vrijdag 17 oktober 2014

Eenzaamheid als nieuw probleem


Eenzaamheid wordt het nieuwe thema. Eenzame ouderen, jongeren, ach alle eenzamen op een hoop. En zo creëren we een nieuwe groep in de samenleving, die er allang is. Ironisch is het wel, want het leidt tot niets behalve aandikken van een stigma en het problematiseren van het begrip. Maar dan moeten we wel onderscheid maken tussen eenzaam en alleen.

In een mooi essay schrijft Roos van der Lint in de Groene Amsterdammer over het verlangen naar en de angst voor het alleen zijn. Jaren geleden interviewde ik een schouwburgdirecteur en hij verklaarde hierin dat hij – getrouwd man – het gelukkigst was, wanneer hij alleen was. Ik herinner mij dat de reacties niet mals waren. Uiteenlopend van egoïst tot sneu voor zijn vrouw.

Enkele jaren later bleek hij een affaire te hebben met een jongedame en te zijn gescheiden van zijn toenmalige echtgenote. Een keer heb ik hem nog getroffen met zijn inmiddels nieuwe echtgenote. Ze leek me erg aardig en vraag me nu niet of ze mooier was dan zijn vorige gade, want die heb ik voor zover ik weet niet ontmoet.

Zelf heb ik mij ook wel eens bezondigd aan de gedachte dat ik best alleen zou kunnen wezen. Was ik dat ook niet tot achterin de twintig? En dat ging toch ook prima. Mwah, eigenlijk niet. Het was een voortdurende – niet overdrijven dus niet wanhopige – zoektocht naar de ander en stiekeme jaloezie op hen die al jong een zielsverwant hadden getroffen.

Nu bekruipt me wel eens de genoemde angst voor eenzaamheid. Dus voor alle duidelijkheid niet voor het alleen zijn. Ik zie ouderen die alleen overblijven en verteerd worden door eenzaamheid. Natuurlijk, er zijn er ook die gezegend zijn met talrijk nabij wonend kroost en blij zijn eens even alleen te zijn om het verleden te overdenken.

Maar wat als je niet zo talrijke kroost ver weg woont? Als je niet het type bent van veel vrienden,
is de vrees voor eenzaamheid niet helemaal zo raar. En er is ook nog de wens te verhuizen uit de contreien waar je bijna een heel leven hebben gewoond. Een beter recept voor eenzaamheid op latere leeftijd kun je haast niet bedenken.

Toch is die fernweh er. Het zal wel iets te maken hebben met het gebrek aan geworteldheid. Ik heb de gedachte aan gehechtheid aan een streek altijd wat verdacht gevonden. Als klein kind vond ik het al een vreemd toeval in dit land geboren te zijn en niet in Kongo om maar wat te noemen. Maar meer dan toeval is het voor mij nooit geweest. En dat maakt je toch wat los van alles.


Is zulks triest? Nou nee. Moeten we er een probleem van maken? Liever niet. Nu kan ik prima tegen momenten van alleen zijn in de wetenschap dat het een keuze is en ze duren zelden lang. Of ik dan het gelukkigst ben, net als onze schouwburgdirecteur? Tja, wat is gelukkig en ik verlang niet naar een doorgaans sneue affaire. 

Vaak zie ik vissers die een hele dag alleen turen naar hun dobber. Dan vind ik het jammer niet zo van het vissen te zijn. Maar ze lijken me heel tevreden. Eenzaam ben ik hooguit soms buitenshuis, maar dit is doorgaans van voorbijgaande aard en te verhelpen met enkele alcoholische versnaperingen. Zoals gezegd, het is een complex gegeven. Maar er zijn belangrijker zaken. Vooralsnog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten