Toen in 2008 de
financiële crisis losbarstte en de problemen van Griekenland naar buiten
kwamen, was het een probleem van het hele Europese bankwezen. De oplossing
moest ook in heel Europa worden gezocht. Op dat moment was een bankroet van Griekenland
een ramp geweest voor alle Noord-Europese banken. Die hadden miljarden aan
leningen uitstaan bij deze dubieuze debiteur.
Eenmaal begrepen welk
gevaar de toch al in zwaar weer verkerende banken bedreigde, is de jaren daarop
de Griekse schuldenlast van de banken overgeheveld naar de diverse overheden,
c.q. de belastingbetalers in Europa. Inmiddels hoeven de betreffende banken
niet meer te vrezen voor een Grieks bankroet. Zelfs de Griekse banken kunnen
omvallen zonder de Europese bankensector in gevaar te brengen.
De overheden van die
lidstaten houden tegenover hun onderdanen, tegen beter weten in, vol dat die overgenomen
schuldenlast ooit weer terug betaald zal worden door Griekenland, plus rente. Zeker
in Nederland houdt de regering hier nog immer stug aan vast, terwijl elk
verstandig mens weet dat dit voor Griekenland een volstrekt onmogelijke opgave is.
Was er in die beginjaren
van de crisis echt gestreefd naar een realistische oplossing voor het Griekse
probleem, dan was dit mogelijk geweest. Alleen durfde geen regeringsleider dit
te erkennen. Immers toegeven dat de Grieken nooit in staat zouden zijn de
schulden terug te betalen en derhalve die schulden net zo goed konden worden
kwijtgescholden, was voor hen electorale zelfmoord. Dachten zij, want
eerlijkheid was wellicht voor de onderdanen beter te verteren geweest.
Als toen de
regeringsleiders hun landgenoten
hadden uitgelegd, dat met de miljardenbetaling aan Griekenland de eigen banken
waren gered, was er veel gemopperd op de banken. Dat kwijtschelding van in
ieder geval een groot deel van de overgenomen Griekse schulden de enige
oplossing was, zou waarschijnlijk voor enige tijd boosheid maar wellicht ook
begrip bij de eigen kiezers hebben veroorzaakt. Griekenland had dan wel met
recht gedwongen kunnen worden het pensioenstelsel te hervormen en de corruptie
en belastingontduiking aan te pakken.
Dit nu alsnog toegeven
komt niet bij onze regeringsleiders op. Want, zo hielden ze hun landgenoten
voor, die onbetrouwbare Grieken hadden de kluit belazerd en moesten de schulden
tot de laatste cent terug betalen. Dat leek en lijkt de betreffende onderdanen
ogenschijnlijk heel logisch toe. Net zo logisch als het onderwerpen van
Griekenland aan een bezuinigings- en hervormingsplicht, die het land in diepe
ellende stortte.
Dat vanuit het binnen- en
buitenland waarschuwingen tegen dit beleid klonken, werd afgedaan als
populisme. Immers Griekenland was fout en moest boeten. Stel je voor dat die
luie donders wegkwamen met de bijkans misdadige corruptie en bedriegerij. Dat
de gewone Griek hieraan alleen schuldig was in de zin van kiezer van foute
regeringen, werd er niet bij verteld.
Evenmin kregen wij te
horen dat de miljarden steun aan Griekenland bijna geheel rechtstreeks naar
onze eigen banken ging. En dat de Grieken leden onder een voor ons onvoorstelbare
werkloosheid, tot zelfs veel zelfmoorden leidende armoede en uitzichtloosheid,
het was allemaal eigen schuld. Bezuinigen zouden ze en hervormen moesten ze. Nu
heeft Europa een probleem, want de Grieken willen wel graag in Europa blijven
en de euro willen ze niet kwijt, maar nog meer bezuinigen willen en kunnen ze
niet.
De ironie wil dat Europa
een lidstaat en een lid van de muntunie niet kan lozen. Alleen een lidstaat
zelf kan opstappen. Lange tijd heb ik gedacht dat het probleem Griekenland, hoe
ingewikkeld ook, op te lossen was. Nu begin ik te twijfelen. Regeringsleiders
houden vast aan het oude beleid, ondanks het leed van en het duidelijke nee hiertegen
van de Grieken.
De hele euro komt
hierdoor onder druk te staan. Onze trots, de sociaaldemocraat (sic!) Jeroen
Dijsselbloem, sprak zijn eigen partij nog ferm toe te hopen op eerlijke
politici in Griekenland. Wellicht dat een dergelijke wens in eigen land meer
zin heeft. Wees eerlijk dat je bang bent
dat kwijtschelden van de schulden van Griekenland, linkse partijen als
Podemos in Spanje de wind in de zielen zal geven. En uiteindelijk de hele
bezuinigingsmanie onderuit zal halen.
Dat daarom de Grieken
moeten bloeden en niet vanwege hun kleine economietje, waar Europa wel zonder
kan. Zonder de veel grotere economie van het ook bijna kapot bezuinigde Spanje
is een heel andere verhaal. Stel je voor dat zo’n Podemos dit jaar er de
verkiezingen wint en weigert verder te bezuinigen. Dat zou heel wel mogelijk
zijn, als nu Syriza in Griekenland gehoor vindt bij de Europese Unie. Italië
zou volgen en Frankrijk. Juist daarom moet Griekenland bloeden.
Het door Syriza
georganiseerde referendum gaf duidelijk aan, dat de Grieken verder bezuinigen
niet aankunnen. Dat regeringsleiders van vooral de noordelijke lidstaten ons
probeerden voor te houden, dat een nee van de Grieken een nee tegen Europa en
de euro was, zullen we maar vergeten. Het ging om een nee tegen verder
bezuinigen.
Dat de nieuwe en veelal
nog armere lidstaten in het Oosten over het tegemoet komen aan Griekenland zouden
mokken, ach, zoals gezegd een lidstaat kan altijd uit eigen beweging opstappen.
Ook dat zou geen ramp zijn voor Europa. De inwoners van die lidstaten krijgen
het steeds beter dankzij de EU.
Dat hier solidariteit met
een land waar de inwoners het alleen maar slechter zullen krijgen bij hoort,
wil er kennelijk niet in. Bovendien kunnen sommige nieuwkomers een voorbeeld
nemen aan de democratie in Griekenland. Want aan de oostelijke randen van de EU
mankeert hier nog wel eens wat aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten