donderdag 12 februari 2015

August Willemsen, vertaler en brievenschrijver





Je hebt auteurs die bekend zijn van een boek, van een omvangrijk oeuvre en soms van hun autobiografische geschriften. Waaronder zou je vertaler en fervent brievenschrijver August Willemsen moeten rekenen? Natuurlijk, hij opende voor ons de Braziliaanse literatuur, vertaalde ongeëvenaard de dichter Drummond de Andrade en niet te vergeten de Portugese trots Pessoa. Maar vooral zijn brieven zijn onvergetelijk.

Nu is er dan de brievenwisseling met kunstenaar Marian Plug. Een indringend document van een tijdsgewricht, maar ook van een onbeantwoorde liefde die in een hechte vriendschap resulteerde. Willemsen kon brieven schrijven als geen ander en wist het ook van zichzelf. Van daar wellicht de titel van deze bundel ‘Bewaar deze brieven als je tekeningen’.

Ik leerde hem kennen van zijn 'Braziliaanse Brieven'. Die openden voor mij de Portugeestalige literatuur. Maar er was veel meer dat Willemsen voor mij duidelijk maakte. Hoe zijn alcoholisme zich ontwikkelde, van middel om zijn stotteren te overkomen tot onmisbaar onderdeel van zijn persoon.

Zeker in die tijd, het was halverwege de jaren tachtig, ik was net begonnen als journalist en zoekend naar een onderwerp waarop ik me kon onderscheiden. Herkenning was er van het nuttige van alcoholconsumptie om een lichamelijke tekortkoming te donderdrukken. Alleen waar bij Willemsen dit ontaardde in alcoholisme, was mijn lichamelijk gestel niet opgewassen tegen de aanslag van alcohol en moest ik mijn toevlucht nemen tot het medisch circuit.

Wel stortte ik mij op cursussen Spaans en Portugees. Onvergelijkbaar met de studie Portugees van Willemsen natuurlijk. Als je er over nadenkt, zou zijn loopbaan nu niet meer mogelijk zijn. Studeren is nu meer dan ooit een voorbereiding op een beroep en daar valt het schrijverschap niet onder. Bovendien is ene studie Portugees zonder meer eigenlijk onmogelijk geworden.

Toen Willemsen zijn meesterstuk afleverde, de vertaling van Guimarães Rosa’s roman “Diepe wildernis, de wegen’, wist ik een afspraak met hem te maken voor een interview in zijn zo bewonderde Bijlmer, De Gouden Leeuw om precies te zijn. Het kostte moeite hem aan de deur te krijgen. Hij verontschuldigde zich voor zijn redelijk vergevorderde alcoholconsumptie. Ik overtrad de regel geen beschonken mensen te interviewen en begaf mij in een mooie conversatie.

Er ontstond een sfeer van vertrouwen en hij vertelde mij veel, ook veel wat niet echt geschikt voor publicatie was. Desondanks wist hij lijn in het gesprek te brengen. Tot het moment daar was, dat de alcohol de concentratie te zwaar maakte. ,,Ik ga meuren’’, sprak hij en mij werd abrupt de deur gewezen. Het uit dit gesprek voortgekomen artikel, zo vertelde hij later, was hem honderd procent meegevallen.

Nog eenmaal zou ik hem treffen, vlak voor zijn vertrek naar Australië. In Leeuwarden gaf hij een lezing en voordien vroeg de organisator mij om met hem Willemsen tot het zover was Leeuwarden te laten zien en hem enigszins van de drank af te houden. Het was een aangenaam weerzien. Hij herinnerde zich ons gesprek en het vertrouwen was gebleven.
 
De poging hem van de drank te houden was gedoemd te falen.Vertragende techniek door het drinktempo aan te geven mislukte. Bij mijn enkele consumptie had hij al een fors aantal whisky’s genuttigd. Ondanks een indrukwekkende hoeveelheid consumpties was zijn voordracht mooi en samenhangend.

In de jaren die volgden ben ik hem blijven volgen. Schrok van zijn boek ‘De Val’, genoot van ‘Vrienden, vreemden, vrouwen’. Hij verdween uit het zicht na zijn vertrek naar Australië. Ik wist niet eens dat hij terug was en het bericht van zijn dood was toch, hoewel niet geheel onverwacht, een schok en wierp mij even terug naar die begintijd.


Ik was afgedwaald van de liefde voor Brazilië en Portugal. Spanje, dat hij bijkans haatte, was mij toch veel liever. Maar zijn vertalingen en brievencollecties bleven mij boeien. En dan is er nu deze mooie collectie met zijn vriendin Marian Plug. Leve de serie Privé Domein. Het werpt een mens weer even terug in de tijd. En er is de hoop dat we ooit genoeg krijgen van de kattebelletjes van Twitter en weer brieven gaan schrijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten