maandag 30 juni 2014

Afscheid van Hank Moody


En zo kwam er gisteren een einde aan Californication. Min of meer een happy end en dat is licht strijdig met deze tv-serie.

Enkele jaren geleden raakte ik een beetje verslingerd aan deze serie. Feitelijk was het mijn vrouw die me er attent op maakte, na een artikel in de NRC. De serie was lichtjes gebaseerd op de boeken van Bukowsky en daarom alleen al had Hank Moody mijn hart gestolen. Al was hij dan niet het verlopen type dat die schrijver was.

De story-wendingen waren veelal absurd en naarmate de serie vorderde vaak nogal gezocht. Drank, drugs en soms ook nog flink rock en roll. Een parade van volstrekte idioten, waarin Hank een soort van rust gevend middelpunt was.

De mededeling dat ik een trouw volger was van Californication deed soms bij jongere collega’s de wenkbrauwen fronzen. Maar ik bedenk nu dat zij wellicht Bukowsky niet kennen. En dat verklaart veel, want zonder die link had ik het waarschijnlijk niet zeven seizoenen vol gehouden.

Critici hebben wel gelijk dat vooral de latere seizoenen veelal teleurstellend waren. En eerlijk is eerlijk Hank is natuurlijk de klootzak, die Bukowsky ook was. Maar wel een klootzak om van te houden, zeker als hij in de eerste seizoenen die mooie eindscènes met dochter Becca had.

Later verdween die tedere kant een beetje en moesten zijn pogingen Karen terug te winnen die scènes vervangen. Een beetje een flauwe en veelal mislukte vervanging. Het prachtige idiote paar de Runkels met hun freaky seksuele avonturen waren een mooi tegenwicht tegen de op dit gebied al te succesvolle Hank.


Nu is het dan voorbij en met een licht gevoel van weemoed weet ik dat ik niet meer hoef te wachten op nieuwe seizoenen, wetend dat die zouden kunnen tegenvallen. Maar ook in de wetenschap van hebben kunnen genieten van - ik weet het - een clichébeeld van de Amerikaanse Westcoast. Alle bezwaren op een rijtje gezet tegenover het genieten, blijf ik tevreden achter. In het verder saaie leven. Weeds is ook al lang verleden tijd. Wat rest ons nog?

zondag 29 juni 2014

Niet boos maar teleurgesteld


Als mij weer eens wordt gevraagd of ik geïnteresseerd ben in politiek twijfel ik altijd even. Ja en nee. Eigenlijk verbaas ik me alleen over politiek.

Eerlijk is eerlijk, ik ben opgegroeid in de jaren dat elk verstandig mens links stemde. En net als velen van hen ben ik teleurgesteld. Maar dat heeft mij er nooit tot verleid op rechtser partijen te stemmen, wel een tijdje maar helemaal niet meer. Maakte dat mij tot niet politiek geïnteresseerd? Ik volgde het wel.

Sinds het uitbreken van de economische crisis aanzienlijk intensiever dan voor die tijd. En ik begrijp er steeds minder van. Die crisis kwam overduidelijk niet door linkse politiek, hooguit door onvoldoende weerwerk tegen al te liberale krachten.

Toch resulteerde de crisis zeker in Europa tot een ongekende afkalving van de linkerkant van het politieke spectrum. Rechts spon er garen door en zorgde ervoor, dat een situatie die rijp leek voor een revolutie omkeerde in business as usual.

Ik snap dat mensen teleurgesteld zijn in linkse politici die geen antwoord wisten op de crisis en zich lieten meeslepen door rechts om toch vooral de crisis te boven te komen. Vooral de sociaal-democraten zonder ideologische bevlogenheid hebben afgedaan en lijken langzaam veroordeeld tot verdwijning.

Peilingen zouden mij niets moeten zeggen, maar de laatste herkende ik. De ongekende winst voor de Partij voor de Dieren duidt op de onzekerheid van mensen met het hart links. Als enige partij die sinds de crisis duurt trouw is gebleven aan zijn beginselen. Te klein om aspiraties richting pluche te hebben en te activistisch om dat te ambiëren.

Het zou mij niet verbazen als bij volgende verkiezingen in dit land deze partij groter wordt dan de PvdA en de SP naar de kroon zal steken. Maar helpen zal het niet, want rechts groeit nog steeds.

Dat wil zeggen, door het afhaken van teleurgestelde kiezers kunnen ze het land besturen met steeds grotere meerderheden zonder echte groei van het aantal stemmers. In Spanje bijvoorbeeld regeert de rechtse PP met een absolute meerheid, terwijl de partij de laatste verkiezingen won met minder stemmen dan waarmee ze eerder van de socialisten verloren.

Het wordt tijd dat de kiezers weer hun hart volgen en niet uit wanhoop maar op rechtse partijen stemmen of wegblijven. Akkoord de traditionele linkse partijen hebben het vertrouwen beschaamd door hun falen na het uitbreken van de crisis. Maar dat kan toch geen reden zijn de veroorzakers van de crisis steeds vaster in het zadel te helpen.

Gerust ben ik er niet op, want terwijl in woord en geschrift steeds duidelijker wordt wat de rampzalige gevolgen van het liberale beleid van de afgelopen jaren zijn, verandert dit niets aan de uitslag van verkiezingen die in Europa worden gehouden. En veel media die misschien een verschil zouden kunnen maken, zwijgen grotendeels in hun strijd om te overleven in deze crisis. Liever voetbal dan economie. Tja.



zaterdag 28 juni 2014

Don't complain



Oudere mensen hebben de gewoonte al snel te vervallen in alles was vroeger beter. Collega’s die net als ik de krant al dan niet gedwongen hebben verlaten doen er doorgaans ongeveer een half jaar over om hierin te vervallen.

Toen mijn hoog gewaardeerde collega Jildert Sudema afscheid nam liet hij ons – toen jonge honden – hem beloven, dat mocht hij ook in deze nare gewoonte vervallen, wij hem zouden waarschuwen. Slechts een keer hebben wij hem hierop kunnen betrappen en toen was slechts een verwijtend ‘Jildert!’ voldoende om hem op het rechte pad terug te brengen.

Anderen zijn niet zo gelukkig dat ze bijtijds jongeren hebben ingeseind hun te waarschuwen. Zo ontmoette ik onlangs een collega, die met een riante bonus is vertrokken. Hij had geen goed woord voor zijn voormalige broodheer over. ,,Ach, daar wil je toch niet meer mee geafficheerd zijn’’. 

Ik begrijp het en ook weer niet. De kritiek op de huidige krant heb ik ook, maar die heb ik wel geuit, toen ik er nog werkte. Nu doe ik er het zwijgen toe. Geen dinsdagavond in een befaamd café om daar gezamenlijk elkaar te bevestigen in de gedachte, dat het niets meer is met de krant.

Dankzij die krant ben ik de hele wereld over geweest. Heb ik in de stoel van Einstein gezeten in Princeton en in de VS alle beroemde instituten bezocht. Heb ik het dna uit het embryo van een fruitvliegje mogen trekken. Heb ik Moskou en St. Petersburg mogen bezoeken in de jaren van glasnost. Heb ik heel Noorwegen mogen doorreizen. Ach wat al niet meer.

Misschien dat zulks allemaal niet meer mogelijk is, maar dat valt de redactie van de krant niet te verwijten. Natuurlijk, elke verandering is een verslechtering, heb ik heel vaak geroepen. Nu zal ik het in verband met de krant niet meer zeggen. Daarvoor heb ik te veel ook goede herinneringen.


En voor de jongere collega’s, mochten jullie mij nog eens tegen komen, waarschuw mij als ik in de zelfde fout als sommige anderen verval.  Een helder ‘Nico!’ moet voldoende zijn. Hoop ik en anders ben ik echt oud geworden.

vrijdag 27 juni 2014

Marktdag


Een vakantie met Vigoleis







Op vakantie neemt het denkend deel der natie boeken mee. Althans dat mogen we in deze dagen lezen uit vraaggesprekken met bekende Nederlanders. De keuze is vaak nogal teleurstellend.

Thrillers en nog eens thrillers, of nog erger, vakliteratuur. Het klinkt treurig als mensen eindelijk de tijd krijgen eens een boek te lezen en ze ze zich niet even uit de dagelijkse werkelijkheid willen terug trekken. Thrillers zijn meestal bevestigingen van bestaande denkbeelden. Zelden zijn ze verontrustend of zetten ze ons wereldbeeld op de kop.

Daarom hierbij een tip: Het eiland van het tweede gezicht van Albert Vigoleis Thelen. Bij voorkeur te lezen in Spanje. Het zijn de fabuleuze vertellingen van Vigoleis over zijn belevenissen met zijn geliefde Beatrice op Mallorca in de turbulente jaren 1931 tot 1936.

Onderga dit boek. Het is een wonder van vertelkunst. Het is hilarisch, fantastisch en verontrustend. Een beetje kennis van de geschiedenis helpt wel. Zeker in Spanje was de periode waarin het boek speelt bepalend voor de verdere geschiedenis. Niet voor niets eindigt deze roman in 1936 met het vertrek van Vigoleis en Beatrice uit Mallorca vanwege de gewelddadigheden van Franco-gezinde militanten.

Maar voor het zover is ben je als lezer meegezogen in de fabelachtige wereld van Vigoleis. Een wereld die voor Nederlanders de nodige aanknopingspunten heeft. Thelen is geboren in het grensgebied van Nederland en Duitsland en had kennis aan menig Nederlandse schrijver. In Het eiland komen herhaaldelijk passages voor van correspondentie met hen, meestal over vertalingen in het Duits.
De twee arriveren op het eiland vanwege de aangekondigde dood van de broer van Beatrice, een onvoorstelbaar mooi karakter uit de pen van Thelen. Zijn avonturen en daarmee die van Vigoleis met de lichtekooi Pilar zijn veelal ongemeen grappig en zo heel erg Spaans.

Vigoleis taalgebruik is een ongekend hoogtepunt in de literatuur van de vorige eeuw. Zogeheten Spaanse woorden zijn veelal zelf verzonnen, zoals de pilarriere voor de soms wel heel armoedige spondes van de hoofdpersonen. En dan is dit nog terug te voeren op Pilar. Een woordenboek helpt hier niet.

Dames van lichte zeden spelen een nogal grote rol in Het eiland. Geldzorgen zijn aanleiding tot een verblijf in een bordeel van wel heel bedenkelijk allooi. Ach, hoe mooi moet Mallorca in die tijd geweest zijn als oord waar de rijken der aarde met in hun kielzog nog talrijker gelukszoekers, kunstenaars en vooral bedriegers hun dagen sleten in ledigheid of in het smeden van fantasievolle complotten.

De tijd van voor het massatoerisme. Maar zelfs wie nu nog op Mallorca komt en de plaatsen van het massatoerisme ontvlucht zal veel herkennen van Vigoleis eiland. Waar hij tegen zijn zin reisgids wordt, schrijfhulp van beroemdheden als Robert Graves en nog tal van andere bezigheden om maar aan geld te komen.

Zorg ervoor niet te reizen met genoten die je aandacht vragen, maar laat je alleen meevoeren door Vigoleis en beleef een ongekend avontuur. Ademloos sla je de laatste pagina om. En is de vakantie nog niet voorbij, begin dan gewoon opnieuw. Het zal de vakantie van je leven zijn. Ook als je gewoon thuis blijft, maar het is zoveel aangenamer als je om je heen Spaanse klanken hoort.

donderdag 26 juni 2014

Stuitend






































Eigenlijk wil ik me niet meer boos maken, zeker niet over losse flodders van politici. Maar zo’n VVD’er Sjoerd Potters maakt het ergste in je wakker.

Ik vloek niet vaak, maar nu past een welgemeend godverdomme. Sjoerd Potters, onbekend backbencher van de VVD Kamerfractie vindt dat bijstandstrekkers de eerste maand niet meteen met vakantie mogen. Zeker niet een maand lang.

Het lijkt onschuldige bezorgdheid, maar het is het niet. Daar moet ie over nagedacht hebben. Zo van, als ik Marokkanen noem als uitvreters die de bijstand gebruiken om prinsheerlijk in het thuisland de bloemetjes buiten te zetten, krijg ik de hele goedgemeente over me heen. Dus noem ik ze niet.

Nee, ik zeg gewoon dat wie in de bijstand komt niet meteen een maand met vakantie mag naar het buitenland. Nu kom je doorgaans niet zomaar in de bijstand als je geen werk meer hebt. Voor de meesten onder ons geldt dat ze eerst de ww in gaan. Alleen als je uit een kansloos tijdelijk baantje op straat komt te staan, wacht soms de bijstand.

En wie in de bijstand komt heeft doorgaans niet veel geld te makken. Zeker niet voldoende om een maand in het buitenland te verkeren. Waar heeft Potters het dan over? Daar hoef je geen helderziende voor te zijn.


Potters heeft het stomweg over allochtonen. Die hebben familie in het buitenland. En hebben vaak de meest kansloze baantjes waar ze geen ww-recht kunnen opbouwen. Het is stuitend zo stiekem een groep te kijk te zetten. Dan denk je elke keer dat het niet erger kan en dan komt zo’n lafaard zo in de krant. Het is buitengewoon laag. Getver, op zo’n partij stemmen ook nog fatsoenlijke mensen. Tja, wat heet fatsoenlijk hier nog?


woensdag 25 juni 2014

Afscheid






Vandaag was zo’n dag die het midden houdt tussen melancholisch gepeins en opluchting en misschien een beetje triestheid. Een begin van een einde van een tijdperk dat eigenlijk al enige tijd voorbij is. Een afscheid.
De man die vanmiddag langs kwam om een partij boeken op te halen keek licht teleurgesteld naar het allegaartje dat ik voor hem had klaar gezet. Dit is wel het juiste woord, want het ging om een flinke partij boeken die rond de volle boekenkast stonden en waar ik eigenlijk geen waarde aan hechtte.
Om eerlijk te zijn ben ik niet zo’n megalomane boekenverzamelaar. Toch bouw je in ruim veertig jaar een flinke hoeveelheid boeken op. Keer op keer pak je ze in bij weer een verhuizing en sjouw je met de loodzware dozen, stiekem denkend: Waarom breng ik ze niet naar de boekenboot.
Ik ben een boekenlezer. Je koopt ze, leest ze en zet ze weg. Natuurlijk ben je wel een beetje trots als je zo’n prachtige rij boeken in de kast ziet. Allemaal gelezen? Jaaa, antwoord je, bang om verwaand over te komen,  als de schoonmaakster zuchtend naar de stofnesten kijkt. Maar echt waarde hechten aan die boeken, Nou nee. Als er weer iemand lang komt en boeken wil lenen, geen probleem. Eigenlijk ben ik dan weer verbaasd dat ze teruggebracht worden.
Maar goed, vanmiddag kon ik het teleurgestelde gezicht van de beste man niet verdragen en bracht hem mee naar mijn werkkamer. Ik wees hem op de kast waarin ik de verzameling boeken had staan, die ik als specialist voor mijn werk had verzameld. Sommige boeken met een herinnering aan de schrijver, omdat ik die ooit geïnterviewd heb.
De boekenopkoper was een liefhebber en niet alleen van boeken. Hij genoot van de verhalen die erbij hoorden. De anekdotes over de schrijvers, hun eigenaardigheden en misschien nog wel het meest van het idee dat zulke grootheden ooit in mijn krant hadden gestaan. Tja, het waren andere tijden.
,,Neem mee wat je denkt dat waarde heeft’’, zei ik hem. Hij ging voorzichtig te werk en bij elk boek vroeg hij of ik het misschien toch niet wilde houden. En trok een reader uit de kast van mijn werkbezoek aan het Max Plank Instituut in Göttingen, al weer vijftien jaar geleden. ,,Dat toch zeker niet’’, zei hij. ,,Nee, die niet’’, schrok ik.
Ach misschien had het ook wel mee gemogen, maar even werd de herinnering te machtig. Boven op de boekkast staat een foto waarop ik geportretteerd sta met een heuse pipet en daarnaast een afdruk van het dna dat ik in die weken uit het embryo van een fruitvliegje had getrokken. Eindelijk zelf iets in een laboratorium gedaan, in plaats van erover te schrijven.
Waarop we nog de andere kant van de kamer hebben bekeken. Hij zag honderden boeken die hij ook had gelezen. ,,Nu nog niet te koop'', zei ik alleen maar. En dat begreep hij. ,,Ach, het verkoopt toch niet'', zei hij een beetje teleurgesteld over die conclusie. En betaalde mij meer dan hij van plan was geweest.

Voorbij, oh en voorgoed voorbij, zei de dichter J.C. Bloem al op zijn grafschrift. Morgen is mijn afscheid. Benieuwd wie er komen en of ze wel komen. Ach, overmorgen is dat ook weer voorbij.

dinsdag 24 juni 2014

Catch the ball


Stop de werkdwang



Politici, vooral gestuurd door werkgevers, kunnen het maar niet nalaten ons in te wrijven, dat we te weinig werken. Onzin, er is geen volledige werkgelegenheid. Laat mensen met rust.
Niets is vervelender dan de mensen die je bij een eerste kennismaking vragen wat je zoal doet. Wee degene die antwoordt: Eigenlijk niets. Einde gesprek. En toch zou het heel normaal moeten zijn.
In een maatschappij die zo gelukkig is dat er voldoende welvaart is om bij ontbreken van voldoende werk niet-werkenden een redelijk bestaan te garanderen, zou het geen schande moeten zijn om niet te werken. Wees eerlijk, dankzij die niet-werkenden kunnen anderen werken.
Dat werkenden daar een prijs voor betalen in de vorm van premies, het zij zo. Maar zet de anderen niet in de hoek met een stigma van lui of uitvreter. En dwing ze niet tot veelal onnutte bezigheden om ze toch vooral maar in te wrijven dat ze eigenlijk zouden moeten werken. Het zou een teken van beschaving moeten zijn, dat er mensen zijn die niet zo nodig hoeven en met minder genoegen nemen.
Zeker waar een toekomst gloort waarin er minder werk zal zijn door de immer voortgaande automatisering. Luister niet naar politici en werkgevers die geloven dat we langer en harder moeten werken, omdat ze dat in China ook doen. Dat leidt alleen maar tot een nare maatschappij en het is een mooi excuus sociale verzekeringen te korten.
De verheerlijkers van hard en lang werken leven nog in de vorige eeuw. Maar ze dwingen de niet-werkenden wel om zich te verontschuldigen en er de nadruk op te leggen dat ze toch echt heel nuttig bezig zijn. Dat zou toch helemaal niet hoeven. Leve de nuttelozen. Ze hebben recht op hun ledigheid.
Als we dat nu eens erkennen, dan wordt het misschien mogelijk mensen weer op hun essentie te beoordelen. Dan hoeven mensen niet meer luidkeels kenbaar te maken, dat ze zich nooit vervelen. Onzin, zelfs de massa’s die elke dag ten kantore gaan, vervelen zich vaak de pleuris. Waarmee overigens niet gezegd is, dat verveling zo slecht is. Als je het naar niet bestrijdt. Dat leidt tot veel ellende.

Het ideaal zou moeten zijn rustig na te denken in een schommelstoel voor mijn part. Lees desnoods, schrijf, maak muziek of ga wandelen. Doe alle kennis van de wereld op en doe er niets mee. En leef in ledigheid. Het is zoveel aangenamer. Ideaal wordt het toch nooit.

maandag 23 juni 2014

Night fall

Night is falling and the harvest needs to be harvested before the rain comes.




Georkestreerde windweerstand











Ruim dertig jaar geleden vochten Sexbierum en omliggende dorpen om het proefwindmolenpark. Alom verrezen windmolens en geen haan kraaide ernaar. Waar komt dan nu die massieve weerstand vandaan? We dreigen weer decennia te verliezen.

In het jaar 1994 reisde ik voor de Leeuwarder Courant door de Verenigde Staten om verslag te doen van de ontwikkeling van duurzame energie. Californië was toen een voorbeeld voor de wereld. Massale windmolenparken zoals bij San Francisco – het Altamont-park – waren een toekomstbestendig vergezicht. En men prees er Nederland met zijn Sexbierumer proefpark.
De solitaire turbines bij boerenerven stuitten slechts op weerstand als ze te dicht op bewoning stonden en overlast veroorzaakten. Bij de vele boerderijen ver van dorpen en andere bebouwing stoorde niemand zich eraan. Bij binnenkomst van de provincie bij Zurich leek Friesland plots een dynamische regio door gestaag wiekende molens.
Slechts toen ook al emeritus hoogleraar Pieter Lukkes zag het anders. De zelf verklaarde Don Quichot poogde menig journalist te overbluffen met onnavolgbare cijfermassa’s. Veel succes kreeg hij er niet mee. Een enkel ingezonden stuk en dat was het wel.
Het was nog de tijd dat de klimaatwetenschap onomstreden was. Klimaatsceptici waren er nog niet, of kregen weinig gehoor. Het gevoel niet langer afhankelijk te willen zijn van bedenkelijk regimes die over onze olievoorraden gaan, was na de eerste Golfoorlog sterk.
Overal in Europa verrezen de molens. Denemarken en later Duitsland liepen al snel ver voor op Nederland. Helaas gingen hier provinciale politici zich bemoeien met het plaatsen van de windturbines. Weg met die solitaire molens. Clusteren was het nieuwe ideaal.
Terwijl de rest van Europa doorging met de bouw van molens, stokte het in Nederland. Vooral in Friesland groeide de weerstand. Particuliere groepjes verenigden zich tegen wat zij zagen als horizonvervuiling. Aanvankelijk met weinig succes.
De laatste tien jaar keerde het tij. Het heilige recht op vrij uitzicht op niets won veld. Nu lijkt de stemming definitief omgeslagen. Als we de berichtgeving mogen geloven is de weerstand massief. Niemand wil uitkijken op molenparken. Ver gezochte argumenten die eerder als niet ter zake doende terzijde werden geschoven, zijn plots salonfähig. Liefst met een vleugje klimaatscepsis.
Komt het door de idee dat zonne-energie de windmolens overbodig zouden maken? Dan vergeten we gemakshalve dat een zelfde vermogen als van windmolens uit zonne-energie zou betekenen dat heel Friesland zo’n beetje met zonnepanelen bedekt moet worden. De combinatie wind- en zonne-energie is, zoveel is uit berekeningen gebleken de enige manier om de nagestreefde verduurzaming van de energievoorziening te realiseren.
Tegenstanders willen er niets meer van horen. Windturbines zijn ondingen, leveren weinig op, bederven het mooie weidse landschap. Terwijl de herrie van vliegbasis en snelwegen als onontkoombaar wordt geaccepteerd – werkgelegenheid, nietwaar – is het sonore gebrom van windturbines en het majestueus malen van de wieken – echt op minimaal 300 meter afstand van bebouwing - plots ondraaglijk.
Het hele idee van clusters megamolens stuit op veel verzet. Dit valt wel op te lossen. Vervang de solitaire molens door nieuwe met veel meer vermogen. En als je toch wilt clusteren doe het op industrieterreinen of langs snelwegen. Of op zee, maar dat is twee keer zo duur. Al hoewel er lieden zijn die met verrekijkers gewapend zich ook hieraan storen.
Ze moeten overal weg en daarmee uit. Lukkes kreeg twee pagina’s in de LC om zijn grijsgedraaide plaat nog eens te laten horen en er gaat geen dag voorbij of obscure groepjes mogen luid kraaiend betogen dat iedereen tegen windmolens is. In de ingezonden brievenrubriek komen gematigde geluiden amper aan bod.
Onderwijl loopt Nederland steeds verder achter op het gebied van duurzame energie. Biomassa bleek geen oplossing. Tja, iedereen wel zonnepanelen op het dak. Over druppels op de gloeiende plaat gesproken. Klimaatsceptici konden zand in de nationale politieke raderen strooien met veelal achterhaalde stellingen. De discussie politiseerde tot rechts (tegen) en links (veelal voor).

Weg met die gesubsidieerde windturbines. Het lijkt wel een goed georkestreerd complot. Het wordt tijd voor een ander, minder onderbuikachtig geluid. Voor we over dertig jaar moeten concluderen dat we weer decennia hebben verloren. En onze stroom betrekken uit landen die wel werk hebben gemaakt van een duurzame energievoorziening.

zondag 22 juni 2014

MILF




Het is van oorsprong een aanduiding in de porno-industrie voor sexy moeders. MILF, mother I like to fuck. Een afkorting zoals er hier zovele zijn. Nog niet zo lang geleden hoorde ik een collega fulmineren tegen het begrip. Diep verontwaardigd was ze, dat een vrouw zoals zij, een moeder nog wel, zo tot seks-object benoemd werd. Ze sputterde erover.
Het is natuurlijk ook geen aardige benaming en wel heel erg vanuit het mannelijk perspectief. Als een vrouw een andere vrouw erg sexy vindt, zal het niet bij haar opkomen haar te benoemen als iemand die ze zou willen hompiekurken. En het feit dat een in de porno-industrie bedachte term oprukt in het gewone spraakgebruik werkt ook al niet mee om er vanuit feministisch oogpunt sympathie voor te hebben.
En toch begint het woord MILF gewoon te worden in het dagelijkse taalgebruik zonder negatieve connotatie. De eerste keer dat ik het tegenkwam in die zin, was in de onvolprezen tv-serie Weeds. Hoofdrolspeelster Nancy Botwin, de zonder meer sexy weedverkopende moeder met vanuit feministisch oogpunt positieve instelling, brengt haar kwaliteitsproduct op de markt onder de naam Milf-weed.
Onlangs hoorde ik een vrouw uit feministische kring milf gebruiken als een geuzennaam. Alsof je geen lustgevoelens zou mogen voelen voor een moeder. Nu zijn daar hele filosofieën aan gewijd. Niet voor niets spreken we van het Oidipous-complex waar jongemannen seksuele fantasieën over hun moeder hebben. Maar goed dat bleef in het nette en geen filosoof zou de term milf gebruiken.
Deze week maakte het gratis dagblad Spits furore door de toename van werkende moeders in een infografiek toe te schrijven aan milfs. Boze reacties bleven niet uit en natuurlijk ook de reaguurders-opmerking dat niet alle moeders lustgevoelens opwekken. Het is evenwel een teken dat het begrip een onstuitbare opmars maakt.
Alleen weten maar weinigen waar de letters MILF voor staan. Dat is een mooi verschijnsel, dat je wel vaker ziet. Het ontkracht de nare smaak die het begrip in eerste instantie opwekt en maakt het tot een waarderend compliment.
Het past ook een beetje bij een veranderende maatschappij waar vrouwen na enkele bevallingen als seksueel wezen onzichtbaar werden. Niet helemaal onterecht, gezien de verwaarlozing waar ze zich schuldig aan maakten. Bekijk een foto van dames op de Huishoudbeurs enkele decennia terug en je kunt je daar wat bij voorstellen. Moederschap mismaakt, zo iets dus.

Juist het feminisme heeft hier verandering in gebracht. Vrouwen hebben begrepen dat ze ook na het krijgen van kinderen voor mannen nog heel aantrekkelijk kunnen blijven. En van daaruit valt te begrijpen dat de milf oprukt. En niet meer als nare benaming, maar gewoon als synoniem voor sexy. En we vergeten gewoon dat het uit de porno komt en onmiddellijke lustgevoelens die het impliceert. En het klinkt natuurlijk ook mooier dan FILF: father I like to fuck.