De afgelopen decennia was
er in Zuid-Amerika warempel een hoopgevende trend waar te nemen. Na een lange
periode van het spelen van rechtse regimes in de achtertuin van grote oom
Noord-Amerika kwamen binnen korte tijd sociaaldemocraten en socialisten aan de
macht in een aantal belangrijke landen, zoals Brazilië en Venezuela.
De Verenigde Staten,
wijzer geworden, grepen niet in en het ging de nieuwe socialere landen voor de
wind. Venezuela gebruikt de olie om de arme bevolking te verheffen en Brazilië
kreeg de economie overeind. Helaas ging het in Venezuela rap mis door de megalomane
Chavez en diens zo mogelijk nog onbetrouwbaarder opvolger Maduro.
Desondanks heeft de arme
bevolking het aanzienlijk beter gekregen. Waar in vroeger jaren rechts
ongetwijfeld de nieuwe regeringen gesaboteerd zou hebben met hulp van de VS,
moest het nu machteloos toezien hoe de staatsinkomsten eerlijker verdeeld werden.
De haat tegen al wat links is – toch al een typisch trekje van rechtse
politici, zie hier Wilders die daarin heel ver gaat - groeide evenredig met de
groei van de welvaart van de arme bevolking.
Brazilië daarentegen wist
veertien jaar lang Latijns-Amerika een nieuwe rol te geven in de opkomende
economieën verenigd onder de verzamelnaam Bric (Brazilië, India, China). Tandenknarsend
moesten rechtse Brazilianen dit succes aanzien. Maar omdat ze er ook van konden
profiteren kregen ze geen grote massa’s op de been.
Het wachten was op
economisch slechtere tijden, die ongetwijfeld zouden komen. Dat is nu een keer
een van de weinige economische wetmatigheden die wel klopt. Bovendien zijn ook
linkse politici geen heiligen en werd de endemische corruptie zeker niet
minder. Ex-president Lula kan zijn handen niet in onschuld wassen. Ook in de
snoeppot van staatsoliebedrijf Petrobras gezeten.
Van de huidige president
Dilma Rousseff kan dit niet worden gezegd. Ze lijkt een witte raaf in het
Braziliaanse politieke landschap en toch moet ze het veld ruimen. Een
meerderheid van het parlement heeft een afzettingsprocedure afgedwongen op zeer
twijfelachtige gronden. Op straat protesteerde de betere klasse in Braziliaanse
kleuren uitgedost.
Ook hier weer die immense
haat tegen het linkse regiem. Gillend, bijna klaarkomend op hun woede klagen ze
de corruptie aan en helpen een waarschijnlijk nog veel corrupter en
onbetrouwbaarder president in het zadel. Wanhopig zie je de aanhangers van
Rousseff nog de straat opgaan. Ze missen evenwel de immense haat, die haar
tegenstanders als xtc voorwaarts drijft.
Tot nu toe is er
internationaal weinig steun voor Rousseff, ook niet van links Europa. De
situatie is ook onduidelijk. Wat wij te zien krijgen op televisie is volstrekt
onduidelijk. Ook de kranten bieden geen uitkomst. Men blijft steken in de
corruptie binnen de regerende arbeiderspartij. En vergeet die in de kringen van
tegenstanders te benoemen. De woedende menigte op straat zet de media op het
verkeerde been. En men durft geen mening te geven. Dat is doorgaans in een
beginstadium van een ontwikkeling ook wel goed, maar nu wordt duidelijk dat
hier een door haat gedreven stiekeme staatsgreep plaats heeft. Benoem het dan
ook maar. Maar wie moet dat doen?
Tja, welk medium heeft
nog gedreven correspondenten in vaste dienst in die contreien? Het zijn
allemaal freelancers, die het grote publiek moeten bedienen om nog wat te
verdienen. Daarin past weinig duiding noch stellingname. Laat dan de beelden op
de televisie maar spreken. Kijk goed naar de van haat vertrokken gezichten en
zie de wanhoop in de gezichten van mensen die het eindelijk iets beter hebben
gekregen en dit nu in gevaar zien komen. Dan heb je geen duiding meer nodig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten