zaterdag 18 juni 2016

Stille lente en schuldige boeren



Vorige week opende de Leeuwarder Courant eindelijk de aanval op de vernietiging van het platteland door de melkveehouderij. In een fraai lang stuk van Jantien de Boer werden alle argumenten voor en tegen nog eens goed onderbouwd naar voren gebracht. De conclusie was vernietigend.

Het wachten was daarna op de reactie van de boerenorganisaties. Zeker nadat in een Te Gast in de LC Marien  Abramse nog eens van leer trok tegen de melkveehouderij, als een slecht renderende, subsidie verslindende, milieuvernielende bedrijfstak. Een hoofdartikel van LC-landbouwredacteur Aan Dirk van der Meulen, dat poogde de schuld min of meer in de schoenen te schuiven van de consument en supermarkten, zette geen zoden aan de dijk.

Even kwam de gedachte op, dat de landbouwbond LTO gedacht heeft dat de bui wel over zou gaan. Zo van wie geschoren wordt moet stilzitten. Dat viel tegen, zo mogen we opmaken uit het artikel dat de bond nu in de Leeuwarder Courant mocht plaatsen. Veel nieuwe inzichten zijn er niet te vernemen.

De wereld voeden en we kunnen er ook niets aan doen, of we doen al zoveel, natuurinclusieve landbouw en meer van de bekende argumenten passeren nog eens de revue. Terwijl allang is aangetoond dat natuurbeheer door boeren geen zier helpt tegen de verdere aantasting van de biodiversiteit. En natuurlijk ligt het aan de consument, die weigert meer te betalen.

Van der Meulen wijst er nog op, dat de burgers kennelijk niet zoveel moeite hebben met de intensieve akkerbouw. Daar zit wel wat in, hoewel de strijd tegen het gifgebruik er fel is. Wat hij ook had kunnen opvoeren is de zwijgzaamheid van de Friese bevolking. In plaats van een opstand, lijkt die min of meer in te stemmen met de ellende.

Verjaardagsfeestjes op het platteland kun je niet beter verpesten, dan door op te merken dat het wel erg stil is geworden in de lente. Geen kievit of grutto meer te bekennen. Ha, dat ligt helemaal niet aan de boeren. Roofvogels, vossen, allemaal schuldig, maar de boeren nee, die zorgen voor de werkgelegenheid op het platteland en de weilanden liggen er toch prachtig groen bij.

Als het CBS met cijfers komt, dat het met het aandeel van de landbouw in de economie en de werkgelegenheid nogal tegenvalt, dan deugen de cijfers niet. Als biologen aantonen dat in Friesland de biodiversiteit nog sterker is afgenomen dan in andere provincies, zijn ze vooringenomen. Friese politici passen wel op de melkveehouderij een strobreed in de weg te leggen. Toch is dat allemaal wel vreemd.

Het Friese platteland is niet alleen armzalig geworden, het is ook volstrekt ontoegankelijk. In de stad kun je nog veldjes vinden waar de hond even los mag, op het platteland kan dat bijna nergens meer. Zodra een hond ook maar even van de weg komt, vormt hij een bedreiging voor het vee. Bij schapen – zijn er steeds minder - kun je daar nog wat bij voorstellen, maar bij koeien? Wandelen door de velden, hoe saai ook, vergeet het maar. Ja, op met veel subsidie aangelegde paden, liefst afgescheiden van de weiden, mag het nog. Oude kerkepaden zijn allang opgeruimd. Alleen in delen van natuurgebieden zijn mensen nog welkom.

De afgelopen tien jaar hebben gemeentes en provincie toegestaan dat boeren fors uitbreidden. Het laatste restje natuur en schoonheid van het platteland werd opgeruimd en ingeruild voor industriƫle productiegrond. En op het moment dat het melkquotum wordt afgeschaft, blijkt er veel meer dan de verwachte 10 procent stijging van de melkgift plaats te vinden. Wat wil je met de verdubbeling van de stallen en het agrarisch onderwijs dat boerenzonen leerde veel meer melk uit bestaande veestapel te persen.

Natuurlijk, niet alleen de boeren zijn schuldig. Het is een complex van politiek, onderwijs en banken dat het zover heeft laten komen. Maar je daar achter verschuilen als boer is nogal laf. Je hebt de keuze gehad. Sommigen van je collega’s zijn overgestapt naar biologische melkveehouderij en boeren nu prima. Maar als je alleen maar aan schaalvergroting hebt gedaan, ben je toch echt medeschuldig aan de vernieling van het platteland.

Het heeft alleen maar zover kunnen komen, omdat Nederland niet van zijn platteland houdt. Dat is nooit echt spectaculair geweest. Maar vijftig jaar geleden was het nog min of meer het aanzien waard en was er voor weidevogels nog wel een kostje bij elkaar te scharrelen. Dat is allemaal stiekem voorbij gegaan. En voor de stedeling is het huidige productieland een niemandsland, waar hij niets meer te zoeken heeft.

Wij zoeken ons heil wel in het buitenland of op de eilanden, die grotendeels ontsnapt zijn aan de vernielzucht van de melkveehouderij. Daar genieten we van de natuur, soms zelfs dezelfde als die van hier maar dan vijftig jaar terug. Kunnen we er dan helemaal niets tegen doen? Moeten we het maar over ons laten komen als een natuurverschijnsel?

Het kan anders. Maar dat vraagt om fors overheidsingrijpen. En daar houden we niet van. Alleen als de melkveehouderij in zijn geheel overschakelt naar biologische boeren, kan er iets veranderen. Niet omdat die zoveel betere melk produceren, maar wel omdat ze het land ontzien. Over een aantal decennia zullen we dan kunnen concluderen dat we weer een platteland hebben, waar we van kunnen houden. Waar weidevogels weer terug komen. Waar boeren weer volledig open zijn ten opzichte van burgers.


Als de overheid hier niet voor wil zorgen, moeten we maar hopen dat de markt zijn werk doet en de toch al slecht renderende melkveehouderij zonder verhullende subsidies de das omdoet. Dan kunnen we van voren af aan beginnen. Grote fondsbeheerders kunnen de grond overnemen en eisen stellen aan de pachters en boer wordt een gewoon beroep. Wel een mooi beroep als de druk van de bank en de wereldmarkt weg is. En de eigen coƶperatie zal weer echt winstgevend worden, als het de overbodige melk niet meer hoeft te verwerken tot bulkproducten, die men aan de straatstenen niet kwijt kan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten