Elke dag trekken
wereldwijd 150.000 mensen naar de stad. Een beetje rekenwerk leert dat dit zal
resulteren in een tekort aan grond voor woningen en voeding van 22 miljoen
vierkante kilometers over dertig jaar.
Het lijkt een abstract
getal maar 22 miljoen kilometer is zo’n beetje heel Noord-Amerika. En daar
zoekt Floating City een oplossing voor. Want grond is er misschien te weinig op
deze aardkloot, water is er ruim voorhanden. Als je nu eens steden op het water
bouwt. Drijvende steden dus.
Bij de RDM Campus in
Rotterdam wordt gewerkt aan een proefproject van wonen, voedsel verbouwen en
sluiten van de nutriëntencirkel. Rutger de Graaf lector drijvend bouwen van de
Hogeschool Rotterdam en directeur van Deltasync kan er enthousiast over
vertellen.
Alles kan, we hebben de
kennis voor bouwen op het water, weet hij. Zeker in de kustgebieden waar de
meeste mensen heen trekken kan drijvend bouwen een oplossing bieden voor de
huidige veelal onveilige en zeker niet duurzame situatie in de uitdijende
miljoenensteden. Want we willen doorgaans wonen op plekken die niet het meest
geschikt zijn. En we kunnen niet allemaal zulke dijken als om Nederland bouwen.
Langs het terrein van de
roemruchte RDM-gebouwen en in de gebouwen zelf verrijst een complex van
innovatieve bedrijfjes en scholen als de Hogeschool en het Albeda College.
Wetenschappelijke voeding komt veelal uit Delft. Een miljoeneninvestering die
wel nuttig lijkt.
De drijvende stad is een
mooi voorbeeld van wat hier ontwikkeld wordt. Een wandeling door het gebouw van
wat nu RDM Campus heet toont bedrijfjes als Ampelmann (bouw van stabiele
contacten tussen schepen op volle zee en booreilanden en windmolens) en
bedrijfjes op het gebied van elektrisch vervoer. En in de andere helft zetelen
de hogeschool en het Albeda College. De uitwisseling van kennis en ervaring
verloopt er steeds beter.
Het is een ontwikkeling
die je op meer plaatsen ziet. Toepassing van elders ontwikkelde kennis in
bruikbare duurzame producten voor de nabije toekomst. Leeuwarden kent met
Wetsus en de daar ontwikkelde watertechnologie een vergelijkbaar instituut waar
hogescholen, middelbaar beroeps onderwijs en innovatieve bedrijfjes nauw
samenwerken.
Het lijkt een goed idee,
dat uiteenhalen van de ontwikkeling en toepassing van wetenschappelijke kennis.
Het zou de druk van de ketel van de universiteiten halen zich met te veel
toegepaste wetenschap bezig te houden ten koste van meer fundamenteel
onderzoek. Hoewel de grenzen hiervan een beetje vervagen. Maar dit moet nog
doordringen tot de financierende overheid, die nog verstrikt zit in het denken
in topsectoren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten