Terwijl onze premier Mark
Rutte op de Nijenrode-Universiteit rondhing om oud-sporters te complimenteren
voor iets onduidelijks, stond Groningen op zijn kop door het nieuws dat
hoogleraar Ben Feringa de Nobelprijs voor scheikunde had gekregen. Duidelijker kun
je de situatie in Nederland niet laten zien.
Feringa is zelf de eerste
om dit in te zien, gezien zijn pleidooi om een miljard beschikbaar te stellen
voor de ‘speeltuin van de wetenschap’, het fundamenteel onderzoek. Want
Nederlandse politici hebben de afgelopen decennia weinig oog voor dit belang
gehad. Mooi hoor, wetenschappelijk onderzoek, maar wat hebben we eraan?
Deze koopmans geest
heerst al te lang op de universiteiten, waar het woord ondernemerschap de
kluisdeuren opent. Dat begon allemaal met de derde geldstroom. Onderzoekers
moesten ter financiering van hun onderzoek de markt op om geld te verkrijgen.
Uit het bedrijfsleven dus en daar is het moeilijk enthousiasme te krijgen voor
een nog nergens toedienend minuscuul nanovoertuigje.
Als Feringa had moeten
aankloppen bij het bedrijfsleven, is het maar de vraag of hij ooit zover was
gekomen. Het is louter aan fantasie gekoppeld doorzettingsvermogen en welhaast
kinderlijke speelsheid te danken, dat de Groningse hoogleraar zo ver is
gekomen. En natuurlijk, is hij al begonnen met zijn onderzoek voor er sprake
was van ondernemende universiteiten.
In een land waar echt
waardering zou zijn voor de speeltuin van de wetenschap, zou Rutte spoorslags vertrokken
zijn om in Groningen de hoogste wetenschappelijke onderscheiding mee te vieren.
Nu was er ongetwijfeld een mooi telegram, of waar Rutte zo goed in is, een
telefoontje. Maar goed, dat krijgt een verdwaalde derderangs volkszanger uit
Volendam ook.
Feringa is een ontzettend
aardige man. Een ideale tv-persoonlijkheid, het enthousiasme spat eraf.
Bovendien schijnt hij ook nog eens een voortreffelijk docent te zijn. Met een
beetje goede wil zou hij een rolmodel kunnen worden voor talentvolle jongeren
om een studie te kiezen die mogelijk tot een wetenschappelijke loopbaan leidt.
Het gevaar dreigt
natuurlijk dat hij wordt ingelijfd door De Wereld Draait Door als
huisprofessor, zoals Robbert Dijkgraaf. Ook bij zijn aanstelling als directeur
bij het `Intitute for Advanced Studies’ in Princeton was er zo’n algemene
reactie van ‘mooi, maar eh, wat worden we er beter van’. Geen huldiging, zoals
bij sporters na het winnen van medailles voor hard gaan op een te klein
fietsje.
Maar directeur van het
beroemde instituut in Princeton, waar ooit Einstein directeur was, is toch een
immense eer. Veel meer dan een sportprestatie ooit zal zijn. Pas als dat bij
een vergelijkbare gebeurtenis wordt erkend, gloort er weer hoop voor de
Nederlandse wetenschap.
Daarom kunnen we niet
anders dan blij zijn met de woorden van Feringa. In plaats van wat gekeuvel
over dankbaarheid en nietszeggende kreten, ging hij gelijk in de aanval. Meer
geld voor fundamenteel onderzoek en meteen maar een miljard. In de politiek
bleef het heel stil, muisstil.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten