zaterdag 22 april 2017

Nederlandse boeren zijn echt niet de beste



Wat is dat toch in Friesland met het provinciaal bestuur? Eerst waarnemend CdK Joan Leemburg-Stous die bij de Nieuwjaarsreceptie te weinig aandacht zag voor landbouw en nu weer gedeputeerde Johannes Kramer, die met weemoed terug kijkt naar de tijd van een landbouwministerie.

Soms neem je je voor nooit meer over landbouw te schrijven. En keer op keer vraagt het er weer o
m. Zo las ik in de Leeuwarder Courant dat gedeputeerde Kramer de ellende in de melkveehouderij wijt aan het ontbreken van een landbouwministerie. Zo’n ministerie waar ambtenaren nog weten wat een boer is.

Volgens Kramer was er met een landbouwminister nooit de noodzaak tot krimp van de veestapel geweest. Zo’n minister had het einde van  het melkquotumtijdperk in goede banen geleid. Op zo’n moment breekt mijn klomp, zeker als de gedeputeerde ook nog eens collega’s uit het buitenland aanhaalt die het vreemd vinden dat zo’n agrarisch land als Nederland geen landbouwminister heeft.

Vagelijk herinner ik mij dat toen er nog zo’n ministerie was, ondernemende boeren klaagden dat ze liever onder economische zaken wilden vallen. Zo samen met natuur onder een apart ministerie vonden ze als ondernemers maar niets. Ze kregen hun zin, al blijft het vreemd dat natuur aan landbouw gekoppeld bleef onder economische zaken.

Dat is een recept voor gedoe. Economie en natuur werkt niet. Iedere keer als het erop aankomt delft natuur dan het onderspit. Maar goed, het wonderlijke van zo’n uitspraak van Kramer is, dat hij doet alsof boeren overvallen zijn door het einde van het melkquotum. Onzin natuurlijk. Ze wisten het dondersgoed en vierden het als een bevrijding.

Eindelijk de melkkraan helemaal open. Het kwam mooi uit, dat de oude ligboxstallen ook zo’n beetje aan vervanging toe waren. Die werden mooi gesloopt en vervangen door minstens twee keer zo grote schuren. En al had Friesland Campina het voor het vertellen, en hadden ze hun leden kunnen vragen nog maar even te wachten met de grote melkstroom, dat gebeurde niet.

De coƶperatie wilde geen ruzie in de tent en verwachtte geen al te grote groei. Als ze op het platteland hadden rond gekeken, hadden ze beter geweten. De waarschuwingen van de staatssecretaris van landbouw Sharon Dijksma dat er niet te veel stront moest komen, werd in de wind geslagen. Accountants waren ook voorzichtig over de groei. Niet te veel schuld, riepen ze.

De ondernemerboeren trokken zich er allemaal niets van aan en gingen volgas los al een jaar voor het einde van het quotum. Verstandiger melkveehouders hielden even de pas in. Net als hun biologische collega’s. Zo van, wij doen niet mee en als die gekken straks met hun mestoverschot zitten en volop in de schulden, is er voor ons niets aan de hand.

Het liep anders weten we nu. Had een ministerie van landbouw hier iets aan kunnen doen? Geloof je dat echt Kramer? Ja, toen er nog iemand van verstand van zaken als Cees Veerman zat, had hij misschien nog ietsje kunnen remmen. Maar eigenlijk wist hij ook wel, dat de ondernemers hun oor niet naar hem lieten hangen.

Want ook in die tijd ging de overheid volop op het orgel over de kwaliteit van de Nederlandse melkveehouders. De beste van de wereld, die de meeste melk uit hun vee wisten te persen. En die opperbesten waren de regelzuchtige overheid eigenlijk wel zat. Ze hadden het niet gepikt, als die overheid de rem erop had gezet.

Dat ze toen het mis liep gingen klagen over die overheid en in het bijzonder over staatssecretaris Martijn van Dam, is dan ook een gotspe. Als die Van Dam ballen had gehad, had hij de vinger opgestoken en Brussel gevraagd nu maar eens af te rekenen met de grote bekken in Nederland. Weg met de uitzonderingspositie (derogatie) om meer mest uit te mogen rijden.

Nederlandse melkveehouders zijn helemaal niet de beste van de wereld. Vergeet die mythe. De beste boeren kijken wat de markt vraagt en stemmen hun productie daar op af. Niet zoals die ‘beste’ boeren het onderste uit de kan halen en de koeien op te voeren tot het maximale aan melkgift.

Een beetje kalm aan met die beste beesten, scheelt ook aan veeartskosten. Dat zijn de betere boeren. Maar ja, daar lachen onze ‘beste’ boeren een beetje om. Laten wij nu maar lachen om die ondernemers en de betere boeren niet lastig vallen met de gevolgen van hun melkwoede. En de provincie moet niet zeuren, die had kunnen ingrijpen op het gebied van ruimtelijke ordening. Regels genoeg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten