Nu het beeld van de Israëlische genocide op de Palestijnen langzaam kantelt, worstelt menigeen met de vraag waarom regeringen, media en politiek zo lang in de ontkenningsfase hebben gezeten en sommige nog steeds zitten. Voor antropoloog en schrijver Sinan Çankaya is het een vraag die samenhangt met de integratie van de moslimgemeenschap in Nederland, of liever in heel Europa.
In Galmende Geschiedenissen verhaalt Çankaya van zijn worsteling met de redacteur van zijn uitgever, die moeite heeft met zijn stellingname in de Gaza-genocide en met zijn analyse van de Westerse hypocrisie, de problematische herinnering van de Holocaust tegenover ander leed.
Uiteindelijk zwicht hij deels door er ook een persoonlijke geschiedenis van te maken. Over zijn worsteling met zijn afkomst en zijn weg naar boven, naar de universiteit, naar de witte bolwerken en de botsing met zijn van oorsprong Turkse familie en zijn oude vrienden. Eigenlijk een klasse-strijd, nu met een kleur.
Wanneer hoor je er echt bij? Die vraag staat centraal. Juist door Gaza en de reactie van regering en media, dringt bij Çankaya het besef door, dat hij – schrijver en wetenschapper - er nooit helemaal bij zal horen. Waarom mag hij direct na 7 oktober niets zeggen over de Nakba in 1948, de verdrijving van en de moord op veel Palestijnen uit Israël? Niks over de bezetting door Israël van de Westbank, de misdaden van de kolonisten?
In de bovenwereld van universiteit, van de media en de politiek is het in die eerste weken, maanden na 7 oktober verboden. Anti-Israël wordt gelijkgesteld met antisemitisme, en zeker na de Maccabi-rellen, specifiek het antisemitisme binnen de moslimgemeenschap. Ministers en politici nemen geen blad meer voor de mond met de beschuldigende vinger richting Marokkanen en Turken, al dan niet in Nederland geboren.
De vraag die Çankaya uiteindelijk bezighoudt, is hoe de moslimgemeenschap nog vertrouwen kan hebben in de instituties, die hun gevoel zo hebben weggedrukt. Dat je kennelijk niets gelijk mag stellen aan de Holocaust. Dat is het ultieme kwaad, daar kan geen genocide tegenop. Dat hier in andere delen van de wereld anders over wordt gedacht, dringt niet door.
Wat betekent dit voor de verhoudingen binnen het land? Voor Çankaya is het voorlopig helder. In een interview naar aanleiding van dit boek/essay, zegt hij: Fuck integratie. Wat je ook doet, je blijft altijd die van een andere kleur, van een ander geloof. Hoe goed je ook je best doet erbij te horen. Waarom zou je nog je best doen? Nooit is het genoeg. En Gaza blijkt de ultieme test.