dinsdag 24 januari 2017

Politieke verslaggeving te vaak pr



Eigen kletskoek eerst, luidt de fraaie kop boven een commentaar in de Leeuwarder Courant van Willem Bosma. In de NRC haalt oud-journalist Jan Kuitenbrouwer uit naar de parlementaire verslaggeverij. Er kantelt weer iets.

Toen ik nog werkzaam was in de journalistiek ergerde ik me nogal eens aan de hoge status van de in Den Haag gedetacheerde verslaggevers. Politieke verslaggeving leek het hoogst haalbare in de journalistiek. Na een periode in dit ambt wachtte er thuis vaak een hoge post binnen de redactie.

Waarom eigenlijk vroeg ik me toen vaak af. Hadden ze iets betekend, iets veranderd? De regionale verslaggeving van de Haagse politiek was veelal een soort afgeleide van de landelijke met de nadruk op kamerleden uit Friesland. En dan niet zo zeer wat ze voor elkaar boksten, maar meer wat ze zeiden.

Het is daar waar Kuitenbrouwer de vinger op de zere plek legt. Parlementaire verslaggeving is weinig meer dan doorgeven wat politici zeggen. En als ze niet veel zeggen, maar hun boodschap uitvinden via twitter gaat men uit arremoede daar maar nieuws van maken. Dat is geen journalistiek maar public relations. 

En dan maar verbaasd zijn dat de mensen toch voor idioten kiezen in plaats van verstandige politici die veel meer voor elkaar krijgen. Het is het simpele gevolg van kiezen voor het weergeven van partijprogramma’s, de geschoktheid, verbijstering -vul maar in- bij gebeurtenissen die mensen raken in plaats van checken wat politici feitelijk doen om misstanden uit de weg te ruimen.

Stel je eens voor dat onze wakkere verslaggevers eens zouden zwijgen over alle tweets van de blonde leider van het idiote deel van dit land, maar simpel zijn stemgedrag zouden volgen en dit iedere keer in de media zouden brengen. En gewoon kijken wat zijn volgelingen in het land voor nuttigs voor elkaar krijgen.

Het valt zwaar om je dan nog voor te stellen dat de PVV veel voor zou stellen. Zelfs een gillende blondie dat de pers tegen hem is, zou op termijn in zijn tegendeel verkeren. In de huidige situatie heeft hij de pers volledig op zijn hand. Ze verkozen hem ooit tot politicus van het jaar. Waarom eigenlijk? Omdat hij hen weer een jaar lang voor de gek had gehouden?

In de Verenigde Staten buigen journalisten zich nu over de vraag hoe om te gaan met de idioot Trump. Je zou zeggen, na de vertoning rond de aantallen aanhangers bij de inauguratie is aanwezigheid bij de persconferenties van de president niet meer nodig. Een loopjongen kan wel noteren wat de perschef nu weer raaskalt. En inderdaad, zoals Kuitenbrouwer voorstelt, kunnen dan de vaak goed opgeleide verslaggevers zich richten op de resultaten van het beleid.

Dan hoeven we ons niet meer zorgen te maken over de resultaten van de komende verkiezingen in Nederland. De Hadjememaar-mafketels komen er dan niet meer aan te pas. Dan kunnen de verslaggevers weer het oude handwerk doen. Bijvoorbeeld even nadenken voor je bij duiding van de populisten alles gelijkschakelt wat hard oppositie voert zonder lonken naar de kabinetszetels.


De afgelopen dagen heb ik bijvoorbeeld enige malen mogen lezen dat onder de noemer populisme partijen als PVV, SP en Partij voor de Dieren vallen. Op zulke momenten schrik ik even wakker van de slaapverwekkende artikelen. De SP is op een goede manier licht populistisch, zoals de VVD dat op een foute manier is. De PvdD kun je met de beste wil van de wereld niet onder populisme schuiven.  Net zo min als bijvoorbeeld de SGP. Of je moet zeggen dat beginselenpolitliek populisme bedrijven is. Maar dat lijkt me een erg simpele definitie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten