donderdag 31 juli 2014

Stille tocht, Gaza, Volkert etc.


Wanneer, zo vraag ik mij deze week af, wordt de eerste stille tocht in vakantievierend  Friesland - met kaatsen en skûtsjesilen - gehouden voor de al meer dan duizend slachtoffers van de oorlog in Gaza. Of ben ik nu een antisemiet?

Het zijn ingewikkelde tijden met twee conflicten van totaal andere orde en daar kunnen we maar moeilijk mee omgaan. Het was zo simpel. De wereld is een nare plaats voor veel mensen, maar hier is het ondanks enkele kleine rimpelingen toch best aardig.

En dat is nu in een klap anders geworden. Een vliegtuig met veel Nederlanders wordt met Russisch wapentuig uit de lucht geschoten en we weten nog steeds niet precies door wie. Terwijl we dat aan het uitvogelen zijn, valt Israël de Gazastrook binnen na weken achtereen met raketten bestookt te zijn.

Televisie en kranten houden de stand bij als bij een voetbalwedstrijd. Bij de vliegramp 296 doden, in Gaza meer dan 1200 en aan Israëlische kant 50. Bij de vliegramp louter onschuldige slachtoffers, in Gaza is dat moeilijk te schatten, maar het aantal onschuldige burgers overstijgt de miltante Hamas-leden inmiddels ruimschoots. Aan Israëlische kant alleen militairen.

Nu is elke dode een dode met familie, dus ook een dode soldaat is te betreuren. Het is slechts een gradueel verschil. Wie er begonnen is, is onduidelijk. Natuurlijk is het afschieten van duizenden raketten – overigens zonder veel slachtoffers – niet te tolereren, maar de echte aanleiding lijkt gelegen in de ontvoering en moord op drie jonge Israëliërs en de daarop volgende vergelding. De daders zijn overigens nog altijd niet opgespoord.

Nu de verhouding in het aantal doden wel erg scheef is, kunnen we wel stoppen met tellen en terecht concluderen dat het optreden van Israël disproportioneel is. En zou een massaal protest op zijn plaats zijn. Helaas schiet Nederland onmiddellijk in een raar soort politiek gemotiveerd stress.

Trouwe veelal rechtse en gelovige Israël-aanhangers blijven hameren op het zelfverdedigingrecht en critici van het Heilige Land voelen zich daar erg ongemakkelijk door. Voor je het weet ben je antisemiet. In de NRC mogen twee twijfelachtige pro-Israël adepten uit de doeken doen, dat het antisemitisme al jaren groeit door de invloed van de moslims alhier.

Maar om nu heel eerlijk te zijn blijft de discussie een beetje beperkt tot twitter en facebook. Het blijft een beetje in de schaduw van de vliegramp en de gevolgen hiervan. En nu mag Volkert van der G. ook nog zonder enkelband door heel het land. Een keurige rechterlijke beslissing, maar dat kan niet door de beugel natuurlijk. Dus hebben we het daarover en blijven alleen de militanten van beide zijde hun mening over de Gaza-oorlog spuwen. Het doden gaat gewoon door.


Als ik niet zo’n argwaan had tegen stille tochten, zou ik er nu een organiseren voor alle slachtoffers. Maar goed dat doe ik niet en zit nu wel met al die gedode burgers en vooral kinderen in Gaza. Het zit mij niet lekker. Of ben ik nu toch een meeloper in het kamp der antisemieten?

woensdag 30 juli 2014

Hoe genoeglijk glijdt ....


Niets is leuker dan op het water in Friesland. Althans dit was mijn ervaring tot zover en behoudens het nu volgende blijft dit ook wel zo.

Friesland is zoveel mooier vanaf het water dan vanaf de wal. Zeker als je een boot hebt die een beetje laag is zie je de kaalslag die boeren hebben aangericht amper. Vanaf het water zie je mooi hoge rietkragen en wat verder majestueus wiekende windturbines. Ja, de provincie beweegt.

Maar ieder paradijs heeft zo zijn wolkjes en dat zijn natuurlijk de medewatergebruikers. Doorgaans aardige mensen, alhoewel een enkele zeiler nog wel eens minachtend wil kijken naar lieden in een motorboot. Vandaar dat ik nu zelfs zeilles heb genomen.

Toch hoor je wel eens nare verhalen over agressie op het water. Daar heb ik nog weinig van gemerkt. Ga alleen niet in de haven van Sneek liggen enkele dagen voor de Sneekweek. Dan nestelen bootbezitters zich op mooie plekjes om de vlootschouw die de week voorafgaat te aanschouwen.

Dan heb je ineens met een ander type mensen te maken. Zo legden wij aan in een mooi klein plekje naast twee flinke jachten. De linker jachtbezitter stak de helpende hand toe om de boot aan te leggen. Rechts werd er slechts meewarig gekeken.

Nog maar amper gesetteld of we zagen het gezelschap rechts groeien en gretig de blikjes bier ledigen. Een hele familie, opa, oma, drie kinderen met aanhang en zelfs enkele kleinkinderen slalomden rond de blikjes. Ach, denk je dan, het hoort erbij. Dat is de Sneekweek.

Helaas werden een uur later de blikjes vervangen door een heuse bierpomp op het dek. En allengs werden de gesprekken luider. De ervaring leert evenwel, dat zo om een uur of acht de mensen de stad intrekken. Je hebt dan hooguit enige last bij terugkeer, maar het is draaglijk.

Zo niet dit gezelschap. De weinig interessante gesprekken, letterlijk te volgen, waren helaas onvoldoende. Hier moest muziek bij en ja ook steeds luider. Nu geldt erin Sneek de regel dat overlast na elven streng bestraft wordt, dus rekenden wij op de havenmeester, die er ook snel bij was om het havengeld te innen.

Om elf uur bleef het evenwel rumoerig. De gesprekken werden alleen luider, niet interessanter wel iets dreigender met verhalen over hoe zeurende mensen aangepakt dienden te worden. De havenmeester schitterde door afwezigheid. En wij lieten de hond uit.

Dit alles duurde tot een uur of half een, tot oma een beetje pissig slapen wilde. De muziek werd zachter, de gesprekken niet. De wandeling met de hond had geleerd dat het elders langs de kade een en al rust was. Slechts mensen die op gedempte toon spraken en genoten van het zachte avondweer.

Te laat voor verkassen en berustend probeerden wij de slaap te vatten. Na een uur of een werd het langzaam stiller. Na gesprekken over grote en kleine criminelen en hoe de hardste spreker zichzelf liever tot de groten rekende.


Tja het zijn van die momenten dat je denkt, zulke mensen stonden waarschijnlijk ook langs de weg te klappen voor de slachtoffers van de MH17. Ze zagen er verder keurig uit, dus het had gekund. Maar goed, dit zijn boze gedachten vanwege te weinig nachtrust. De dagen erop hebben we weer volop genoten, maar wel buiten de stad.

vrijdag 25 juli 2014

Hondse trouw




Al weer wat jaren geleden heb ik eens een Amerikaanse bioloog gesproken, die een heel boek vol had geschreven over de trouw van een hond. Daar moest ik gisteren even aan denken.


Doorgaans kennen we honden vanwege hun trouwe ogen en gedrag al snel menselijke eigenschappen toe. Helaas kunnen de arme dieren het niet ontkennen bij ontstentenis van een voldoende ontwikkeld strottenhoofd. Ze kunnen niet praten en eerlijk gezegd ben ik bang dat er niet veel bijzonders zou uitkomen.

Waarmee niet gezegd is, dat dit bij mensen zoveel anders is, afgezien van dit strottenhoofd dan. Toch, toen ik gisteren na twee maanden onze gasthond terugbracht, moest ik even aan die beste man terug denken. Ik verkeerde een beetje in de veronderstelling dat het lieve beest het bij ons heel wel naar haar zin had.

Zeker twee maal daags zwemmen in het kanaal. Lange wandelingen en gezelschap van een vijftien jaar oud soortgenootje. ,,Dat wordt nog wat’’, zei ik tegen de buurvrouw. Straks wil ze niet meer terug. Nu viel dat wel mee, dat wil zeggen, ze hupte zo de auto in en kroop lekker op een verboden plek achter mijn stoel en bleef daar twee uren doodstil liggen.

Evenwel op het moment dat we het erf van haar baas opreden ging de kop omhoog. En de deur was nog niet open of ze schoot naar binnen en draafde heen en weer tussen baas en bazin en de kleinkinderen. Vergeten was ik.

Een lange wandeling door een idyllisch Brabants dorp maar zonder kanaal en slechts een ondiep riviertje, zou haar wel op andere gedachten brengen, dacht ik zo. Helaas, alweer niet. Ondanks mijn geringschattende opmerkingen over het lullige watertje.

Pas bij het afscheid was er even iets van ‘moet ik mee?’ En geaarzel bij de auto. Maar de uitnodigend geopende autodeur werd niet beloond. Ze bleef aarzelend staan, maar toen ik wegreed draaide ze zich zonder meer om naar haar baas.


Tja, er zit kennelijk toch iets in, in die onvoorwaardelijke trouw. Je echte baas vergeet je niet zo maar. Daar weegt geen aangename zwemplaats tegenop. Dan maar pootjebaden in een riviertje. Een illusie armer ben ik weer thuis, alwaar de achterblijver licht verward zoekt naar haar speelmaatje waarmee het zo lekker blaffen was voor het hek. De bioloog had een punt.

woensdag 23 juli 2014

Dag van bezinning








Hoeveel tegeltjeswijsheden zijn er niet over wraak? En hoe blind worden we in boosheid? Het zijn mooie vragen voor een nationale rouwdag.

In de huidige beeldcultuur tellen woorden amper meer, zeker niet op de sociale media. We zien een beeld en hup, vellen een oordeel. We zien een tot tranen toe geroerde Timmermans op televisie en vooruit iedereen ziet een groot staatsman. En we zien de onbetrouwbaar ogende Putin en daar gaan we weer.

En we zien de vlaggen overal halfstok en we voelen ons er goed bij. Dat zal dat gewapende zootje ongeregeld daar in de Oekraïne leren. En als het even kan sturen we militairen naar het rampgebied om even orde op zaken te stellen. Die zullen die half bezopen rebellen wel op afstand houden.

Afstandelijker verhalen krijgen amper aandacht. Zeker niet als ze een moment van bezinning vragen en ons aanbevelen nog eens naar al die beelden te kijken waarop iedereen zijn oordeel op stoelt.

Terecht wijst in de Leeuwarder Courant van vandaag Robert Jan Speerstra erop, dat de brute rebel met het speelgoedbeestje even later zijn pet afneemt en een kruis slaat. Wellicht had hij er ten overvloede aan kunnen toevoegen, dat het gesol met lichamen wel meeviel. Voor we uitgeraasd waren lagen de lichamen al in koelwagons.

Tja, het is inderdaad geen keurige afhandeling van een vliegramp, zoals indertijd bij het ongeluk met het Turkse toestel bij Schiphol, waar in dit keurig geregelde land binnen een kwartier de hulpdiensten aanwezig waren en de doden afgeschermd dezelfde dag werden afgevoerd.

In dit land waar als iemand zich voor de trein gooit de passagiers de trein niet uit mogen. Stel je voor dat ze geconfronteerd worden met mannen die sjouwen met bebloede lichaamsdelen. Dat is in een oorlogsgebied anders. Daar is de dood continu aanwezig en mag je hulpdiensten wel eens prijzen voor hun werk onder die omstandigheden.

Die rebellen, toegegeven ze komen niet over als teerbesnaarde lieden, zijn bezorgd iedereen maar toe te laten. Ze zouden het gewonnen terrein kunnen verliezen. Het is misschien niet goed, maar wel begrijpelijk.

En dan de eeuwige roep alhier om de verantwoordelijken voor het gerecht te slepen. Tja, als de Amerikanen met het bericht komen, dat niet te bewijzen valt dat de Russen rechtstreeks betrokken zijn bij de aanslag en dat het vermoedelijk een vergissing was, luisteren we maar half. Het was een raket, zoveel is duidelijk en die kwam oorspronkelijk uit Rusland, dus de schurk Putin moet hangen. Ach, was het maar zo simpel.

Lees de Russische literatuur erop na van Poesjkin, Paustovsky of Zinoview. Maar wie doet dat nog? Dan leer je een land misschien een beetje kennen. Niet van een bezoekje of zo. Ooit was ik in de toenmalige Sovjet-Unie in de tijd van glasnost. Achteraf moet ik vaststellen, dat ik er weinig van begrepen heb, zelfs niet met de kennis uit de Russische literatuur. Wel herkende ik de veelal in onze ogen onzinnige redenaties en gewoonten.

Ik ben bang dat we ons zelf weer met een trauma opzadelen. Over enkele jaren moeten we dan erkennen, dat er geen directe schuldige is gevonden. Daar kunnen we dan een enquête over houden en ons verbazen. Laten we dit nu al doen.


En niet nalaten het gestook van Rusland in dit geplaagde land te veroordelen en met steekhoudende sancties te bestraffen, zonder de ogen te sluiten voor de misstanden aan de andere kant. Maar dat maakt Putin nog geen schuldige aan de aanslag op MH17. Als het een foute beslissing was en een passagiersvliegtuig aangezien is voor militair, wie en hoe moeten we dit dan bestraffen?

dinsdag 22 juli 2014

Een wereldschrijver























Als je soms overvallen wordt door de gedachte dat er geen echt goede nieuwe boeken verschijnen, is er dan plotseling weer zo’n herontdekking. John Fante, onthoud de naam.

In deze dagen vol ellende is het goed een boek te vinden dat je even helemaal van de wereld brengt. ‘Vraag het aan het stof’ van John Fante is zo’n boek. Vanaf de eerste komische alinea’s heeft hij je in de greep en brengt je in een andere wereld.

Het is geschreven in een verontrustende tijd. De eerste druk verscheen in 1939. Aan het einde van de roman vraagt de hoofdpersoon Arturo Bandini zich dan ook af wat een boek kan betekenen in een periode, waarin de wereld de adem inhoudt in afwachting van een Tweede Wereldoorlog.

Wie zit er dan te wachten op een nieuwe roman? Fante gaf blijk van een vooruitziende blik, want tientallen jaren later zou hij pas doorbeken als schrijver. Maar wie het boek al in dat eerste oorlogsjaar in handen kreeg kon zich net als nu even van de wereld wanen.

Het is geschiedenis van de jonge Italiaans-Amerikaanse Bandini, die straatarm in treurige hotelkamers zich voorhoudt schrijver te zijn. Tot dan toe kan hij zich slechts beroepen op een enkel gepubliceerd kort verhaal. Het tijdschrift waarin het verhaal is verschenen speelt een eigen rol in de roman. Net als de uitgever.

Een veel groter rol is weggelegd voor de serveerster Camilla. De Mexicaanse vrouw speelt een spel van aantrekken en afstoten met Bandini, een spel dat hijzelf met even grote overgave speelt. Racisme, afkeer van vreemdelingen speelt hierbij een belangrijke rol.

Hoe komisch ook, ‘Vraag het aan het stof’  is geen vrolijk boek, maar welk goed boek is dit wel? Dat zijn verhouding met Camilla geen toekomst heeft en zij verdwijnt op het moment dat zijn eerste boek verschijnt, is dan ook geen toeval.


Tja, wie in deze tijd een indringend boek wil lezen dat in 1939 is geschreven is een terechte vraag. Laat mij hem dan nu maar beantwoorden met een dringend beroep dit toch te doen. Fante verdient het postuum. En je bent even verlost van alle narigheid van deze zomer. Dat Charles Bukowski het als ‘de beste roman ooit geschreven’  aanbeval, zullen we maar aannemen voor wat het waard is. Een plaats in de wereldliteratuur verdient het in ieder geval.

maandag 21 juli 2014

Ach, die treurige media

Goh, dat is griezelen van de Russische media. Een prachtvoorbeeld van hoe een bevolking op het verkeerde been wordt gezet en rijp wordt gemaakt voor wat dan ook. Dat gebeurt hier niet?



Tot mijn lichte schaamte moet ik bekennen, dat ik nog al eens tijd zit te verdoen voor onze treurbuis. En verbazing is mijn lot. Natuurlijk, louter de publieke zenders bekijken en zo nu een mooie film op de commerciële tegenhangers, ach dan valt het hier nog wel een beetje mee.

Al valt er het nodige te zeggen over de partijdigheid in bijvoorbeeld het Isarëlisch-Palestijnse conflict. Maar vergeleken bij wat we nu horen over de Russische media is het heilig. Maar dan vergeten we de ongelooflijke hoeveelheid onzinnige programma’s die over de mensen wordt uitgestort.

Een avondje kijken naar de commerciële zenders en een stroom van programma’s komt voorbij, die je aan het gezonde verstand van de makers doet twijfelen. Zijn die zendercoördinatoren daar gek geworden? Ik betwijfel het.

Er kijken mensen naar Hotter than my daugther, naar Amerikaanse rommel over te dikke gezinnen en dat dunnetjes overgedaan in Nederlandse families. Naar elkaar naar het leven staande aspirant-modellen. Je zou de mensen de kost moeten geven, die naar het Hart van Nederland kijken in plaats van RTL Nieuws of de NOS. Wat voor beeld hebben die mensen van de wereld?

Ik ben bang een totaal ander dan het ‘weldenkend’ deel van dit land. En nog banger ben ik, dat dit een kleine minderheid is. En de rest zit zich te vergapen aan volstrekt stompzinnige, zo niet kwaadaardige programma’s, die louter voor de kijkcijfers worden uitgezonden op momenten dat mensen elders iets wijzer zouden kunnen worden.

Waar is het mis gegaan? Van het moment dat we allemaal naar een tot drie publieke zenders keken, tot de huidige tientallen flutzenders? Ik herinner mij, dat een collega zo’n dertig jaar geleden het idee opperde om televisieprogramma te gaan maken, omdat er zo’n grote hoeveelheid zendtijd bij zou komen. De omroepen zouden zitten te wachten op goede programma’s.

Het was jeugdig optimisme. Daar zaten die omroepen helemaal niet op te wachten. Vullen die avonden met gemakkelijk verteerbare rommel. En waar ooit nog lessen werden gegeven in het basis- en middelbaar onderwijs over doorgronden van de bedoelingen van programma’s hoor ik hier niets meer van.

Zo zitten we nu met een bevolking die zich vergaapt aan treurige mensen elders en geen idee meer heeft wat er verder omgaat in de wereld. En dan wij maar verbaasd zijn over hun keuzes. De wereld is geen gezellige plaats om te leven, maar je kunt mensen nog wel uitzicht bieden op de troost die goede programma’s kunnen bieden.


Het heeft iets crimineels ze hiervan af te leiden met al die miserabele waardeloze rommel. Ja, er is iets heel erg mis gegaan en de rekening krijgen we nog wel.

zondag 20 juli 2014

Even vergetelheid

In het buitenland kan ik er niet genoeg van krijgen. Elke dag een krant, ook zondags. Vandaag is het anders en ben ik blij dat wij hier op zondag even van nieuws verschoond blijven.

Ik ben het moe, het gegis, het gegil, het beschuldigen, het boos zijn, het verdriet. Even een dag zonder nieuws is nu een dag van even ademhalen. Even de zinnen verzetten. Geen twitter, Facebook of nieuwsrubriek.

Eerlijk gezegd heb ik dit nog niet vaak gehad. Ja, het hijgerige nieuws jagen heeft mij nooit aangestaan. Maar het nog eens nader bekijken van het nieuws als het even bezonken is was bijna een noodzaak. De eigen mening even resetten.

Even de harde schijf wissen en opnieuw vullen met wat een dag later veelal helderder is. Wat vaak ook helemaal niets is. Dan kun je het vullen achterwege laten. Deze zondag is het anders. Ik wil even leeg blijven.

Even verschoond blijven van de deskundigen van Clingendael, de Kremlin-watchers, de verontwaardigde, geschokte politici. Ga met vakantie, alstublieft.

Morgen is er weer een nieuwe week begonnen. En zijn er weer vele doden meer in de Gazastrook. Waar we even verdraaid weinig van gehoord hebben. Noch veel nieuws, noch duiding. Hooguit wat achtergrond gerommel.

En de twitteraars kregen door het ontbreken van dat nieuws alle gelegenheid hun vaak giftige mening te spuien, zonder tegengif. Zodat je bij het horen over een anti-oorlogsdemonstratie in het Midden-Oosten bijna geneigd was te denken: waar gaat dit over.

Ik wilde het even niet weten. Morgen ben ik weer klaar voor de werkelijkheid. Nu is het tijd om flink dronken te worden en de totale vergetelheid te ondergaan. Morgen zal de klap hard aankomen. Het zij zo.


zaterdag 19 juli 2014

Een luie stoel

Als iemand me vraagt wat ik het liefste zou doen is het antwoord steevast: Niets, alleen maar zitten in een schommelstoel, liefst in een warm land.

Dat is nu het aardige van een paar dagen warmte. Dan word je geconfronteerd met die gedachte. Nu heb ik geen schommelstoel, maar anderzijds een uiterst aangename bureaustoel en anders wel een zachte bank.

De ellende is dat je voor het totale nietsdoen, zeg maar een soort Oblomov, je bedienden nodig hebt. Wat dit betreft ben ik in de verkeerde tijd geboren en dan is het nog de vraag of ik in een andere tijd een bediende gehad zou hebben of erger nog er zelf een zou zijn.

Dus moest ik vandaag toch het dak op om rommel weg te halen, die bij een verwachte stortbui het afvloeiende water in de weg zou zitten. Daar ga je van zweten. Ook van stofzuigen, ja het zijn treurige dagen voor een man waar hij deze zaken niet allemaal meer kan overlaten aan zijn betere helft.

Die heeft ook wel zin in een schommelstoel. Nee, ik ben bang dat ik mijn droom een beetje bij moet stellen. De warmte is nog wel voor elkaar te krijgen tegenwoordig, maar het zalig nietsdoen wordt een helse toer.

Er is derhalve iets fouts in het leven van deze tijd. Ledigheid wordt niet meer echt geapprecieerd. Je wordt geacht iets te doen. Is het niet een baas dan is het je vrouw die zekere verwachtingen heeft. Nu heb ik die ook, dus geen kwaad woord over dit laatste.

Toch laat die schommelstoel mij niet los. Iets in deeltijd om het modern te houden en iets meer van deze tijd. Dat moet te doen zijn. Of ik zou me over moeten geven aan het lot, een staatslot wel te verstaan. Maar ja, dan kun je beter je geld op de bank zetten.

Dan is de kans op enige vermogensgroei groter. Het blijft the workman’s way out. Hoe dom ook, je zou toch een lot kunnen kopen. Het is voor de niet-vermogenden onder ons de enige kans – hoe miniem ook – om ooit vermogen te krijgen. Ik moet er maar eens over denken. Want die schommelstoel in een warm oord blijft lonken.







vrijdag 18 juli 2014

Onnozelheid overheerst


De oude Guus Kuijer maakte gisteravond de enige verstandige opmerking: Soms is het nieuws zo heftig dat elke reactie onnozel is.

Onnozelheid overheerste gisteravond dan ook. De media, televisie voorop, willen maar niet leren van voorgaande rampen. Er heerst een soort van heilig geloof dat de kijker of lezer alles wil weten, al is nog niets bekend.

Er is een passagiersvliegtuig neergestort boven de Oekraïene. Er zijn 193 mensen aan boord en niemand heeft de ramp overleefd. Het toestel zou wel eens neergeschoten kunnen zijn. Zo, dat is het nieuws. Dat kun je nog eens herhalen als er iets meer bekend is, maar het is heftig genoeg.

Het is een item dat vooralsnog volstaat met het bovenstaande bericht. Natuurlijk aangevuld met gegevens van het toestel en het feit dat separatisten beschikken over raketten die zo’n toestel uit de lucht kunnen halen. Het is mooi als er prudente foto’s beschikbaar zijn. We willen ook wat zien tenslotte.

Maar nee, het gaat maar door. Urenlange uitzendingen met continue herhalingen, gissingen en reacties van mensen op Schiphol, die niets te melden hebben. En dat kun je ze niet kwalijk nemen. Het ligt hem aan de media die daar staan. Waarom eigenlijk? Daar is geen nieuws.

Vanmorgen was er meer bekend, dus de moeite van een uitzending waard. Tenslotte wil je wel weten hoe het zit. Een kort item is voldoende. De ochtendkranten weten niet veel meer te melden dan wat we gisteren al wisten. Dit keer hebben ze zich ietsje ingehouden.

We weten inmiddels dat er 172 Nederlanders aan boord waren. Een compliment aan de kranten die het totale aantal slachtoffers in de kop zet en de landgenoten in een onderkop. Een heldere uiteenzetting wat er gebeurd kan zijn, dat is goede journalistiek, plus eventuele gevolgen.

Een van de ergste foto’s is die van wachtende fotografen en verslaggevers op Schiphol achter een lint wachtend op nabestaanden. Schaamteloos, een ander woord is er niet. De ene uitglijder dan de andere in de jacht op nieuws. De onnozelheid overheerst.

Waarom moeten politici via Twitter laten weten wat ze vinden van de ramp? Scoringsdrift? Angst dat ze voor onverschillig uitgemaakt zullen worden? Ik zou het niet weten, maar dat het beschamend is mag duidelijk zijn. Leve de politicus die nu even zwijgt. 


Het is zomer en er gebeurt verder weinig. Dus storten de omroepen zich er vol op. Dat is van een intense treurigheid. Als het niet zo heftig was, zou je er bijna om lachen. Beste nieuwsrubrieken, staakt nu voor een keer uw gehijg en laat het bij de bekende feiten. Morgen weten we weer meer. Dan is het tijd om de ramp te duiden, goed onderbouwd. Zo zou het moeten. En laat de emoties aan de nabestaanden.

donderdag 17 juli 2014

Het eeuwige maat nemen


Tjonge, wat nemen we elkaar weer de maat in zienswijzen op het Israel-Palestina conflict. Veilig vanuit de luie leunstoel en buiten een warm zonnetje.

Eerlijk gezegd vind ik de beelden van beide partijen beurtelings hartverscheurend en walgelijk. Kinderen die uit elkaar worden gescheurd op een strand, angstige mensen in afwachting van de inslag van weer een raket. Maar ook mensen die gezellig in strandstoeltjes zitten de kijken naar de inslagen van bombardementen op dorpen van de tegenstander..

Bijna automatisch gaat mijn sympathie uit naar de zwaksten, de onschuldigen. Mensen die gewoon net als wij in vrede en vrij van fanatieke idioten die met bommen gooien willen leven. Ze zijn te vinden in Israel en in de Gazastrook. Overal in oorlogsgebieden.

En ik gruwel van de mensen die kennelijk genoegen beleven aan de macht die ze kunnen uitoefenen door terreur. Die er geen enkel belang bij hebben dat er een eind aan het bloedvergieten komt. In elke oorlog heb je ze, die typen die in een normaal functionerende maatschappij aan de onderkant zitten te mokken.

In elk conflict komen ze bovendrijven. De idioten die nog een rekening te vereffenen hebben met de buren. Vaak gaat het niet eens om meer dan dat. En natuurlijk het idee dat ze eindelijk hun petieterig bestaan een beetje kleur kunnen geven door anderen te dwingen tot wat ze eigenlijk niet willen.

Om nog maar niet te spreken van machthebbers die hun eigen agenda hebben en zich helemaal niets gelegen laten liggen aan degenen over wie ze de macht uitoefenen. Je hebt ze aan beide kanten. In alle oorlogen.

Natuurlijk heb ik niets met zo’n Rutte met zijn gemakkelijke opmerkingen en voel ik meer sympathie voor Dries van Agt en krijg ik een naar gevoel bij de propaganda van Leon de Winter. Maar boos worden? Ach nee, het zijn onbetekende figuurtjes in een wereldwijd conflict. Laat ze, als ze zo nodig hun stem willen laten horen.

Dit laat onverlet dat ik eigenlijk een standpunt zou moeten hebben. Cynisch achterover leunen is ook niet echt dapper. Maar het heeft weinig zin hier iets over te zeggen op deze plaats. Wat rest is de oproep tot compassie met inmiddels al meer dan tweehonderd gedode Palestijnen. Allemaal met treurende ouders en naaste familie. En de vrees dat elke dode het zaad vormt van weer meer haat.

Gemakkelijke oordelen uit spreken over Hamas en Israel, hoe waar ze ook lijken maakt de treurnis niet minder. Hooguit het nare genoegen van het eigen gelijk. En laat de religie – ook de eigen - er buiten, dit heeft al genoeg ellende veroorzaakt. Laat het elkaar de maat nemen maar aan de strijdende partijen over. We zien waar dit uiteindelijk toe leidt.





woensdag 16 juli 2014

Een echte stad


Het is aangenaam druk in de stad op zo’n zomerse dag vlak voor de grote uittocht. Dan toont Leeuwarden zijn mooie gezicht.

Als je zo de Nieuwstad oprijdt en de terrassen gevuld ziet, waan je je bijkans in een grote stad. Overal mensen, op straat, in de stegen, op de toegangswegen. Niet overmatig druk, maar gewoon voor een doordeweekse dag in een levende stad.

Het zijn van die momenten dat je kunt leven met de gedachte dat Leeuwarden je woonplaats zou kunnen zijn. Het fraaie nieuwe Zaailand, ook al weer mooi gevulde terrassen en mensen wandelend op het plein, dat ooit een onplezierig niemandsland was met de achterkant van winkels, die amper bezocht werden. Nu leeft het.

Er wordt ook weer gewoond en dat zie je. Mensen zitten op hun balkon, niet ver weg of binnen. Tja, het is mooi weer en veel mensen hebben vrij zo vlak voor de bouwvakvakantie. Maar als je bedenkt dat de meeste studenten al huiswaarts zijn, valt het alleszins mee. De gemiddelde leeftijd is niet eens zoveel hoger.

Zo hoort een stad te zijn, denk je bij het binnengaan van een drukke boekenwinkel. Dan begrijp je toegenomen voorkeur voor het wonen in de stad in plaats van in de enge dorpen op het platteland. En het belachelijke van de leuze ‘ dorps wonen in de stad’ bij een veel te ver van het centrum gelegen nieuwe woonwijk.

De enige angst die je bekruipt is het beeld van volgende week. Nog steeds warm weer maar de Leeuwarders op vakantie. Wordt het dan weer leeg als vanouds? Het is een beetje de lakmoesproef voor het nieuwe Leeuwarden.

Komen de bootmensen voldoende naar de stad? Lokt de oude binnenstad voldoende toeristen nieuwsgierig naar de stad die verkozen is tot Culturele Hoofdstad 2018. Aan het eind van de bouwvak toch eens kijken en koppen tellen. En wellicht zelfs een vaartochtje maken door de stad. Om die heel andere en even mooie kant te zien.


Het is allemaal nog niet voldoende om te verhuizen, zeker waar je per scooter in tien minuten in het centrum bent. Het verlangen naar een echt grote stad is nog te sterk. Maar ik kan me nu wel een beetje voorstellen dat mensen Leeuwarden verkiezen boven het omringende platteland. Nu ook nog met slechter weer.

dinsdag 15 juli 2014

Warmer door plat land


Grappig, Amerikaanse wetenschappers hebben ontdekt waarom het in steden zoveel warmer is dan op het platteland. Met uitzondering van plat platteland.

Het is nog niet zo lang geleden dat onderzoekers tot de conclusie kwamen dat het in steden zo’n 1,5 tot 3 graden warmer is dan op het omringende platteland. De oorzaak was helder: al dat steen en beton absorbeert de warmte en laat het op momenten dat het minder warm wordt los.

Alleen in gebieden waar de zeewind waait heeft is de invloed wat minder. Klopte als een bus want in een stad als Leeuwarden, dichtbij de Waddenzee is het verschil met omringende platteland amper een graad. In Amsterdam daarentegen loopt het verschil op tot meer dan 2 graden.

Toch is het ingewikkelder hebben onderzoekers nu ontdekt. Het heeft naast het beton en steen ook te maken met turbulentie. Waar de natuur zijn gang kan gaan nemen planten en bomen warmte op en door de turbulentie ten gevolge van het onregelmatige landschap verdwijnt die warmte snel weer. In de dichtbebouwde stad ontbreekt de turbulentie en blijft de warmte hangen.

Eigenlijk simpel en voor een leek begrijpbaar. Volgens de onderzoekers is de invloed van die onregelmatige begroeiing nog groter dan die van de stenen woestenij van de stad. Een natuurlijk landschap kan dus een gunstige temperende invloed op de temperatuur hebben, ook voor de stad.

Daar gaat een provincie als Friesland de mist in. De eentonige raaigraslanden die de stad omringen veroorzaken in het geheel geen turbulentie en hebben daarom ook geen dempende werking. Dat het hier niet warmer worden heeft derhalve meer met de eerder genoemde zeewind te maken dan met de bebouwing van het stedelijk gebied.


Dat kan nog wel eens anders worden als het zeewater blijft opwarmen. Dan wordt het hier warmer dan in natuurgebieden. Weer een boodschap om boeren nu eens te verbieden het landschap te ontdoen van diversiteit. Helaas zal dat met die boerenlobby in Europa en ook in Nederland wel een illusie zijn. Toch valt er met het verleggen van subsidiestromen heel wat te bereiken. Ook een verfrissend platteland dat nog veel mooier is.

maandag 14 juli 2014

Hakenkruizen


Onmachtige boosheid verleidt mensen tot uitglijers. Dat is niet zo raar. Er tegen protesteren ook niet, behalve als je zelf boter op je hoofd hebt.

Natuurlijk steekt bij de recente protesten tegen de Israëlische acties in de Gazastrook ook een gemeen antisemitisme de kop op. Dat is bijna onvermijdbaar, net zoals bij discussies over racisme altijd weer de Tweede Wereldoorlog er bij wordt gesleept. Het gegil erover is evenwel uit een hoek, die niet fris is.

Klopt, je moet in een demonstratie tegen Israël geen hakenkruizen meedragen. Dat is fout en onvergeeflijk, omdat niets vergelijkbaar is met wat in WO 2 de Joden is aangedaan. Het getuigt van historisch onbenul. Protest ertegen, zoals van de organisatoren, is dan ook op zijn plaats.

Dit is evenwel iets anders als het gegil van PVV en sommige VVD’ers en CDA’ers. NSB-vlaggen bij een demonstratie van de PVV, mwah moet kunnen en zeuren we niet over. Maar dan moeten die PVV’ers hun muil houden als andere partijen zich schuldig maken aan misstanden.

Het is ook altijd hetzelfde. Waar extreem-rechts – wellicht uit schuldbesef – kaasrecht achter Israël staat, kunnen ze zichzelf schuldig maken aan de ergste uitwassen in dezelfde nazistische richting. Er komt wel eens een kamervraagje over, maar dat is het dan ook.

Maar wee als allochtonen zich hieraan schuldig maken vanuit een begrijpelijke onmachtige woede. Dat is echt iets anders dan provoceren met NSB-vlaggen om de goegemeente boos te maken. Boosheid doet mensen de verhoudingen wel eens uit het oog verliezen en dat moet je aan de kaak stellen.

Maar niet het gillen van de Telegraaf en andere usual suspects. Ik hou niet zo van meelopen in demonstraties, juist vanwege dit soort fouten. Altijd bekruipt me weer de twijfel over mijn eigen gelijk, nog afgezien van een afkeer van het gezamenlijk samen zo fijn eens zijn.


Dus CDA, VVD en PVV even de kleppen op elkaar en laat fatsoenlijker mensen hun zegje doen. Een beetje empathie met mensen uit het Midden-Oosten die lijden onder de huidige Israëlische aanvallen mag best. Dat maakt je geen antisemiet. Een beetje dimmen alstublieft.

zondag 13 juli 2014

De nacht, oh de nacht


Als je een nieuwe omgeving wilt leren kennen, doe dat dan bij nacht. Dan is alles zoveel mooier.

Ooit logeerden wij in de Dordogne in een nogal afgelegen huis. Mooi is het daar. De heuvelachtige omgeving van bos en een enkel weiland geven je een gevoel van superieure eenzaamheid. Zeker omdat er slechts sporadisch iets of iemand voorbij kwam.

Het enige wat op een gegeven moment opvalt is de relatieve saaiheid van het immer blinkende zonlicht. Maak maar eens foto’s tijdens een vakantie in een zonovergoten oord. Al snel lijken alle foto’s op elkaar. Als je eens door oude fotoalbums heen bladert valt dit extra op.

In die oude tijden had je ook geen fototoestellen met ongelooflijke isowaarden, die de tegenwoordige digitale toestellen soms weten te bereiken. Dit maakt fotograferen bij nacht en een beetje helder weer een makkie. Zelfs zonder statief kun je uit de hand een fraaie opname maken.

Het zijn opnames die door hun geheimzinnigheid iets extra’s hebben. In het echt is het ook zo. In die vakantie in de Dordogne liet ik ’s avonds de hond uit en zeker bij donkere maan zag je letterlijk geen hand voor ogen. Liep je per ongeluk de beboste delen in dan moest je goed weten waar je liep om weer bij het huis te komen. De neus van de hond heeft mij wel eens gered.

In de omgeving waar wij wonen geldt dit allemaal nog eens in versterkte mate. Het door boeren geïndustrialiseerde landschap biedt weinig opwindends. Het is dat wij aan een kanaal wonen, dat er nog iets spannends te beleven valt.

Hoe anders is dit ’s nachts. Dan kan die woestijn van raaigras plots iets mysterieus krijgen. Met een beetje geluk hangt er een waas over het land waar je zo nu en dan de silhouetten van koeien bovenuit ziet komen. Op windstille momenten en die komen in die uren vaak voor, zie je het kanaalwater als een spiegel de weerschijn van de omgeving overnemen.

Bij volle maan, zoals de afgelopen dagen wordt dit allemaal nog eens versterkt. Het zijn die momenten, die je doen besluiten toch nog iets langer in deze verder saaie omgeving te blijven wonen. De nachten verzoeten de dagelijkse eenvormigheid. Ach, waar je ook komt, je leert het pas kennen als je ’s nachts naar buiten gaat.

Waarmee maar gezegd mag zijn, dat nu het roken zo goed als uitgebannen is – oh, die nachten op een balkon in een zuidelijk land, een pakje leegrokend kijkend naar de eindeloze hemel – een hond de ideale vervanging is. Zo nu en dan ontmoet ik een buurman en die verzucht dan: Dit is alleen weggelegd voor de rokers en de mensen met een hond.



vrijdag 11 juli 2014

Een echte racist

Ooit een zelf verklaarde racist ontmoet? Nee, in Nederland vind je die niet. Hier is niemand racist, althans niet zodanig dat hij of zij het zelf zegt.

Jaren geleden ontmoette ik in Florida een echte racist. Althans iemand die zei; I’m proud to be racist. Een verachtelijk sujet, zouden we hier meteen roepen. Wij logeerden evenwel via een woningruil in zijn verblijf bij de met palmen omringde pool.

Na eerder al een naar gevoel te hebben gehad over het wapenvertoon en de opmerkingen over onze roekeloosheid was dit bijna de druppel en hadden we onze koffers gepakt. Maar de mensen waren verder zo hartelijk, dat we dit nog even uitstelden en eigenlijk vond ik het ook wel komisch.

Zelden heb ik mensen meegemaakt, die zo bang waren. Dat wij onderweg 's nachts in een supermarkt gevraagd hadden welke route we moesten volgen, was bijkans suïcidaal. Dat ik langs de weg - alligator alley - een sanitaire stop had gemaakt, was levensgevaarlijk: Weten jullie dan niet dat hier alligators zitten?

De man verplaatste zichzelf in zo’n immense pick-up met dubbel achterwielen. Nu was hij van oorsprong een Canadees, iets waar hij niet bepaald trots op was. Toch was een oude schoolvriend bij hem op visite en die spotte toen onze Jack in zijn pick-up stapte: ‘Such a big man, in such a big truck, with such a big gun in the trunk and so afraid’.

Eenmaal een beetje vertrouwd met elkaar raakten we veelvuldig in discussie over racisme, wapenbezit en andere politieke zaken. Toen hij merkte dat we aan hem gewaagd waren, bleek hij ons te waarderen. Weliswaar als ‘leftwing agitator’, maar daar kon hij als ‘rightwing agitator’  wel tegen.

In de jaren erna hebben we elkaar nog enige keren ontmoet, zelfs hier in Nederland waarvoor hij even een ommetje had gemaakt van Berlijn via Leeuwarden naar Brussel. Ook in Canada waar we plots een heel andere Jack leerden kennen. Ontspannen, wars van politiek, geen gezeur over zwarten of immigranten en zonder wapens.

Zijn kinderen dreven de spot met zijn racisme. Hadden ze niet gewoon zwarte kennissen? En werden mensen weliswaar ingedeeld in raciale categorieën, maar wel in hun waarde gelaten. Alleen in algemene termen liet hij zich stuitend uit over anders gekleurden. Maar als je hem weerwoord gaf, moest hij wel om zichzelf lachen.


Jack is al enige jaren dood en toch kan ik niet anders dan geamuseerd aan hem terug denken. Eigenlijk was hij tamelijk verlicht voor een republikein. Had een hekel aan kerken. Hem zag ik honderd keer liever dan de lieden die hier de ergste taal uitslaan over allochtonen, maar oh helemaal niet racistisch zijn. Ik weet natuurlijk niet wat dit over mij zegt. Er bekruipt me nu enige twijfel