donderdag 7 augustus 2014

Weg met de Einzelgänger




Hoeveel ruimte is er nog voor autonomie? Het is een vraag waar je vandaag de dag meer en meer mee worstelt. Einzelgängers worden niet meer zo op prijs gesteld.

Decennialang kon je min of meer je gang gaan. Zeker in de journalistiek was er ampel ruimte voor zelfstandigheid. Natuurlijk, daar moest iets tegenover staan. Als je hiervoor zorgde was er geen vuiltje aan de lucht. Je werd met rust gelaten.

Geen angst voor autoriteiten, geen angst voor verbroken contacten. Dat zijn wel zo’n beetje de voorwaarden voor een relatief autonoom bestaan. En natuurlijk een werkomgeving die er waardering voor kan opbrengen.

Zeker na de jaren zeventig was die waardering er. Daarna werd die autonomie steeds meer teruggedrongen tot enkele sectoren zoals de kunst. In de journalistiek kwam een proces van verzakelijking op gang waar individuele creativiteit minder op prijs werd gesteld. Teamwerk werd het adagio.

De verderfelijke handboeken management en het oprukken van de manager in het algemeen deden hun vernietigend werk. Want die managers leerden wel, dat je al te veel individualiteit geen ruimte moest geven. Er was meer te halen uit samenwerken, althans voor de doelstellingen van de managersideologie.

Alleen talentvolle freelancers konden hun gang nog gaan, mits ze voldoende durf hadden en zich niet overgaven aan gemakkelijke goede verdienende schrijfklussen. Dat betekende meer en meer het zelfstandig afreizen naar gebieden waar je met teamwerk niets opschiet maar waar het meer op je individuele overlevingsdrang aankomt.

Als je om wat voor reden dan ook daar niet geschikt voor bent, wordt je vrijheid aan banden gelegd. Dat is niet alleen slecht voor individuele personen maar ook voor de organisaties waar ze voor werken. Het is alleen goed voor het ego van de manager en het voortbestaan van zijn ideologie.

Want vergis je niet management is een ideologie. Een ideologie die helemaal niet gericht is op een optimaal resultaat in het algemeen, maar veeleer in dat van een bedrijf of groep van personen. Zeker onder de nieuwe liberalisering van begin jaren tachtig kreeg deze ideologie de wind in de zeilen.

Iedereen die in die jaren in min of meer creatieve beroepen werkte heeft die cultuurverandering aan den lijve meegemaakt. Er kwamen staatjes met te behalen doelen, er verschenen lieden op de werkvloer die werkprocessen doorlichten, hun werk belangrijk makend met Engelstalige newspeak waar hun opdrachtgevers diep van onder de indruk raakten.

Wie zich er tegen verzette werd al snel op een zijspoor gezet. De moeite die het hierna kostte uit recessies te komen was een teken aan de wand. Eerst die van de jaren tachtig en nog pregnanter nog die van deze nieuwe eeuw. Desondanks zie je geen enkel vacature meer waarin de nadruk ligt op individualiteit. Teamwerk daar gaat het om en te meten productiviteit.


Dat de gemiddelde productiviteit de afgelopen decennia is afgenomen wordt door economen vooral geweten aan de grotere arbeidsdeelname van in deeltijd werkende vrouwen. Waarom niet aan lieden in de management adviserende babbelbanen, zo vraag je je af. Wat produceren die feitelijk? Zo lang dit soort vragen niet gesteld wordt, zullen we steeds moeilijker uit recessies komen. Waar helaas een klein aantal mensen wel heel goed uit weg komt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten