maandag 6 juli 2015

Bij het 'nee' van de Grieken



Toen in 2008 de financiële crisis losbarstte en de problemen van Griekenland naar buiten kwamen, was het een probleem van het hele Europese bankwezen. De oplossing moest ook in heel Europa worden gezocht. Op dat moment was een bankroet van Griekenland een ramp geweest voor alle Noord-Europese banken. Die hadden miljarden aan leningen uitstaan bij deze dubieuze debiteur.


Eenmaal begrepen welk gevaar de toch al in zwaar weer verkerende banken bedreigde, is de jaren daarop de Griekse schuldenlast van de banken overgeheveld naar de diverse overheden, c.q. de belastingbetalers in Europa. Inmiddels hoeven de betreffende banken niet meer te vrezen voor een Grieks bankroet. Zelfs de Griekse banken kunnen omvallen zonder de Europese bankensector in gevaar te brengen.

De overheden van die lidstaten houden tegenover hun onderdanen, tegen beter weten in, vol dat die overgenomen schuldenlast ooit weer terug betaald zal worden door Griekenland, plus rente. Zeker in Nederland houdt de regering hier nog immer stug aan vast, terwijl elk verstandig mens weet dat dit voor Griekenland een volstrekt onmogelijke opgave is.

Was er in die beginjaren van de crisis echt gestreefd naar een realistische oplossing voor het Griekse probleem, dan was dit mogelijk geweest. Alleen durfde geen regeringsleider dit te erkennen. Immers toegeven dat de Grieken nooit in staat zouden zijn de schulden terug te betalen en derhalve die schulden net zo goed konden worden kwijtgescholden, was voor hen electorale zelfmoord. Dachten zij, want eerlijkheid was wellicht voor de onderdanen beter te verteren geweest.

Als toen de regeringsleiders  hun landgenoten hadden uitgelegd, dat met de miljardenbetaling aan Griekenland de eigen banken waren gered, was er veel gemopperd op de banken. Dat kwijtschelding van in ieder geval een groot deel van de overgenomen Griekse schulden de enige oplossing was, zou waarschijnlijk voor enige tijd boosheid maar wellicht ook begrip bij de eigen kiezers hebben veroorzaakt. Griekenland had dan wel met recht gedwongen kunnen worden het pensioenstelsel te hervormen en de corruptie en belastingontduiking aan te pakken.

Dit nu alsnog toegeven komt niet bij onze regeringsleiders op. Want, zo hielden ze hun landgenoten voor, die onbetrouwbare Grieken hadden de kluit belazerd en moesten de schulden tot de laatste cent terug betalen. Dat leek en lijkt de betreffende onderdanen ogenschijnlijk heel logisch toe. Net zo logisch als het onderwerpen van Griekenland aan een bezuinigings- en hervormingsplicht, die het land in diepe ellende stortte.

Dat vanuit het binnen- en buitenland waarschuwingen tegen dit beleid klonken, werd afgedaan als populisme. Immers Griekenland was fout en moest boeten. Stel je voor dat die luie donders wegkwamen met de bijkans misdadige corruptie en bedriegerij. Dat de gewone Griek hieraan alleen schuldig was in de zin van kiezer van foute regeringen, werd er niet bij verteld.

Evenmin kregen wij te horen dat de miljarden steun aan Griekenland bijna geheel rechtstreeks naar onze eigen banken ging. En dat de Grieken leden onder een voor ons onvoorstelbare werkloosheid, tot zelfs veel zelfmoorden leidende armoede en uitzichtloosheid, het was allemaal eigen schuld. Bezuinigen zouden ze en hervormen moesten ze. Nu heeft Europa een probleem, want de Grieken willen wel graag in Europa blijven en de euro willen ze niet kwijt, maar nog meer bezuinigen willen en kunnen ze niet.

De ironie wil dat Europa een lidstaat en een lid van de muntunie niet kan lozen. Alleen een lidstaat zelf kan opstappen. Lange tijd heb ik gedacht dat het probleem Griekenland, hoe ingewikkeld ook, op te lossen was. Nu begin ik te twijfelen. Regeringsleiders houden vast aan het oude beleid, ondanks het leed van en het duidelijke nee hiertegen van de Grieken.

De hele euro komt hierdoor onder druk te staan. Onze trots, de sociaaldemocraat (sic!) Jeroen Dijsselbloem, sprak zijn eigen partij nog ferm toe te hopen op eerlijke politici in Griekenland. Wellicht dat een dergelijke wens in eigen land meer zin heeft. Wees eerlijk dat je bang bent  dat kwijtschelden van de schulden van Griekenland, linkse partijen als Podemos in Spanje de wind in de zielen zal geven. En uiteindelijk de hele bezuinigingsmanie onderuit zal halen.

Dat daarom de Grieken moeten bloeden en niet vanwege hun kleine economietje, waar Europa wel zonder kan. Zonder de veel grotere economie van het ook bijna kapot bezuinigde Spanje is een heel andere verhaal. Stel je voor dat zo’n Podemos dit jaar er de verkiezingen wint en weigert verder te bezuinigen. Dat zou heel wel mogelijk zijn, als nu Syriza in Griekenland gehoor vindt bij de Europese Unie. Italië zou volgen en Frankrijk. Juist daarom moet Griekenland bloeden.

Het door Syriza georganiseerde referendum gaf duidelijk aan, dat de Grieken verder bezuinigen niet aankunnen. Dat regeringsleiders van vooral de noordelijke lidstaten ons probeerden voor te houden, dat een nee van de Grieken een nee tegen Europa en de euro was, zullen we maar vergeten. Het ging om een nee tegen verder bezuinigen.

Dat de nieuwe en veelal nog armere lidstaten in het Oosten over het tegemoet komen aan Griekenland zouden mokken, ach, zoals gezegd een lidstaat kan altijd uit eigen beweging opstappen. Ook dat zou geen ramp zijn voor Europa. De inwoners van die lidstaten krijgen het steeds beter dankzij de EU.

Dat hier solidariteit met een land waar de inwoners het alleen maar slechter zullen krijgen bij hoort, wil er kennelijk niet in. Bovendien kunnen sommige nieuwkomers een voorbeeld nemen aan de democratie in Griekenland. Want aan de oostelijke randen van de EU mankeert hier nog wel eens wat aan.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten