In een wereld waarin
alleen feiten tellen, waarin geen internet bestaat, waar geen Twitter
is noch Geen Stijl, noch Facebook, zou ik het gedoe rondom Turkse
ministers die tegen de wil van de grote leider Rutte afreizen naar
Nederland anders beschrijven.
Dan zou ik zonder bang te
zijn dat racisten er misbruik van maken, schrijven wat ik echt denk
over vlagzwaaiende Nederlanders met een Turkse achtergrond. In deze
tijden is dat evenwel een gevaarlijke onderneming. Voor je het weet
schaar je je in de rijen van foute lieden.
Toch wil ik het voor een
keer proberen. Ik heb tenslotte hier en daar Turkse kennissen en ken
een klein stukje van hun leefwereld. Enkele malen ben ik in Turkije
geweest om aldaar kennis te maken met enkele Turkse jongelui die om
niet nader te benoemen reden mij een handje hielpen in de omgang met
de bevolking.
Dat waren heel aangename
dagen. We spraken over alledaagse dingen en over niet alledaagse
dingen. We gingen uit varen en zwemmen in de Egeïsche Zee. Later zou dit
resulteren een uitgebreide briefwisseling met de slimste van de
jongens. Van hen kreeg ik vooral de positieve kijk op Turkije mee.
Dat van een eerlijk volk, waar zeker de kleine misdaad op grote
minachting kon rekenen.
Een teer puntje was de
nationalistische gedachte, die hen overheerste. Zo geloofden ze
heilig dat de Verenigde Staten zijn ontdekt door Turken. Over religie
spraken we in die dagen niet. Dat kwam pas later tijdens de
briefwisseling, hetgeen overigens wel leidde tot een breuk.
Kortom, ik meen iets –
echt niet zoveel - te weten van de Turken. En ze houden niet op mij
te verbazen. Een normale omgang met religie is er ondenkbaar. Sinds
de harde scheiding tussen religie en staat aan slijtage onderhevig is
door de opkomst van de AK-partij, wreekt dit zich.
Een van de verlichte
Turken die ik later heb ontmoet, verdedigde de AK-partij nog met het
argument dat wij ook christelijke democratische partijen hebben. Maar
die hebben door schade en schande geleerd de staat met rust te laten.
Onze bevriende Turk zei er
wel bij, dat mocht de AK-partij de samenleving islamiseren, hij de
eerste zou zijn die naar Nederland zou komen, waar hij geboren is.
Want ook hij zag het giftige mengsel van nationalisme en religie. Ik
zie hem steeds vaker in Nederland.
Toch heb je stiekem de
hoopvolle gedachte dat Turken die decennia geleden in Nederland zijn
beland wel een tik van onze molen zouden hebben gekregen. Nu zullen
dat er een ongetwijfeld velen zijn, maar het heeft het er alle schijn
van dat een aantal onder invloed van Turkse organisaties dit lot weet te ontkomen.
En dus hangen ze in het
vrije Nederland een partij in het steeds onvrijere Turkije aan, die
het daar nog onvrijer zal maken. Dit alles vanuit toeristische
observaties dat het zo fantastisch gaat met Turkije. Zo veroordelen
ze hun voormalige landgenoten tot een dictatuur terwijl ze zelf in
een aangename vrijheid van alles mogen roepen.
De hier wonende Turkse
Nederlanders komen veelal van het platteland van Anatolie. De eerste
gastarbeiders waren veelal ongeletterden. Dan is het niet
verbazingwekkend dat een groot deel van de tweede en derde generatie
niet bepaald erg belezen is.
Hun nieuwsvoorziening is
veelal de Turkse staatstelevisie. Kranten lezen ze niet, al helemaal
geen Nederlandse. Turkse literatuur is hen – heel jammer –
onbekend. Ze hebben geen idee wie Orhan Pamuk is.Want anders dan in
Turkije wordt hun nationalisme louter gevoed door praatjes en
beelden.
Dit geldt natuurlijk niet
voor de studerende jongeren met een Turkse achtergrond, die
verstandig gebruik maken van de mogelijkheden die Nederland hen
biedt. En evenmin voor mijn kennissen in Turkije. De relschoppers in Rotterdam leken me evenwel geen studenten.
Wel heel erg
verontwaardigde jongemannen, die niet voor veel rede vatbaar waren.
Maar goed, het is mogelijk dat er ook wat intellectueel begaafder
mensen aanwezig waren. Het giftig mengsel van religie en nationalisme
is ons niet zo goed bekend.
Hoe moet het nu verder?
Deze jonge mensen zijn hier en horen hier, soms door geboorte, soms
door hun paspoort. Hoe kunnen we weer op normale wijze met elkaar
omgaan? Niet door op elkaar te schelden in navolging van de leiders Erdogan en Wilders. Niet door segregatie.
Het is duidelijk dat het
niet helpt de jongeren het gevoel te geven dat ze hier niet welkom
zijn. Dit zou wel eens mede de oorzaak kunnen zijn voor die hang naar
een Turkije dat feitelijk niet meer bestaat. Want als ze terug gaan,
hokken ze samen in Anatolie, in Konya en tiranniseren daar
verlichtere landgenoten als ruggengraat van de AK-partij.
Ze zijn hier wel welkom,
net als alle anderen die hier geboren zijn dan wel willen komen.
Integreren hoeven ze niet in de zin, dat ze net zoals alle
Nederlanders worden. Maar wel eindelijk de taal goed leren,
bestuderen hoe het hier werkt en niet alleen kijken naar de
Nederlanders in dezelfde naargeestige wijk. En bovenal die
vervloekte Turkse tv de deur uitflikkeren.
Alleen verwachten wij, dat
ze in ruil hiervoor het rommeltje dat het hier is zullen accepteren.
Niet in de zin van het overnemen van al onze normen en waarden, wat
die ook mogen zijn, maar wel in de acceptatie van het denken en
gedrag van de medemens, hoe vreemd hen dat ook zal zijn. Dan
accepteren wij dat rare gedoe met Turkse vlaggen en moskeeën mits zonder jammerende imams. Al begrijpen
we het evenmin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten