Wat is er toch mis in dit
land? Redelijk welvarend, mensen op zich redelijk tevreden, hooguit een
sluimerend ongenoegen en latente ongerustheid. En toch als men naar de stembus moet,
doen we er alles aan om dit kwetsbare geluk op het spel te zetten. Niet
stemmen, protest stemmen, een partij de grootste maken die opzichtig fout is en
niet durven te stemmen op partijen die een verschil kunnen maken.
Zelfs op de
spreekwoordelijke verjaarspartijtje is de stemming veranderd. Geen
snackbarpraatjes over sjoemelende werklozen, foute nieuwkomers, maar vooral
klachten over banken, graaiverdieners, slecht kabinet en vrees voor de
toekomst. Maar zodra deze gevoelens omgezet kunnen worden in daadwerkelijke
verandering vervallen we in oude kramp.
En zo hebben we vorige
week ervoor gezorgd, dat er in ieder geval niets ten goede verandert. In
Friesland is het CDA weer vanouds de grootste en de behoudzucht heeft de
meerderheid gekregen. Daar helpt die ene zetel voor de Partij voor de Dieren
echt niets aan. Wie nog mocht geloven dat het wel meevalt, moet de verhalen
eens lezen van melkveehouders die hun kans schoon zien en eindelijk de
melkkraan volop open zetten.
De melkwitte natte droom
van deze mensen kan eindelijk realiteit worden. Van de nieuwe slechts door een
helft van de bevolking gekozen nieuwe politieke constellatie hebben ze niets te
duchten. Het melkquotum weg en trekken maar aan de spenen. De laatste restjes
reliëf in het landschap worden recht getrokken en nog meer grote stallen
ontsieren het publieke domein.
De regionale media laten
hun laatste kritische houding varen en komen met juichende verhalen over het
nieuwe elan in de melkveehouderij. Voor even overheersen de groeiverhalen de
klachten over windmolens. De lichte ergernis over al die fraaie verhalen, hoor
je alleen van een enkele bezorgde burger, die zorgvuldig wordt doodgezwegen.
De enige vraag die rest,
is hoe lang dit nog goed kan gaan. Want dat de wal het schip zal keren is een
zekerheid die onherroepelijk zal doordringen. Het kan even duren, maar de
verhalen over mestoverschotten, het verdwijnen van het laatste restje
biodiversiteit, het vertrek van de laatste grutto, zullen komen. Stilletjes
aanzwellend, samen met de vraag wat mensen heeft bezield om alle waarschuwingen
van de afgelopen jaren in de wind slaand nog eenmaal de groeispurt erin te
zetten.
Bankiers en de top van het
grote bedrijfsleven zetten de geldkraan weer wijd open en vullen hun zakken
weer. Schaamteloos wordt het goed gepraat. Waarschuwingen dat de technologie
zich ontwikkelt in steeds meer overbodige werkenden, worden in de wind geslagen
en de politiek blijft geloven in de onbereikbare volledige werkgelegenheid. Onderwijs
leidt op voor niet bestaande banen en steeds minder voor een zinvol leven. Tot
het straks allemaal ineen klapt.
En wat er dan zal
gebeuren is hopelijk niet een opstand van verongelijkte burgers, die hebben
zitten te slapen. Het sluimerend ongenoegen heeft niet zoveel nodig om de
verkeerde kant uit te slaan. De Amerikaanse schrijver Kurt Vonnegut heeft het in
zijn onvolprezen ‘Player Piano’ geschetst. Het verhaal van onze toekomst. Ten
onrechte in de vergetelheid geraakt.
Waar een kleine groep
bevoorrechten in een technologisch hoog ontwikkelde afgeschermde werk- en leefplek
het geld verdienen. De grote niet zo bevoorrechte massa krijgt geld toegestopt,
voldoende om zich te bedruipen en zich een beetje te vermaken met gesleutel aan
oude auto’s en ander vermaak. Een basisinkomen dus. Als de ontevredenheid
toeneemt, ontstaat er een opstand die uiteindelijk leidt tot een
vernielzuchtige aanval op de rijke bovenlaag. En het leidt tot niets.
Het is een boek voor de
hedendaagse politici, journalisten en voor kiezers. Hoe oud het ook mag zijn,
het heeft nog nimmer aan
actualiteit verloren. Op sombere momenten, zoals na zo’n verkiezing, gaan de
gedachten er onherroepelijk naar terug. Herlezen hoeft niet. Hiervoor was het
te indringend en logisch. Het menselijk tekort beschreven voor toekomstige
generaties.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten