woensdag 2 juli 2025

Galmende klacht




 

Nu het beeld van de Israëlische genocide op de Palestijnen langzaam kantelt, worstelt menigeen met de vraag waarom regeringen, media en politiek zo lang in de ontkenningsfase hebben gezeten en sommige nog steeds zitten. Voor antropoloog en schrijver Sinan Çankaya is het een vraag die samenhangt met de integratie van de moslimgemeenschap in Nederland, of liever in heel Europa.

In Galmende Geschiedenissen verhaalt Çankaya van zijn worsteling met de redacteur van zijn uitgever, die moeite heeft met zijn stellingname in de Gaza-genocide en met zijn analyse van de Westerse hypocrisie, de problematische herinnering van de Holocaust tegenover ander leed. 

Uiteindelijk zwicht hij deels door er ook een persoonlijke geschiedenis van te maken. Over zijn worsteling met zijn afkomst en zijn weg naar boven, naar de universiteit, naar de witte bolwerken en de botsing met zijn van oorsprong Turkse familie en zijn oude vrienden. Eigenlijk een klasse-strijd, nu met een kleur.

Wanneer hoor je er echt bij? Die vraag staat centraal. Juist door Gaza en de reactie van regering en media, dringt bij Çankaya het besef door, dat hij – schrijver en wetenschapper - er nooit helemaal bij zal horen. Waarom mag hij direct na 7 oktober niets zeggen over de Nakba in 1948, de verdrijving van en de moord op veel Palestijnen uit Israël? Niks over de bezetting door Israël van de Westbank, de misdaden van de kolonisten?

In de bovenwereld van universiteit, van de media en de politiek is het in die eerste weken, maanden na 7 oktober verboden. Anti-Israël wordt gelijkgesteld met antisemitisme, en zeker na de Maccabi-rellen, specifiek het antisemitisme binnen de moslimgemeenschap. Ministers en politici nemen geen blad meer voor de mond met de beschuldigende vinger richting Marokkanen en Turken, al dan niet in Nederland geboren.

De vraag die Çankaya uiteindelijk bezighoudt, is hoe de moslimgemeenschap nog vertrouwen kan hebben in de instituties, die hun gevoel zo hebben weggedrukt. Dat je kennelijk niets gelijk mag stellen aan de Holocaust. Dat is het ultieme kwaad, daar kan geen genocide tegenop. Dat hier in andere delen van de wereld anders over wordt gedacht, dringt niet door.

Wat betekent dit voor de verhoudingen binnen het land? Voor Çankaya is het voorlopig helder. In een interview naar aanleiding van dit boek/essay, zegt hij: Fuck integratie. Wat je ook doet, je blijft altijd die van een andere kleur, van een ander geloof. Hoe goed je ook je best doet erbij te horen. Waarom zou je nog je best doen? Nooit is het genoeg. En Gaza blijkt de ultieme test.

 

dinsdag 3 juni 2025

Palestijnen in de ogen kijken






Willen jullie echt de Israëliërs in de zee drijven? Het is een vraag die de Palestijnse schrijver en dichter Mohammed El-Kurd bij lezingen vaak te horen krijgt. Zijn antwoord sinds kort: Als jullie zo bang zijn te verdrinken, waarom leer je dan niet te zwemmen. Gelach is meestal zijn deel.

 

Weten we eigenlijk wel hoe Palestijnen denken? Wat de Westerse media ons als de ´nette´ Palestijnen presenteren, zijn doorgaans ongevaarlijke mensen die eerst horen te zeggen dat ze voor vrede, tegen Hamas zijn en zeker geen wraakgevoelens koesteren. Wraak, dromen en toekomst, zijn zo van die gevoelens die Palestijnen eigenlijk niet mogen hebben.

 

In ´Perfect Victims´ fileert El-Kurd de Westerse denkbeelden als het om Palestijnen gaat. Vaak aan de hand van voorbeelden uit de praktijk. Zoals dat van de Palestijns ambassadeur in het Verenigd Koninkrijk, die vlak na het bericht dat zes leden van zijn directe familie zijn omgekomen bij een bombardement enkele dagen na 7 oktober 2023, werd geïnterviewd door de BBC.

 

Hij noemt ze allen bij naam. De reactie van de interviewer: Sorry voor je persoonlijke verlies. Maar om toch maar even duidelijk te zijn, je kunt de moord op Israëlische burgers niet veroordelen, toch. 

 

Bij het tellen van de Palestijnse doden, beperken sommige media zich tot ´onschuldige´ vrouwen en kinderen. Want ja mannen, dat kunnen toch Hamas-strijders zijn. Sowieso niet onschuldig. 

 

Palestijnen zijn door Israël ontmenselijkt en om daar onderuit te komen proberen ze zich te vermenselijken. El-Kurd is daar geen voorstander van. Dat wil zeggen, niet als dat leidt tot wat hij tandeloos maken noemt. Niet als Palestijnen toch vooral niet het verwijt antisemitisch te zijn willen krijgen. Zo mogen in de pers niet zeggen, dat ze boos zijn op de Joden. Dat is antisemitisme.

 

El-Kurd woont in bezet Oost-Jeruzalem. En krijgt derhalve te maken met de agressieve Joodse kolonisten. Een Joodse familie uit New York, Brooklyn eiste de helft van zijn woning op op grond van Joodse geschiedenis en hij kreeg gelijk van de Joodse rechter. Waarop met hulp van Joodse politie de Joodse familie het huis overnam. Maar Palestijnen moeten altijd onderscheid maken tussen Zionisten en Joden. Voor Europeanen valt daar, gezien de historie, wat voor te zeggen, maar voor Palestijnen?

 

Hamasstrijders verschuilen zich onder de burgerbevolking, dat is terreur. Aldus de Israëlische en ook de overige Westerse pers. Wanneer Oekraïense soldaten zich verschuilen onder de bevolking, spreekt men van noodzaak. Ja, zegt El-Kurd, Rusland is de vijand, dan mag dat. Israël is de Westerse bondgenoot en daarmee zijn de Palestijnen de vijand en mag het dus niet.

 

Toen het Israëlische bezettingsleger de 15-jarige Adam Ayyad dood schoot in vluchtelingenkamp Dheisheh, was de vraag: ´Gooide hij echt een molotov-cocktail naar de soldaten? Staan de Israëli juist niet bekend voor het bedenken van zulke rechtvaardigingen voor hun daden. ´

 

Terwijl de vraag had moeten zijn:,Waarom zijn er Israëlische troepen in Bethlehem? Waarom is Adam geboren in een vluchtelingenkamp? Waarom staat ´molotov´ in de kop boven het verhaal van soldaten die een jongen vermoorden? En, als hij een molotov-cocktail gooit? Wie zou dat niet doen? ´

 

Het Westen moet leren de Palestijnen in de ogen te kijken, zegt El-Kurd. Als ze spreken van de ´From the river tot the sea´ dan is dat niet om de Joden te verdrijven, maar omdat ze weer vrij willen zijn, weer naar hun huis terug mogen, niet meer vernederd willen worden, niet meer gedood vanwege een steen.  Als Israël dat opvat als een aanstaande genocide, dan zegt dat alles over Israël en ook over de bondgenoten, die meegaan in dat verhaal.

 

Om terug te komen tot zijn antwoord op de vraag over dat in zee drijven van de Israëliërs, eindigt El-Kurd toch nog hoopvol. Met humor valt er nog te leven voor Palestijnen. Ook putten ze hoop uit de veranderende stemming over Israël onder de Westerse bevolking. Hoop doet leven. Maar voor Westerse journalisten is dit boek wel verplichte literatuur. Pas dan kunnen we echt hoopvol zijn.

 

 

Galmende klacht

  Nu het beeld van de Israëlische genocide op de Palestijnen langzaam kantelt, worstelt menigeen met de vraag waarom regeringen, media en po...