zaterdag 18 februari 2017

Hoop voor media



In de Verenigde Staten ontwikkelt zich een hoopvol verschijnsel: De geschreven media herwinnen hun zelfvertrouwen en ontdekken weer wat echte journalistiek is. Met dank aan hun nieuwe (malloot) president. In Nederland moet dit besef nog doordringen.

Sombere beschouwing dat het volkse wantrouwen tegen media uiteindelijk hun ondergang wordt overheerst. Lugenpresse, fake media, het zou vernietigend werken, want wat is nog waarheid, als mensen zich verschuilen achter hun 'waarheden'. Het valt toch wel wat mee, want kranten als Washington Post en de New York Times beleven gouden tijden.

En terecht want journalisten nemen geen genoegen meer met de aloude persconferenties, waar ze – eerlijk is eerlijk – te lang op hebben geteerd. Alweer met dank aan de waanzin van Trump. Prachtig speurwerk levert spannende journalistiek op. De spirit van Watergate is weer terug, de luiheid is weg.

In Nederland moeten we dat nog leren. Kritiekloze interviews met Geert Wilders op televisie, het pure fascisme van PVV'er Martin Bosma dat kritiekloos in het Algemeen Dagblad wordt geplaatst. En door de onzalige samenwerking met de regionale kranten konden miljoenen hiervan kennis nemen.

De kwalitatief goede landelijke kranten doen het ietsje beter, met overigens vandaag in de NRC een geweldig staaltje over de invoering van het PGB. Maar ook daar overheerst vaak nog het rare idee, dat volgen van de politiek voor een groot deel het oplepelen van uitingen van politici is en daaruit dan weer conclusies trekken. Soms denk je wel eens dat de neergang van de geschreven pers volledig terecht is.

Dat is te gemakkelijk, ik weet het. De kranten zijn uitgemolken door gewetenloze geldbeluste aandeelhouders, corrupte directies en luie ondernemingsraden. Er is amper geld meer voor echte journalistiek. Hoofdredacteuren roepen luidkeels dat onderzoek-journalistiek de toekomst is en sturen hun redacteuren onderwijl naar onzinnige onderwerpen om aan de vermeende wensen van lezers tegemoet te komen.

Toch kan het geen kwaad eens naar de overkant van de grote plas te kijken. De groei van goede kranten zou een voorbeeld moeten zijn. Journalisten die weer echt aan het werk gaan in plaats van tijdrovende klusjes uit te voeren. Die persconferenties laten voor de reclame die ze zijn en gaan speuren naar wat er feitelijk gebeurt. Ja, dat kost tijd en moeite en sterker nog veel geld. Kennelijk zien de eigenaren dat in en stellen ze geld beschikbaar, ook al omdat er weer groei is. En lezers beseffen weer dat goede journalistiek geld kost, ook digitaal.

Langzaam lijkt dit besef terug te komen bij landelijke kwaliteitskranten. Al is het in de verkiezingstijd nog immer armoede en is een antwoord op het populisme nog steeds niet gevonden, terwijl het antwoord inmiddels bekend is. Ga op zoek naar wat er werkelijk gebeurt. Stop met plezieren van lezers met tralala-verhalen en lifestyle onzin.

Voor regionale kranten lijkt het nog moeilijk. Het geld is op, de leiding is veelal aangesteld als zetbaas van banken en andere geldschieters. De eerder genoemde samenwerking met het AD voor het nationale en internationale nieuws pakt rampzalig uit. De voorheen goede samenwerking binnen de GPD is gestrand op krenterige Wegener-kranteneigenaren. Eigen correspondenten zijn al langer weg, of lijden een armzalig bestaan als freelancers.

Kritische journalistiek in de eigen regio lijkt niet echt prioriteit te hebben, al zijn er nog journalisten – veelal oudere – die tegen de keer kwade zaken aan het licht brengen. Maar het is te weinig.Het is te volgerig, te veel leuk allemaal. Lokale politiek wordt amper gevolgd. Personeelsgebrek luidt het.

Ga dan verdorie echt aan het werk. Weg van het kantoor, de regio in en verder. Niet afgeleid door onzinprojecten als vloggen en twitteren. Iedere dag weer en alleen naar het gemeente- of provinciehuis om iets uit te pluizen. Het zal veel werk worden, maar ach, dat zijn we gewend. Praten, lezen, luisteren, de bewonersgroepen volgen. Niet alleen maar registreren, maar spitten. Weg met de dagelijkse druk met iets leuks te komen.

Alleen dan kan ook de regionale journalistiek overleven. In betere tijden kregen journalisten de vrijheid en kwamen soms met verrassende resultaten. Er was geen dwang om leuk te zijn. Nu moeten juist die journalistieke resultaten weer voorop staan en niet de leukheid of het amusement om lezers te trekken. 

Het is te veel public relations. Dat heeft niet gewerkt de afgelopen jaren. Terug naar de journalistiek verdorie. Mensen zoeken naar echt betrouwbaar nieuws en snappen zo langzamerhand wel, dat het internet dat slechts deels biedt. Een krant leidt minder af.

Laat zien dat een krant het verschil weer maakt. Dat ze er weer toe doet. Het zal tijd kosten. Toch heb ik nog wel vertrouwen in de mensen die de krant hebben afgezworen. Dat was nu eenmaal de tijdgeest. Nu ze weer op zoek gaan naar echt nieuws, zorg dan dat er wat te bieden is. Stop het geld en vooral de mankracht voor woonbijlagen in goede journalistiek projecten. 

Stop het geleuter over nieuwe verdienmodellen op internet. Digitaal en papier gaan uitstekend samen. Maar om eerlijk te zijn, op internet doen poezenfimpjes en -foto's het er nog het beste. De urgentie voor kranten die willen overleven is hoog. De kranten zijn lang genoeg leuk geweest. Nu is het weer tijd voor informatieve artikelen die er werkelijk toe doen. En wees vooral niet bang partij te kiezen, maar dan wel op basis van feiten.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten