De ogen van
Nederland gaan open voor het achterland. Veel aandacht voor wat er buiten de
grotere steden gebeurde is er nooit geweest, maar de goegemeente kom er achter
dat er ook mensen wonen, veel mensen.
Die mensen vormen
een beetje een subcultuur in dit land, die we eigenlijk niet kennen omdat
tv-makers er tot voor kort geen aandacht voor hadden. Alleen zij die hun
wortels in deze gemeenschap hebben, weten ervan. Dat zijn er nogal wat en dat
bevreemdt dan weer een beetje, als je het koppelt aan de kennislacune, maar
vooruit.
De hernieuwde
kennismaking met het achterland maakt heel wat los, zo mochten we al gewaar
worden uit de populariteit van Boer Zoekt Vrouw. Daaraan werden in onze
praatjesprogramma’s hele beschouwingen gewijd. Nu is er de documentaire ‘Brommers
kiek’n’.
Tjong, dat blijkt
ook weer een hele openbaring. Jongeren op het platteland, die hun tijd vullen
met wat stoer gedrag, vuurtjes stoken, tractor rijden. Erg verheffend is het
allemaal niet. Afwijkende meningen zijn er amper, en ach, het zou niet
uitmaken, want diepgaand wordt er niet gesproken.
Belangstelling
voor cultuur, literatuur is er niet. Scholing blijft beperkt tot
beroepsopleidingen. Toch zijn het
ook niet van die types die de ganse dag op hun smartphone kijken. Het wekt bij
de beschouwers warme gevoelens op. Want zijn de simpele pleziertjes ook niet
een teken van geweldige vrijheid, saamhorigheid. Thuis voelen, dat is ook zo’n
begrip dat ik veel heb gehoord.
De meest geliefde
commentatoren zijn zij die zich hebben ontworsteld aan de plattelandscultuur
zonder rancunes. Nynke de Jong scoort hierin hoog. Met warme gevoelens kijkt ze
als deskundige naar al deze programma’s. Toch gek eigenlijk, want alleen door
te studeren en te vertrekken heeft ze haar huidige positie verworven.
Dat is wat deze
programma’s toch het meest duidelijk maken: Het is een cultuur van
achterblijvers die elkaar vasthouden. Ontsnappen is alleen mogelijk door buiten
de kring te gaan studeren. Dat kost moeite genoeg. Wie van mbo naar havo/vwo
wil, weet feitelijk al dat dit een breuk met de gemeenschap betekent.
Hoe verder af,
hoe hechter de gemeenschap. Daarom spelen deze documentairs zich ook veelal af
op die plekken waar een grotere stad tientallen kilometers verwijderd is.
Oost-Nederland is favoriet, ook vanwege het dialect. Friesland past wat minder
in het plaatje, omdat hier overal wel een stad in de buurt is en de cultuur ook
wat meer naar buiten gericht is, behalve in het Noord-Oosten.
Maar wat overal
geldt, wie blijft is een achterblijver in de letterlijke zin van het woord.
Niet in staat te ontsnappen aan de
- laten we eerlijk zijn – neerdrukkende cultuur van het platteland.
Daar waar de mooie dingen van het leven een beetje aan de mensen voorbij gaan.
Waar hard handwerken de norm is en het vooral down to earth is.
Daar is weinig
romantisch aan. Wie romantisch ingesteld is, ontvlucht het platteland. Zeker in
Nederland is het een te neerslaand gebied, waar helaas nog te veel mensen
afhankelijk van elkaar zijn. Die mensen vergeten we nogal eens en dat was voorheen
geen probleem. Tot we hen wijs maakte, dat ze ook meetelden en hun cultuur ook
waardevol is. Dan ontstaat vanzelf verongelijktheid.
Er is maar een
recept daaraan te ontstijgen: wegwezen! Stop met het romantiseren van die
saamhorigheid. Dat is het niet, het een neerdrukkende sociale controle, waar
veel talent verloren gaat. En waar elke afwijking genadeloos wordt afgestraft.
En waar die afwijkingen opgelucht ademhalen als ze de stad weten te bereiken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten