Europa moet stoppen met
het kopen van goedkope rommel uit lage-lonen-landen. Het is de boodschap van
Jonathan Holslag in Tegenlicht. Europa moet wakker worden uit zijn lethargie en
dat doen waarin het sterk is: kwaliteit. Wie goed luistert hoort hier meer dan
een boodschap. Koop eigen waar en afkeer van goedkope import want niet goed om
maar twee te noemen.
Leuk is dat want een van de
aangenaamste zondes in bijvoorbeeld Spanje is het bezoeken van de talrijke
Chinese bazars. Zeker als je een tijdje in een appartement zit heb je wel
eens wat nodig voor een korte tijd. Dan koop je niet meteen het duurste. Vorig
jaar nog voor 75 cent een ipad-kabel gekocht en een koffiezetter. Die kabel
doet het nog steeds goed, dit in tegenstelling tot een officiële Apple-kabel
die ik moest kopen in Duitsland voor meer dan het tienvoudige.
Toegegeven, die
koffiezetter was een noodgreep en stelde niet veel voor, maar hielp ons mooi
door de tijd. Het zijn winkels vol prullaria zoals hier Aktion. Die prullaria
laat ik links liggen al zijn nog zo goedkoop. Maar een ledzaklantaarn voor een
paar euro mag van erbarmelijke kwaliteit zijn, maar houdt het net lang genoeg
vol. Tot we thuis die goede lantaarn weer oppakken. Oeps, made in China.
Nee, dan de Europese
kwaliteit. En dan komt altijd de Duitse gründlichkeit om de hoek. Audi,
Mercedes, dat is de kracht van Europa. Tja op de Adac-lijst prijkt nog immer de
Mazda 6 als beste auto. En al klinkt het een beetje Duits, dat is toch echt een
Japanner. Kijk je onder de motorkap van al die prijzige kwaliteit, dan zit er
nogal wat ‘made in China’ onder.
Tuurlijk, het is zuur als
hier banen verdwijnen omdat ze in China lagere lonen hebben, of in Bangladesh
onder erbarmelijk omstandigheden onze kwaliteitsmode maken. Het is lastig
zoeken naar een antwoord hierop. De enige hoop is op een groeiend bewustzijn van
de middenklasse in die landen, zodat de lonen stijgen. En dat gaat ook zeker
gebeuren.
Wie roept dat de lonen
hier te hoog zijn en dat we daarom niet op kunnen tegen die opkomende
economieën speelt een gevaarlijk spel. Het is het aloude kapitalistische spel
van de race naar de bodem. Daar moet je niet in meegaan. Niet dat Holslag dit
propageert, maar zijn analyse riekt een beetje naar die van de te hoge lonen
toeteraars.
Ik ben het volledig eens
met de roep om meer kwaliteit, maar heb niets met koopt eigen waar. Alsof dit een
garantie voor die gewenste kwaliteit is en alsof ze dat in China niet zouden
kunnen leveren. Misschien nu niet in alles, maar die tijd nadert snel. Laten we
ze daar een handje helpen en veel van hun waar kopen. En als het rommel is, dat
ook laten merken.
Wat ons dan wel moet
redden? Ik zou het niet weten en de vraag is zelfs of we wel gered moeten
worden. Lethargie? Op sommige gebieden zeker. Bijvoorbeeld de aanpak van de
banken, het als een noodlot ondergaan van afbraak van sociale zekerheden, die
malle bezuinigingsdrift.
Wat dat betreft is het
echt tijd wakker te worden. En de opkomende economieën vooral niet wijs maken,
dat ze hetzelfde moeten doen als wij. Om meer vlees en zuivel te consumeren
bijvoorbeeld. Want dat is wat onze ‘kwaliteitsindustrie’ toch zo graag wil.
Help ze bij het opbouwen van een duurzame groei en geef zelf het goede
voorbeeld.
We leveren al zo’n tien jaar
flink in en toch gaat het ons nog goed. Misschien moeten we nog een stapje
terug en afzien van het rare geloof van een eeuwig groeiende economie. Maar
echt veel minder hoeft het daarom nu ook weer niet. Economische wetten gaan
meestal uit van ‘onder gelijkblijvende omstandigheden’. En dat is nu juist niet
het geval.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten