Als je me vraagt of ik
veel begrijp van deeltjesfysica moet ik helaas nee antwoorden. En toch
fascineert het. Zo’n verhaal in VK’s Sir Edmund over de nieuwe baas van Cern in
Geneve, Fabiola Gianotti, daar smul ik van. Ook al omdat in dat veld van de
natuurkunde een vrouw de baas van zo’n instituut kan worden.
Enkele decennia terug
bracht ik beroepshalve een bezoek aan de vrijwel onbekende deeltjesversneller
DESY onder Hamburg. Het bestaan hiervan was zelfs onbekend bij een bevriende
reisgids in de havenstad. En is inmiddels opgenomen in het tourprogramma.
Gek genoeg kon ik de
uitleg in het Duits redelijk volgen, veel beter dan enkele dagen een lezing van een politicoloog in Berlijn. Die eerste kennismaking met de deeltjesfysica smaakte
naar meer en toen de gelegenheid zich voordeed bezocht ik achtereenvolgens de Fermilab-versneller in Batavia bij Chicago en de Super Colliding Superconductor (SCC) in
aanbouw in Texas. Die werd later afgeblazen door het Congres.
Iedere keer viel het mij
weer op, dat ik het allemaal als alfa toch behoorlijk kon volgen. Veel later
kreeg ik de kans in Geneve rond te neuzen vlak voor de Large Hardon Collider
van Cern in werking werd gesteld. Is het omdat ze zulke goede woordvoerders
hebben, of dat het aan een leek beter uit te leggen is dan aan een in de klassieke
natuurkunde geschoolde academicus – zoals Roger Penrose het ooit zei - dat ik
het voldoende begreep om er een verhaal voor de Leeuwarder Courant over te
maken? Een verhaal dat volgens de woordvoerder van Cern van A tot Z klopte.
Ooit heb ik publicist
Klaas Jansma geïnterviewd en hoewel wij bepaald niet veel liefhebberijen delen,
vonden we elkaar op een punt: De liefde voor zaken die we eigenlijk maar amper
begrepen. Feitelijk zijn al die onderwerpen, die we met een heel klein beetje
inlezen snel kunnen begrijpen maar saai. Het dagelijkse nieuws boeit veel
minder dan zo’n verhaal over het Higgs-deeltje. De aankondiging van de
ontdekking mocht ik volgen in een Nikhef-zaal in Amsterdam met een directe
verbinding met Geneve.
En weer schreef deze alfa
een verhaal over zo iets abstracts als dat onzichtbare deeltje, dat voorgelegd
aan een deeltjesfysica weer redelijk klopte. De aanwezigheid te midden van
fysici die in gejuich uitbarsten bij de clou van het verhaal herinner me nog altijd als de dag van gisteren. Als er in je beroepsleven momenten van geluk
zijn, dan zou ik zulke gebeurtenissen daaronder willen plaatsen. Dat je op het randje
van je intellectuele vermogens moet werken en succes boekt, dat schenkt een
intens genoegen.
Dat ik na mijn bezoek aan
de SCC in Texas een dag later in Wommels de uitslag van de stemming over de
ruilverkaveling moest verslaan is een van die dingen in het leven van een
journalist, die hoe gek het ook mag klinken, bijdragen aan het idee dat er
niets mooiers is dan journalistiek. Zeker in de tijd dat regionale
journalistiek nog niet opgevat werd als louter verslaan wat erin de nabije
regio gebeurt. En dat stemt dan weer tot weemoed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten