maandag 2 februari 2015

Een gemene uitglijder



Een merkwaardige kop in de Volkskrant van maandag: Populisten ruiken hun kans. De aankondiging zet de toon voor een beschrijving van de snel opkomende partijen in Europese lidstaten, die als enige gemeenschappelijke noemer de afkeer van onderdelen van de Europese politiek hebben. Mag je die bewegingen allemaal zo op een hoop gooien? Ongetwijfeld past het wel in het straatje van de gevestigde machten in Europa, maar de verschillen tussen de genoemde groeperingen zijn hiervoor toch een tikkie te groot.

Je zou er zelfs behoorlijk boos over kunnen worden dat Syriza, Podemos en Sin Fein op een lijn worden gezet met PVV, UKIP en Front National. Dit gaat volledig voorbij aan de uitgangspunten van die bewegingen. De Volkskrant zet wel keurig de wensen van verschillende partijen op een rijtje, maar verbindt daar verder geen conclusies aan. Wel dat ze alle een gevaar voor de Europese eenheid vormen. Dat klopt alleen voor zover met de Europese eenheid de neoliberale technocratie van Merkel en Rutte wordt bedoeld. Die zou inderdaad wel eens in gevaar kunnen komen.

Alleen al de landen waar de groeperingen zijn ontstaan maken de gelijkschakeling onzinnig. Syriza en Podemos zijn volksbewegingen uit Zuid-Europese landen waar vooral private schulden – banken – met Europees en IMF-geld overgenomen zijn. Waarop de aflossing en rentebetaling afgewenteld zijn op de bevolking. Vooral de Spaanse en Griekse middenklasse zijn hierdoor getroffen. Hoewel beide landen verder nogal verschillen, zijn de gevolgen van de geĆ«iste hervormingen en bezuinigingen goed te vergelijken.

Werkloosheidspercentages van meer dan twintig procent, jeugdwerkloosheid van een op twee. Sociale uitkeringen die zwaar gekort zijn en salarissen die veelal met een kwart gedaald zijn. En terwijl de massa van de bevolking zwaar wordt getroffen door neoliberale hervormingen worden corruptie en belastingontduiking slechts mondjesmaat aangepakt en blijven vooral rijke ondernemers buiten schot.

Dat is natuurlijk een geweldige voedingsbodem voor bedenkelijke politieke stromingen om een slaatje uit te slaan. Dat de Grieken kiezen voor Syriza en Spanje voor Podemos lijkt te gaan is eigenlijk een hoopvol signaal. Dat beide stromingen kiezen voor een einde aan de bezuinigingen en aanpak van corruptie is niet verbazingwekkend. Of het daarmee ook populistisch is, is de vraag.

Kijken we dan naar de toch wat armzalige programma’s van PVV, Front National en UKIP uit relatief welvarende Noordelijker Europese landen die vooral gaan over immigratieproblemen uit islamitische landen en tegen bemoeizucht van Europa dan mag het verschil met de eerder genoemde partijen duidelijk zijn. Hun aanhang is overigens ook lang niet zo massaal en divers als van Syriza, Podemos en Sin Fein. De rechts-extremistische xenofobe partijen met een bedrieglijk links sociaaleconomisch tintje zijn met recht populistisch te noemen.

Sin Fein in Ierland en Noord-Ierland is een beetje vreemde eend in de Eurosceptische groep. Het is in ieder geval de oudste, voortkomend uit het aloude conflict tussen Ieren en Britten. Nu Ierland door te grote afhankelijkheid van onverantwoordelijke banken ook zwaar is getroffen is door afwenteling van de schulden op de bevolking beleeft Sin Fein een glorieuze wederopstanding. Overigens is het in het programma evenmin zoeken naar afkeer van immigratie en evenals de Zuid-Europese partners gericht tegen de opgelegde bezuinigingen die zwaar zijn aangekomen.

Dat de linksere partijen – echt niet zo radicaal als veelal wordt gesuggereerd – minder populistisch zijn mag alleen al blijken uit het serieus zoeken naar alternatieven voor de huidige Europese politiek. Podemos en Syriza zijn niet zo anti-Europees als de mainstream media menen. Wel zijn ze vaak tegen het europroject, maar daarbij bevinden ze zich in respectabel gezelschap van veel economen en ook andere politieke partijen.


Of de linkse partijen die nu zo sterk opkomen een gevaar voor de Europese Unie zijn is maar zeer de vraag. Het zou wel eens de redding van Europa kunnen zijn als het technocratisch geheel een wat socialer gezicht zou krijgen. En bovenal zouden deze groepen een bres kunnen slaan in het tot mislukking genoemde neoliberalisme dat nog altijd het overheersende geloof in het Europese parlement is. Winst van extreem-rechts zou de unie inderdaad kunnen opbreken. Dat de Volkskrant met deze verhalen is gekomen is daarom ook onbegrijpelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten