vrijdag 5 december 2014

Vrije dag wasdag


Ooit, zo is vaag de herinnering uit de studietijd was er een soort idealisme dat uitging van een deeleconomie zonder directe economische voordelen, zoals het huidige veelgeroemde nieuwe delen. Het deed opgang in kringen van bijvoorbeeld opbouwwerkers en vond zijn oorsprong in een nogal idealistisch mensbeeld. Kom daar nu nog maar eens om. Overigens speelde er zo’n bijna veertig jaar geleden ook al een zeker milieu-aspect mee.

Toen ging het evenwel niet zo zeer om auto’s. Dat werd door de toenmalige idealisten niet als een directe levensbehoefte gezien en bovendien dient autodelen geen andere doel dan mobiliteit en viel daarmee buiten de middelen om een prachtige maatschappij te bereiken. Niets tegen auto’s hoor, maar er werd niet meteen aan gedacht als het erom ging mensen dichter bij elkaar te brengen.

Nee, de toenmalige deeleconomen hadden iets anders op het oog. Hele nieuwe wijken rezen op in hun gedachten, die geheel anders zouden worden dan wat er toen nog gebruikelijk was in de net opkomende vinexwijken. Leuke groepen woningen, misschien wel rond een hofje gebouwd. Waarom allemaal een eigen tuin tenslotte. Nee, de mensen moesten minder op zichzelf wonen en meer communiceren. Dat zou veel ellende en eenzaamheid voorkomen.

In die groepen woningen was het ook helemaal niet nodig grote ruimtes te claimen voor bijvoorbeeld de was. Waarom een washok voor wasmachine en -droger in ieder huis. Was het niet veel logischer elk huizenblok een wasserette te geven. Veel goedkoper en zoveel socialer. In de wasserette zouden de bewoners elkaar treffen. En daar zou een nieuwe samenleving opbloeien.

Zo werd er nog veel meer moois bedacht. Eerijk gezegd was ik het allemaal een beetje vergeten. Ook onder het nieuwe delen kwamen die oude ideeën niet meteen naar boven, al hoorde ik in mijn naaste omgeving van leeftijdsgenoten wel eens mompelen, dat er toch niets nieuws was aan dit delen.

Toen destijds kwam het er allemaal niet van. De ideale mens bleek niet te bestaan en al helemaal niet zo bereid om gezamenlijk te kouten rond de wasmachine. Laat staan dat men in een gezamenlijke ruimte bijvoorbeeld aan het knutselen sloeg met mooi stevig gereedschap in gemeenschappelijk eigendom. Nee, het was de tijd dat een start werd gemaakt met een - naar later bleek op schuld gebaseerde welvaartsexplosie - en daarin werd iedereen toch eerder een eigen wasmachine en - droger toegedacht.

Tja, hoe kom je op zo’n herinnering? Wel, je zit soms wel eens zonder wasmachine. En dan besef je ineens dat er om de hoek een wasserette zit. Dus pak je de was in een grote tas en begeef je enigszins onzeker naar zo'n merkwaardige ruimte waar een blind paard nog geen schade kan aanrichten. Wel een aangename verrassing, als je onzekerheid meteen herkend wordt en de aanwezigen onmiddellijk toeschieten om je te helpen met die imposante wasgevallen en overigens helemaal niet zo ingewikkelde betaalapparaten.

En voor je het weet, ben je in aangename kout verzeild geraakt. Op dat moment schoot dat oude ideaal weer door mijn hoofd. Zo hadden die toenmalige huisvesters het dus in gedachten. Niet allemaal een beetje in je eentje wasdag vieren, maar ach in een loos uurtje naar de wasruimte en grote kans dat je daar wel iemand treft om een praatje te maken. En zo niet, dan neem je een boek mee.

Kijk, zulks doe je thuis niet.  Dat wil zeggen, een boek lezen onder het wassen. Misschien moeten we hier toch weer eens over nadenken. En snel want de laatste wasserettes verdwijnen uit Nederland. Het kan misschien wel veel meer goed doen aan integratie en zo dan alle buurthuizen bij elkaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten