donderdag 30 oktober 2014

Sterven in schoonheid is toch mooier




Wat is het toch dat bedrijven altijd weer hun heil zoeken in groeien door middel van overnames en fusies? Decennia van fusies hebben nu toch wel geleerd dat het niets oplevert. Met veel bombarie aangekondigde overnames verkeren luttele jaren later in zieltogende bedrijfsonderdelen, die alleen nog te redden zijn door losmaking uit het knellende fusieverband.

De Utrechtse econoom Hans Schenk is al heel lang een soort roepende in de woestijn, die al vroeg aantoonde dat slechts zo'n 10 procent van de overnames op zijn minst geen schade hebben aangericht. Alleen directeuren hebben er baat bij, want grotere bedrijven betekenen hogere salarissen.

Dat het met de KLM niet goed gaat is daarom geen verrassing. Even afgezien van het feit dat de koninklijke voor de fusie ook niet echt florerend was. Maar dit kan van meer bedrijven gezegd worden, die in overnames en fusies hun redding menen te zien. Helaas is het merendeel alleen maar gebaseerd op vage groeiverwachtingen.

Waar is het bedrijf dat zich niet heeft laten meeslepen in deze groot is beter manie? Je hebt ze nog wel, zulke kleine bedrijven die schuldenvrij vrij onbezorgd crises na crisis doorstaan. Vaak familiebedrijven waar zuinig op de centjes is gepast en alleen de winst is geïnvesteerd om het bedrijf levensvatbaar te houden.

Want daar zit nu net het probleem. Grote plannen en geen geld om ze te realiseren. Banken willen voor bescheiden plannen nog wel eens de beurs trekken mits ze goed onderbouwd zijn en het onderpand goed is. Maar het oog is doorgaans groter dan de maag en als de banken niet geloven in de eigen kracht van het bedrijf, dan maar overnemen of fuseren.

Gek genoeg komen de banken dan vaak wel over de brug. Zo zijn in de afgelopen decennia veel bedrijven met een redelijke reserve en gezonde bedrijfsvoering veranderd in noodlijdende onderdelen van een grotere geheel. Een geheel waar alleen de top het er beter af brengt. Geen wonder dat het altijd de megalomane directeuren zijn die met de grootse groeiplannen komen.

Dat de KLM het niet beter zou doen onder de vleugels van het grote Air France was maar al te voorspelbaar. De argumentatie rammelde. Alleen maar het feit dat KLM in een speelveld van steeds grotere maatschappijen moest opereren lijkt me niet zo'n sterk argument. En dat er niet over de hele wereld bestemmingen aangevlogen kunnen worden, lijkt me ook weer niet het grootste probleem met samenwerkingsverbanden met andere maatschappijen.

Schenk had het kunnen voorspellen. Het gaat niet goed met de KLM en evenmin met Air France. Het zou niet mogen verbazen als straks onderdelen worden afgestoten die ooit winstgevend waren tot louter zieltogende moedermaatschappijen besluiten uiteen te gaan. En onmiddellijk weer op zoek gaan naar nieuwe fusiemogelijkheden.

Kijk om je heen en je ziet het proces overal. Kranten in heel Nederland waren meestal profijtelijke ondernemingen met een flink kapitaal achter de hand. Tot aasgieren in de gaten kregen dat ze op zo'n zak geld zaten. Toen begon het grote spel van overnames en duurbetaalde directeuren met al maar grotere plannen tot de zaak in elkaar klapt.

Als dan de omstandigheden tegen zitten blijkt er geen geld meer in kas om de bakens te verzetten. Waar voorheen reorganisaties bijzonder sociaal konden worden afgerond is het personeel nu slecht af. De directeuren zijn allang met een gouden handdruk vertrokken.

Op het platteland krijgt het grote drama vorm van boeren die de grond van stoppers overnamen met geld van de bank, grote stallen bouwden en nu slechts met grote subsidies overeind gehouden moeten worden. Ook hier weer het heilige geloof dat groeien door overname de enige weg is. Terwijl de stoppers inzagen dat ze beter af waren met het gespaarde geld op zak en nu fleurig rentenieren.

Wanneer zo vraagt een mens zich wel eens af, begint het gezonde denken. Als een bedrijf aan het einde van de economische levenscyclus belandt, kun je met de reserves besluiten te sterven in schoonheid of iets helemaal nieuws te bedenken. Als je dat op tijd doet hoeft er niemand onnodig de klos te zijn. Er is tenslotte niets mis met kleine bedrijven die zich zelf weten te bedruipen en niet afhankelijk zijn van de luimen van grote geldschieters of de bestuurders van grote ondernemingen.


Nu schieten weer nieuwe bedrijfjes als paddenstoelen uit de grond. In eerste instantie snel groeiend veelal met slechts heel kleine financiële bijdragen. Maar zodra het grote groeidenken inzet en gezocht wordt naar partners zie je het mis gaan. Net zo goed als de grote bedrijven als Apple, Google en Microsoft die nieuwkomers zodra ze een stukje van hun markt afsnoepen voor megabedragen opkopen, waar ze al snel het loodje leggen.

Niets is voor eeuwig, ook nu gezonde bedrijven niet. Maar het einde rekken met overnames en fusies is een heilloze weg. Als de fusie straks uiteen spat zijn beide partijen slechter af. Heeft er kapitaalvernietiging plaatsgevonden en is personeel de dupe. En dat allemaal tegen beter weten in.

dinsdag 28 oktober 2014

Domweg beschaamd



Femke Halsema schrijft in De Correspondent over de trots op Nederland en hoe die mensen gelukkiger maakt. Je moet hier even aan denken als je het nieuws leest over het windmolenbesluit van Gedeputeerde Staten van Friesland. Bijna alle nieuwe windmolens komen nu in het IJsselmeer. Het wordt steeds moeilijker ook trots op Friesland te zijn.

Je kunt je nog wel wat voorstellen over een zekere trots op Nederland. Op het landschap tussen de rivieren, de polders boven Amsterdam en onwillekeurig de havens van Rotterdam. En als we het over mensen hebben, een paar wetenschappers met Robbert Dijkgraaf voorop, een enkele schrijver, sommige artiesten en kunstenaars, slechts enkele politici met echte principes en een rechte rug.

Maar Friesland heeft die mensen amper meer. Ja, Slauerhoff was iemand om trots op te zijn en ooit het fraaie cultuurlandschap. Natuurlijk de Waddenzee en de eilanden en het prachtige dijkweggetje langs het Mirnser klif. Eh, nee niet de geschiedenis van de Slach by Warns, waar elk jaar enkele bejaarde Friezen zich verzamelen en zich laven aan dit stukje geschiedvervalsing.

Het is bijna allemaal van een voorbije glorie. Het landschap is grotendeels opgeofferd aan megalomaan denken van de melkveehouderij, zelfs in een tijd dat duidelijk wordt dat zuivelconsumptie niet zo gezond is en ook nog eens slecht voor het milieu. De ‘Silent Spring’ is in delen van Friesland verwerkelijkt zonder gif. Ontwatering en geëgaliseerd grasland waren voldoende om de vogels te verdrijven en het geluid komt nog van straaljagers.

Mooie rijen gestaag wiekende windmolens hadden het allemaal nog wat dynamisch kunnen maken. Maar dan wel in een fraai patroon en niet her en der een losse turbine alsof iemand steentjes heeft gegooid om de bouwplaats aan te geven. Het had mooi kunnen zijn en ook blijk gegeven van een bewustzijn dat verder gaat dan het misplaatst conservatisme van het open landschap.

Nee, dan maar duur bouwen in het IJsselmeer. Want het heilige uitzicht over eindeloze vlakten monotoon raaigras moet bewaard blijven. Dan dwing je boeren maar hun immense kuddes melkvee naar buiten te sturen. Ter stoffering. Want ook die melkveehouderij zou onze trots zijn. Er komt veel bij je op bij het zien van die industriële gebouwen die het saaie zicht verder ontsieren, maar trots is het niet. Eerder schaamte.

Kun je domweg gelukkig zijn in deze provincie? Om met Halsema te spreken door toch trots te zijn op wat nog rest? Je moet er moeite voor doen. En misschien luisteren naar Tsjebbe Hettinga, die de schoonheid uit zijn geheugen putte. En heel misschien op Leeuwarden als het 2018 is, maar de voortekenen zijn niet alle gunstig. De blijdschap over de uitverkiezing tot culturele hoofdstad is aan het vervliegen met het bekend worden van de betrokken namen.

Trots op de taal die ondanks verwatering met Nederlands stand houdt? Ja zeker als we sommige veelal oudere literatuur lezen, een dichter als Obe Postma tot je door laten dringen en Hettinga beluisteren. Minder als we het wat lijzige, meestal te harde stemgeluid beluisteren dat doorgaans de oren teistert. En de irritante houding van de taalbevorderaars, de eeuwige discussie over weer een nieuwe ‘stavering’. De weegschaal dreigt door te slaan naar de schaamte met een vleugje trots op hoe het was en heel soms nog is. Misschien zijn we hier niet voorbestemd om domweg gelukkig te zijn.



maandag 27 oktober 2014

Nieuwsuur in de fout



Dat Nieuwsuur hoor en wederhoor toepast is vanzelfsprekend. Soms is iets zo helder dat zulks amper nodig is, maar goed, je wilt ook een ander geluid laten horen. Dan ga je op zoek naar een gezaghebbend persoon en laat die aan het woord. Links of rechts, maakt niet uit, maar wel fatsoenlijk. Sinds vanavond mogen we dit laatste in twijfel trekken.

Het is een gegeven dat we een Raad van Europa hebben. Een orgaan in 1949 opgericht om de burger bescherming te bieden, ook tegen de eigen overheid. En de democratie in Europa te beschermen. Die Raad dreigt nu een uitspraak te doen over het Nederlandse asielbeleid die tegen het zere been van staatssecretaris Fred Teeven is.

Uitgeprocedeerde asielzoekers behoren menselijk behandeld te worden. Dus als ze niet terug kunnen naar hun land van herkomst om welke reden dan ook, dient Nederland ze in ieder geval onderdak en voeding te verschaffen. Een simpel geval van medemenselijkheid zou je zeggen. Als de Raad van Europa dat zegt, zit Teeven fout. Geen nieuws, maar vooruit.

Teeven zegt de uitspraak naast zich neer te zullen leggen. Dat kan, maar dan heeft Nederland wel een behoorlijk imagoprobleem in en buiten Europa. Dat heeft Nieuwsuur haarfijn uitgelegd. Lijkt me voldoende. Beide partijen aan het woord, klaar. Nee dus.

De nieuwsrubriek van de publieke omroep gaat op zoek naar een tegengeluid. Moeilijk te vinden buiten het kabinet. Nee, plots is er een heel nieuw gezicht, voor de gewone kijker zeker, en een naam die hij nooit eerder heeft gehoord: Joshua Livestro (rechtse christen, islambasher, freelancer bij de Telegraaf, ooit adviseur van Sarah Palin en ontslagen columnist van Buitenhof) van de opiniesite Jalta.

Wat zegt u, de opiniesite Jalta? Nooit van gehoord zal de kijker denken, maar als Nieuwsuur zo iemand aan het woord laat om iets van meerdere kanten te belichten zal het wel goed zijn. Dat is het niet. Laten we daar maar meteen duidelijk in zijn. Jalta is geen bekende opiniesite en bovendien sinds wanneer voert een nieuwsrubriek een opiniesite op als gezaghebbend?

Jalta is er nog maar pas. Het is het vehikel van Livestro en Annabel Naninga (islambasher, voorheen GeenStijl) , bekende namen uit wat we voorzichtig de niet zo heel frisse rechtse hoek zullen noemen. Om hen heen zien we namen als Bart Spruijt, Bart Schut, namen die we ook kennen van van de obscure veelal extreem-rechtse weblog DeDagelijkseStandaard (oprichter Livestro). Ook Frits Bolkestein prijkt op de lijst. Hoe hij over immigranten denkt weten we, maar we hadden nog een greintje hoop dat hij tot het fatsoenlijk deel van de politiek behoorde. Ook Leon de Winter heeft er een plekje gevonden.

Wat iemand als Livestro in een fatsoenlijke nieuwsrubriek doet, is een raadsel. Als hij iets zinnigs te berde zou brengen, was er heel misschien nog iets van de begrijpen. Maar de man begint onmiddellijk te raaskallen. ,,De Raad van Europa kan zo iedereen die daar om vraagt recht geven op onderdak en voedsel’’, roept de rechtse rakker.

Nonsens, het gaat hier om een specifieke groep. Uitgeprocedeerde asielzoekers, die veelal zonder geldige papieren, op straat komen. Het zijn mensen die ooit uit hun land van herkomst zijn gevlucht en hier niet de open armen vonden, die ze hadden verwacht. Of de procedure correct is geweest is in dit geval niet aan de orde. Wel dat er voor deze mensen geen weg terug is noch een weg vooruit.


Onzin dus om te zeggen, dat de Raad van Europa wil dat Nederland maar voor iedereen onderdak en voedsel moet verschaffen. Livestro kreeg geen weerwoord. Onderwerp afgesloten en de kijker in verwarring achtergebleven. En Jalta.nl lijkt zo in een klap respectabel en gezaghebbend. Over de taak van de publieke omroep gesproken.

zondag 26 oktober 2014

De primeur van de NPO



Tjonge had de NPO zo maar een primeur. Nederlandse Koerd Dosky vertelde, dacht dat camera uit was, dat de Koerden geen gevangenen maken onder IS-strijders. Ze knalden ze meteen af. En dat was niet alles. Zo bleken Koerden ook nog eens een dorp helemaal met de grond gelijk te hebben gemaakt uit wraak. Er waren Koerdische strijders geëxecuteerd, vandaar.

Maar hoe de NPO het ook opblies, het wil maar geen echte rel worden. De Koerdische ambassadeur bij de EU ontkende glashard. En ook kwam er een VN-dame vertellen dat het een oorlogsmisdaad is burgers te straffen zonder dat hier een militair-strategisch belang bij is. Dus een dorp geheel opblazen is een oorlogsmisdaad.

Ja, het is ernstig. En het is oorlog. Maar eh, het valt wat in het niet bij de wreedheden van de IS. Nu we het er toch over hebben, als het straffen van burgers door het platbranden van huizen vanwege euveldaden van een van de bewoners een oorlogsmisdaad is, hoe zit het dan met de al decennia gepleegde strafexpedities van Israël tegen Palestijnen.

Was het hier geen gewoonte de woningen van vermeende terroristen op te blazen? Ook als daar nog verder onschuldige familie woonde. Terwijl het geen enkel militair belang dient. En pleegt Israël ook niet verdachte Palestijnen zonder veel omwegen te doden.

Daarover zwijgt de NPO doorgaans. Dat wil zeggen, men meldt het alsof het een soort onontkoombaar gevolg van de terreurdaden van de Palestijnen is. Nooit is bij de NPO de vraag gesteld of hier wellicht een oorlogsmisdaad gepleegd is. Ja, dat soort vragen is bestemd voor onbeschaafde volken, van wie we toch al weinig goeds verwachten, helemaal als het ook nog moslims zijn.

Moeten we ons dan verbazen over de stilte na de onthullingen over Koerdische wandaden. Internationaal leggen ze geen gewicht in de schaal, want de Koerden zijn momenteel onze bondgenoten in de strijd tegen de wrede IS. Tegen het kalifaat is alles geoorloofd, want ze zijn onmenselijk.

Dat is het nare van oorlogen. Je krijgt strijders alleen in het geweer als je de tegenstanders afschildert als onmensen, kakkerlakken en ander ongedierte dat geplet dient te worden. Inclusief nageslacht want dat is tenslotte alleen maar toekomstig addergebroed. Koerden zijn hierin niet anders dan Israëliërs.

Bovenstaande  is niet bedoeld om Israëliërs weer eens lekker als monsters af te schilderen of de Koerden te verontschuldigen en Palestijnen als alleen maar goedaardige en vriendelijke mensen af te schilderen. Wel om te laten zien waarom de breed uitgemeten onthullingen van de NPO niet aanslaan. Dit keer niet, maar wee de groep die niet tot onze bondgenoten behoort. Die moet onmiddellijk voor het Internationaal Hof in Den Haag gesleept worden.


Vergeet de wreedheden van de Amerikanen in Irak, de Nederlanders in Indonesië en nu dus de Koerden. En blaas die van tegenstander op. Ach, als het niet zo treurig was zou je er om kunnen lachen. Onze NPO toont een misstand aan en een misstand is het en niemand luistert. Tja, er zijn mores ook in oorlogstijd.

donderdag 23 oktober 2014

De Canadese onschuld bestaat niet



Canada, ach Canada nu ook in de greep van de angstzaaiers. Maak een reis van de Verenigde Staten naar de noorderbuurman en er overvalt je een gevoel van ontspanning. Een Canadees laat zich niet gek maken en gaat daar ook een beetje prat op. Hij is niet onnozel, zoals sommige terrorismedeskundigen heel rap verklaren na twee aanslagen met overigens maar twee doden.

In tegenstelling tot de VS is Canada niet bevolkt door een angstige populatie. Het zijn misschien niet eens de mensen als wel het land zelf. Zelfs mensen uit de VS, of Amerikanen zoals de Canadezen die noemen, ontspannen op Canadese bodem. Ze mogen hun wapens niet meenemen en waar in het thuisland moord en brand wordt geschreeuwd bij elke poging het wapenbezit aan te pakken, accepteren ze dit in het veilige Canada zonder morren.

En dit terwijl de Canadezen per hoofd van de bevolking wellicht nog meer wapens bezitten dan de Amerikanen. Toch gebeuren er amper ongelukken en sneven er vooral wilde dieren tijdens de geliefde jacht in de uitgestrekte wildernis van het land. En als je het land binnenkomt, word je begroet met grote banners waarop de boodschap ‘Welcome New Canadians’  zo aangenaam aanvoelt.

Dat ook hier verdwaasde jihadisten zich menen te moeten aansluiten bij de oorlog in het Midden-Oosten is verbazingwekkend en getuigt nog eens van de overtuigingskracht van het kalifaat. Want natuurlijk is Canada geen paradijs, van de immigranten wordt verwacht dat ze snel Engels leren en assimileren. En niet iedereen kan hierin meekomen.

Orthodoxe moslims hebben hierin een achterstand, want het land is doorgaans nogal christelijk en niet van het lichte soort. Maar toch, ze zijn welkom en kunnen de ellende van het thuisland achter zich laten. Dat er toch 130 (toch meer dan uit de VS) geradicaliseerde moslimjongeren afreizen is bedenkelijk, maar geen reden tot paniek. Evenmin aanslagen door thuisblijvers.

In Nederland weten de deskundigen niet hoe snel ze de Canadese houding als naïef moeten betitelen. Geef op die ontspannen houding! Het is oorlog! Geef op die vrijheden, want de IS staat voor de deur. Hopelijk laten de Canadezen zich door die angstzaaiers uit Europa en de VS niet opjutten. Natuurlijk is waakzaamheid geboden, maar overdrijf niet zo en offer je eigenheid niet op.

Het zou zo jammer zijn als Canada ook ten prooi valt aan die angst en de ontspannen houding ten opzichte van immigranten opgeeft. Bijna in elk vliegtuig naar Canada zitten nieuwkomers uit landen als India en Pakistan. Hoopvol, getalenteerd, Canada wil geen losers. Maar het is zo aangenaam met ze mee te reizen. Opgetogen als kinderen zijn ze vaak. Een nieuwe toekomst tegemoet.

Laat dit niet teloor gaan door een enkele verdwaasde jihadist. Er lopen ook rare christenen rond, maar dit maakt het land niet zenuwachtig. Ze leggen zich neer bij de status van het land en kunnen zich terug trekken in hun eigen gebiedje. Dat moeten de jihadisten nog leren en niet hun eigen glazen ingooien. In dit beloofde land kunnen ze met wat goede wil iets maken van hun leven. Maar dan moet de angstcultuur niet overslaan.


Het is niet ideaal in Canada. In grote steden zijn ook ghetto’s ontstaan van nieuwkomers die het niet lukt op te gaan in het nieuwe land. Dat vraagt om aandacht en stimuleringsprogramma’s. Maar niet om het opgeven van de onschuld, zoals het nu alom klinkt. Onzin, Canadezen zijn niet onschuldig. Ze hebben ook Indianen uitgemoord, maar zijn niet blijven hangen in die moordzucht en gewelddadigheid. Dat biedt toch een beetje hoop.

maandag 20 oktober 2014

Koopt eigen waar




Europa moet stoppen met het kopen van goedkope rommel uit lage-lonen-landen. Het is de boodschap van Jonathan Holslag in Tegenlicht. Europa moet wakker worden uit zijn lethargie en dat doen waarin het sterk is: kwaliteit. Wie goed luistert hoort hier meer dan een boodschap. Koop eigen waar en afkeer van goedkope import want niet goed om maar twee te noemen.

Leuk is dat want een van de aangenaamste zondes in bijvoorbeeld Spanje is het bezoeken van de talrijke Chinese bazars. Zeker als je een tijdje in een appartement zit heb je wel eens wat nodig voor een korte tijd. Dan koop je niet meteen het duurste. Vorig jaar nog voor 75 cent een ipad-kabel gekocht en een koffiezetter. Die kabel doet het nog steeds goed, dit in tegenstelling tot een officiële Apple-kabel die ik moest kopen in Duitsland voor meer dan het tienvoudige.

Toegegeven, die koffiezetter was een noodgreep en stelde niet veel voor, maar hielp ons mooi door de tijd. Het zijn winkels vol prullaria zoals hier Aktion. Die prullaria laat ik links liggen al zijn nog zo goedkoop. Maar een ledzaklantaarn voor een paar euro mag van erbarmelijke kwaliteit zijn, maar houdt het net lang genoeg vol. Tot we thuis die goede lantaarn weer oppakken. Oeps, made in China.

Nee, dan de Europese kwaliteit. En dan komt altijd de Duitse gründlichkeit om de hoek. Audi, Mercedes, dat is de kracht van Europa. Tja op de Adac-lijst prijkt nog immer de Mazda 6 als beste auto. En al klinkt het een beetje Duits, dat is toch echt een Japanner. Kijk je onder de motorkap van al die prijzige kwaliteit, dan zit er nogal wat ‘made in China’ onder.

Tuurlijk, het is zuur als hier banen verdwijnen omdat ze in China lagere lonen hebben, of in Bangladesh onder erbarmelijk omstandigheden onze kwaliteitsmode maken. Het is lastig zoeken naar een antwoord hierop. De enige hoop is op een groeiend bewustzijn van de middenklasse in die landen, zodat de lonen stijgen. En dat gaat ook zeker gebeuren.

Wie roept dat de lonen hier te hoog zijn en dat we daarom niet op kunnen tegen die opkomende economieën speelt een gevaarlijk spel. Het is het aloude kapitalistische spel van de race naar de bodem. Daar moet je niet in meegaan. Niet dat Holslag dit propageert, maar zijn analyse riekt een beetje naar die van de te hoge lonen toeteraars.

Ik ben het volledig eens met de roep om meer kwaliteit, maar heb niets met koopt eigen waar. Alsof dit een garantie voor die gewenste kwaliteit is en alsof ze dat in China niet zouden kunnen leveren. Misschien nu niet in alles, maar die tijd nadert snel. Laten we ze daar een handje helpen en veel van hun waar kopen. En als het rommel is, dat ook laten merken.

Wat ons dan wel moet redden? Ik zou het niet weten en de vraag is zelfs of we wel gered moeten worden. Lethargie? Op sommige gebieden zeker. Bijvoorbeeld de aanpak van de banken, het als een noodlot ondergaan van afbraak van sociale zekerheden, die malle bezuinigingsdrift.

Wat dat betreft is het echt tijd wakker te worden. En de opkomende economieën vooral niet wijs maken, dat ze hetzelfde moeten doen als wij. Om meer vlees en zuivel te consumeren bijvoorbeeld. Want dat is wat onze ‘kwaliteitsindustrie’ toch zo graag wil. Help ze bij het opbouwen van een duurzame groei en geef zelf het goede voorbeeld.

We leveren al zo’n tien jaar flink in en toch gaat het ons nog goed. Misschien moeten we nog een stapje terug en afzien van het rare geloof van een eeuwig groeiende economie. Maar echt veel minder hoeft het daarom nu ook weer niet. Economische wetten gaan meestal uit van ‘onder gelijkblijvende omstandigheden’. En dat is nu juist niet het geval.


zondag 19 oktober 2014

Toch maar weer papier



Ja, allemaal geprobeerd. E-book, krant online op ipad en Blendl. Al een jaar geen abonnement meer op een landelijke krant. Dacht ik ook nog, dat ik genoeg had aan dat schermpje. Dat veranderde al weer een tijdje terug, toen ik het verschil in prijs tussen een e-book en de gedrukte versie te klein vond en koos voor de aanschaf van een mooie dikke pil.

Of eigenlijk al eerder toen ik uit verveling Albert Vigoleis Thelen weer eens ter hand nam met zijn schitterende ‘Het eiland van het tweede gezicht’. Het was toch wel aangenaam zo’n prachtige uitgave in dundruk in handen te hebben. Natuurlijk een best aardig boek als ‘Stoner’ heb ik op e-book genomen als gratis aanbieding van ik weet niet meer wie. En met plezier gelezen en daarna nog wat e-boeken aangeschaft. Je koopt zo’n reader niet voor niks tenslotte.

Maar door Thelen was ik terug bij af en er was na een fikse opruiming weer ruimte in de boekenkast, dus kocht ik weer gewoon boeken. En het beviel prima, net alsof ik dieper las. Of ik het geschrevene meer tot mij door liet dringen. De reader ligt nu al weer maanden ongebruikt onder een stapel boeken. Met een boek rustig wegdromen is toch veel mooier dan zo’n klein ding in handen.

Nu kreeg ik nog wel een regionaal dagblad in de bus van mijn oud-werkgever maar hier had ik toch niet genoeg aan. De afgelopen week staakte de bezorging ineens en ik moet nog eens bellen waarom. Blendl als plaatsvervanger is natuurlijk een mooie vinding als je eens iets wilt lezen uit een andere krant, waarover iedereen praat. Maar het probleem is toch een beetje, dat je wat koppen snelt en blijft hangen in een enkel artikel of een column. Dat heb je eigenlijk niet zo in de gaten, tot je weer eens een echte krant in handen.
Vorige week nam ik weer eens een Volkskrant mee bij de boodschappen. Een beetje gek natuurlijk als je op Blendl die krant al hebt doorgebladerd. Een impulsinkoop waarvan ik probeer te genezen, zullen we maar zeggen. Het leuke hiervan was, dat ik weer eens een krant helemaal las en niet alleen de artikelen met mij aansprekende koppen.

Als oud-NRC-abonnee wilde ik die krant ook weer eens in handen hebben. Dus kocht ik dit weekeinde zowel Volkskrant als NRC. Ook leuk om eens te vergelijken. En het is heerlijk weer eens dikke kranten door te neuzen en niet alleen maar wat mij onmiddellijk aanspreekt. Tja, het is duur, €6,50 om precies te zijn. Aan de andere kant, Blendl hou je niet zo bij en soms komt een rekening van weer tientje mij wel eens onverklaarbaar snel.

De conclusie voor mij mag helder zijn. Het is fijn weer een goede krant in handen te hebben. Vooralsnog eerst maar eens, als ik langs de krantenstandaard loop, een krant meenemen. Dan heb ik het allemaal nog even in eigen hand. Maar een abonnement is aanstaande. Het zal de Volkskrant wel worden. De NRC viel mij wat tegen en ik snapte meteen weer waarom ik die krant niet miste. De columns van Bas Heijne en Youp krijg ik via Twitter wel binnen en het liberale geleuter van Marieke Stellinga kan me gestolen worden.

Het zet je wel aan het denken over al die nieuwe krantenbaasjes, die de papieren krant hebben afgeschreven en al het hiermee verdiende geld in digitaal steken. Multimediaal ligt ze voor in de mond bestorven. Het wordt weer tijd voor iedereen om de papieren krant weer eens door te nemen. Het dringt allemaal toch wat beter door en het is ook zo’n dagelijks moment van rustig genieten in plaats van achter je scherm tussendoor een enkel krantenartikel te lezen.

Die jongens en meisjes die op straat kranten uitdelen, zouden dat gewoon ook eens moeten doen zonder daar meteen een proefabonnement aan te willen koppelen. Het zou wel eens meer kunnen opleveren dan de suggestie een gratis krant te krijgen en meteen aan een abonnement vast te zitten. Vooral die mensen die de krant net als ik een tijdje geleden vaarwel hebben gezegd, zouden hier wel eens van terug kunnen komen.


Het is trouwens ook net of ik weer minder mensen zie met zo’n e-reader. Maar dat is misschien verbeelding.

vrijdag 17 oktober 2014

Eenzaamheid als nieuw probleem


Eenzaamheid wordt het nieuwe thema. Eenzame ouderen, jongeren, ach alle eenzamen op een hoop. En zo creëren we een nieuwe groep in de samenleving, die er allang is. Ironisch is het wel, want het leidt tot niets behalve aandikken van een stigma en het problematiseren van het begrip. Maar dan moeten we wel onderscheid maken tussen eenzaam en alleen.

In een mooi essay schrijft Roos van der Lint in de Groene Amsterdammer over het verlangen naar en de angst voor het alleen zijn. Jaren geleden interviewde ik een schouwburgdirecteur en hij verklaarde hierin dat hij – getrouwd man – het gelukkigst was, wanneer hij alleen was. Ik herinner mij dat de reacties niet mals waren. Uiteenlopend van egoïst tot sneu voor zijn vrouw.

Enkele jaren later bleek hij een affaire te hebben met een jongedame en te zijn gescheiden van zijn toenmalige echtgenote. Een keer heb ik hem nog getroffen met zijn inmiddels nieuwe echtgenote. Ze leek me erg aardig en vraag me nu niet of ze mooier was dan zijn vorige gade, want die heb ik voor zover ik weet niet ontmoet.

Zelf heb ik mij ook wel eens bezondigd aan de gedachte dat ik best alleen zou kunnen wezen. Was ik dat ook niet tot achterin de twintig? En dat ging toch ook prima. Mwah, eigenlijk niet. Het was een voortdurende – niet overdrijven dus niet wanhopige – zoektocht naar de ander en stiekeme jaloezie op hen die al jong een zielsverwant hadden getroffen.

Nu bekruipt me wel eens de genoemde angst voor eenzaamheid. Dus voor alle duidelijkheid niet voor het alleen zijn. Ik zie ouderen die alleen overblijven en verteerd worden door eenzaamheid. Natuurlijk, er zijn er ook die gezegend zijn met talrijk nabij wonend kroost en blij zijn eens even alleen te zijn om het verleden te overdenken.

Maar wat als je niet zo talrijke kroost ver weg woont? Als je niet het type bent van veel vrienden,
is de vrees voor eenzaamheid niet helemaal zo raar. En er is ook nog de wens te verhuizen uit de contreien waar je bijna een heel leven hebben gewoond. Een beter recept voor eenzaamheid op latere leeftijd kun je haast niet bedenken.

Toch is die fernweh er. Het zal wel iets te maken hebben met het gebrek aan geworteldheid. Ik heb de gedachte aan gehechtheid aan een streek altijd wat verdacht gevonden. Als klein kind vond ik het al een vreemd toeval in dit land geboren te zijn en niet in Kongo om maar wat te noemen. Maar meer dan toeval is het voor mij nooit geweest. En dat maakt je toch wat los van alles.


Is zulks triest? Nou nee. Moeten we er een probleem van maken? Liever niet. Nu kan ik prima tegen momenten van alleen zijn in de wetenschap dat het een keuze is en ze duren zelden lang. Of ik dan het gelukkigst ben, net als onze schouwburgdirecteur? Tja, wat is gelukkig en ik verlang niet naar een doorgaans sneue affaire. 

Vaak zie ik vissers die een hele dag alleen turen naar hun dobber. Dan vind ik het jammer niet zo van het vissen te zijn. Maar ze lijken me heel tevreden. Eenzaam ben ik hooguit soms buitenshuis, maar dit is doorgaans van voorbijgaande aard en te verhelpen met enkele alcoholische versnaperingen. Zoals gezegd, het is een complex gegeven. Maar er zijn belangrijker zaken. Vooralsnog.

donderdag 16 oktober 2014

Laat alle hoop maar varen


Optimisme is het geloof der blinden, maar de laatste tijd begon ik warempel weer wat vertrouwen in de toekomst te krijgen. Maar nu, met een daverende klap is alle hoop de bodem in geslagen. België kiest voor een Rutte2-kloon als kabinet. België dat zo goed wist dat je in tijden van crisis de ziekte gewoon moet uitzitten en niks doen. En dan nu zo fout?

Het kan niet vaak genoeg gezegd worden, als de mensheid over een jaar of vijftig terug kijkt naar deze tijd zal het moeilijk te begrijpen zijn, dat in Europa de schuldigen van de ergste crisis na de jaren dertig van de vorige eeuw niet gestraft zijn. Erger nog, ze zijn beloond door de angstige kiezers.

De meerderheid van de politieke kaste van Europese lidstaten heeft niets geleerd van de crisis en blijft heilig geloven in neoliberale bezuinigingsmanie. Het is net of er helemaal geen tegengas wordt gegeven. Wat ooit als kwaliteitsmedia door het leven ging blijft de koers tot vandaag de dag steunen.

Financiële redacties roepen om het hardst dat het forse bezuinigen niet goed is voor terugkeer naar een snelle groei, maar ze zien geen alternatief. Slechts een enkeling wijst er fijntjes op dat die schulden alleen maar zijn toegenomen door de maniakale bezuinigingen. Dat het IMF keer op keer heeft gewaarschuwd voor het smoren van de economie en dat vanuit Amerika verbijsterd werd gekeken hoe Europa de hele wereldeconomie in gevaar brengt.

Alleen Frankrijk sputtert nog een beetje tegen, maar dreigt door een samenzwering van de rechtse krachten in Europa fijn geknepen te worden. En nu we voor de derde recessie binnen zes jaar staan, kiezen de Belgen voor een rechtse regering. Daar kan een normaal mens niet meer bij.

Goed, links heeft het redelijk verkloot en heeft nog niet eens het begin van een antwoord op de overweldigende druk van de liberalen. Dat mensen hier geen vertrouwen meer in hebben, is heel wel voorstelbaar. Maar om dan maar in zee te gaan met zo’n kopie van een ellende veroorzakend kabinet van de buren boven is toch echt onvoorstelbaar.

Wat bezielt die Belgen? Zelfs de van oudsher behoorlijk linkse Walen laten het afweten. Dit kan alleen maar een vlaag van volledige verstandsverbijstering zijn. Is er iets ernstig drogerends in het Europese drinkwater gedaan? Je zou het bijna geloven.

De enige hoop die we nu mogen hebben is de Belgische vakbeweging. Die slijpt de messen om alle onzalige voornemens van dit kabinet te bestrijden. Dat zegt nog wat bij de zuiderburen, want anders dan bij ons is die vakbeweging nog strijdbaar en machtig. De komende maanden zal het moeilijk worden door België te komen. Reken maar dat ze alles uit de kast zullen halen om de snode plannen van tafel te krijgen.

Eigenlijk is het de ‘last stand’ van tegenkrachten in Europa tegen de vernietigende wals der neo-liberalen. Als de vakbeweging er het loodje leggen, dan is alle hoop verloren en zullen we nog vele jaren in een crisis verkeren. Zelfs de aandeelhouders houden hun hart vast.

De democratie lijkt met laffe politici het ergste slachtoffer te worden van de financiële crisis. In Europa vergaderen politici in het geheim met Amerika over een vrijhandelsverdrag dat bedrijven boven de politiek zal stellen. Godsamme kan het allemaal nog erger? Zelfs voor een pessimist is dit allemaal moeilijk te begrijpen.



woensdag 15 oktober 2014

Maak 5 mei dag van losbandigheid


Oordelen over andere tijden is moeilijk. En toch doen we het. Met de kennis van nu en dat leidt onherroepelijk tot brokken. Een dezer dagen was er de documentaire over Adèle Bloemdaal en die verhaalde vrolijk en schaamteloos over de losbandige jaren zestig. Met een zweem van nostalgie. Onwillekeurig hoorde je de hedendaagse moraalridders weer klaar staan met hun oordeel. Alsof alle ellende van vandaag de dag voortkomt uit die vermaledijde jaren zestig.

Dat die losbandigheid voortkwam uit de benauwde sfeer van de jaren vijftig zijn we allang weer vergeten. En dat die sfeer weer voortkwam uit de losbandige jaren vlak na de oorlog gaat de meesten al helemaal ver boven de pet. Daarom is het zo leuk oude mensen te laten vertellen zonder ze te corrigeren.

Zeker, ze zijn vaak wat terughoudend. Negentigjarigen spreken niet zo losjes over wat er zoal gebeurde bij de bevrijding. Maar met een beetje fantasie en brokken informatie kun je je een beeld vormen van die tijd. Een gevoel van spijt bekruipt je dat er niet meer bekend is van die periode. Daarvoor was het tekort en de restauratie van het oude zette zich te snel in.

Het zal vast tegen alle waarden en normen ingaan licht dementerende ouderen over die periode te laten vertellen. Als er geen schaamte meer is, maar het geheugen aan die tijd ineens weer glashelder boven komt drijven. Dan komen de verhalen die ons bijkans het schaamrood op de wangen brengen.

Toch is het zo goed voorstelbaar. Want wie nu negentig is was bij het begin van de oorlog zestien en hem of haar werd de jeugd gestolen. Het waren vijf bedrukkende jaren voor een adolescent, waar wij niet zoveel meer van weten dan wat ons uit overlevering van vooral verzet en collaboratie bekend is.

Maar al die gewone meisjes en jongens hebben een deel van hun jeugd gemist. Toen was er plotseling de vreugde van de bevrijding. Waren er plots de levenslustige jongemannen op tanks en jeeps en al hadden die meer tergende oorlogservaring dan de jonge Nederlanders, ze brachten het vrije leven waar zo lang naar gehunkerd was.

Dat dit leidde tot schitterende uitspattingen werd later met de mantel der liefde bedekt en verstopt in een geheugenhokje dat hermetisch gesloten werd. Jammer en je kunt het alleen maar op een kiertje krijgen als ouderen de schaamte kwijt raken en zonder reserve over die periode vertellen.

Hoe de Canadezen onthaald werden door de hunkerende jonge vrouwen. Natuurlijk werd er geneukt dat het een lieve lust was. Natuurlijk kwamen daar ongelukjes uit voort – condooms waren nog niet even rijk voorhandig als chocoladerepen en kauwgom - en even natuurlijk werd er vrolijk op los geaborteerd achterop fietsen met harde banden op toen nog heel hobbelige wegen.

De vroede vaderen der kerken en overheid wisten niet hoe snel ze deze losbandigheid moesten indammen. Misschien ook een beetje uit jaloezie. Tenslotte vonden die jonge vrouwen die gezonde viriele Canadezen veel aantrekkelijker dan de licht rachitische Nederlandse jongens die de oorlogshonger hadden doorstaan en nu mager met slechte hongeradem moesten toezien hoe de meisjes er vandoor gingen in een jeep. Maar ja, met losbandigheid - hoe mooi ook - kun je niet weder opbouwen.

Als we alles willen weten over die korte vrije periode zouden we alle dementerende bejaarden vrijuit moeten laten vertellen en het allemaal zonder commentaar moesten vastleggen. Het zou leerzaam zijn. En zo anders dan de overlevering van de calvinistische dictatuur van de wederopbouw ons poogt wijs te maken.

Er zou een boek inzitten voor een beetje dappere schrijver. Wijlen W.F. Hermans heeft het wel geprobeerd, maar werd erom verketterd en vervolgd toen Nederland al weer oorlog voerde tegen Indonesische vrijheidstrijders en de restauratie volop was ingezet. Anderen waren te druk bezig met het onderscheid tussen goed en kwaad. Laat het ons nu vieren op 5 mei als dag van losbandigheid.


dinsdag 14 oktober 2014

In de greep van rabiate racisten


Ach, is het nog maar oktober, de wereld staat in brand en Nederland discussieert over Zwarte Piet. Het heeft iets treurigs, dat we hier nog over moeten praten en de wijze waarop stemt bepaald niet tot een positieve kijk op de samenleving.

Het had allemaal zo gemakkelijk geregeld kunnen worden, nadat kunstenaar Quinsy Gario door  een stel flikken in elkaar werd gemept omdat hij protesteerde tegen het verschijnsel Zwarte Piet. Een excuus en eens serieus nadenken of Quinsy een punt heeft. Het lijkt onmogelijk in dit hysterische land.

In een fatsoenlijke samenleving hadden mensen zich afgevraagd waarom sommige gekleurde mensen zich storen aan het verschijnsel van een Zwarte Piet. En als dan de uitkomst is dat ze zich er ongemakkelijk door voelen en hun kinderen erop school mee gepest worden, zou de conclusie moeten zijn: wat kunnen we eraan doen?

Premier Rutte had zich er met een andere lach kunnen afmaken en met het kabinet even kunnen palaveren. Dan een weekje later terugkomen met het besluit dat Piet voortaan elke kleur mag hebben, behalve zwart. Gekleurde medelanders moeten tenslotte ook meedoen met zo’n oude traditie zonder nare gevoelens.

De kinderen zouden er helemaal niet raar van opkijken en ouders zouden het bij nader inzien misschien wel leuk vinden al die vrolijker gekleurde pieten. In een normale samenleving zou het zo geregeld worden. Zaak afgedaan, traditie bewaard gebleven, iedereen behalve enkele schreeuwers  tevreden. Zo gemakkelijk.

Helaas ziet Tokkie-Nederland het anders. ,,Een frontale aanval op de Nederlandse cultuur’’, orgelde afvallige PVV-tokkie Joram van Klaveren bij Pauw. Volstrekte onzin had Jeroen Pauw moeten zeggen, maar die kwam niet verder dan de wat flauwe opmerking dat een maatschappijleraar doorgaans niet rechts is. Nooit gehoord van die andere maatschappijleraar Janmaat?

Quinsy krijgt een lading bedreigende en racistische bagger over zich heen, waar een normaal mens geen pap van lust. Kennelijk heeft hij een gevoelig punt geraakt. Nederlanders mogen graag wat grinniken om karikaturen met dikke lippen, platte neuzen en ringen in de oren. Dat is helemaal geen racisme, toch? Nog een geluk dat gekleurde medemensen niet allemaal moslim zijn, anders was het hek helemaal van de dam.

Naar elkaar luisteren is er niet meer bij. De liefhebbers van Zwarte Piet komen met zoveel rabiate onzin aan, dat er geen redelijk debat meer te voeren is. Zelfs doorgaans verstandige mensen bezondigen zich aan het gezeur over de traditie van zwart. Helaas hebben we geen fatsoenlijk kabinet dat het aandurft de zaak even in een namiddag te regelen en de samenleving met een fait accompli te confronteren.

Nee, de bewindslieden hangen de huig liever in de electorale wind en gooien zelfs olie op het vuur met het ridiculiseren van de discussie. En er klinkt geroep over de tirannie van de gekwetste minderheid. Toe maar weer. Het is meer een razende groep racisten die het land in de greep houdt.

Zullen we er maar over zwijgen en Zwarte Piet stilletjes afvoeren. Dan kunnen we het weer over andere zaken hebben, zoals een nieuwe recessie ten gevolge van het gevoerde bezuinigingsbeleid, de aanpak van de financiële sector, oorlog in het Midden-Oosten en de bestrijding van ebola. En 5 december hebben we dan ons mooie gekleurde Sinterklaasfeest om even bij te komen.





zaterdag 11 oktober 2014

De pensioen ongelijkheid



Heeft de NRC gelijk dat het wel wat meevalt met de ongelijkheid in Nederland? Pagina’s vol om dat te betogen en toch mis je wat. Het gaat over salarissen, vermogen en de pensioenen. In dat laatste zou de grote gelijkmaker zitten. Tja, voor wie een pensioen heeft opgebouwd wel.

De Nederlandse bevolking bestaat grotendeels uit mensen met een opleidingsniveau van mbo. Dat garandeert zeker niet een topsalaris. Akkoord door de oprukkende tweeverdiener is menig huishouden van de onderkant opgeklommen naar bovenmodaal. Nu is dit ook niet zoveel, maar het zou ruim voldoende moeten zijn om een redelijk bestaan op te bouwen.

Maar die pensioenen, daar zit toch wel een probleem. Het gigantische kapitaal dat bij elkaar is gespaard, komt niet aan iedereen ten goede. Ooit maakte ik een artikel over jobhoppers. Dar openbaarde zich een schokkende kloof.

Bij een vertrouwen wekkende verzekeraar werkten amper baanveranderaars. De meesten waren dik tevreden bij de aardige baas en spaarden al decennia voor een mooi pensioen. Nee, de behoefte aan een andere baan voor een paar centen meer, speelde slechts door een enkel hoofd.

Bij een bekend transportbedrijf – een van de weinigen met een redelijk smetteloos blazoen – sprak ik een jonge vrouw van rond de dertig, dat me enthousiast vertelde dat ze na bijna tien jaar eindelijk een vast contract als chauffeur had. Nu kon ze beginnen met het opbouwen van iets, een eigen huis, trouwen én pensioen.

Ze vertelde tegelijkertijd dat ze een witte raaf was. Vaste banen kwamen in haar sector weinig voor en door de vele overnames en ondergangen van bedrijven was die vastheid nu ook weer niet spijkerhard. Ze kende eigenlijk weinig collega’s die een fatsoenlijk pensioen in het vooruitzicht hebben.

Later praatte ik daar wel eens over met anderen in de bouw en aanverwante sectoren. Exact hetzelfde verhaal. In veel banen op mbo-niveau is dat gouden pensioen helemaal niet zeker. Zouden ze dit bij de NRC vergeten zijn? Of is het gewoon de blinde vlek bij mensen die het opbouwen van een pensioen als iets vanzelfsprekends zien?

Eigenlijk ben ik bang dat dit laatste het geval is. Voor mij gold het in ieder geval wel een beetje. Ik schrok behoorlijk van die kloof tussen de redelijk verdienende middenklassers in vaste betrekking en die zonder die vaste baan, die toch ook tot de middenklasse worden gerekend.

Zo lang ze werk hebben is er weinig aan de hand al is het zeker geen vetpot. De ellende begint bij het naderen van het pensioen. In dit soort beroepen halen de meesten dat pensioen overigens niet werkend. Dan moeten ze het ineens doen met aow en hopelijk nog een klein pensioentje. En dat is echt dicht bij armoede. Hoezo, het valt wel mee met de ongelijkheid?



vrijdag 10 oktober 2014

Creatievelingen, KH18 en kunst



In sombere tijden bloeit cultuur, zo heet het. Wat dat betreft zit Leeuwarden op rozen. De tijden willen maar niet opklaren en over vier jaar is de Friese hoofdstad Europese culturele hoofdstad. En daar is iedereen heel erg trots op. Maar helemaal gerust ben ik er niet op.

Dat heeft iets te maken met de hoop die gevestigd is op `creatievelingen’ en eigenlijk ook wel een beetje over het motto `mienskip’. Deze week kwam de Leeuwarder Courant met het nieuws dat zij een `avontuur aan gaan’. Journalisten gaan met `creatievelingen’ op bezoek bij eerdere culturele hoofdsteden.

Zulks klinkt heel mooi. Je kunt wat leren van voorgangers. Maar wat moeten we nu verstaan onder `creatievelingen’. Je zult zeker creatieve mensen nodig hebben. wil je een succesvolle culturele hoofdstad tot stand brengen. Maar het begrip creatieveling, ik weet het niet. Moet het trouwens niet creatieven zijn. Het woordenboek kent creatieveling niet, maar dit ter zijde.

Wie zijn dat? En vooral wat zijn het? Dat zit mij dwars. We hebben het amper over cultuur maar wel heel veel over creatievelingen en mienskip. We hebben kennelijk veel creatieve mensen, maar maakt dit Leeuwarden creatief? Of een cultuurstad?

Vaak zie ik het steeds weer veranderend hoofd van Jacco de Boer. Hij moet vast een soort aanvoerder van de creatievelingen zijn. Tja, bij de Leeuwarder Courant heeft hij lang omgezweefd en niemand begreep zo goed wat hij deed. Iets met de overgang naar tabloid, maar wat nu precies?

En zo is het met alles. Jacco is kennelijk creatief. Hij heeft veel tatoes en zijn haardracht verandert vaak. En hij heeft het op twitter vooral veel over wat hij allemaal doet, al maakt dit niet zoveel duidelijk. Hij stemt CDA, roep hijzelf. Nou ja, het is hem vergeven, maar is hij nu de creatieveling waarop de hoop is gevestigd?

Het creatieve hoofdkwartier is de Blokhuispoort. Daar zitten veel kleine bedrijfjes waar creatieve mensen werken en ook een aantal kunstenaars. Allemaal jong. Natuurlijk als je iets nieuws wilt bedenken en niet in loondienst wilt werken moet je creatief zijn. Maar wat heeft dit nu allemaal met cultuur te maken?

Want culturele hoofdstad betekent dat de stad in het teken van cultuur, dus ook of zeker kunst moet staan. Het treurige is dat die kunst wat onderbedeeld is in de voorbereiding. We hebben een pracht van een nieuw museum, maar wachten na ruim een jaar nog steeds op een spraakmakende expositie die mensen uit het hele land of hier buiten naar Leeuwarden trekt.

Noorderlicht leek er een beetje op, maar waar voor het minste of geringste de vlaggen buiten Leeuwarden van beeld veranderen, bij Noorderlicht helemaal niets. Je moet het weten en dan ook nog een beetje zoeken. Moeten we wachten tot 2018 voor het museum echt spraakmakende kunst gaat tonen?

Natuurlijk, een stad gaat er zeker op vooruit als er veel creatieve mensen wonen en werken. Maar het is mij een beetje te vaag allemaal. Net zoals mienskip. Uit gemeenschap komt behalve bij geslachtelijke zelden iets nieuws voort. Het zijn de mavericks die het unieke maken en ja kunst is uniek. En dat wil ik zien als we het hebben over de culturele hoofdstad. 

Het kunstonderwijs is jaren geleden voor een aalmoes verkocht aan Groningen. Tja, we hebben nog een popacademie. Voor de rest is allemaal toch erg veel beroepsonderwijs. De status van culturele hoofdstad zou dit beeld een beetje kunnen doen kantelen. Dat red je niet met veel creatievelingen en mienskip. De voortekenen stemmen mij somber. Alleen Cambuur voldoet aan de verwachtingen. 









donderdag 9 oktober 2014

De zorgelijk zorg over zuipketen


Dat er enige zorg is over zuipketen waar jongeren zich ongecontroleerd het leplazarus drinken is heel wel voorstelbaar. Daar hebben gemeentebesturen zich de afgelopen jaren al meer malen over gebogen en het ongecontroleerd binge drinken aan banden gelegd. Dat de VVD nu helemaal af wil van die keten lijkt niet louter voortkomend uit zorg voor het welzijn der jongeren.

Het is natuurlijk ook een beetje vreemd. Toen die keten, veelal oude caravans of verlaten hokken op boerenerven, voor het eerst in het nieuws kwamen, was de afkeer groot. Het was wel vreemd die afkeer. Dat jongeren graag onder elkaar zijn en liefst beschermd tegen de elementen begrijpt iedereen. Waar in de stad nog wel eens buurthuizen zijn voor dit soort bijeenkomsten moeten jongeren op het platteland het zelf regelen.

Dit zou een beetje liberaal moeten aanspreken. Zelfredzaamheid staat er toch hoog aangeschreven. Maar ja, de VVD heeft nu eenmaal een achterban die niet echt bestaat uit zorgdragers voor plattelandsjongeren. En je hoeft niet ver te zoeken waar de zorg over de zuipketen vandaan komt.

Niet dat de VVD zich geen zorgen zou maken over de schade die al die alcohol aanricht in de jonge hersencellen. Zover zou ik niet durven gaan. Er zitten binnen die partij ook vele artsen, die donders goed weten wat het zuipen op die jonge leeftijd kan aanrichten.

Maar de steun die de VVD nu in het voorstel krijgt om de zuipketen geheel uit te bannen komt toch vooral van de horeca. Daar zien ze er oneerlijke concurrentie in. Of het oneerlijk is, weet ik niet maar concurrentie is het wel.

Maar die is van alle tijden. Ooit had je in Koudum een befaamde kroeg met de prachtige naam Spoorzicht, waar het spoor toch echt kilometers verwijderd was. Kroegbaas Aat was stevig alcoholist en liet het reilen en zeilen van de kroeg over aan de vaste klanten. Zelf sleepte hij zo nu en dan een krat bier aan en zette zich dan weer zuchtend neer. ,,Het is een zwaar beroep kastelein’’, was zijn vaste uitdrukking dan.

De klanten zetten de flesjes in de rondbuikige koelkast en zorgden dat er betaald werd. Het was bijzonder goedkoop en menig jongere uit de verre omgeving kwam hier dan ook even voordrinken. Zo waren er meer kroegen op het platteland. Ze zijn helaas inmiddels allemaal verdwenen door gebrek aan overnamekandidaten en toegenomen regelzucht. Tja, liberalisme.

De overgebleven kroegen werden almaar duurder. Dus zochten jongeren hun eigen vertier. Dat dit inmiddels door de gemeentebesturen is opgepikt en stevig gecontroleerd is de VVD kennelijk ontgaan. Nogmaals het is allemaal niet zo geweldig voor de intellectuele ontwikkeling van jonge talenten. Maar er is op het platteland wel meer dat optimale ontwikkeling hindert.


Zoals de sociale neerwaartse druk op jongeren die iets meer in hun mars hebben dan het gemiddelde. Maar even afgezien hiervan, lijkt de zorg van de liberalen toch vooral ingegeven door bezorgde horecabazen. De wat lauwe reacties van andere partijen en gemeentebesturen getuigen hier wel van. Het initiatief zal dus wel in schoonheid sterven. Maar zorgelijk is de invloed van lobbygroepen als de horeca wel.