zaterdag 27 mei 2023

Hoe Wilders aan de basis van de Kaag-haat staat


Een meerderheid van de Nederlanders vindt de bedreigingen richting Sigrid Kaag eigenlijk niet kunnen. Maar, ze moet wel weg. Aldus het nieuwsprogramma van SBS6, Hart van Nederland. Nu kun je zo je twijfels hebben over de waarde van zo´n peiling, maar het zegt veel over de staat van het land. 

 

Dit alles komt voort uit het programma Collegetour van Twan Huys. Daarin was D66-leider Sigrid Kaag zichtbaar geroerd door de zorgen die haar beide dochters uitspraken over haar veiligheid. Ze vrezen dat hun moeder nog eens zo eindigt als het vermoorde D66-ikoon Els Borst. Want wat wordt er dagelijks aan haat tegen Kaag verspreid op sociale media, maar inmiddels ook daarbuiten.

 

Menigeen heeft zich inmiddels afgevraagd waarom de haat van de toetsenbordridders zich zo op Kaag en D66 richt. Aan antwoorden als D666 en pedofilie heb je natuurlijk niks. Maar veel verder komen de haters niet. Het is hen duidelijk aangepraat. Wie zit daar toch achter, vraagt een redelijk denkend mens zich af.

 

Onmiskenbaar is bij extreemrechts de D66-haat het grootst en Kaag is het ideale mikpunt. Maar waarom D66, waarom Kaag? Ik bedoel maar, PvdA, SP, de PvdD zijn veel meer voor de hand liggen stenen des aanstoots voor bruinrechtse fanaten. Is Esther Ouwehand niet veel meer een nagel aan hun doodskist? D66 is toch bepaald niet een linkse partij.

 

Op zoek naar een antwoord kom je al snel uit bij PVV, FvD en later BBB. Een tijdje terug was Kaag bij de PVV-aanhang eigenlijk niet eens zo gehaat, als ze al wisten van welke partij ze was. Bij de FvD was haar partij veel eerder het middelpunt van de haatcampagne. Dat wil zeggen, alles wat fout was in Nederland lag aan D66.  Boerenpartij BBB nam dat over. Kaag was niet eens zo zeer het doelwit.

 

De echte Kaag-haat kreeg de wind in de zeilen, toen Geert Wilders er een ideaal kiezertrekkend middel in vond. Het was in de tijd dat FvD nog een fatsoenlijk geacht alternatief voor de PVV werd gedacht en een geduchte concurrent leek. En met Kaag en D66 als middel om de stemmers terug te winnen, had Wilders, zo moet hij gedacht hebben, goud in handen. Want van het prediken van haat tegen links, hoefde je de voorheen zeer rechtse VVD´er niets te leren.

 

Met de implodering van de FvD had Wilders ook zo wel de verloren stemmen terug kunnen winnen. Maar schelden op Kaag - vrouw, elitair, getrouwd met een Palestijn – bleek erg aan te slaan bij de PVV-aanhang en ietsje daarbuiten. Een aanhang, die geen benul heeft van waar D66 voor staat. Het gegil van Wilders dat de partij Nederland min of meer bestuurt, sloeg wel aan. Maar vooral zijn niet aflatende scheldpartijen op Kaag. Zij paste natuurlijk prima in zijn doorgeslagen anti-moslimretoriek met haar Palestijnse echtgenoot.

 

Veelvuldig en al decennialang is er gewaarschuwd voor de door rechts georkestreerde haatcampagne tegen alles wat in hun ogen links was. Zeker met een deels extreme en wapengekke aanhang is dat niet zonder gevaar. Maar deden VVD-voorlieden dat nog min of meer met humor, Wilders wist er een serieus verdienmodel van te maken.

 

Juist Wilders weet natuurlijk wat het betekent gedemoniseerd te worden. Al vele jaren hebben radicale moslims, vooral in Pakistan, het op hem gemunt. En hij betaalt ervoor met een leven als zwaarbeveiligde politicus. Dat zulks wellicht gevolgen heeft voor ´s mans geestelijke gezondheid lijkt geen raar idee.  Hij heeft er evenwel niet van geleerd voorzichtig te zijn met het verketteren van tegenstanders.

 

Sterker nog, hij heeft die kennis misbruikt in zijn haatcampagne tegen Kaag. Iedere keer dat iemand zegt zich zorgen te maken over de bedreigingen richting Kaag, krijgen we te horen, dat Wilders toch veel erger bedreigd wordt. Of dat we het niet mogen hebben over Els Borst, want Pim Fortuin en Theo van Gogh waren de echte politieke slachtoffer.

 

En zo heeft de man, die al 20 jaar zijn kamerlidmaatschap louter inzet voor het racistisch hitsen tegen moslims, asielzoekers en andere migranten, zonder ook maar ooit een nuttige bijdrage te hebben geleverd aan het maatschappelijk debat, beveiligd op kosten van de belastingbetaler, Kaag slachtoffer gemaakt van zijn haat tegen alles wat afwijkt in land.

 

Heeft dit dan helemaal geen gevolgen? Niet zolang politici bang zijn voor de domrechtse achterban van Wilders. Voor de ontevreden kiezers, voor de ongehoorde burgers. Toch zijn het zijn collega´s en de media die hem het zwijgen kunnen opleggen. En dat zo langzamerhand ook zouden moeten doen. Zo niet, zal na Kaag een ander het slachtoffer worden van Wilders frustratie en haat. Een cordon sanitair is het minste wat ze kunnen doen.

 

 

zondag 2 april 2023

De rot in het land

 


Wie jaren geleden waarschuwde tegen het voortdurend gehak van rechts op links in een overwegend rechts georiënteerd land, werd niet echt serieus genomen. Dat vooral rechts, vergetend dat het eigenlijk al decennia aan de macht is, haat zaaide tegen links wilde er niet in. Want ´links kon er toch ook wat van´. Het verhaal van beide kanten dat allang geen stand meer zou mogen houden na alle aanslagen van door rechts geïnspireerde terroristen.

 

Wat ooit goedmoedig begon met Hans Wiegel die PvdA-er Joop den Uyl uitmaakte voor Sinterklaas, is door zijn opvolgers kwaadaardig omgezet in het succesvol betichten van linkse partijen van potverteren. Dat extreemrechts daar nog een schepje bovenop deed, door zo´n beetje alle problemen van het land te wijten aan links, versterkte de teloorgang van de linkerkant van het politieke spectrum.

 

Linkse partijen durfden niet hard genoeg stelling te nemen. En zo kan het dat te veel burgers in een welvarend land, ja een van de meest welvarende van Europa, uit veelal aangeprate, soms terechte onvrede op haat zaaiende partijen als PVV, FvD, JA21, BVNL  en BBB stemmen. Haat tegen buitenlanders, islam, wetenschap, media, eigenlijk tegen alles wat de aandacht van het eigen falen zou kunnen afleiden. 

 

Kapitale woonboerderijen op het Friese platteland worden inmiddels ontsierd door omgekeerde vlaggen. Hoezo onvrede, hoezo niet gehoord? Als er echt zoveel burgerlijke onvrede is over het beleid van de afgelopen decennia, waarom dan niet afgerekend met VVD en CDA als voornaamste veroorzakers en stemmen op linkse partijen die zich allang tegen dat beleid hebben gekeerd? Onwetendheid? Desinteresse? De media die wel erg volhardend zijn in het op het schild te hijsen van extreemrechtse nitwits, louter uit angst de stem van de bezorgde burger te missen?

 

Neem nu de bedreigingen aan het adres van schrijver Pim Lammers, die zich uit angst hiervoor terugtrok als schrijver van een gedicht voor de Kinderboekenweek. Rondom klonk het van links tot rechts dat hier de vrijheid van schrijvers in het geding was. Wellicht, maar waarom de rol van extreemrechts in het haat zaaien tegen Lammers niet duidelijker benoemd? Bang voor de bezorgde burger?

 

Een symposium over de wolf wordt gekaapt door extreemrechtse wolvenhaters en moet worden afgeblazen. Vrouwen in de politiek moeten op hun tellen passen, want extreemrechts heeft het niet zo op vrouwen op belangrijke posities, zeker niet bij links geachte partijen. Dat D66 nu de meest gehate partij is in bruine kring, zou op de lachspieren moeten werken, als het niet onderdeel was van een strategie. Een strategie gericht op het tot zwijgen brengen van alles wat niet in het eigen gedachtengoed past. Gematigder politici laten nu al weten, niet alles meer te durven zeggen.

 

Oude verworvenheden uit verlichter tijden lopen gevaar. Zichzelf redelijk noemende mensen willen nog steeds met de ´bezorgde burger´ in gesprek, die hier kennelijk voor te porren is. Hou toch op, dat is helemaal niet de bedoeling. We staan erbij, kijken ernaar en te vaak stemmen we op de partijen die onderdeel zijn van die strategie. Er is geen Poetin nodig in Nederland. De rot zit er al in.

 

 

woensdag 8 maart 2023

De vakbladen als onderdeel van het agrarische probleem


We moeten het eens hebben over de agrarische vakpers. Tenslotte is dat zo´n beetje het enige medium dat tegenwoordig nog op de iconische keukentafel van de boeren terecht komt. En natuurlijk is het de oorsprong van Caroline van der Plas.

 

In de tijd dat ik landbouwjournalist was, waren de vakbladen wel eens bron van het nieuws, maar vaker aanleiding tot grote verbazing. Degenen die zich er journalist noemden, hielden zich tot in detail bezig met de sector waarvoor ze schreven. Details, waarvoor journalisten van de algemene pers, tot hun frustratie, weinig belangstelling hadden.

 

Tijdens persconferenties van bijvoorbeeld de Rabobank, of van de agro-industrie waren zij vaak beter op de hoogte dan de sprekers. Dat wil zeggen van de details in de varkens-, kalver- en pluimveehouderij. Groot was dan de frustratie dat de tentoongestelde kennis niet werd gewaardeerd, zeker niet door hun algemene vakbroeders, die vaak liever wilden horen hoe er werd gedacht over de kritiek op de sector.

 

Die frustratie kwam onlangs ook naar voren bij Caroline van der Plas, die zich in haar tijd als ´journalist´ steeds weer verbaasde over het gebrek aan kennis bij de algemene pers. Nu was zij dan ook chef-redacteur van Pig Business en Pluimveeweb bij Agrio Uitgeverij, een pr-blad voor de vleesindustrie. Bladen waarin het vergeefs zoeken is naar reflecties op de eigen bedrijvigheid, laat staan maatschappelijke zaken.

 

Mijn collega´s van de vakbladen waren veelal afkomstig uit de agrarische sector, boerendochters en -zonen voor wie op de boerderij geen plaats was. Zelfs de enkeling die werkzaam was voor de algemene dagbladen, zoals ik, had vaak zo´n achtergrond. Het botste wel eens dat ik al weer een generatie verwijderd was van het boerenerf, maar omdat ik  landbouwjournalist voor de Leeuwarder Courant was, werd ik min of meer geaccepteerd.

 

In die tijd verscheen ook het Agrarisch Dagblad. Een krant waar de redacteuren poogden de wereld vanachter een agrarische bril te aanschouwen. Hier werkten ook weer journalisten, die ofwel uit de algemene journalistiek kwamen ofwel daar later in terecht kwamen. Hoofdredacteur Hylke Speerstra werd zelfs later hoofdredacteur van de Leeuwarder Courant. De krant was uiteindelijk geen lang leven beschoren. Zoveel viel er nu ook weer niet met die agrarische bril te bekijken en zoveel belangstelling was er nu ook weer niet bij de boeren. 

 

In diezelfde traditie bestaat nog immer het weekblad van de LTO, Nieuwe Oogst. Toentertijd was het een echt journalistiek blad. De journalisten snapten er de collega´s van de algemene pers wel, ook als die zich kritisch uitlieten over hun sector. Hoe het blad inmiddels is, weet ik niet.

 

Resten de specialistische vakbladen, die nog immer in de brievenbus op boerenerven belanden. Heel af en toe lezen algemene journalisten die bladen en verbazen zich hogelijk over het gebrek aan realiteitszin. Zeker bij het tot in bloederige details beschrijven van aanpassing van dieren aan stalsystemen, zonder ook maar het geringste oog voor dierenwelzijn of kritische geluiden in de buitenwereld.

 

Die bladen dus waar zich journalist wanende voorlichters het wel uit hun hoofd laten zich kritisch uit te laten over gebruiken in hun sector. En die door boeren betaald en hogelijk gewaardeerd worden. En die voorlichters ergeren zich dus blauw aan echte journalisten, die in plaats van hun geliefde details algemene en soms kritische vragen stellen.

 

Mijn positie werd langzaam toch wel een beetje moeilijk, omdat veel boeren steeds minder op hebben met kritische geluiden, zeker niet van een specialist op hun gebied. Toen viel het met bedreigingen nog wel een beetje mee, hoewel de eerste harde woorden al vielen.

 

 Later toen ik al afscheid had genomen van de landbouwjournalistiek meende een gerespecteerd oud-collega waar bij mij het probleem zat. ,,Je houdt niet van boeren´´, zo meende hij. Tsja, ik houd ook niet van wetenschappers of natuurbeschermers, dat wil zeggen niet van allemaal, waarover ik later schreef. Maar het geeft wel zo´n beetje de denkwijze in de agrarische pers weer, die daarmee onderdeel van het agrarische probleem zijn.

 


zondag 10 juli 2022

Hoe bruin zijn boeren?





Boeren worden opgejut door extreemrechts en komen zo in het bruine kamp terecht. Dit kunnen we deze dagen van veel kanten horen. Maar klopt het ook. Zijn boeren zulke authentieke onschuldige wezens, in tegenstelling tot de verdorven stedeling? 

 

Als jongetje van amper zes bracht ik bijna al mijn vakanties door op de boerderij van mijn grootmoeder en haar twee broers. Het waren paradijselijke jaren, bij boeren die alles nog met paarden deden, in weilanden die nog doorsneden werden door greppels en zeker in de lente rijk aan kruiden.

 

Wist ik veel, als ik de gesprekken hoorde van de drie. Natuurlijk, ik hoorde later wel eens opmerkingen, die mij verbaasden. Zoals over de Holocaust: ,,Nou ja, die ´lapkepoepen´ waren ook niet zulke besten´´.  Maar, als jochie snap je het ook niet allemaal.

 

Later, zo gaan die dingen, kreeg je andere belangstelling. En de bezoeken aan de boerderij werden zeldzamer. Met het ouder worden werden ook de donkere kanten zichtbaar. Natuurlijk, het was ook een merkwaardig stel, twee ongetrouwde ooms en een ongehuwde moeder, mijn oma. In het nabijgelegen dorp hoorden we wel eens nare opmerkingen.

 

Maar ach, als er ´s avonds vanuit het benepen kamertje aan de voorkant van de boerderij naar buiten werd gekeken, was het commentaar ook niet van de lucht. En niet altijd even ruindenkend. Een andere kerk, een nieuwe trekker, een ander uiterlijk, het was al snel aanleiding tot veroordeling.

 

Tot ik ging samenwonen met mijn lief en haar kinderen. Ja, haar dochter was donker. Dat was een probleem voor de drie. ,,Dan is ze dus met een neger naar bed geweest´´, waarmee ze werd af geserveerd en ik kwam niet meer terug. 

 

Tot vele jaren later. De oudste oom en mijn oma waren al overleden. De jongere oom, inmiddels bijna 100, woonde inmiddels in het dorp en bleek weinig meer op te hebben met het boerenbestaan. Met zijn octaaf te hoge stem en voorkeur voor huishoudelijk werk en nette kleren, paste hij er niet zo in. 

 

Maar het gedachtegoed was nog immer wat we nu puur racisme zouden noemen. Dat hij een voor iedereen zichtbare een waarschijnlijk niet praktiserende homo was, had hem niet ruimdenkender gemaakt, de vele reisjes met mannelijke dorpsgenoten evenmin. Over hypocrisie gesproken.

 

Het zette mij aan het denken over de oudere oom. Iedere vrijdag reisde hij af naar de veemarkt in Sneek. Als jochie wilde ik natuurlijk graag mee. Immers, wij mochten overal mee. Als de merrie naar de hengst moest, gingen we mee. Als de stier aan het werk moest, mochten wij toekijken. Maar mee naar de veemarkt, nee. Dat die veemarkt omringd werd door bordelen, drong pas later tot mij door.

 

Vele jaren later werd ik landbouwredacteur, een beetje vreemde eend tussen de boerenzonen en -dochters. Het werkterrein kwam mij bekend voor. De LTO-vergaderingen hadden nog iets van kerkdiensten. Een boerenleider legde uit wat de heren in Brussel of Den Haag hadden bedacht en hoe boeren daarmee moesten omgaan en daarna was het tijd voor gemoedelijke gekeuvel. 


Bekend terrein voor mij, ook de misogynie, het afzetten tegen de ambtenaren, de stedeling en alles wat niet des boers is, ach, nieuw was het niet. Evenals de verheerlijking van het sterke lichaam - zie mijn handen eens, die van jou hebben nooit gewerkt -, de agressie tegen ambtenaren.

 

Het is een parallelle wereld waarin veel van de die boeren leven. Opgegroeid op de boerderij, naar school in het agrarisch onderwijs en in de huiskamer weinig anders dan de vaktijdschriften. Op het erf alleen collega´s en verkopers van veevoer en dergelijke. Natuurlijk, verstandige boeren sturen hun kroost de wereld in en laten hen algemeen onderwijs volgen, dat een open toekomst mogelijk maakt. Maar ja, die anderen van het type  ,, onze Jan die niet zo goed kan leren, moet maar op de boerderij´´, zijn nadrukkelijk aanwezig.

 

Toen ik voorzichtig in commentaren de boeren een spiegel begon voor te houden, onder andere over de onhoudbaarheid van hun intensieve werkwijze was de boosheid niet van de lucht. Zeker na kritische opmerkingen over de raaigraswoestijnen. De krant die altijd aan hun kant had gestaan, was nu plots tegen hen, was het denken. En dreigende taal werd soms geuit.

 

Sinds die tijd is er veel veranderd. Maar eerlijk is eerlijk in de opmerkingen van de boze boeren hoor ik de weerklank van vroeger tijden. En waar mijn oma nog de krant las, hebben de boze boeren die allang de deur uitgedaan, net als alles wat niet in hun straatje past.

 

Ze zijn geradicaliseerd, zegt men. Tja, ze hebben de macht van de trekker ontdekt en er blijken politici met een luisterend oor, zonder kritische opmerkingen te zijn. Maar opgehitst, ik vraag het mij af. Mijn racistische ooms werden toen niet gecorrigeerd, hun benepenheid was gemeengoed in de omgeving. De botheid, de verheerlijking van het platteland, de afkeer van het intellect, het is niet nieuw.

 

In die parallelle wereld heerst een gedachtegoed, dat bedenkelijk bruin is. Althans, niet gecorrigeerd door de buitenwereld, verschilt het weinig van de taal van bruin rechtse politici. Als de politiek er niet in slaagt die vicieuze cirkel te doorbeken, staat ons nog wat te wachten. Er is bedenkelijk veel steun voor de opvattingen van de trekkerboeren. Te veel.

 

 

 

 

donderdag 27 mei 2021

De moeizame kritiek op een vliegbasis


Foto: Defensie


Berichtgeving over de overlast van de vliegbasis Leeuwarden ligt gevoelig. Al snel wordt verwezen naar mensen die overdreven gevoelig zijn voor lawaai en altijd klagen. Of de economische belangen die in gevaar worden gebracht door mensen, die hadden kunnen weten van de overlast en beter kunnen verhuizen. 

 

Als oud-inwoner van Deinum en oud-journalist kan ik erover meepraten. Opiniërend schrijven over geluidsoverlast werd, zelfs binnen de krant, al snel verdacht gemaakt, door te wijzen naar mijn woonplaats. De Leeuwarder Courant heeft het altijd moeilijk gehad met de berichtgeving. Zelden werd serieus ingegaan op de klachten behalve in een summier verslag van de COVM-vergadering. Dat het sinds de komst van de F-35 nu ietsje meer wordt zegt veel.

 

Er zijn natuurlijk de omwonenden van de vliegbasis, die niets willen weten van de overlast en veelal economisch afhankelijk zijn van het voortbestaan van de basis. Bovendien zijn er natuurlijk ook veel mensen, die het oorlogstuig een warm hart toedragen, hetgeen mag blijken uit de honderdduizenden die de Open Dagen plegen te bezoeken. 

 

De basis mag graag wijzen naar het kleine aantal mensen, dat verantwoordelijk is voor het merendeel van de klachten. Uit onderzoek van RIVM rond Schiphol is evenwel gebleken dat ruim 80 procent van de omwonenden hinder ondervindt. Wat niet wil zeggen dat men onmiddellijk klaagt bij Schiphol om wat voor reden dan ook. Zoiets zal ook wel blijken rondom de vliegbasis Leeuwarden.

 

Voor de enorme bak extra herrie die de F-35 veroorzaakt, is overigens vaak genoeg gewaarschuwd. Uit Noorwegen en thuisland de VS klinken en klonken alarmerende berichten. De komst van de F-35 met zijn lawaai maakte hele dorpen onleefbaar. DE politiek is weer horende doof. Ooit zal er wel gepleit worden voor een parlementaire enquête naar het waarom.

 

In Leeuwarden vliegen nu tien F-35´s, uiteindelijk zullen dat er vijftien zijn. Nu al blijkt de overlast aanzienlijk groter dan verwacht. En dan wordt het overvliegen vanuit Volkel en België vaak niet meegeteld. Dat de leiding van de basis meent, dat het wel meevalt omdat er veel minder F-35 zijn dan voorheen F-16´s, zegt weinig wanneer de F-35 zeker vijftien keer meer lawaai produceert. 

 

Zodra er meer dan normaal klachten zijn, reizen de redacties van de provinciale media af naar Marssum om aldaar de noden van de geplaagde dorpelingen aan te horen. Dat inmiddels ook de westelijke wijken van Leeuwarden en veraf gelegende dorpen onder een doordringende deken van lawaai liggen, begint nu voorzichtig door te dringen in de lokale politiek.

 

Men maakt zich zorgen over de gezondheid van de inwoners en wil onderzoek naar de invloed van geluidshinder hierop. Tsja, er liggen stapels onderzoeksmateriaal in de laden van het RIVM. Maar nog steeds is het bijna onmogelijk echt kritisch te zijn op de basis of het voortbestaan in twijfel te trekken. Daarbij komt een smaldeel van de bevolking dat nogal geporteerd is van het oorlogstuig en het bijbehorend lawaai.

 

Dit smaldeel is zelf nogal luidruchtig en zoals zo´n beetje elke discussie ontaardt het al snel in feiten loos gegil. Van enige empathie met hinder ondervindende omwonenden is weinig sprake. Die moeten maar verhuizen. Ze wisten toch dat ze bij een basis gingen wonen. Dat menig omwonende er al decennia woont, wordt gemakshalve vergeten. Ach, het zijn zure zeurpieten, zo meent deze groep. 

 

De politicus die het waagt, zich kritisch uit te laten over de herrie, wordt verweten te behoren tot ´links dat ons niets gunt´. Straks mag er niks meer. Geen crossbrommer, autocross, of Zandvoort. Dat ze veelal tot het extreemrechtse deel van het politieke spectrum behoren mag amper verbazen.

 

Gek is wel dat de provinciale media lang zo bang zijn geweest voor het kwetsen van deze groep. Als straks hele delen van de provincie leeglopen vanwege de ondraaglijke herrie en de toeristen wegblijven, is de vraag voorspelbaar waarom men dat niet heeft zien aankomen. Met je ´we zitten in de haarvaten van de samenleving´. 

 

Het is natuurlijk vreemd dat uit metingen blijkt, dat het aantal F-35 decibellen geregeld de pijngrens overtreedt en dat veel mensen dan zeggen nergens last van te hebben. Misschien moet je eens kijken naar de achterliggende belangen, zoals de angst dat hun woning ooit onverkoopbaar zal blijken.

 

Aan de lawaai-wappies hoef je niets te vragen. Die vinden dat de omwonenden niet mogen klagen en anders moeten verhuizen. Tsja, uit die hoek horen we wel vaker rare dingen. Over de bijdrage aan de economie, waarmee vaak wordt geschermd is niet zoveel bekend. Het lijkt de landbouw wel, waarvan het economisch belang steevast wordt overdreven, maar uit CBS-cijfers blijkt dat belang minimaal.

 

Natuurlijk, ik ben vertrokken en ben blij toe. De herrie blijkt nog erger dan ik had verwacht. Maar medelijden met de achterblijvers heb ik wel.

 

 

 

 

 

 

 

zaterdag 19 september 2020

De treurige achtergrond van een mislukte straaljager




et is natuurlijk lachwekkend, een 70 miljoen kostende straaljager die om onweer heen moet vliegen. Een simpele Airbus of Boeing doet het beter. Wat het falen van de F-35 bloot legt is evenwel ernstiger.

 

Begin 2002 koos het Nederlandse parlement met een nipte meerderheid voor de toen nog Joint Strike Fighter genoemde F-35 als opvolger van de F-16. Met dank aan de vliegtuig gekke Mat Herben van de LPF, die VVD, CDA en kleine christelijke partijen aan een meerderheid hielp. 

 

Er zat een luchtje aan. De grondlegger van de LPF, Pim Fortuin, had eigenlijk niets met een dure luchtmacht. Hij zag het nut van straaljagers niet in de moderne oorlogsvoering. Daar was hij niet alleen in. Maar zijn weerstand was verdwenen na een bezoekje aan de ambassade van de Verenigde Staten. Na zijn dood kreeg Herben helemaal vrij spel.

 

Dat de luchtmacht voor de F-35 was, mag niemand verbazen. De Nederlandse defensie heeft altijd zwaar op de Trans-Atlantische vriendschap geleund. Begrijpelijk vlak na de Tweede Wereldoorlog, maar in later tijden minder logisch.

 

De aanschaf van militair materieel was overigens vaker onderwerp van discussie. De Lockheed-affaire met Prins Bernhard in de hoofdrol bij de aanschaf van de Starfighter – voorganger van de F-16 – was al even bedenkelijk als de rol van Herben bij de JSF. Tot een onderzoek naar de laatste – inmiddels officieel lobbyist voor de F-35 - heeft het tot nog toe niet geleid.

 

De heftige jarenlange discussie rond de opvolger van de F-16 met kant en klare en goedkopere alternatieven voor de Amerikaanse tekentafel-straaljager zoals onder andere de Zweedse Saab Viggen en de Europese Eurofighter, werd mede door toedoen van Herben in het voordeel van de JSF beslist. 

 

De luchtmacht was in zijn nopjes. Nederlandse straaljagerpiloten worden al sinds mensenheugenis in de VS geschoold. Geen wonder dat ze liever de F-35 hadden. Liever boven de Nevada woestijn, zich in Top Gun wanend, rondjes oefenen dan boven de Scandinavische bergen. De Nederlandse politiek met CDA en VVD voorop heeft dit altijd volmondig gesteund.

 

Typerend voor de Nederlandse houding is het wel. Zeker binnen Europa. Liever keek men naar de overkant van de grote plas dan naar het oosten of zuiden. En die Europese samenwerking was prima voor de landbouw maar verder moest Brussel niet te veel invloed krijgen. Een Europese defensie was een schrikbeeld. 

 

Inmiddels zijn de bakens verzet. De VS zijn onder Trump wel zo´n beetje afgeschreven als betrouwbare bondgenoot. Nog eens vier jaar Trump betekent het einde van de Navo. Zelfs onder Biden hoeft Europa niet meer te bouwen op de Trans-Atlantische band. Er is iets wezenlijks veranderd, alleen weten Nederlandse politici dat nog niet.

 

Dat maakt de aanschaf van de naar nu blijkt nog niet geheel probleemvrije F-35 pijnlijk, zeker nu het toestel lawaaieriger blijkt dan beloofd. Terwijl Duitsland en Frankrijk plannen smeden voor militaire samenwerking kijkt Nederland nog smachtend over de oceaan. Het zal wel weer een parlementaire enquête worden. En Friesland zucht nog decennia onder de JSF-herrie.