Uit bijkans alle
onderzoeken in dit land blijkt een sluimerende ontevredenheid met de huidige
gang van zaken in de
maatschappij. We willen wat anders maar wat? Een kleine veertig jaar
marktwerking en technocratisch bestuur hebben ons tot een besluiteloos volkje
gemaakt.
Op 18 maart mogen we weer
naar de stembus en je hoeft geen groot ziener te zijn om te voorspellen dat er
na die verkiezingen niets zal veranderen. De sluimerende ontevredenheid uit
zich niet in duidelijk andere politieke keuzes. Het is allemaal toch een pot
nat, is een veel gehoorde klacht. Kijk je naar de grotere partijen dan zit er
wel een kern van waarheid in die klacht.
Uit de besluiteloosheid valt de populariteit van de kieswijzers te verklaren Er valt ook wel iets voor te zeggen. Je kunt tenminste op basis van concrete voorbeelden zien welke partij het dichtst bij je voorkeuren staat. Helaas nemen we dit ook weer niet al te serieus. De mensen die echt verandering willen, weg van de marktgerichte, technocratische politiek van de afgelopen decennia, die meer aandacht voor de omgeving willen, eindigen veelal met een stemadvies dat nogal eens in het voordeel van de Partij voor de Dieren uitvalt.
Slechts weinigen nemen dit advies ter harte. Het vraagt enige durf. Financieel geograaf Ewald
Engelen bijvoorbeeld kiest – aangestuurd door de rotsvaste overtuiging dat we echt zullen
moeten veranderen om niet weer in een ellendige niet alleen financiële crisis te belanden –
voor de PvdD. Een keuze die programmatisch en qua stemgedrag in de tweede kamer gezien zo gek niet is.
Op Twitter reageren mensen een beetje lacherig wanneer hun kieswijzeradvies bij de PvdD uitkomt. Zouden ze serieus de
kieswijzers volgen dan zou er een politieke aardverschuiving volgen. De PvdD
zou wel eens heel groot kunnen worden. Toch komen ze in peilingen niet veel
verder dan enkele zetels. Tja, dat zit natuurlijk wel een beetje in de naam en angst voor het onbekende.
Bovendien zijn
traditioneler politici en in hun kielzog de mainstream media er erg goed in geslaagd de partij te framen als
caviaknuffelaars en nog beter in het doodzwijgen van het feitelijke programma.
Waar zo langzamerhand het stemmen op de PVV min of meer salonfähig is geworden of in ieder geval reden voor discussie want 'we moeten het wel serieus nemen',
moet je in gezelschap niet zeggen op de PvdD te stemmen. Enig hoongelach en
plagerij is je deel.
Gebrek aan vertrouwen in
de partij als serieuze politieke stroming is kennelijk het grootste probleem en
misschien ook wel een beetje angst voor het onbekende van echte verandering.
Niet traditioneel links of rechts, dat is ook een drempel. En waar je als
potentiële stemmer op de PVV nog flink wordt bewerkt om dat toch maar niet te
doen, heb je als stemmer op de PvdD alleen de lachers op je hand. Ongevaarlijk
kennelijk. Behalve bij boeren die zich er door bedreigd voelen.
De aanvankelijke steun
van intelligentsia, zoals schrijver Maarten ’t Hart, is een beetje weggevallen
door de sektebeschuldiging aan het adres van de oprichters van de partij,
veelal zevendedags adventisten als Niko Koffeman en Marianne Thieme. Maar goed daar staat een Esther
Ouwehand tegenover, die je hiervan niet kunt betichten en het partijprogramma en stemgedrag getuigen hier al evenmin van. De scheiding tussen religie en politiek werkt hier prima.
De huidige peilingen
geven een verschuiving naar rechts te zien. En dat stemt weer helemaal niet
overeen met de algemene stemming in het land. Nu gaat het om provinciale
verkiezingen met gevolgen voor de samenstelling van de eerste kamer. Kennelijk
vinden de meeste mensen dat niet zo belangrijk gezien de bevoegdheden van beide
organen, al maakt het kabinet zich er wel zorgen over.
Want het is natuurlijk wel een oordeel over het landelijk beleid. Links profiteert niet
van de onvrede met het gevoerde beleid. Misschien moeten we toch maar een beetje
over de schaamte heen stappen en de kieswijzer volgen. Het zou wel eens een
verrassende wending kunnen geven. Een mooie test voor de eerstvolgende tweede
kamer verkiezing.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten