donderdag 27 juli 2017

Van wie is het platteland?



Nederland blijft worstelen met het platteland. Van wie is het? Van de boeren die ervoor betaald hebben om er op te werken? Of van de zestien miljoen Nederlanders? De discussie barst weer los na een artikel in de Leeuwarder Courant over ziekmakende megastallen.

Het is een artikel over een Amsterdamse huisarts, die ziek is geworden in Oosterzee tijdens de verbouw van een oud arbeidershuisje tot vakantieverblijf en dit wijt aan de stoffen afkomstig van megastallen om hem heen. Helaas heeft de journalist geen deskundigen kunnen vinden, die op de hoogte zijn van de situatie in Friesland. 
Hij houdt het bij Brabantse onderzoeken, een toch echt andere situatie. Kennelijk is het moeilijk onderzoek in Friesland te vinden. Dat gaat toch meestal over weidevogels en ganzen. 

Dat je ziek kunt worden van fijnstof van megastallen met duizenden kippen of varkens is bekend. Maar van stallen met vijfhonderd melkkoeien weten we het niet. Wel is bekend dat het bepaald ongezond is op het platteland als boeren het giftige mengsel van urine en vaste mest uitrijden. En met het toenemend mestoverschot wordt dit probleem wel groter.

Boeren hebben nu de strijd aangebonden met de LC vanwege in hun ogen incorrecte berichtgeving en weigering daarover een ingezonden stuk te plaatsen. Inmiddels rukken de stukken op sociale media op, waarin de missers in het betreffende artikel aangegrepen worden om te klagen over het kwade daglicht waarin boeren worden gesteld.

Het is een beetje zo van niet zeuren als je op het platteland wilt wonen. Bewijs maar eens, dat je ziek wordt van megastallen. Daar heb je nu eenmaal al eeuwenlang boeren en die zijn de baas. Nu heb je boeren en boeren. Sommigen hebben in de gaten, dat het niet aangaat burgers te negeren en hun klachten af te doen als gezeur. Ze nodigen burgers uit, overleggen met buren over bouwplannen, oogstvoornemens om overlast te voorkomen en leven in redelijk aangenaam samenzijn.

Het gaat mis waar boeren in de veronderstelling verkeren, dat ze niets te maken hebben met burgers. Zij hebben betaald voor de grond, dus geen gezeur over wat zij doen. Ook niet als je er tussen woont. Het platteland is van hen. Tja, ook als er gas aangetroffen wordt onder hun land? Het is maar een dun laagje wat ze kopen. Dat ze denken het recht te hebben het landschap naar de knoppen te helpen, hebben ze overgenomen van hun politieke voormannen van het CDA en de voorgangers hiervan.

Bijbelse uitgangspunten als wie het land bewerkt heeft er recht op, doen er nog opgang. Zo hebben kolonisten ooit de grond gestolen van de oorspronkelijke bewoners van Amerika en prachtige wouden weggekapt. Die indianen deden er toch niets mee… Een aantal eeuwen later en in een seculier land als Nederland zou je toch mogen verwachten dat dit soort denken aan slijtage onderhevig is. Zeker nu de nare gevolgen steeds duidelijker worden.

In een ver verleden hebben politici nog wel eens geprobeerd door middel van grondpolitiek Nederland wat moderner te maken. Langzaam moest het grondbezit toch een beetje minder gevoelig zijn voor speculatie worden en het alleenrecht van boeren moest dan maar wat wijken. Er sneefde een kabinet op en er werd niet meer over gepraat.

Nu zou het de tijd zijn om hier weer werk van te maken. Maar ja met een aanstaand anachronisme als een kabinet met CDA en Christen Unie, zit dit er niet in. Toch zou het platteland onderwerp van regeerakkoorden moeten zijn. Daar mogen we nu weer vier jaar op wachten.

Tijd om mensen bewust te maken van waar het om gaat. Nederland is van ons allemaal, niet voor tweederde van boeren. Het is niet een kwestie van steden en een niemandsland eromheen. Voedselproductie is van belang, maar wat voor voedsel is wel een vraag, die we moeten beantwoorden. 

Miljarden liters melk? Miljoenen kippen, honderdduizenden varkens? Als de industrie wordt gedwongen meer aan circulaire economie te doen, waarom boeren dan niet? Als een fabriek moet sluiten omdat de omgeving te veel belast wordt, zou dit ook moeten gelden voor boerenbedrijven.

Als een industrie vervuilde grond achterlaat, moet er gedokt worden. Waarom hoeven boeren dan niet te betalen voor herstel van de landschapswaarden? Het platteland moet weer open, aangenaam voor iedereen worden. Het gaat niet aan mensen op te sluiten in steden en min of meer te dwingen in het buitenland hun vertier te zoeken.

Economisch gezien stelt de agrarische sector niet veel voor, dus daar kunnen boeren zich niet op beroepen. Europa wil Nederland wel een handje helpen. Het wordt de strijd van de komende jaren. Maar dan wel met open vizier. Geen ongefundeerde klachten, maar goed onderbouwde en met onderzoek aangetoond problemen. Dan krijgen we geen verwarrende discussies en welles-nietes gedoe.

De winnaars, als we daar van mogen spreken zullen de miljoenen burgers zijn. Maar ook de boeren die uit de niet gewaardeerde ratrace van al maar meer, al maar groter worden gered. En weer aangenaam en zinvol met flora en fauna in de weer kunnen met een op prijs gestelde productie. Schuren zal het altijd een beetje, maar dat doet het al sinds het begin van de landbouw. Misschien had de mens er niet aan moeten beginnen, maar ja...

zaterdag 8 juli 2017

De zomer vlot niet


Er zijn van die momenten dat je je in gemoede afvraagt of het ooit nog goed komt met dit land. Zo’n moment waarop de vraag is wie nu een serieuze klacht heeft of wie zeurt.

Het is zomer, de R is nog niet in de maand, maar de zomerse vreugde blijft uit. Mensen gunnen elkaar het licht in de ogen niet en wanneer een klacht al eens gegrond is, wordt ie afgedaan als gezeur. Zo was er die man uit Utrecht, die zich beklaagde over de toenemende geluidsoverlast in de binnenstad.

Het leek mij eerlijk gezegd niet zo’n raar verhaal. Maar gelijk werd de man in een ingezonden stuk afgeserveerd als een intolerante babyboomer, die de nieuwe cultuur niet wilde begrijpen. Nieuwe cultuur? Zou het heel misschien kunnen dat de apparatuur waarmee die nieuwe cultuur ten gehore wordt gebracht zo krachtig is geworden, dat er geen ontsnappen meer aan is.

Dat iedere malloot in een bootje een muziekinstallatie met honderden watts kan meenemen en die kan laten galmen tegen de kademuren, hetgeen niet voor iedereen een genoegen is. Nee, aldus de criticus, het gaat hier om rijke babyboomers die de binnenstad bevolken en jongeren hun nieuwe cultuur niet gunnen. Vergrijsde zeurpieten.

Oh ja, er was ook iets met dames van zekere leeftijd met een ‘gemakkelijk’ kapsel. Kort en pittig, zo wordt het ook wel genoemd. De betreffende dames hebben er genoeg van zo afgeschilderd te worden. Tja, echt leuk is het niet, maar het einde van de wereld is het nu ook weer niet.

Toch worden er weer hele kolommen aan gewijd. Terwijl anderen die echt lijden onder overlast vergeefs proberen aandacht voor hun problemen te krijgen. Het onderwerp moet ook een beetje sexy zijn.

Neem de overlast van de vliegbasis in Leeuwarden. Kennelijk niet sexy genoeg. Kleine stukjes in de krant, een enkele vraag in de kamer, antwoorden van de basiscommandant en de defensieminister dat er niets aan de hand is, alleen maar oefeningen en dat moet toch. Niemand die dan opmerkt dat er nu toch echt wel iets aan de hand is met zeven maanden lang driemaal zoveel lawaai, zoals de basis zelf naar buiten bracht dit voorjaar.


Het is zomer, het weer valt alleszins mee. En toch is er veel leed in de wereld, vooral in Nederland. De economie is booming, maar de lonen gaan niet omhoog. En nu is Tijn ook nog dood. Het komt niet goed.

zaterdag 1 juli 2017

Toerisme bo-bo's



Friese gemeenten hebben moeite om de stroom campers een plaatsje te geven en er ook nog lekker aan te verdienen. Het klinkt of de provincie geheel dreigt onder te lopen door de apocalyptische toevloed van de witte gevaarten met rijke senioren.

Enkele jaren terug was ik op een camping bij Leeuwarden waar de baas de camperaars het liefst met een buks op afstand wilde houden. ,,Die willen alles gratis. Staanplaats, voorzieningen en dan nog zeuren ook’’, sprak hij. En daar vragen toeristische organisaties nu voorzieningen voor.

Het is me wat met dat toerisme in Friesland. Natuurlijk hebben we de eilanden als magneten en voor de wat minder waterliefhebbende gasten zijn er wat sneue bossen in Gaasterland, of iets minder sneue bij Beetsterzwaag. Maar  voor de rest blijft het bij dagdromen van ambtenaren in gemeenten met door melkveehouders afgesloten saaie groene weiden.

Jaren terug wilden de Friese VVV’s ook meer aandacht voor een vergelijkbare toerist, de bootjevaarder. Die moest de provincie in de watten leggen. Varende goudmijntjes waren het. De gezamenlijke gemeenten verenigd in de Marrekrite staken menige euro in vaarwegen en mooie steigers.

Gek toch, want een ieder die wel eens het Friese water op was geweest, had een zelfde analyse als onze campingbaas los kunnen laten op de varensgasten. Drie dagen gratis aan de mooie steigers een beetje rondhangen op mooie plekjes aan de waterkant, liefst met meegebrachte etenswaren. Groter krenten dan de eigenaren van motorbootjes zijn er amper te vinden.

Net als bij de varensgasten zit ook bij de camperaars alle geld in het vervoermiddel. Een beetje camper kost toch al snel een halve ton en dan wil je daarmee het liefst op gratis plekjes staan. Born to be wild, dromen zich de camperaars vrijbuiters, die weinig moeten hebben van betaalde plekken op campings.

De Marrekrite-dromen hebben nooit de zilvervloot binnen weten te halen. Alleen de beter gesitueerde zeilers werden dwars gezeten. De mooie plekjes na het zeilplezier waren alle bezet door de saaie motorbootjes of huurjachten. In de ochtend was er even een kleine beweging van deze bejaardenvloot van het ene naar het andere mooie plekje. Daarna zat alles weer vast.

De zeilers werden gedwongen betaalde plekjes in jachthavens te zoeken en geld te spenderen in populaire waterdorpen. Maar de laatste jaren kwam er een beetje de klad in dit type watersport. Jongeren lieten het afweten en ouderen zagen hun trotse vaartuigen door de crisis in waarde kelderen.

Rijkere senioren kochten campers en doen daar nu hetzelfde mee als voorheen de bootjegasten. In het buitenland zoeken ze de campings nog op, bang gemaakt door verhalen over rondtrekkende voorheen Oostblokbendes. Daar spenderen ze wel geld en anders zorgen gemeenten wel dat ze nergens meer mogen staan.


Maar in Nederland voelen ze zich veilig, dus parkeren ze overal waar ze mogen, als het maar gratis is. En gemeenten stinken er weer in en steken geld in camperplaatsen. Luister nu eens niet naar die toerisme bo-bo’s en hou het geld in je zak voor andere, dringender zaken. Met die camperaars zullen jullie geen cent verdienen, net zo min als het geval was met de varensgasten.