dinsdag 11 april 2017

Landschapsmomentum gemist





Zullen we over een jaar twintig in Friesland door kleurrijke, kruidengeurende grasvelden wandelen? Het kan snel gaan. Twintig jaar geleden was je een roepende in de raaigraswoestijn als je kritiek had op de landschapsbeschadiging door boeren. Nu lijkt er een ommezwaai mogelijk. Echt?

Landschapspijn, het woord dat meedong naar het woord van het jaar van 2016. Kansloos, want voor veel mensen was en is het nog een onbekend woord. Je kunt er, zoals mijn oud-collega Jantien de Boer een boek overschrijven. En dan ook nog volop in de publiciteit komen.

De vraag is of het helpt. Ze wordt geprezen omdat ze ondanks alles de dialoog zoekt met de boeren. En hoewel iemand als Geert Mak harder is in zijn kritiek op de boeren, zwakt ook hij het af door te wijzen naar politiek en zuivelindustrie. Onderwijl gaat de discussie op de sociale media door en lijkt met het begrip landschapspijn eindelijk een maatschappelijke discussie op gang te komen.

Lijkt, want de afgelopen tijd heb ik een aantal verjaarsvisites meegemaakt en daar eens geluisterd naar wat boeren erover zeggen. Dat valt niet mee. Er wordt overal over gepraat, het afleveren van koeien voor de slacht vanwege te veel mest, de eeuwige kritiek op de soms doorgeslagen regeldrift.

Maar eh, landschapspijn? Het is of de hele discussie aan de boeren voorbij gaat. Vooral aan de jongeren, maar ook de senioren hebben zich kennelijk afgesloten voor de kritiek van de burgers. De discussie gaat vooral over het inkomen en de melkproductie.

Minder koeien ja, maar de melkgift is dankzij nieuwe inzichten van afgestudeerde zonen flink gestegen. Al moet worden toegegeven dat dit wel veel vergt van de koeien en een voorheen onschuldig griepje nu slachtoffers vergt. Ook door de ziektevrije stallen.

Dit is de realiteit. Pagina's vol over de schade aan het landschap en discussie over de schuldigen, maar de boer hij melkt rustig voort. Ondanks het achterblijvende rendement. Nieuw is dit niet. Natuurverenigingen proberen al tientallen jaren samen met boeren iets van een wat natuurvriendelijker landschapsbeheer van de grond te krijgen. En soms slaat dit aan bij boeren, die best anders willen.

Maar helaas, subsidies verhullen de werkelijke drijfveren van de meeste boeren. Misschien zou er eens een studie moeten komen naar de psychologie van de agrarische sector. Hoe het opgroeien in een familiebedrijf in deze beroepsgroep kinderen beïnvloedt en ondanks het soms harde werk het toch ook wel een heel mooi bestaan wordt gevonden.

Burgers begrijpen dit niet. Die zien alleen maar hard werken. Een beeld dat boeren ook nog wel eens bevestigen, wanneer er kritiek op hen is. Zo van dat hebben we niet verdiend, want we werken ons het schompes.

Maar wat het mooie van de boerenroeping bedreigt wordt min of meer ontkend. Boerenorganisaties hebben ooit in een vlaag van rentenierschap wel eens gepoogd de discussie op gang te brengen. Het verzandde uiteindelijk in de gedachte dat 'kreas buorkje' voldoende is. Het land ligt er toch mooi en netjes bij?

Een uitzondering als biologisch, redelijk grootschalige melkveehouder Sjoerd Miedema mengt zich in de discussie onder boeren en krijgt het zwaar te verduren. Als zoon van een voorganger in de boerengemeenschap kijken zijn collega's ook wat vreemd naar hem op. 

Ach, de Kening fan ' e Greide doet het goed in ambtelijke kringen en bij kritische burgers. En boeren houden wel van een vogeltje zo nu en dan, maar het moet hun werk niet in de weg zitten. Dus verschuilen ze zich achter een evoluerend landschap en veranderen niet wezenlijk. Of ze wentelen zich in een slachtofferrol.

Het is net als het met de grote steden, die de druk van het toerisme niet meer aankunnen. De burgers van de binnensteden proberen het tij te keren, maar tegen het grote geld zijn ze niet opgewassen. En dan komt de uiteindelijke conclusie dat de strijd al verloren is.

Eigenlijk ben ik een beetje bang, dat de strijd om het landschap al verloren is. De politiek heeft het momentum voorbij laten gaan en keuvelt nog 
over natuurinclusieve landbouw. Terwijl buiten het gezichtsveld de ene andere industriële stal verscheen en nog verschijnt. Onderling spotten boeren met een poging iets anders te doen, zoals de koeientuin van stadsboer Tamminga bij Leeuwarden. De onder de opstijgende straaljagers verrijzende stal, vinden ze maar lelijk.

Het land is al plat en ontoegankelijk. Het interesseert de gemiddelde burger niet zo. Ja, zo'n boek over landschapspijn vinden ze mooi en doet hen denken aan vroeger, maar omdat ze allang niet meer in de weidelandschappen komen, missen ze de vroegere vogelrijkdom niet echt. Ze liggen er niet van wakker. De kritiek in veganistische kringen zwelt aan. En de boer, hij melkt vrolijk verder. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten