donderdag 6 oktober 2016

Speeltuin voor de wetenschap



Terwijl onze premier Mark Rutte op de Nijenrode-Universiteit rondhing om oud-sporters te complimenteren voor iets onduidelijks, stond Groningen op zijn kop door het nieuws dat hoogleraar Ben Feringa de Nobelprijs voor scheikunde had gekregen. Duidelijker kun je de situatie in Nederland niet laten zien.

Feringa is zelf de eerste om dit in te zien, gezien zijn pleidooi om een miljard beschikbaar te stellen voor de ‘speeltuin van de wetenschap’, het fundamenteel onderzoek. Want Nederlandse politici hebben de afgelopen decennia weinig oog voor dit belang gehad. Mooi hoor, wetenschappelijk onderzoek, maar wat hebben we eraan?

Deze koopmans geest heerst al te lang op de universiteiten, waar het woord ondernemerschap de kluisdeuren opent. Dat begon allemaal met de derde geldstroom. Onderzoekers moesten ter financiering van hun onderzoek de markt op om geld te verkrijgen. Uit het bedrijfsleven dus en daar is het moeilijk enthousiasme te krijgen voor een nog nergens toedienend minuscuul nanovoertuigje.

Als Feringa had moeten aankloppen bij het bedrijfsleven, is het maar de vraag of hij ooit zover was gekomen. Het is louter aan fantasie gekoppeld doorzettingsvermogen en welhaast kinderlijke speelsheid te danken, dat de Groningse hoogleraar zo ver is gekomen. En natuurlijk, is hij al begonnen met zijn onderzoek voor er sprake was van ondernemende universiteiten.

In een land waar echt waardering zou zijn voor de speeltuin van de wetenschap, zou Rutte spoorslags vertrokken zijn om in Groningen de hoogste wetenschappelijke onderscheiding mee te vieren. Nu was er ongetwijfeld een mooi telegram, of waar Rutte zo goed in is, een telefoontje. Maar goed, dat krijgt een verdwaalde derderangs volkszanger uit Volendam ook.

Feringa is een ontzettend aardige man. Een ideale tv-persoonlijkheid, het enthousiasme spat eraf. Bovendien schijnt hij ook nog eens een voortreffelijk docent te zijn. Met een beetje goede wil zou hij een rolmodel kunnen worden voor talentvolle jongeren om een studie te kiezen die mogelijk tot een wetenschappelijke loopbaan leidt.

Het gevaar dreigt natuurlijk dat hij wordt ingelijfd door De Wereld Draait Door als huisprofessor, zoals Robbert Dijkgraaf. Ook bij zijn aanstelling als directeur bij het `Intitute for Advanced Studies’ in Princeton was er zo’n algemene reactie van ‘mooi, maar eh, wat worden we er beter van’. Geen huldiging, zoals bij sporters na het winnen van medailles voor hard gaan op een te klein fietsje.

Maar directeur van het beroemde instituut in Princeton, waar ooit Einstein directeur was, is toch een immense eer. Veel meer dan een sportprestatie ooit zal zijn. Pas als dat bij een vergelijkbare gebeurtenis wordt erkend, gloort er weer hoop voor de Nederlandse wetenschap.


Daarom kunnen we niet anders dan blij zijn met de woorden van Feringa. In plaats van wat gekeuvel over dankbaarheid en nietszeggende kreten, ging hij gelijk in de aanval. Meer geld voor fundamenteel onderzoek en meteen maar een miljard. In de politiek bleef het heel stil, muisstil.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten