woensdag 13 januari 2016

De verkeerd begrepen vrijheid



Een aanval op onze vrijheid, onze vrije samenleving. Het ligt onze leiders voor in de mond bij elke aanslag door terroristen die uit naam van de islam hun euveldaden plegen. Het zal wel, denk je dan. Hoeveel vrijheid hebben we nog en zijn die leiders niet al te happig juist die vrijheden aan banden te leggen.

Eerlijk gezegd is het juist  een onjuist begrip van die vrijheid, die de manier van leven bedreigt. Om dichtbij huis te blijven, was dat al zo met de nieuwe vrijheid van de jaren zeventig. Zelfs in een stad als Leeuwarden konden jongeren genieten van zelf bevochten vrijheid op het gebied van uitgaan, seksueel avontuur, proeven van verboden vruchten als alcohol en een enkele joint.

Het ging niet goed. Met de wetenschap van nu, zouden we zeggen, hadden we dat wel kunnen zien aankomen. Natuurlijk een demonstratie van opstandige jongeren tegen de regenteske bestuurders bij het Mercuriusfontein was ondanks het bevestigende ingrijpen van de klabakken iets bevrijdends. Het was een daad van verzet.

Alleen er zat een schaduwkantje aan dit verzet. Dat ontdekten we toen boeren en vrachtwagenchauffeurs uit protest tegen regeringsbeleid wegen blokkeerden. Dát was de bedoeling niet, rechts moest niet aan de haal gaan met onze vrijheden!  Dat behoudende krachten dezelfde methoden ging gebruiken om hun doel te bereiken, hadden de idealistische oproerkraaiers natuurlijk niet verwacht.

De pas verworven seksuele vrijheden waren natuurlijk wel alleen voor een groep bevoorrechten bedoeld. Toen sommige jongens uit mindere buurten en van buiten de stad in onze disco’s zich dezelfde vrijheden meenden te kunnen permitteren ging het mis. Die begrepen niet dat meisjes het wel leuk moesten vinden om bepoteld te worden.

We dompelden ons onder in nieuwe muziekvormen. Daar werd naar lieve lust geëxperimenteerd. Commercie was uit den boze. Dat juist die commercie al snel grip kreeg op de nieuwe muziek en via ogenschijnlijk pirateske schepen de gevestigde orde leek uit te dagen, was niet de bedoeling. We snapten het pas, toen het te laat was.

De joints draaiden de liefhebbers uit hash die avontuurlijk gesmokkeld werd door hippies in hun busjes op avontuur in Noord-Afrika. En al snel kwam de eigen gekweekte wiet in beeld. Het was een mooie tijd, zullen de toenmalige rokers nog denken. Dat het al snel verkeerde in criminaliteit lag natuurlijk een beetje voor de hand, maar toen konden de jongeren dat niet bevroeden.

Het waren dan in het begin ook experimenterende vaak hoger opgeleiden die zich verlustigden aan de hash. Ze konden er redelijk mee omgaan, al was er natuurlijk wel eens een enkeling die te ver ging. Dat gebeurde evenwel op grote schaal toen minder stabiele geesten zich op de drugs storten. Nu zijn het vooral groepen kansloze jongeren en allochtonen die in de problemen komen. Terwijl de georganiseerde criminaliteit de teelt en handel van die zo aangename middelen geheel in handen kreeg.

Waarom zijn we dan nu zo verbaasd dat jongeren uit landen waaraan deze ontwikkelingen voorbij zijn gegaan uit de bocht vliegen? Ze zijn feitelijk niet anders dan de lager opgeleide jongens en jongens van de buiten de stad, die niet begrepen dat de seksuele vrijheid iets van twee kanten was en bevochten op een bekrompen oudere generatie. Je moest het verdienen om er goed mee om te gaan. Het ging mis toen het voor iedereen beschikbaar leek.

De daaruit voorkomende frustratie mondde uit in agressie. Dat werd al snel zichtbaar in het uitgaansleven waar in nieuwe alternatieve kroegjes de hand werd gelicht met de sluitingstijden. In alle rust kon je daar wat langer doorgaan. Maar wel voor een uitgekozen publiek. Het ging mis toen ook anderen zich opdrongen. Anderen die niet met de vrijheid konden omgaan en al snel verschenen er portiers aan de deuren om hen buiten te houden.

Het vrije uitgaansleven verdween even ras als het was opgekomen. Nieuwe regels en strenge toelating moesten de uitwassen voorkomen, hetgeen pas na jaren goed lukte. Een nieuwe dimensie kreeg dit toen Nederland te maken kreeg met de nieuwe generatie jongeren, de kinderen van de gastarbeiders  uit Marokko en Turkije en Surinaamse nieuwkomers.  Zoveel anders dan de minder opgeleiden en buitenlui gedroegen ze zich niet, maar ze waren wel duidelijker zichtbaar. Noem het discriminatie, maar ze werden al snel geweigerd aan de deur.


En nu komen er ineens duizenden nieuwe inwoners, die deze geschiedenis niet hebben meegemaakt. En weer denken mensen dat dit vanzelf goed gaat. Met wat we uit het verleden weten, zou er onmiddellijk moeten worden gewerkt aan integratie. Integratie in de zin van kennis van en begrip van de omgangsvormen in het nieuwe land, kennis van de taal. Niet onmiddellijk grote woorden als normen en waarden. Eerst maar eens omgangsvormen.  Politici die nu het hardst kraaien, zijn veelal dezelfde die deze aanpak vertragen om de nieuwkomers niet het idee te geven dat ze hier kunnen blijven. Het is en blijft herhaling en dat maakt het allemaal nog treuriger.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten