Net op zo’n
moment dat je denkt: God, wat leven we toch in een kutland, krijg je ineens
weer hoop. Het was in de buurt van Hengelo dat plots een merkwaardige trilling
door de auto ging. Ik mopperde wat over de slechte staat van de wegen, toen het
trillen over ging in geklapper, waarop ik toch maar even de vluchtstrook op
zocht.
Op tijd, zo
bleek. Vanachter auto steeg een rookwolk op en een indringende geur van
brandend rubber, deed mij toch even schrikken. Een enkele blik op het
achterwiel legde de oorzaak bloot: een volledig gescheurde band. Vroeger zou je
dan de achterklep hebben geopend, de krik hebben opgezocht en het reservewiel
tevoorschijn hebben getoverd.
Helaas hebben
moderne auto’s geen reservewiel meer. Ja, een spuitbusje om de band weer op te
pompen en een klein lek te dichten. Heb je wat aan, als de rook uit een diepe
scheur in de band komt. Het is even zoeken, maar ergens vind je de kaart van de
ANWB met een telefoonnummer en dan ontvouwt zich een staaltje perfectie,
waardoor ik toch weer wat vertrouwen krijg in dit land.
De dame aan de
telefoon staat me vakkundig te hulp en waarschuwt me de auto te verlaten. Hulp
is onderweg, zo weet zij, binnen nu en zestig minuten. Een minuut later
verschijnt er een alarmlicht achter me en een gele auto van Rijkswaterstaat
stopt. Na de oorzaak van mijn verblijf op de vluchtstrook in ogenschouw te
hebben genomen, plaatst hij zijn auto iets verderop met een fel oplichtend
waarschuwingsbord.
De vriendelijke
chauffeur legt in alle rust uit wat me te doen staat. Auto ietsje meer aan de
kant en hij belt nog even met de Wegenwacht. Die draait net de snelweg op, weet
hij even later. Het wordt bijna gezellig. Er wordt beschaafd wat gepraat, een
shagje gerold en gewacht op die andere gele wagen.
Als die
verschijnt valt de perfecte samenwerking tussen twee mannen op. Snel worden
pionnen uitgezet, de auto mag wel in het gras en de conclusie is duidelijk:
Hier is geen snelle hulp mogelijk. Uit de auto komt een ingenieus kussentje dat
opgeblazen de auto optilt en fluks wordt het wiel verwijderd. De wielkast wordt
nauwgezet geïnspecteerd of er iets fataals is geraakt. Hier ook weer die
vriendelijke rust en beschaafde toon.
Mijn vrouw krijgt
een warme jas aangereikt en voor mij is er een reflecterend hesje. Hij vertrekt
met de belofte een drie kwartier later terug te komen. Na overleg met RWS-man
vertrekt deze en de man van de WW zet zijn eigen pionnen uit. Het gaat allemaal
zo gewoontjes, zo alledaags.
Inderdaad is hij
er na drie kwartier weer met een spiksplinternieuwe band om de velg. Rap zit
het wiel er weer aan, de andere banden worden nog even gecheckt en welgemoed
raadt hij me aan flink snelheid te maken op de vluchtstrook en in te voegen. En
goedgemutst vervolgen we de reis.
Dan moet ik nog
even denken aan de introductie van concurrentie op de weg voor de WW, tja de
vrije markt en zo. We horen er niet veel meer van. Waarom moet iets wat goed is
ook veranderen. Sommige dingen in dit land zijn wel degelijk goed geregeld. En
dat geeft je even een gevoel in een aangenaam land te wonen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten