Ze is oud en vermoeid. De
dagelijkse wandelingen gaan traag en zijn van vijf naar 2,5 kilometer verkort.
Grijs sloft ze achter je aan. En de herinneringen sluimeren.
Ruim vijftien jaar oud is
ze nu. Ze heeft heel Europa wel zo’n beetje gezien, maar het meest thuis is ze
toch te midden van de Friese weilanden. Ooit waren ze haar jachtterrein. Samen
met haar zus uit hetzelfde nest maakten ze de buurt onveilig.
Ze hadden eigenlijk
genoeg aan elkaar. Ze vertederden gasten en ergerden buren als ze luid blaffend
hun verontwaardiging te kennen gaven als ze hen onwelkome gasten te dicht het
terrein zagen naderen. Hazen waren in de verre omtrek een dankbare prooi.
In een prachtige
schaarbeweging en voorbeeldige samenwerking dreven ze de langoren in het nauw.
En soms kwamen ze met bebloede bekken en zwart van de moddersloten na uren
thuis. Echte buitendieren waren het.
En toch in de stad waren
ze even zo goed thuis. In de duurste hotels van Boedapest, Berlijn,. Barcelona
en het onvergetelijke Parijs. Dat was voor de nu overgeblevene een licht
traumatische ervaring, waar ze de deur uitliep en op stap ging in de Lichtstad.
En richting Eiffeltoren opgepakt werd door de lokale politie.
Na een overigens goed
verzorgde nacht wisten we haar weer op te sporen. De vreugde van het weerzien,
zeker met haar zus was ontroerend. Het was de ouderdom die haar parten speelde,
staar en doofheid maakten verdwalen eenvoudig.
Ze waren een eenheid.
Geen reu kwam in de buurt. Ze hadden genoeg aan elkaar. Maar de tijd sloeg
genadeloos toe en zus werd ziek. Nog een jaar wisten we haar een redelijk leven
te bezorgen en zij steunde ons hierbij. Tot het niet meer ging en ze afscheid
moest nemen.
Bij de begrafenis ging ze
er vandoor. Ik niet, zo moet ze hebben gedacht toen de modder op haar zus werd
gestort. Daarna hervatte ze onwennige het eenzame leven. Nog steeds ging ze
overal mee. Rustiger, bedaard en soms verdwalend.
Nu wordt ze steeds
eenzelviger en ligt het liefst alleen te slapen. Alleen de dagelijkse
wandelingen zijn hiervan nog een onderbreking. Toch is ze nog hond. De interne
klok werkt nog wanneer het etenstijd en daarna wandeltijd is. Snuffelend gaat
ze haar weg, inmiddels het voorbijgaande fietserverkeer ongestoord passerend,
keurig links van de weg.
Een enkele keer weigert
ze grote trekkers te laten voorbij gaan. Dan staat het kleine beest met de poten
uit elkaar brutaal de chauffeur aan te kijken. Je komt er niet langs lijkt de
boodschap. Dan is er toch weer de poging in de auto te springen als haar mat
erin ligt. Het lukt niet meer, maar na een klein opstapje legt ze zich weer
tevreden neer voor welke rit dan ook en slaapt verder.
Zeg niet dat een dier
geen karakter heeft. Het is geen mens, maar soms zie je een spiegel die ze je
voorhoudt. Over gezond ouder worden en de eenzaamheid na het verlies van je
partner. Hoe lang nog? We plakken er nog een jaartje aan vast, zie je haar
denken. En daar houden we het op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten