Zo langzamerhand wint de
overtuiging terrein dat in Nederland geen serieus debat meer mogelijk is. Als
zelf in een discussie over ZZP’ers alle nuances verloren gaan, bevangt de
wanhoop je.
Sinds het uitbreken van
de financiële crisis in 2008 is het aantal ZZP’ers danig toegenomen. Veel
mensen in beroepen die zich hiervoor leenden en die door die crisis hun vaste
aanstelling verloren verkozen het ZZP’erschap boven het uitzichtloze bestaan
van de werkloze. Daar is niets op tegen.
Daarnaast waren er
natuurlijk altijd al mensen die het ondernemerschap verkozen boven de
loondienst. In de journalistiek bijvoorbeeld verdienden velen een zeer
behoorlijk belegde boterham als freelancers. Ook
niets om misprijzend over te doen.
Het punt waar het nu om
gaat is dat werkgevers misbruik hebben gemaakt van de crisis om zeker in de
journalistiek hun verdienmodel aan te passen. Bijkans juichend zongen ze de lof
van kleine kernredacties met daar omheen een schil van gespecialiseerde
freelancers. Ook niets op tegen, alleen zat hier een addertje onder het gras.
Tegelijk met het
inkrimpen van de redacties en daardoor de toename van het aantal ZZP’ende journalisten
verlaagden de redacties de tarieven voor freelancers. En onderwijl prezen de
werkgevers de geweldige inzet van de ZZP’ers.
Wie dit verschijnsel
aanklaagt vanwege de gevaren voor de ZZP’ers zelf, maar ook de druk op sociale
voorzieningen, zou op begrip mogen rekenen. Toch ontspoort de discussie, niet
in de laatste plaats door ongenuanceerde kritiek op het verschijnsel van de ZZP’er in
crisistijd. Artikelen in de krant scheren de hele groep over een kam als
armoedzaaiers, die geen of weinig belasting betalen, ja zelfs als lieden die
niet bijdragen aan de aow.
Dat ZZP’ers die het prima
kunnen bolwerken en die de afgelopen jaren een goede positie hebben verworven
zich in hun eer aangetast voelen, is heel begrijpelijk. Wat ik evenwel niet
begrijp dat juist zij nu zo hoog van de toren blazen. Want zij voelen ook de
druk van verlaagde tarieven en moeite die het kost werkgevers tot fatsoenlijke
voorwaarden over te halen.
Dat dit grotendeels komt
doordat de markt overspoelt is door freelancers, om dit oude begrip maar weer
eens uit de kast te halen, die ook nog bereid zijn tegen heel lage tarieven te
werken, wordt uit het oog verloren. Dat er ook nog een groep is, die in betere
tijden met zeer riante regelingen afscheid mocht nemen van een vaste baan en nu
uit liefhebberij andere ZZP’ers beconcurreert met lage tarieven is eigenlijk
nog erger.
Het is tijd de discussie
terug te brengen naar het begin. De welgestelde ZZP’er die op eigen kracht een
goede positie heeft verworven, houdt even zijn mond of ondersteunt de bijna
kansloze nieuwkomers. Die nieuwkomers houden zich aan de tarieven, die hun
collega’s bevochten hebben en weigeren voor een habbekrats zich uit de naad te
werken. Gezamenlijk trekken de ZZP’ers dan op tegen de opdrachtgevers om
misstanden aan te pakken. Dat dit kan leiden tot het inzicht dat er
misschien ook wel te veel ZZP’ers zijn in bepaalde beroepsgroepen, is dan
alleen maar meegenomen. Omscholing is ook een mogelijkheid, hoe mooi het beroep van bijvoorbeeld journalist mag lijken.
En laten we dan ook niet
vergeten dat de discussie niet alleen gaat over goed opgeleide mensen, die het
uiteindelijk toch wel redden. Bouwvakkers, chauffeurs en al die andere minder
gelukkige beroepsgroepen hebben het oneindig veel moeilijker. De geslaagde ZZP’ers
zijn hier op de vingers van een hand te tellen. Dit zijn geen ondernemers, maar
door de markt gedwongen zelfstandigen, die moeten concurreren tegen onderbetaalde
collegae uit nieuwe EU-lidstaten. Daar zou de discussie ook over moeten gaan.
Helaas kunnen die niet allemaal leuke artikelen schrijven.