maandag 11 september 2017

'Ik ga' is vaak al definitief


Ik ga. Het is een uitspraak met veel meer achtergrond dan we in het generaal aannemen. Wie zegt te gaan, is al vertrokken. Het is een gedachtegang die ik een dezer dagen in een Spaanse krant mocht lezen.

In dit geval ging het om de Catalanen natuurlijk. Als die roepen om onafhankelijkheid is dat iets wat ze allang willen, oftewel ze hebben zich nooit echt Spanjaarden gevoeld. Het is wellicht het grote verschil met bijvoorbeeld de Friezen.

Daar is de roep om onafhankelijkheid immer voorbehouden aan een kleine groep. Een groep die als voornaamste argument de eigen taal had en een gevoel achtergesteld te worden bij de rest van Nederland. Maar de meerderheid van de Friezen heeft geen afkeer van Nederland.

Evenmin heeft Nederland een afkeer van de Friezen. Friese politici worden veelal geroemd om hun principes en een vermeend sterk karakter. Daarmee was het voor de regering tamelijk simpel tegemoet te komen aan de wensen van de provincie. Het verheffen van het Fries tot tweede rijkstaal was een meesterzet.

Hoe anders is het in Spanje. Buiten de grenzen van Catalonië wordt met enige weerzin naar de Catalanen gekeken. Kennissen in Madrid zijn nooit in Catalonië geweest en zijn evenmin van plan daar heen af te reizen. Dit ondanks de aantrekkelijkheid van de stad Barcelona, een van Europa's mooiste steden.

De rest van Europa kijkt met verbazing naar de ontwikkelingen van de laatste weken in Spanje. Heeft de autonome regio Catalonië niet alles waar Friesland alleen van kan dromen? Het Catalaans is de officiële taal van de regio. Dat merk je al als je de grens van de regio oversteekt.

Hoezo in Spanje? De verkeersborden en aanwijzingen zijn louter in het Catalaans. De regio heeft een eigen nationale politie met de Mossos d'Esquadra, een parlement met vergaande bevoegdheden en bovenal een sterke economie in vergelijking met een groot deel van Spanje. En toch die drang naar zelfstandigheid.

Al voor de Burgeroorlog van 1936-1939 constateerde een politicus van de Tweede Republiek dat de republiek twee grote uitdagingen had: De ongelijkheid op het platteland met grootgrondbezitters en het streven naar onafhankelijkheid van de regio's Baskenland, Galicia en Catalonië. Niets nieuws onder de zon dus.

Dictator Franco maakte korte metten met niet alleen de Tweede Republiek, maar ook met dat streven naar onafhankelijkheid. Met harde hand werd het laatste de kop ingedrukt. De gevolgen voor Baskenland en Catalonië waren catastrofaal. Baskenland koos voor de gewapende strijd en moest daar uiteindelijk zwaar voor boeten. Catalonië greept nooit naar de wapens, dat hield de eenheid tegen Madrid overeind.

Anders dan Baskenland was Catalonië veel diverser van samenstelling. Veel Europeser. Bovendien werden de Catalanen door Franco keihard aangepakt vanwege hun weerstand tegen de rebellerende Franquisten. Dat maakte gewapende strijd bijkans onmogelijk. Maar tegelijk de ondergrondse weerstand tegen Madrid hard.

Onder linkse regeringen viel dat nog wat mee, omdat die na Franco de Catalanen ver tegemoet kwamen, juist vanwege het ontbreken van gewapende rebellie. Rechtse regeringen als die van de huidige Partido Popular hebben minder op met die weerspannige Catalanen. Wellicht dat daar de laatste ontwikkelingen aan te wijten zijn.

Hiermee valt de houding van de huidige Catalaanse independentistas niet goed te praten. Aan de andere kant is de heilig verklaring van de 'constutition' de Spaanse grondwet met zelfs een Constitutioneel Hof (TC) evenmin olie op de golven. Nu de regering van Spanje met steun van het TC alles in het werk stelt het aanstaande referendum over de onafhankelijkheid onmogelijk te maken, is dat pure brandstof voor de Catalaanse opstandigheid.

De premier van het Catalaanse parlement Carles Puigdemont voelt zich nu gedwongen zijn aanhang op te roepen de straat op te gaan. Zijn woordvoerder heeft al vast gesteld dat er nu twee soorten Catalanen: zij die voor het referendum zijn en de aanhangers van Madrid. Het is een weinig democratische houding, waar op dit moment de voorstanders alleen in het Catalaanse parlement nog een meerderheid hebben.

Bovendien is het streven naar onafhankelijkheid verkeerd in onvervalst nationalisme. Terecht heeft de socialistische partij Psoe zich weliswaar tegen het referendum gekeerd, maar ook gepleit voor onderzoek naar de ontevredenheid der Catalanen. En belangrijker nog, daaraan wat te doen.

Nu gaan honderdduizenden Catalanen de straat op op de zesde Diada, de door de Generalitat (Catalaanse regering) in het leven geroepen 'Dag van Catalonië'. Barcelona zit op slot. Bussen vol Catalanen zijn naar de hoofdstad gekomen om hun steun te betuigen aan de Generalitat. Ook een beetje een teken dat er sprake is van een conservatief platteland tegen de cosmopolitische grote stad.

Veel Barcelonezen blijven thuis. Een kennis was van plan thuis te blijven bij de stemming rond het referendum. Nu gaat hij toch om een duidelijk nee uit te brengen. Niet omdat hij zo tegen de independentistas is. Hij ziet wel wat in de  argumenten, maar deinst terug voor de populistische campagne van de Generalitat.


Wellicht is het goed als de Spaanse regering het referendum zou toestaan met de bepaling, dat het niet bindend is. Het zou de druk van de ketel halen. En het 'ik ga' van de Catalanen om te buigen in een 'ik ga, mits' maar wel in een federaal Spanje met nog meer autonomie. Gezien de geschiedenis lijkt dit vooralsnog een droomwens. En zo walst Spanje af op een echte institutionele crisis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten