Vorige week opende de
Leeuwarder Courant eindelijk de aanval op de vernietiging van het platteland
door de melkveehouderij. In een fraai lang stuk van Jantien de Boer werden alle
argumenten voor en tegen nog eens goed onderbouwd naar voren gebracht. De conclusie
was vernietigend.
Het wachten was daarna op
de reactie van de boerenorganisaties. Zeker nadat in een Te Gast in de LC
Marien Abramse nog eens van leer
trok tegen de melkveehouderij, als een slecht renderende, subsidie verslindende,
milieuvernielende bedrijfstak. Een hoofdartikel van LC-landbouwredacteur Aan
Dirk van der Meulen, dat poogde de schuld min of meer in de schoenen te
schuiven van de consument en supermarkten, zette geen zoden aan de dijk.
Even kwam de gedachte op,
dat de landbouwbond LTO gedacht heeft dat de bui wel over zou gaan. Zo van wie
geschoren wordt moet stilzitten. Dat viel tegen, zo mogen we opmaken uit het
artikel dat de bond nu in de Leeuwarder Courant mocht plaatsen. Veel nieuwe
inzichten zijn er niet te vernemen.
De wereld voeden en we
kunnen er ook niets aan doen, of we doen al zoveel, natuurinclusieve landbouw
en meer van de bekende argumenten passeren nog eens de revue. Terwijl allang is
aangetoond dat natuurbeheer door boeren geen zier helpt tegen de verdere
aantasting van de biodiversiteit. En natuurlijk ligt het aan de consument, die
weigert meer te betalen.
Van der Meulen wijst er
nog op, dat de burgers kennelijk niet zoveel moeite hebben met de intensieve
akkerbouw. Daar zit wel wat in, hoewel de strijd tegen het gifgebruik er fel
is. Wat hij ook had kunnen opvoeren is de zwijgzaamheid van de Friese
bevolking. In plaats van een opstand, lijkt die min of meer in te stemmen met
de ellende.
Verjaardagsfeestjes op
het platteland kun je niet beter verpesten, dan door op te merken dat het wel
erg stil is geworden in de lente. Geen kievit of grutto meer te bekennen. Ha,
dat ligt helemaal niet aan de boeren. Roofvogels, vossen, allemaal schuldig,
maar de boeren nee, die zorgen voor de werkgelegenheid op het platteland en de weilanden
liggen er toch prachtig groen bij.
Als het CBS met cijfers
komt, dat het met het aandeel van de landbouw in de economie en de
werkgelegenheid nogal tegenvalt, dan deugen de cijfers niet. Als biologen
aantonen dat in Friesland de biodiversiteit nog sterker is afgenomen dan in
andere provincies, zijn ze vooringenomen. Friese politici passen wel op de
melkveehouderij een strobreed in de weg te leggen. Toch is dat allemaal wel
vreemd.
Het Friese platteland is
niet alleen armzalig geworden, het is ook volstrekt ontoegankelijk. In de stad
kun je nog veldjes vinden waar de hond even los mag, op het platteland kan dat
bijna nergens meer. Zodra een hond ook maar even van de weg komt, vormt hij een
bedreiging voor het vee. Bij schapen – zijn er steeds minder - kun je daar nog
wat bij voorstellen, maar bij koeien? Wandelen door de velden, hoe saai ook,
vergeet het maar. Ja, op met veel subsidie aangelegde paden, liefst
afgescheiden van de weiden, mag het nog. Oude kerkepaden zijn allang opgeruimd.
Alleen in delen van natuurgebieden zijn mensen nog welkom.
De afgelopen tien jaar
hebben gemeentes en provincie toegestaan dat boeren fors uitbreidden. Het
laatste restje natuur en schoonheid van het platteland werd opgeruimd en
ingeruild voor industriële productiegrond. En op het moment dat het melkquotum
wordt afgeschaft, blijkt er veel meer dan de verwachte 10 procent stijging van
de melkgift plaats te vinden. Wat wil je met de verdubbeling van de stallen en
het agrarisch onderwijs dat boerenzonen leerde veel meer melk uit bestaande
veestapel te persen.
Natuurlijk, niet alleen
de boeren zijn schuldig. Het is een complex van politiek, onderwijs en banken
dat het zover heeft laten komen. Maar je daar achter verschuilen als boer is
nogal laf. Je hebt de keuze gehad. Sommigen van je collega’s zijn overgestapt
naar biologische melkveehouderij en boeren nu prima. Maar als je alleen maar
aan schaalvergroting hebt gedaan, ben je toch echt medeschuldig aan de
vernieling van het platteland.
Het heeft alleen maar
zover kunnen komen, omdat Nederland niet van zijn platteland houdt. Dat is
nooit echt spectaculair geweest. Maar vijftig jaar geleden was het nog min of
meer het aanzien waard en was er voor weidevogels nog wel een kostje bij elkaar
te scharrelen. Dat is allemaal stiekem voorbij gegaan. En voor de stedeling is het
huidige productieland een niemandsland, waar hij niets meer te zoeken heeft.
Wij zoeken ons heil wel
in het buitenland of op de eilanden, die grotendeels ontsnapt zijn aan de
vernielzucht van de melkveehouderij. Daar genieten we van de natuur, soms zelfs
dezelfde als die van hier maar dan vijftig jaar terug. Kunnen we er dan
helemaal niets tegen doen? Moeten we het maar over ons laten komen als een
natuurverschijnsel?
Het kan anders. Maar dat
vraagt om fors overheidsingrijpen. En daar houden we niet van. Alleen als de
melkveehouderij in zijn geheel overschakelt naar biologische boeren, kan er
iets veranderen. Niet omdat die zoveel betere melk produceren, maar wel omdat
ze het land ontzien. Over een aantal decennia zullen we dan kunnen concluderen
dat we weer een platteland hebben, waar we van kunnen houden. Waar weidevogels
weer terug komen. Waar boeren weer volledig open zijn ten opzichte van burgers.
Als de overheid hier niet
voor wil zorgen, moeten we maar hopen dat de markt zijn werk doet en de toch al
slecht renderende melkveehouderij zonder verhullende subsidies de das omdoet.
Dan kunnen we van voren af aan beginnen. Grote fondsbeheerders kunnen de grond
overnemen en eisen stellen aan de pachters en boer wordt een gewoon beroep. Wel
een mooi beroep als de druk van de bank en de wereldmarkt weg is. En de eigen
coöperatie zal weer echt winstgevend worden, als het de overbodige melk niet
meer hoeft te verwerken tot bulkproducten, die men aan de straatstenen niet
kwijt kan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten