Economische
verslaggeving in de geschreven pers en de overige media kenmerkt zich door het
ontbreken van vragen. Het gedoe rond de dreigende overname door PPG van Akzo
Nobel gaat louter over de hoogte van het bod en de koers van de aandelen en is daarmee
een mooi voorbeeld.
Het geld klotst
tegen de randen van de Amerikaanse bedrijven. Een combinatie van een gunstige
dollarkoers, lage rente en de überoptimistische verwachtingen van aandeelhouders over het
beleid van Trump hebben de aandeelhouders een beetje gek gemaakt. Zover de
rationalistische benadering van de markt.
Dat geld moet ergens naar toe. En al roept het kind in het Witte Huis heel hard dat het naar banen in de VS moet, denken de aandeelhouders daar heel anders over. Wat stuwt de koers van die aandelen het meest op? Tja, ofwel de winst uitdelen aan de aandeelhouders. Of andere bedrijven overnemen.
Vooral in Europa
zijn bedrijven erg goedkoop. Ook weer door die koers van de dollar. En die
Europese bedrijven hebben ook heel veel geld in kas, maar net niet genoeg om Amerikaanse
bedrijven over te nemen.
Zou je ook iets anders kunnen doen met dit geld? Hogere lonen, investeringen in innovatie, duurzaamheid, om maar iets te nemen. Nog even afgezien van fatsoenlijk belasting betalen.
Zou je ook iets anders kunnen doen met dit geld? Hogere lonen, investeringen in innovatie, duurzaamheid, om maar iets te nemen. Nog even afgezien van fatsoenlijk belasting betalen.
Die vraag stellen
de vaderlandse economische verslaggevers amper. Nee, die gaan naar de
aandeelhouders om hun licht op te steken. Die aandeelhouders denken anders dan
gewone mensen. Het enige wat telt is de waarde van hun aandelen. Al gaat de
hele wereld naar de klote, prima als dit de waarde van de aandelen opdrijft.
Een vaderlands
bedrijf overgenomen door Amerikanen? Who cares? Als de koers maar stijgt. De
bazen van zo’n onder overnamevuur genomen onderneming, klagen over gebrek aan
bescherming door de overheid. Onzin natuurlijk, want ze hebben zelf ook menig
bedrijf overgenomen in andere landen. De overheid moest toen de vrije markt
niet in de weg zitten.
Als die markt
echt goed zijn werk deed, dan zouden aandeelhouders ietsje verder kijken dan de
dagelijkse waarde van hun aandelen. Bijvoorbeeld naar de vraag hoe hun aandeel
in de komende tien jaar rendeert. Dan zouden ze vragen naar investeringen en
innovatie. En naar de volstrekte geldverspilling, die overnames in 90 procent
van de gevallen zijn.
Een beetje
overheid met ballen zou proberen het over de rand klotsende geld op te vangen.
Een strengere belastingwetgeving bijvoorbeeld. Laat de multinationals maar
meebetalen aan de infrastructuur waar ze zo door floreren. De universiteiten,
het gewone onderwijs, het onderhoud van wegen, spoor en behuizing. Helaas
hebben we in Europa een overheersend neoliberaal klimaat, waarin de luimen van
de markt heilig zijn.
Dus daarvan
hoeven we weinig van de verwachten. Tenzij, tenzij de economiejournalisten de
echte vragen gaan stellen. De analyses correct maken. De rampzalige geschiedenis
van zo’n beetje alle overnames na gaan. De werkelijke redenen voor overnames –
aandelen, salarissen ceo’s – aan de kaak stellen. En dat niet in economische
rubriekjes die de gemiddelde lezer/kijker overslaat. Gewoon als opening van het
Journaal, op de voorpagina.
Maar misschien
moet hiervoor de opleiding van de verslaggevers in het algemeen worden
verbeterd. Journalistiek is niet gewoon een leuk beroep. Je hebt een
verantwoordelijkheid om het publiek de realiteit onder ogen te brengen, hoe
naar die ook is. Maar dan moet je die wel snappen. Een dingetje voor de formatieonderhandelingen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten