Het is vrijdag, voorheen
de dag van de cultuurbijlagen. Tegenwoordig hebben landelijke kranten die
verplaatst naar de donderdag om de vrijdag vrij te houden voor boeken. Waarmee
we toch voor het weekeinde ons vol kunnen zuigen met cultuur na een week harde werkelijkheid.
Je hoort wel eens dat in
tijden van narigheid cultuur troost biedt. Dan zou er nu een stortvloed van
moois over ons moeten komen. Er is evenwel iets opmerkelijks aan de hand. In
plaats van schitterende nieuwe boeken, muziek en beeldende kunst lijkt de blik
achterwaarts gericht.
Het is alsof er nu te
weinig hoop te putten valt uit de dagelijkse werkelijkheid om nog iets moois te
maken. Althans dat valt op te maken uit de cultuurpublicaties van de laatste
tijd. Herontdekking van bijkans vergeten schrijvers, exposities van al lange
tijd bekende kunstenaars. Alleen de fotografie in Noorderlicht lijkt hier min
of meer aan te ontsnappen.
Of is er iets anders aan
de hand. Recensenten die de weg kwijt zijn en uit het verleden putten.
Muzikanten die de weg van vernieuwing moeten verlaten omdat er geen droog brood
te verdienen valt. En daarmee de weg vrijmaken voor oude sterren aan het
firmament, die als Phoenixen uit de duisternis van de vergetelheid verrijzen.
Kate Bush trekt volle
zalen in Londen, Ryan Adams wordt geroemd om zijn nieuwste album en van Bob
Dylan zijn de complete wat voorheen witte albums heette in het vooruitzicht
gesteld. Zij kunnen het zich veroorloven nieuwe wegen in te slaan. Ze hoeven
het voor het geld niet meer te doen.
Of ligt het aan onszelf
dat we in zulke onzeker tijden vastigheid zoeken en troost putten uit
schoonheid die we kennen. Soms betrap ik me erop dat ik zuchtend de pagina’s
over nieuwe boeken omsla zonder de informatie op te slaan. De beelden van de
vele festivals met zogenoemde nieuwe beloften maken geen enthousiasme wakker.
Het is weinig opwindend allemaal.
En dan herneem je jezelf.
Want tegen de stroom van ellende in moeten er op zolderkamertjes mensen bezig
zijn, die nieuwe wegen inslaan. Nog onontdekt door de toonaangevende
wegwijzers, de praatprogramma’s op televisie waar het leuk om te weten het
noodzakelijk te weten geheel heeft overvleugeld. Hier moet het allemaal vooral
vrolijk zijn.
Cultuur op tv is geheel
in handen van de AVRO gekomen. Iets wat je enkele decennia terug niet had
kunnen bevroeden. Slecht is het zeker niet, afgezien van het tijdstip van
uitzenden. Maar het is wel de weg van de zekerheid van de bewezen talenten.
Echt nieuwe cultuur zien we er weinig.
Is het het vrije
marktdenken dat publiciteit in de weg staat voor wat we nog moeten
ontdekken. Ongetwijfeld speelt dit
een rol, zeker waar de financiële bijdrage van de overheid grotendeels ie
weggevallen. Ook de angst van de media de lezers te ver achter zich te laten in
tijden dat deze zich massaal van de traditionele media afkeren.
Maar op de nieuwe media
is evenmin echt veel nieuws te bespeuren. Nog altijd overheerst het papier. Het
lijkt zelfs weer terrein terug te winnen. Waar je enige tijd terug bijna
struikelde over alle mensen met hun ebooks, zie je nu weer meer echte boeken in
het openbaar. En kranten nu deze eindelijk hanteerbaar zijn geworden.
Misschien moeten we hier
wel hoop uitputten. En dat in de genoemde zolderkamertjes op een dag de nieuwe
schrijvers, de componisten, de beeldend kunstenaars de computers hun werk op
papier of ander hanteerbaar materiaal zullen laten uitspuwen. En we weer gewoon
cd’s kopen in plaats van het downloaden van obscure sites. Ach, zoete hoop bijna
tegen beter weten in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten