In de Verenigde Staten
ontwikkelt zich een hoopvol verschijnsel: De geschreven media
herwinnen hun zelfvertrouwen en ontdekken weer wat echte
journalistiek is. Met dank aan hun nieuwe (malloot) president. In Nederland
moet dit besef nog doordringen.
Sombere beschouwing dat
het volkse wantrouwen tegen media uiteindelijk hun ondergang wordt overheerst.
Lugenpresse, fake media, het zou vernietigend werken, want wat is nog
waarheid, als mensen zich verschuilen achter hun 'waarheden'. Het
valt toch wel wat mee, want kranten als Washington Post en de New
York Times beleven gouden tijden.
En terecht want
journalisten nemen geen genoegen meer met de aloude persconferenties,
waar ze – eerlijk is eerlijk – te lang op hebben geteerd. Alweer
met dank aan de waanzin van Trump. Prachtig speurwerk levert
spannende journalistiek op. De spirit van Watergate is weer terug, de
luiheid is weg.
In Nederland moeten we dat
nog leren. Kritiekloze interviews met Geert Wilders op televisie, het
pure fascisme van PVV'er Martin Bosma dat kritiekloos in het Algemeen
Dagblad wordt geplaatst. En door de
onzalige samenwerking met de regionale kranten konden miljoenen
hiervan kennis nemen.
De kwalitatief goede landelijke kranten doen het ietsje beter, met overigens vandaag in de NRC een geweldig staaltje over de invoering van het PGB. Maar ook daar
overheerst vaak nog het rare idee, dat volgen van de politiek voor een
groot deel het oplepelen van uitingen van politici is en daaruit dan
weer conclusies trekken. Soms denk je wel eens dat de neergang van de
geschreven pers volledig terecht is.
Dat is te gemakkelijk, ik
weet het. De kranten zijn uitgemolken door gewetenloze geldbeluste
aandeelhouders, corrupte directies en luie ondernemingsraden. Er is
amper geld meer voor echte journalistiek. Hoofdredacteuren roepen
luidkeels dat onderzoek-journalistiek de toekomst is en sturen hun
redacteuren onderwijl naar onzinnige onderwerpen om aan de vermeende wensen van
lezers tegemoet te komen.
Toch kan het geen kwaad
eens naar de overkant van de grote plas te kijken. De groei van goede
kranten zou een voorbeeld moeten zijn. Journalisten die weer echt aan
het werk gaan in plaats van tijdrovende klusjes uit te voeren. Die persconferenties laten voor de reclame die ze zijn
en gaan speuren naar wat er feitelijk gebeurt. Ja, dat kost tijd en moeite
en sterker nog veel geld. Kennelijk zien de eigenaren dat in en
stellen ze geld beschikbaar, ook al omdat er weer groei is. En lezers beseffen weer dat goede journalistiek geld kost, ook digitaal.
Langzaam lijkt dit besef
terug te komen bij landelijke kwaliteitskranten. Al is het in de
verkiezingstijd nog immer armoede en is een antwoord op het populisme
nog steeds niet gevonden, terwijl het antwoord inmiddels bekend is.
Ga op zoek naar wat er werkelijk gebeurt. Stop met plezieren van lezers
met tralala-verhalen en lifestyle onzin.
Voor regionale kranten
lijkt het nog moeilijk. Het geld is op, de leiding is veelal
aangesteld als zetbaas van banken en andere geldschieters. De eerder
genoemde samenwerking met het AD voor het nationale en internationale
nieuws pakt rampzalig uit. De voorheen goede samenwerking binnen de
GPD is gestrand op krenterige Wegener-kranteneigenaren. Eigen
correspondenten zijn al langer weg, of lijden een armzalig bestaan
als freelancers.
Kritische journalistiek in
de eigen regio lijkt niet echt prioriteit te hebben, al zijn er nog
journalisten – veelal oudere – die tegen de keer kwade zaken aan
het licht brengen. Maar het is te weinig.Het is te volgerig, te veel
leuk allemaal. Lokale politiek wordt amper gevolgd. Personeelsgebrek
luidt het.
Ga dan verdorie echt aan het
werk. Weg van het kantoor, de regio in en verder. Niet afgeleid door onzinprojecten als vloggen en twitteren. Iedere dag weer en alleen
naar het gemeente- of provinciehuis om iets uit te pluizen. Het zal veel werk
worden, maar ach, dat zijn we gewend. Praten, lezen, luisteren, de
bewonersgroepen volgen. Niet alleen maar registreren, maar spitten. Weg met de dagelijkse druk met iets leuks te komen.
Alleen dan kan ook de
regionale journalistiek overleven. In betere tijden kregen
journalisten de vrijheid en kwamen soms met verrassende resultaten.
Er was geen dwang om leuk te zijn. Nu moeten juist die journalistieke
resultaten weer voorop staan en niet de leukheid of het amusement om
lezers te trekken.
Het is te veel public relations. Dat heeft niet gewerkt de afgelopen jaren. Terug
naar de journalistiek verdorie. Mensen zoeken naar echt betrouwbaar
nieuws en snappen zo langzamerhand wel, dat het internet dat slechts
deels biedt. Een krant leidt minder af.
Laat zien dat een krant
het verschil weer maakt. Dat ze er weer toe doet. Het zal tijd
kosten. Toch heb ik nog wel vertrouwen in de mensen die de krant
hebben afgezworen. Dat was nu eenmaal de tijdgeest. Nu ze weer op zoek
gaan naar echt nieuws, zorg dan dat er wat te bieden is. Stop het
geld en vooral de mankracht voor woonbijlagen in goede journalistiek projecten.
Stop het geleuter over nieuwe verdienmodellen op internet. Digitaal en papier gaan uitstekend samen. Maar om eerlijk te zijn, op internet doen poezenfimpjes en -foto's het er nog het beste. De urgentie voor kranten die willen overleven is hoog. De kranten zijn lang genoeg leuk geweest. Nu is het weer tijd voor informatieve artikelen die er werkelijk toe doen. En wees vooral niet bang partij te kiezen, maar dan wel op basis van feiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten