn werk risico's neemt. Dat accepteert hij. Hij hoeft het niet te doen. Hij wenst niet onder te duiken en zijn leven te laten bepalen door die bedreigingen. Hij is wel alert. Maar goed, hij heeft te maken met echte criminelen. Link is het wel. En dat begin je je wel een beetje af te vragen bij Wilders.

Ongetwijfeld loopt er wel ergens een gek rond met waanideeën – hetgeen vaker voorkomt in religieuze kringen – maar van een concrete groep plannenmakers is in Nederland niets bekend. Evenmin horen we iets van aanslagen die door de politiedienst zijn voorkomen. Zou Wilders zich een jaartje onthouden van al te gekke beweringen over moslims dan zou het dreigingsniveau sterk afnemen.

Wilders weet net zo goed als De Vries dat hij met zijn wijze van politiek bedrijven risico's neemt. De gevolgen hiervan wentelt hij af op de belastingbetaler. Nu kun je natuurlijk vast stellen dat een politicus zijn werk moet kunnen doen zonder bedreigingen, maar ja het komt vaker voor. En dan wordt er hooguit een beetje beveiligd met een al dan niet werkende alarmknop en zo nu en dan een patrouillewagen door de straat.

En laten we eerlijk zijn, als er echt iemand rondloopt met het vaste voornemen Wilders om zeep te helpen, dan helpt daar geen cordon beveiligers tegen. Het zou wat meer voorbereiding vergen, of een zelfmoord-jihadist natuurlijk. Daar schijnen er genoeg van te zijn.

De vraag die rest is of iemand die – mede vanwege zetelwinst – zeer bewust risico's neemt door veelal onzinnige dingen te roepen, die geen ander doel dienen dan te bewijzen dat zijn doelwit gevaarlijk is, niet zelf hiervan de gevolgen moet dragen. Of een simpele beveiliging, zoals andere politici in zulke gevallen, moet krijgen.

Even afgezien van de aanzienlijke kosten van de beveiliging, lijkt het mij voor het geestelijk welzijn ook beter een beetje normaal leven te leiden. Als het er alleen maar om gaat de achterban te overtuigen van het gelijk van zijn beschuldigingen richting moslims, zou het dan zo gek zijn om te vragen om eigen verantwoordelijkheid.

Wat zou het toch aangenaam zijn, wanneer Wilders gewoon net als alle andere politici met een niet voor iedereen aangename meningen wel enige beveiliging krijgt, maar dat hij gewoon net als de gewone Nederlanders thuis kan wonen. De inlichtingendiensten houden de kringen waar de bedreiging vandaan kan komen in de gaten.


Mochten er serieuze aanwijzingen voor aanslagen zijn, kan hij altijd weer even onderduiken. Zelfs Amerikaanse presidenten – met heel wat meer reden voor het leven te vrezen – hoeven niet zo in isolement te leven. Want dat isolement is nu eenmaal niet goed voor de geestelijke gezondheid.

zondag 19 februari 2017

Een fontein hier en daar



Een van de weinige concrete voorstellen voor het jaar van Leeuwarden als Culturele Hoofdstad van Europa waren elf fonteinen in de Friese steden. Eerlijk gezegd, best een leuk idee. Het was evenwel buiten de waard van de boze burger gerekend.

Het protest zwelt aan en heeft inmiddels de nationale media bereikt. Zulks verbaast mij. Wat is er mis met fonteinen? Niets fleurt een stad meer op dan een mooi fontein. Dan moet het wel werken natuurlijk en een mooie uitstraling hebben.

Op reizen door Europese steden zie je vaak fonteinen als spetterend en ook levendig middelpunt van centraal gelegen pleinen. Kijk naar de fontein op het Zaailand of in willekeurig welke andere Europese stad. Het zijn alle ontmoetingsplaatsen geworden, speelplekken voor kinderen op hete dagen.

In Barcelona is de Fuente Magica een toeristisch monument van formaat. Dat is nog een stapje verder, een fontein niet alleen als kunstwerk, maar als manifestatie. Zelfs de Barcelonezen kunnen er geen genoeg van krijgen. In Rome zijn de fonteinen iconen

Dus was ik aangenaam verrast met het idee van mooie fonteinen in de Friese elf steden. En van het ontwerp was ik net zo gecharmeerd. Het was van internationale kunstenaars. Niks mis mee in een brede mienskip zou je zeggen.

Nu wekken de organisatoren inderdaad wel een beetje de indruk, dat Friesland zelf weinig te bieden zou hebben op kunstgebied. Behalve oude meesters als Alma Tadema of M.C. Esscher worden de hier woonachtige kunstenaars niet echt geëerd. Maar dit ter zijde.

Het afgelopen weekeinde heb ik me maar eens verdiept in de argumenten tegen de fonteinen.In Sneek bijvoorbeeld, waar hard gekrijst wordt tegen de plaats van het kunstwerk. De bewoners zijn niet gehoord, zo valt te beluisteren. Hoe bedenken ze zo'n plaats? Het past hier niet.

En ja, daar is ie dan: Waarom van een buitenlander? Hebben wij geen goede Friese kunstenaars, die zulks kunnen? Je kon er gif op innemen, dat dit argument om de hoek zou komen in deze tijd van nationalistische gevoelens. Misschien hebben de organisatoren dat toch een beetje onderschat.

Ik begrijp het wel, wijlen Martin van Amerongen sprak ooit de gedenkwaardige woorden, dat achter iedere grasspriet in deze provincie een kunstenaar zit. Hetgeen volgens hem niet wilde zeggen, dat Friesland een levendig cultureel klimaat heeft. Het is al zo lang het me heugt een strijd om de aandacht.

Een redactrice van de cultuurredactie van de Leeuwarder Courant wekte de woede van de Friese literaire coterie met haar opmerking, dat ze weinig ophad met de Nederlandse literatuur, laat staan de Friese. Pek en veren voor de dame in kwestie. Hoe durfde ze en nog wel in de eigen Ljouwter.


Het wordt nog wat met die mienskipsgedachte volgend jaar. Op suggesties iets te doen met de opvang van vluchtelingen om het idee van mienskip wat handen en voeten te geven, heb ik weinig gehoord. Wellicht is een mars door Leeuwarden om vluchtelingen te verwelkomen in plaats van een uitzwaaitocht voor de grutto een ideetje. In Barcelona trok zo'n tocht 160.000 mensen. Dat kunnen wij toch ook.

zaterdag 18 februari 2017

Hoop voor media



In de Verenigde Staten ontwikkelt zich een hoopvol verschijnsel: De geschreven media herwinnen hun zelfvertrouwen en ontdekken weer wat echte journalistiek is. Met dank aan hun nieuwe (malloot) president. In Nederland moet dit besef nog doordringen.

Sombere beschouwing dat het volkse wantrouwen tegen media uiteindelijk hun ondergang wordt overheerst. Lugenpresse, fake media, het zou vernietigend werken, want wat is nog waarheid, als mensen zich verschuilen achter hun 'waarheden'. Het valt toch wel wat mee, want kranten als Washington Post en de New York Times beleven gouden tijden.

En terecht want journalisten nemen geen genoegen meer met de aloude persconferenties, waar ze – eerlijk is eerlijk – te lang op hebben geteerd. Alweer met dank aan de waanzin van Trump. Prachtig speurwerk levert spannende journalistiek op. De spirit van Watergate is weer terug, de luiheid is weg.

In Nederland moeten we dat nog leren. Kritiekloze interviews met Geert Wilders op televisie, het pure fascisme van PVV'er Martin Bosma dat kritiekloos in het Algemeen Dagblad wordt geplaatst. En door de onzalige samenwerking met de regionale kranten konden miljoenen hiervan kennis nemen.

De kwalitatief goede landelijke kranten doen het ietsje beter, met overigens vandaag in de NRC een geweldig staaltje over de invoering van het PGB. Maar ook daar overheerst vaak nog het rare idee, dat volgen van de politiek voor een groot deel het oplepelen van uitingen van politici is en daaruit dan weer conclusies trekken. Soms denk je wel eens dat de neergang van de geschreven pers volledig terecht is.

Dat is te gemakkelijk, ik weet het. De kranten zijn uitgemolken door gewetenloze geldbeluste aandeelhouders, corrupte directies en luie ondernemingsraden. Er is amper geld meer voor echte journalistiek. Hoofdredacteuren roepen luidkeels dat onderzoek-journalistiek de toekomst is en sturen hun redacteuren onderwijl naar onzinnige onderwerpen om aan de vermeende wensen van lezers tegemoet te komen.

Toch kan het geen kwaad eens naar de overkant van de grote plas te kijken. De groei van goede kranten zou een voorbeeld moeten zijn. Journalisten die weer echt aan het werk gaan in plaats van tijdrovende klusjes uit te voeren. Die persconferenties laten voor de reclame die ze zijn en gaan speuren naar wat er feitelijk gebeurt. Ja, dat kost tijd en moeite en sterker nog veel geld. Kennelijk zien de eigenaren dat in en stellen ze geld beschikbaar, ook al omdat er weer groei is. En lezers beseffen weer dat goede journalistiek geld kost, ook digitaal.

Langzaam lijkt dit besef terug te komen bij landelijke kwaliteitskranten. Al is het in de verkiezingstijd nog immer armoede en is een antwoord op het populisme nog steeds niet gevonden, terwijl het antwoord inmiddels bekend is. Ga op zoek naar wat er werkelijk gebeurt. Stop met plezieren van lezers met tralala-verhalen en lifestyle onzin.

Voor regionale kranten lijkt het nog moeilijk. Het geld is op, de leiding is veelal aangesteld als zetbaas van banken en andere geldschieters. De eerder genoemde samenwerking met het AD voor het nationale en internationale nieuws pakt rampzalig uit. De voorheen goede samenwerking binnen de GPD is gestrand op krenterige Wegener-kranteneigenaren. Eigen correspondenten zijn al langer weg, of lijden een armzalig bestaan als freelancers.

Kritische journalistiek in de eigen regio lijkt niet echt prioriteit te hebben, al zijn er nog journalisten – veelal oudere – die tegen de keer kwade zaken aan het licht brengen. Maar het is te weinig.Het is te volgerig, te veel leuk allemaal. Lokale politiek wordt amper gevolgd. Personeelsgebrek luidt het.

Ga dan verdorie echt aan het werk. Weg van het kantoor, de regio in en verder. Niet afgeleid door onzinprojecten als vloggen en twitteren. Iedere dag weer en alleen naar het gemeente- of provinciehuis om iets uit te pluizen. Het zal veel werk worden, maar ach, dat zijn we gewend. Praten, lezen, luisteren, de bewonersgroepen volgen. Niet alleen maar registreren, maar spitten. Weg met de dagelijkse druk met iets leuks te komen.

Alleen dan kan ook de regionale journalistiek overleven. In betere tijden kregen journalisten de vrijheid en kwamen soms met verrassende resultaten. Er was geen dwang om leuk te zijn. Nu moeten juist die journalistieke resultaten weer voorop staan en niet de leukheid of het amusement om lezers te trekken. 

Het is te veel public relations. Dat heeft niet gewerkt de afgelopen jaren. Terug naar de journalistiek verdorie. Mensen zoeken naar echt betrouwbaar nieuws en snappen zo langzamerhand wel, dat het internet dat slechts deels biedt. Een krant leidt minder af.

Laat zien dat een krant het verschil weer maakt. Dat ze er weer toe doet. Het zal tijd kosten. Toch heb ik nog wel vertrouwen in de mensen die de krant hebben afgezworen. Dat was nu eenmaal de tijdgeest. Nu ze weer op zoek gaan naar echt nieuws, zorg dan dat er wat te bieden is. Stop het geld en vooral de mankracht voor woonbijlagen in goede journalistiek projecten. 

Stop het geleuter over nieuwe verdienmodellen op internet. Digitaal en papier gaan uitstekend samen. Maar om eerlijk te zijn, op internet doen poezenfimpjes en -foto's het er nog het beste. De urgentie voor kranten die willen overleven is hoog. De kranten zijn lang genoeg leuk geweest. Nu is het weer tijd voor informatieve artikelen die er werkelijk toe doen. En wees vooral niet bang partij te kiezen, maar dan wel op basis van feiten.


vrijdag 17 februari 2017

Een open staat Israel




Het zijn verwarrende tijden. Het kan niet vaak genoeg worden gezegd. De maffe Donald Trump denkt zijn vriend Nethanyahu een dienst te bewijzen met het loslaten van de tweestatenoplossing.


Om maar het het laatste te beginnen. Schande sprak de progressieve gemeenschap over dit idee van Trump ook eens te kijken naar een Israëlische staat. Het zal ook de nepblonde leider Geert Wilders wel gunstig klinken. Hij heeft tenslotte ook iets merkwaardigs met Israel.

Misschien moeten we niet te hard van de toren blazen en erkennen dat de oplossing van twee staten (Israel en Palestina) zo dood als een pier is. Israel onder Nethanyahu zal nooit toestaan dat een zelfstandige staat Palestina komt. En het bestuur in de bezette gebieden geeft weinig hoop op een levensvatbare democratie in zo'n staat.

Dus is een staat misschien niet zo'n gek idee. Een soort groot Israel met gelijke rechten voor alle inwoners. Dat dan weer wel. Een oud-collega – ook nog Arabist – stelde ooit vast dat elke andere oplossing voor het hopeloze conflict niet levensvatbaar is.

Helaas moeten we bang zijn dat dit niet exact is wat Trump voor ogen staat met zijn opmerking. Gezien zijn omgeving van extreem rechtse raadgevers zou de een staat oplossing eerder een nieuw soort Zuid-Afrika worden. Een Joodse staat met Palestijnen als getolereerde tweederangs burgers. De natte droom van PVV'er Martin Bosma.

Dat is natuurlijk geen oplossing, eerder olie op het vuur. In de NRC wordt het idee van een staat met gelijkwaardige burgers een extreem linkse oplossing genoemd. Want het zou het einde van een Joodse staat betekenen, als Palestijnen gelijke stemrechten krijgen.

Hoe extreem is die gedachte eigenlijk. Israel als een gewone democratische staat zonder apartheid. Ik weet het, Geert lopen de rillingen over de rug, Trump en Netanyahu zal het schuim om de mond komen. Maar Trump heeft wel de mogelijkheid geopend door geen voorwaarde te koppelen aan het idee van een staat.


Bekijk het nu eens van de andere kant. Het zou zijn tijd moeten hebben, maar een staat waarin Joden en Palestijnen vreedzaam samenleven. Hoeveel oud zeer zou het niet wegnemen. Bovendien hebben de omliggende Arabische landen geen argument meer om Israel als vijand te zien.

Een beetje slimme Amerikaanse president zou het idee erin kunnen stampen en Nethanyahu onder druk zetten om maar eens een begin te maken. Extremisten van Joods en Palestijnse kant zullen er alles aan doen om het te saboteren. Maar de kans is groot dat een meerderheid aan beide kanten wel eens van die eeuwige oorlog af wil. Wanneer de voedingsbodem voor de extremisten weg is, zullen ze weinig invloed meer hebben.

De kolonisten hoeven niet zo hard de kont tegen de krib te gooien. In een open staat Israel kunnen ze zich overal vestigen, mits ze natuurlijk eerlijk daarvoor de grond kopen van en niet inpikken zoals ze nu doen. Het zal wat kosten en niet overal lukken, maar wel veel minder kwaad bloed zetten.


Om kort te gaan, een extreem links idee is zo'n een staat oplossing helemaal niet. Een Joodse staat met Palestijnen als tweederangs burgers is daarentegen wel degelijk extreem. Mocht Trump dit bedoelen en Wilders dat ook het liefst zien, dan moeten we hopen dat een volgende president het oppikt. 

dinsdag 7 februari 2017

Laat ze toch, die moslims...



De Amerikaanse showhost Bill Maher is een van mijn favorieten. Op internet verscheen een dezer dagen een interview met hem over moslims. Enige ongerustheid over deze geloofsgroep bleek hem niet vreemd.


Niet dat hij zich schaarde onder de massa islam-bashers. Toch kwam in het gesprek de noodzaak tot hervorming van de islam naar voren. Dit vooral om de ongerustheid over moslims weg te nemen. Een loffelijk streven zou je zo zeggen.


Het blijft echter een merkwaardig verschijnsel dat buitenstaanders moslims aan moeten moedigen om hun religie een tikje te moderniseren. Verlichting noemen we dat naar analogie van het christendom. Alsof de moslims dit dan niet zelf zouden moeten doen, zoals de christenen naar voortschrijdend inzicht gestaag afstand namen van de letterlijke interpretatie van het geschrevene in de bijbel.


Kennelijk werkt dat niet zo, want eerlijk is eerlijk islam en christendom hebben zo ongeveer even veel eeuwen de tijd gehad hun geloof aan te passen aan nieuwe inzichten als die uit de wetenschap. En dan hebben moslims ook nog eens de voorsprong gehad in de Arabische wetenschap, die zo rond de donkere tijden van het christendom hoogtijdagen meemaakte.


Kenmerkend voor het afscheid van het geloof der vaderen is het afwerpen van de voorgeschreven uiterlijke getuigenissen van dat geloof. Echte christenen zijn slechts nog te herkennen aan minuscule kruisjes dan wel visjes aan halskettingen. Je ziet het er niet meteen aan af, zo in het openbaar.

Moslims en dat hebben ze gemeen met bijvoorbeeld joden, hebben zo hun kledingvoorschriften die hen van mijlen afstand herkenbaar maken. Hoofddoeken, keppeltjes, merkwaardige haardrachten bij mannen en omgangsvormen maken het onmogelijk hen te doen opgaan in de massa.

Zelf beschouwen ze dit als noodzakelijk en voorgeschreven in hun heilige schrift. Het grappige hieraan is dat zowel bij christenen, joden als moslims de heilige boeken als bijbel, thora en koran daar over geen duidelijkheid verschaffen. Veelal gaat het om later toegevoegde geloofskenmerken.


Bij joden waren het schriftgeleerden, die gedragsvoorschriften bedachten, vaak voortkomend uit culturen van het land van herkomst. Ooit tijdens een rondreis in Turkije grapte een reisleider hoe dat in een islamitisch land toeging.

Imams waren, zeker in de achterlanden van Turkije, niet zozeer schriftgeleerden. De Koran is nu eenmaal in het Arabisch geschreven en de imams werden niet aangewezen op basis van hun Koran-kennis, maar meer in hun opvolging via familiebanden. Vrijwel ongeletterde - zeker in het Arabisch - imams, bedachten op prangende vragen van de gelovigen zelf nieuwe voorschriften.

Mompelend en gewichtig bladerend voor de Koran, die ze niet konden lezen, schreven ze gelovigen nieuwe regels voor. Regels die al snel in steen gebeitelde wetten werden. Daar konden wij natuurlijk hartelijk om lachen. Maar evengoed is het verontrustend.

Want die door half-analfabeten bedachte wetten ondergingen geen veranderingen onder gelovigen in verlichtere tijden, waarin geletterdheid toenam. Natuurlijk, er waren andere tijden. Wie foto’s ziet uit de Arabische wereld van zeg de jaren zestig, zoekt daar vergeefs naar de in zwarte gehulde en gehoofddoekte vrouwen. Maar dat was in de steden. Het platteland was anders.

Daar zit ook het probleem dat westerlingen hebben met de islam. De verlichte stedelingen waren een minderheid. Want vooral na de ontkolonisering van die landen, grepen de overwegend islamitische landen - onder invloed van naar de stad trekkende plattelanders -  terug naar de oude kledingwetten. En zien we weer veel hoofddoeken. 

De eerste islamitische gastarbeiders in het westen, waren ook niet zo van de letter van de wet. Dat kwam pas later toen hun echtgenotes overkwamen en ze ook nog het gevoel kregen - niet onterecht - dat ze na decennia aan hun lot overgelaten te zijn nog niet geheel voor vol werden aangezien. Ze grepen terug naar de oude gewoonten. Waardoor ze nog eens extra aangezien werden voor niet geheel volwaardige landgenoten.

Nieuwkomers uit moslimlanden, veelal gevlucht voor de dictatuur van islamitische heersers, komen hier binnen in hun traditionele kledij. In plaats van bij aankomst met een zucht van verlichting die doeken af te werpen, volharden ze in het dragen ervan. Naar mate er meer druk komt om dat wel te doen, groeit de weerzin hiertegen.

Kennelijk werkt druk van buiten niet. Als er iets moet veranderen kan dat alleen als het vanuit de geloofsgroep zelf komt. En dat zit er niet in als westerlingen blijven aandringen en hen ook nog eens als minderwaardig neerzetten. Dan gaan zelfs intellectuelen zich weer traditioneel kleden.

Het is een raar verschijnsel. Net als bij joden in wijken, zoals de diamantbuurten in België en Frankrijk, waar men ook halsstarrig volhardt in het uiterlijk vertoon van het jodendom. Helemaal verdwijnen doet het dus niet, ook niet bij verlichtere geesten.

Alleen onder de christenen in het westen verdwenen de uiterlijke kenmerken, overigens tegelijk met het letterlijk geloven. En als dan kleine groepen weer teruggrijpen naar dat oude geloof, dan doen ze dat zonder het uiterlijk vertoon.

Misschien moeten we toch maar een zachtere aanpak voorstaan. Laat moslims het zelf uitzoeken en laat ze zonder druk van buiten hun weg vinden in een maatschappij waarin geloof nu eenmaal amper een rol speelt. Wellicht dat er dan verandering komt en radicalisering - toch ook een gevolg van achterstelling - kansloos wordt.


Het beste dat de westerse beschaving heeft voortgebracht is de scheiding der machten en vooral het terugdringen van religieuze macht naar de huiskamer. Vertel het de nieuwkomers, zonder de arrogantie van de verlichten, zodat ze zelf met een beetje goede wil, het leuke ervan kunnen inzien. Dan kunnen ze wellicht ook meehelpen dwaallichten als Geert Wilders te bestrijden. 

En laten we allemaal eerlijk zijn, het leven is zoveel aangenamer als je je geloof binnenskamers belijdt en een gezonde scheiding tussen geloof en praktijk weet aan te brengen. Het geloof helemaal uitbannen - zo’n gek idee ook weer niet - krijgen we niet voor elkaar. 


Ogenschijnlijk rukt de religie weer op, hoewel zelfs in de VS onder de radar het geloof minder serieus wordt genomen, maar vooralsnog hebben de religieus geïnspireerden het tijdsgewricht mee. Laat ze, zou ik zeggen. Zo lang ze ons ongelovigen met rust laten. En feitelijk doen ze dat ook. Hooguit de nieuwe evangelisten in de VS uitgezonderd. Islamisering is door rechts-extremisten bedachte onzin. Iets wat we de komende tijd goed in gedachten moeten houden. 
Speciaal voor Fryslân:


Education


zaterdag 4 februari 2017




                                            Dudeïsm

vrijdag 3 februari 2017

Trump ramp voor rechtspopulisten



Je kunt niet altijd wanhopig zijn, zullen we maar denken. Er gloort hoop aan de horizon. Niet dankzij onze politici, die nog altijd worstelen met een redelijk antwoord op de doorgeslagen Geert Wilders. Nee, het rechtspopulisme richt zichzelf te gronde.

Daar was het wachten natuurlijk allang op. Helaas het kon de aanhangers van de blonde leider niet gek genoeg. Wat hij ook allemaal voor loze maar gevaarlijke beloften deed, ze bleven hem trouw. Althans in de peilingen. Nu is er weer een nieuwe peiling, waarin de PVV aanzienlijk kleiner uit de bus komt.

Dat is al hoopvol, maar er is iets nieuws. De onvoorwaardelijke steun voor de gek Trump door zo’n beetje heel extreemrechts, komt als een boemerang terug. Eindelijk gaat het ook Wilders kiezers een beetje te ver.

En dat treft niet alleen Wilders, maar ook Le Pen, Petry, Orban en de liefhebbers van de grote leider Poetin. In het gewone nieuws merken we hier nog weinig van. Zeker niet op de sociale media, waar ogenschijnlijk gek rechts nog immer de hoogste toon heeft.

Maar je merkt het al op een eenvoudig verjaarspartijtje. Waar voor Trump toch menig twijfelende kiezer de oren wel enigszins naar Wilders liet hangen, keert die zich nu af. Want Trump is voor de ontevreden twijfelaar toch een stapje te ver.

Laten we daarbij natuurlijk niet vergeten dat de blonder leider nimmer meer dan een zetel of dertig kan halen, waarmee hij echt niet Nederland kan overnemen. Maar goed, nu begint het erop te lijken dat hij die dertig bij lange na niet zal halen. Met innige dank aan Trump.

Hetzelfde zie je gebeuren in Frankrijk waar Marine le Pen zich al opmaakt voor het presidentschap. Haar rechtse opponent Fillon lijkt te zijn uitgeschakeld en plots komt daar een redelijk alternatief te voorschijn in de persoon van Emanuel Macron. Ongetwijfeld zal Le Pen in de eerste ronde voldoende stemmen krijgen om het in de tweede ronde op te mogen nemen tegen Macron.

Maar net zoals in Nederland de PVV-adepten toch wel een beetje terugschrikken, zal Le Pen in een tweede ronde kansloos zijn tegen Hamon. Een meerderheid van de Fransen is helemaal niet zo in voor extreemrechts. Het is wat we dreigen te vergeten in de voortdurende nieuwsstroom over de rechtspopulisten.

Ook in de rest van Europa is zelden een meerderheid te vinden voor de gekkies. Hooguit in de voormalige Oostbloklanden, die natuurlijk nooit in de EU hadden mogen komen. Althans niet zo snel. Niet iedereen zit op Twitter zijn gram te halen, of op Facebook zijn onderbuikgerammel te uiten. De voxpopjes op de nationale televisie zijn evenmin een redelijke vertegenwoordiging van de totale bevolking.

En wie wel wat geporteerd leek voor Wilders schrikt zich een hoedje van Trump. Dat is natuurlijk niet de bedoeling van een proteststem. Een beetje de aanstaande orde jennen is heel leuk, maar eigenlijk zijn we ook een beetje bang voor de extremen. Zelfs de VVD lijkt op die manier aanhang te verliezen als redelijker alternatief voor de PVV.

Zo gloort er enkele maanden voor de verkiezingen plotseling weer hoop voor Nederland. En laten we het even niet vergeten, door het gestook van Trump en Poetin groeit ook de waardering voor de EU weer. Dit jaar kan wel eens het definitieve einde worden van het gegil en gescheld van extreemrechts in de voorheen redelijke lidstaten. Hoop doet leven tenslotte.