zaterdag 25 april 2015

Draadjes en de dood



Mooi die plaatjes van de Hubble. Het zet je toch aan het denken. Licht van sterren miljarden oud, die we nu pas zien. En nu ontstaan of sterven sterren hetgeen we pas over miljarden jaren kunnen zien. Als er dan nog menselijk leven is, want dat is met een uiteindelijk stervende zon ook lang niet zeker.

Dan is de mens een intermezzo geweest in het universum en niet meer dan dat. Met zulke getallen lijkt hier niemand te zitten. Maar als binnen een ultiem kort tijdsbestek van een mensenleven die eindigheid zich openbaart zijn we ontzet. De confrontatie met de dood van de ander laat ons de eigen sterfelijkheid zien en dat is voor velen ondraaglijk.

Daar moest ik aan denken toen ik gisteren een bezoek bracht aan mijn moeder, die haar dagen als dementerende bejaarde slijt in een overigens aangenaam verblijf. Ik werd uitgenodigd aan tafel waar mij een overheerlijk speklapje werd toegeschoven. Onder genoeglijk gebabbel van ieder voor zich nuttigden de dames en een heer – het zijn bijna altijd dames op die leeftijd – hun maaltje van aardappels en worteltjes.

De tafeldiscussie is er een van groteske Pinterachtige dialogen. Er worden dingen gezegd die voor de anderen niets betekenen. Alsof er verschillende talen worden gesproken. Dat heeft voor een buitenstaander zo nu en dan een uiterst komisch effect. Triest die levensfase? Tja, dat ligt eraan. Ik vind het eigenlijk wel leuk.

In hun dementie in verschillende stadia lijken emoties slechts zinloze gevoelens, waaraan moeiteloos voorbij wordt gegaan. Zo vertelde de begeleidster dat in de ochtend tafelgenoot mevrouw X gestorven was. Er werd vrolijk doorgegeten. Er was geen commentaar. Gebruikelijke woorden op zo’n moment bleven uit. ,,Ik heb mijn bord al leeg, maar die speklapjes waren taai’’, sprak mijn moeder.

Mooi is dat en mijn gedachten gingen weer even terug naar de korte periode dat ik als student werkzaam was in een psychiatrisch ziekenhuis. Ook daar sneefde op een ochtend een van de aanwezigen na een hevige hoestbui. De mede-eters keken amper op. Van enige opwinding was slechts sprake toen bleek dat de net overledene zijn ei had laten staan.

Wij besloten een kleine verloting te houden om ruzie te voorkomen. Enthousiast namen de heren – hier waren het toch vooral mannen die zo gek als een deur waren – deel aan de verloting. Waarmee het verscheiden van meneer X in een vrolijke toestand eindigde.

Dat plaatst de droefenis tijdens begrafenissen toch in een ander licht. Hoewel dit soort bijeenkomsten na enige glazen wijn toch vaak ook nog wel draaglijk eindigen. Kennelijk is rouwgevoel ook maar een klein draadje in onze hersenen, dat indien doorgesneden door dementie, andere gekheid of alcohol, de treurnis doet wegsmelten.


Zo kunnen mijn moeder en haar lotgenoten ook genoeglijk naar het nieuws kijken en zelfs bij de meest gruwelijke beelden nog immer in hun eigen gedachten doorbabbelen, als ze al praten. Maar emoties, echt of pseudo, zie je niet. Is dat triest? Nou, als je mensen ziet twitteren over drenkelingen in de Middellandse Zee wens ik hen een flinke vorm van dementie toe. De vrees voor deze aandoening is bij mij weer behoorlijk afgenomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten