Ik ga. Het is een
uitspraak met veel meer achtergrond dan we in het generaal aannemen.
Wie zegt te gaan, is al vertrokken. Het is een gedachtegang die ik
een dezer dagen in een Spaanse krant mocht lezen.
In dit geval ging het om
de Catalanen natuurlijk. Als die roepen om onafhankelijkheid is dat
iets wat ze allang willen, oftewel ze hebben zich nooit echt
Spanjaarden gevoeld. Het is wellicht het grote verschil met
bijvoorbeeld de Friezen.
Daar is de roep om
onafhankelijkheid immer voorbehouden aan een kleine groep. Een groep
die als voornaamste argument de eigen taal had en een gevoel
achtergesteld te worden bij de rest van Nederland. Maar de
meerderheid van de Friezen heeft geen afkeer van Nederland.
Evenmin heeft Nederland
een afkeer van de Friezen. Friese politici worden veelal geroemd om
hun principes en een vermeend sterk karakter. Daarmee was het voor de
regering tamelijk simpel tegemoet te komen aan de wensen van de
provincie. Het verheffen van het Fries tot tweede rijkstaal was een
meesterzet.
Hoe anders is het in
Spanje. Buiten de grenzen van Catalonië wordt met enige weerzin naar
de Catalanen gekeken. Kennissen in Madrid zijn nooit in Catalonië
geweest en zijn evenmin van plan daar heen af te reizen. Dit ondanks
de aantrekkelijkheid van de stad Barcelona, een van Europa's mooiste
steden.
De rest van Europa kijkt met verbazing naar de ontwikkelingen van de laatste weken in
Spanje. Heeft de autonome regio Catalonië niet alles waar Friesland
alleen van kan dromen? Het Catalaans is de officiële taal van de
regio. Dat merk je al als je de grens van de regio oversteekt.
Hoezo in Spanje? De
verkeersborden en aanwijzingen zijn louter in het Catalaans. De regio
heeft een eigen nationale politie met de Mossos d'Esquadra, een
parlement met vergaande bevoegdheden en bovenal een sterke economie
in vergelijking met een groot deel van Spanje. En toch die drang naar
zelfstandigheid.
Al voor de Burgeroorlog
van 1936-1939 constateerde een politicus van de Tweede Republiek dat
de republiek twee grote uitdagingen had: De ongelijkheid op het
platteland met grootgrondbezitters en het streven naar
onafhankelijkheid van de regio's Baskenland, Galicia en Catalonië.
Niets nieuws onder de zon dus.
Dictator Franco maakte
korte metten met niet alleen de Tweede Republiek, maar ook met dat
streven naar onafhankelijkheid. Met harde hand werd het laatste de
kop ingedrukt. De gevolgen voor Baskenland en Catalonië waren
catastrofaal. Baskenland koos voor de gewapende strijd en moest daar
uiteindelijk zwaar voor boeten. Catalonië greept nooit naar de
wapens, dat hield de eenheid tegen Madrid overeind.
Anders dan Baskenland was
Catalonië veel diverser van samenstelling. Veel Europeser. Bovendien
werden de Catalanen door Franco keihard aangepakt vanwege hun
weerstand tegen de rebellerende Franquisten. Dat maakte gewapende
strijd bijkans onmogelijk. Maar tegelijk de ondergrondse weerstand
tegen Madrid hard.
Onder linkse regeringen
viel dat nog wat mee, omdat die na Franco de Catalanen ver tegemoet
kwamen, juist vanwege het ontbreken van gewapende rebellie. Rechtse
regeringen als die van de huidige Partido Popular hebben minder op
met die weerspannige Catalanen. Wellicht dat daar de laatste
ontwikkelingen aan te wijten zijn.
Hiermee valt de houding
van de huidige Catalaanse independentistas niet goed te praten. Aan
de andere kant is de heilig verklaring van de 'constutition' de
Spaanse grondwet met zelfs een Constitutioneel Hof (TC) evenmin olie
op de golven. Nu de regering van Spanje met steun van het TC alles in
het werk stelt het aanstaande referendum over de onafhankelijkheid
onmogelijk te maken, is dat pure brandstof voor de Catalaanse
opstandigheid.
De premier van het
Catalaanse parlement Carles Puigdemont voelt zich nu gedwongen zijn
aanhang op te roepen de straat op te gaan. Zijn woordvoerder heeft al
vast gesteld dat er nu twee soorten Catalanen: zij die voor het
referendum zijn en de aanhangers van Madrid. Het is een weinig
democratische houding, waar op dit moment de voorstanders alleen in
het Catalaanse parlement nog een meerderheid hebben.
Bovendien is het streven
naar onafhankelijkheid verkeerd in onvervalst nationalisme. Terecht
heeft de socialistische partij Psoe zich weliswaar tegen het
referendum gekeerd, maar ook gepleit voor onderzoek naar de
ontevredenheid der Catalanen. En belangrijker nog, daaraan wat te
doen.
Nu gaan honderdduizenden
Catalanen de straat op op de zesde Diada, de door de Generalitat
(Catalaanse regering) in het leven geroepen 'Dag van Catalonië'.
Barcelona zit op slot. Bussen vol Catalanen zijn naar de hoofdstad
gekomen om hun steun te betuigen aan de Generalitat. Ook een beetje
een teken dat er sprake is van een conservatief platteland tegen de
cosmopolitische grote stad.
Veel Barcelonezen blijven
thuis. Een kennis was van plan thuis te blijven bij de stemming rond
het referendum. Nu gaat hij toch om een duidelijk nee uit te brengen.
Niet omdat hij zo tegen de independentistas is. Hij ziet wel wat in de argumenten, maar deinst terug voor de populistische campagne van de
Generalitat.
Wellicht is het goed als
de Spaanse regering het referendum zou toestaan met de bepaling, dat
het niet bindend is. Het zou de druk van de ketel halen. En het 'ik
ga' van de Catalanen om te buigen in een 'ik ga, mits' maar wel in een
federaal Spanje met nog meer autonomie. Gezien de geschiedenis lijkt
dit vooralsnog een droomwens. En zo walst Spanje af op een echte institutionele crisis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten