Terwijl de bewijzen zich
opstapelen dat dit land hopeloos achter raakt op het gebied van duurzame
energie, moddert Friesland verder met het windmolen-hoofdpijndossier. Nu
Winsemius een advies heeft uitgebracht zullen er toch knopen moeten worden door
gehakt. En dat zit sommige Friezen niet lekker.
Een van de windrijkste
provincies van dit land met alle ruimte zonder overlast voor omwonenden hikt
het meest aan tegen windmolens. Het is en blijft merkwaardig. Voor de rest van
het land lijkt het een beetje Friese folklore, maar hier worden de messen
geslepen. Al jaren lang hebben tegenstanders de trom geroerd en de indruk
gewekt dat de hele gemeenschap tegen de molens is.
Wat de ontwikkelaars van
molenparken ook bedenken, de stemming wil maar niet veranderen. De idee
overheerst dat de provincie wordt overspoeld door wanstaltige Gargantueske
monsters. Waar je ook kijkt immer zal je blik verstoord worden door de wiekende
reuzen.
De werkelijkheid valt wel
een beetje mee. De molens zijn niet zo lelijk. Er wordt geen cultuurlandschap
vernield, want dat hebben boeren de afgelopen decennia al gedaan. Er komen niet massa’s molens bij. Het vermogen per windturbine neemt immers flink
toe. Dat betekent dat een verhoging van het totale aantal megawatts niet automatisch
een evenredige stijging van het aantal molens betekent.
Ze worden ook nog eens
geclusterd. Solitaire molens komen er niet bij. De vraag is al eerder
gesteld: waar komt die weerstand toch vandaan? Alleen conservatisme kan het
niet zijn. Er is wel zo iets als een soort heilig recht op een vrij uitzicht.
Een uitzicht dat door niets verstoord mag worden al is het een iel silhouet van
een molen kilometers verderop. Tja, moet je hier rekening mee houden?
En de vraag die nog het
minst wordt gesteld is die of de weerstand werkelijk zo groot is. De Friese
media zijn voorzichtig in hun benadering, bang de lezers voor het hoofd te
stoten. Raar, want als in een dorp als Rijs de bevolking zich roert tegen de
komst van asielzoekers, deinst men er niet voor terug om de vermeend racistische
bewoners de oren te wassen.
Als je eens om je heen
vraagt hoor je zelden ernstige bezwaren tegen windmolens. Als er al eens iemand
blijk geeft van tegenstand gaat dat vaak gepaard met ongeloof in de noodzaak
van duurzame energie. Klimaatverandering? Het zou wat. De tegenargumenten zijn
veelal eenvoudig te weerleggen. Toch krijgen de tegenstanders alle ruimte in de
regionale media. Veel meer, zo lijkt het, dan de voorstanders. Die zijn dan ook
wat terughoudender in het zoeken van de publiciteit in de wetenschap, dat links-
rechtsom die windmolens er toch wel komen.
Dus nog maar eens.
Windmolens zijn er niet voor eeuwig, zoals wel eens wordt gesuggereerd. Ooit
zal er wel eens echt vooruitgang worden geboekt met grootschalige opwekking van
duurzame energie, bijvoorbeeld door kernfusie. Dat duurt misschien nog wel
vijftig jaar, maar dat is echt niet eeuwig.
Klimaatverandering is een
directe bedreiging, ook voor Friezen die voor de helft onder de zeespiegel
leven. Wie dit nog ontkent, past thuis in het uitgedunde rijtje van gelovers in
een platte aarde. Bio-energie kan maar voor een heel klein deel zorgen voor
voldoende energie. Besparen op gebruik kan een belangrijker bijdrage leveren,
maar niet voldoende. Zonne-energie biedt evenmin voldoende soelaas. Duurder is windenergie eigenlijk al niet eens meer mits op
land geplaatst.
Dus Friezen staakt uw
wild geraas. Leg uw oor niet te luisteren bij eeuwige dwarsliggers. Zorg dat
mensen niet onnodig hinder ondervinden van lawaai of slagschaduw. En begin met
aanleg van de parken. Lelijker wordt het er echt niet van. Met welwillendheid
is er ook ruimte voor een goede inpassing. Over tien jaar weten we niet meer
waar het gemekker over ging.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten